EEH ENKELE WERTOOWHG 'inKiiMS. uur voormiddag te bezoeken zijn. Het "THE FRENCH De Menagerie zal vanaf 25 Juli 1939, en zal cr Ie IEPER op Dinsdag komt uit Frankrijk geven die beginnen zal te 20,15 u< Inhuldiging van hst Him Baanvak Loo-Gijverinkhove van Etijkswsf Nr 64 door Minister Van der P@©?f@n Poperinge en Veurne Binnen kort geeft het vertooningen te Volk van leper en omstreken, eerst wanneer ge de vertooning van "The BARNUM CIRKUS,, zult gezien hebben zult ge weten wat een groot cirkus is. Inwoners van alle omliggende gemeenten neemt alle middelen te baat om U naar dit groot cirkus te verplaatsen. Vanaf 10 ure in den voormiddag zullen plaatsen te huren zijn aan de talrijke winketten. TREKKING VAN DE BINNEN- LANDSCHE LEENING 1933 TREKKING DER VERWOESTE GEWESTEN 1921 BELGEN ERG ONGELUKKIG IN DE RONDE VAN FRANKRIJK Een reusachtig NIJLPAAPD van 3.000 kgr. en de mooiste en beste rijschool van onzen tijd bestaande uit 70 paarden, hebben dit cirkus een wereldfaam bezorgd, evenals de £0 attracties, eenig in de wereld. BARNUM is tegenwoordig het grootste cirkus van Europa. Het behelst 8.000 zitplaatsen, twee groote ménageries, een groep olifanten waaraan de grootste 2.500 kgr weegt, het kleinste weegt er 500. NIEUWS TE IEPER SENSATIEVOL in vervanging van de huidige te enge Loo- brug. Spreker eindigde deze gemoedelijke aanspraak met een heildronk voor den Heer Minister Van der Poorten en den Heer Burgemeester Heindrycx. Dan werden nog toespraken gehouden door den HEER VAN WASSENHOVE, Voorzitter van den Bond der Aannemers, en den HEER C. DHONDT, uitvoerder- van het ontwerp van de nieuwe baan. Beide hesren drukten cte hoop uit dat nog vele werken zouden worden uitge voerd ten bate van de bevolking die steeds mee gebukt gaat onder de werkloosheid. De Heer Dhondt eindigde zijn toespraak met de spreuk: beid Adelt». De Hl- MINISTER VAN DER POOR TEN beantwoordde de redenaars met een zeer gesmaakte toespraak, en drukte zijn genoegen uit over de mogelijkheid te kun nen verbroederen met parlementscoUega's en het volk. Dergelijke feesten zijn het bindend element der natie. Hij beloofde te doen wat in zijn vermogen is om de werken van hoogste noodzakelijkheid voor de streek binnen korte tijdspanne uit te voeren, doch 's lands middelen zijn be perkt en het programma van openbare werken is reuzegroct. De Heer Minister beëindiade zim rede op zeer pittige en kunstrijke wijze. Om 16.30 uur verliet de Heer Minister de Stad Loo om zich naar leper te bege ven en zich rekenschap te geven der noo- den van de streek. Deze heuglijke dag verliep in de beste stemming. KORTE NOTA'S VAN LOO IN 'T VERLEDEN De naam villa de Loëkomt ln de Annates Abbatise Blandiniensis op 't jaar 603, parochia de Lo op 931; in Coutumes de la Prévoté de Bruges; doch deze bron nen /ijn weinig betrouwbaar. De vorming der Stad moet verschoven worden tot op het einde der elfde eeuw. Langs den zeer ouden Loowegvan Kales naar Gent was het Klein dorpje Loo ongeveer 1030, kwamen de kanonikken van St-Augustijn zich aldaar vestigen. Philips van Loo, zoon van graaf Robrecht de Vries, schonk hun groots vrijheid op de bewoners van hun eigendom, en de tcslating er eene markt op te richten. Zijn zoon, de befaamde Willem van Loo, werd uit Vlaanderen verbannen; een deel zij ner bezittingen werden aan de Abdij toe gekend, het overige aan den '.raaf van Vlaanderen. Vandaar een dubbel jurisdic tie in het bestuur welke samen moet de stad beheeren. In den loop der dertiende BBBMBBBBBBBBBlBiaBBBflaBIBIlS eeuw; bij het opkomen der gemeenten nam de stad uitbreiding buiten het ge bied der abdij, en vandaar menigvuldige twisten tusschen de twee samenverbonde- ne gebieden. In 1269 reeds is de Stad omringd van muren en grachten doorsneden door vier straten, aan wier uiteinde de vier stadspoorten (waarvan de Westpoort een overblijfsel is). In de oude stadsrekening (1404) zien we, dat het Steidh-ms bouw vallig is en moet hersteld worden, evenals de oude halleHet stadhuis werd, ver nield in 1566. Loo had zijn geschreven wettsn en keuren, zijn eigen bestuur, zijne markten, calcijden, zijn weekmarkt en vrije jaarmarkt, zijn vleeschhaiie en zijne visschebanken, zijn gasthuis, zijn schut tersgilden en redsrykers. Loo hield aan zijn vrijneden soms zoo duur bekomen: Te Kortrijk in 1302, stre den ze ond.r Staes Sporkin; in 1328 te Cassel onder Zannekin; in 1382 te Rooze- beke voor Artevelde; en menigmaal daar na trokken ze ter verdediging tegen den vijand van hun sta en land. Telkens er gevaar was van een inval, aanstonds werd de lade der vrijheden veilig weggevoerd. Doch zonder gebieduitgestrektheid (400 m. doorsnede) en zonder buitenbezitting, v/as zijn inkomen zeer gering en bestond schier uitsluitend uit assysen lasten. De Loovaart, middenader der Noordwa tering, gegraven in de 12° of 13" eeuw, liet toe dat de stad een binnenvaart of los- kaai had. en een goed vervoermiddel naar de naburige steden met het Mc.rctscip In de 15" eeuw, onder de Burgohdiers trachtte de stad, hier de lr.':ei:nijverheid op te helpen. Eerst in 1443, doch de pest van 1487, en daarna de inval der fransche legers in Loo ten jaar 1489, deden ze gansch verloren gaan. In 1530 krijgt de stad een nieuw previlègeom de saey- weverij op te richten als poorterlicke nee- ring: zij bouwt zelf haar weverij, laat vakmannen komen van Hondschote. Doch dit ook mislukte: de pest in 1546 had haar den doodslag gegeven. Een derde maal herneemt de stad hare pogingen in 1578 te midden de godsdienst- beroerten, bij middel van een Antwerp- sche reeder, om de greinsaeyen hier in te plantenDoch het leven is er onmo gelijk geworden, en van den brand van het middendeel der stad door de Fransche soldaten ten dienste van de Staten (1579) valt weer alles stil. Deze godsdienstbe roerten, evenals de gedurige oorlogen der 17° en 18° eeuw, brachten ons stadje tot volledig verval. Ook de abdij werd ver nield door de Fransche omwentelr.ars in 1797. Het onderwijs werd vroegtijdig door da Stad ondersteundden scolasterwerd reeds eene toelage gestemd in 1482. Da gezondheidsdienst was er zeer nauwkeu rig voorgeschreven niet alleen door da keuren der stad, maar ook door de vroeg tijdig aanwezigheid van een gesworen surgien (reeds in 1462). Gedurende de 19° eeuw trachtte het bestuur zijne wegenis in orde te brengen. Een verslag van 1815 vermeldt, dat de wegen buiten stad 's Winters in erbarme- lijken staat waren en dat cr dan maar een gebruikelijke weg was, te weten, de trekweg langs de Loovaart. In 1839 werd ia den Gemeenteraad besproken een kei weg van den uitgang der stad naar den Gaepaerdom alzoo de stad te verbin den met de grocto baan Ieper-Veurne (juist 100 jaar later wordt deze weg vol trokken). Doch de gemeente Pollinkhove had liever die verbintenis gebracht, door haar dorp naar de Linde, en dit geschied de in 1840. In 1844 werd de steenweg naar Diksmuide aangelegd. In 1869 de steenweg naar de Rabbelaere. en in 1875 de steen weg naar Reninge. In 1885 komt de buurt spoorweg- Ieper-Loo- Veurne. -«HHBSRNsisiiaHaaBBiBKBaaaaaaiRBB Dinsdag had te Brussel de 70° trek king plaats van dc Binucnlandsehc I.ee- ning 1933. Reeks 292S52 wint 500.000 frank. De hiernavolgende reeksen zijn betaal baar niet 25.000 frank: 116569 121255 122230 130358 148213 156556 157568 171474 171482 177143 186970 189066 203079 204670 218182 219022 228241 233786 239191 255088 255475 263149 265283 274068 278075 280498 288323 293183 301575 301849 308050 308279 315655 315846 321555 327134 331041 344568 350465 366385 370556 371348 373301 373698 394206 Klke obligatie bchoorend tot een uitge trokken reeks heeft recht op een vijfde van liet lot dat deze reeks te beurt vieL IBBBBBBBBBBBBBaBBBBBBBBBBBBB 149" TREKKING Zaterdag had in de Nationale Bank te Brussel de 149" trekking piaats vau de Leening der Verwoeste Gewesten 1921. Reeks 43.703 Nr 11 wint 1 millioen frank. Al de andere obligaties zijn terugbe taalbaar met '250 frank. StBaaBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBtt iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHifiiiiiiiiiiiiiiiiiigiim^ Op Saterdag 15 JuM werd het nieuwe baanvak Loobrug-Gijverinkhove door den Heer Van der Poorten, Minister van Open bare Werken, ingehuldigd. De Heer Minister, vergezeld van de HH. Byls, adj. Kablnetshoofd, Deheem, Direc teur-Generaal, Gorinckx, Hoofdingenieur- Directeur, kwam om 10.10 uur in liet sta tion te Diksmuide aan en werd opgewacht door den Heer Burgemeester J. Heindrycx, der stad Loo, den Heer Claeys, Hoofdin- genieur-Bestüurder der Provincie West- Vlaanderen en de ambtenaren van het Departement van Openbare Werken dezer provincie. De reis Diksmuide-Loo werd verder in auto afgelegd en de personaliteiten kwa men te Loo aan om 10.35 uur, waar een kleine kollatie werd aange' oden. Daarna ging de Heer Minister het Doodenmonu- ment groeten en raf zich de stoet'te voet langs de zeer oude West-poort en den Keizersboom naar de Loobrug, wt ar het driekleurig lint werd doorgeknipt, nadat door een lief klein meisje, Yvonne Hein- d'-ycx, het vijfjarig dochtertje van den Heer Burgemeester, volgend zeer flink \velb wngedichtje werd voorgedragen: Mijnheer de Minister, Zoo blij gezind Kom ik, een kind, een kind van d'oude Vlaamsehe steê, en schenk do gouden schaar, waarmee gij openen gaat de breede straat, langs waar de Vlaamsehe jeugd vooral naar 't schoone stadje komen zal. Zeer aandoenlijk en treffend was het toen de Heer Minister het kindje om helsde. Over de brug, aan het begin van het nieuwe baanvak, werd den Heer Van der Poorten verwelkomd door den Heer Bur gemeester der gemeente Pollinkhove, in gezelschap van het Schepencollege, waar na de baan over een 300-tal meters te Voet werd afgewandeld. Verder werd de Weg afgelegd per auto tot het grondge bied Hoogstade, waar op zijn beurt de Heer Burgemeester, samen met het Sche penkollege, den Heer Minister verwelkom de. REDE VAN HEER HEINDRYCX, BURGEMEESTER TE LOO Terug te Loo werd de eerewijn geschon ken en werd door den Heer Burgemeester HEINDRYCX volgende huideadres uitge sproken: Excellentie, BIJ DE INHULDIGING VAN DE NIEUWE BAAN, In 't midden Keer Minister Van d»r Poorten; rechts Heer Heyndriclc, Barge- meester van Loo Senator Sobry. En zoo gebeurde het. dat na den oorlog Veurne-Ambaclit het druk bezochte aan- trekkingspunt werd voor bedevaarders en toeristen. Men kwam er, vol piëteit en dankbaarheid, de plaatsen verceren, die getuige waren geweest van zooveel lijden en heldenmoed. Meteen werd men in de gelegenheid gesteld het eigen schoon van Vlaanderens uitersten westhoek te bewonderen: de glimmende groene beem den doorspikt met het rood van frissche dukpannen en daarboven den eindeloozen, wollig-bewolkten hemel; de bijna onzicht bare dorpjes met hun spitse kerktorens hoog uitstekende boven de eeuwig-groene weiden, en eindelijk te midden van dat alles de parel van Veurne-Ambacht, het kleine stadje Loo, met zijn monumentale abdijkerk, zijn fraai Stadhuis in Ieper- sche gothiek, zijn oud Klooster uit de XV" eeuw, zijn aardige Westpoort met zijn le- gendarischen Cesaersboom, zijn reuzen- Duivenhok, zooveel overblijfsels van een aloud en roemrijk verleden. Het paste dan ook, dat deze verre uit hoek van België de aandacht van 'r lands bestuur bijzonder gaande maakte. En zoo zien we ook, dat na den oorlog de blijken van belangstelling van hoogerhand voor onze streek, elkaar in snel tempo opvolg Toen ons het bericht uit Brussel toe-^en' De verwoeste dornen en hoeven rij- kwam, dat de Heer Minister van Open bare Werken en Werkverschaffing de in huldiging van het nieuw baanvak Loo- brug-Hoogstade (Staatsbaan nr 64) met zijn hooge tegenwoordigheid zou vereeren, was dat voor ons een zóó verheugend en zóó verrassend nieuws, dat wij het amper durfden te gelooven. En inderdaad, het ligt in onzen aard van Veurne-Ambacht- sche menschen, te gaan 'enken dat wij, omdat we tot den versten uithoek van Belgie behooren, ook het verst van de be langstelling van de centrale besturen ver blijven. Dit gevoel van minderwaardig heid ware wellicht vóór den oorlog gewet tigd geweest. Doch ook op dit gebied heeft de wereldoorlog vee', veranderd en bracht hij deze ver afgelegen gouw ln het mid denpunt van 's lands belangstelling. De stille boorden van den IJzer werden tot een betonnen strijdfront omschapen. De groene weiden van Veurne-Ambacht werden gewijde grond, doordrenkt met het bloea van den besten onzer jongens. De platte boerenstreek van Over den IJzerwerd het koninklijk verblijf van Zijn Majesteit Koning Albert I, roemrij ker gedachtenis, met wiens kommervol bëzoek Loo, tijdens den oorlog, meermaal vereerd werd. zen opnieuw uit den grond op, fraaier nu en frisscher dan ooit, dank zij de bezorgd heid van de eerste naoorlogsche regee ringen. Groote en breederc wegen wor den aangelegd, die Veurr.e-Ambacht met de rest van het land moeten verbinden. T baan Diksmuide-Kaaskerke-Loo wordt een der schoonste der Provincie en de verlenging ervan, die XJw Excellentie van daag zelf is komen inhuldigen, 't baanvak Loo-brugge-Hoogstade, is wellicht een van de heerlijkste autostraden, die België thans bezit. En is het niet een wonderlijk samen treffen, dat op vandaag 15 Juli 1939 deze baan wordt ingehuldigd en dat juist een eèuw geleden, op 15 Juni 1839, het Ge meentebestuur van Loo besloot met het aanleggen van een gravier of keiweg van de Loobrug naar de Gapaard. Om het toerisme nog verder te bevor deren werden de jaagpaden overgenomen en onderhouden, ik denk vooral aan deze van Veurne-Loo en Nleuwpoort-Knokke- aan-den-IJzer, en onlangs nog werden de Kerk en het Stadhuis van Loo door de Commissie van Monumenten officieel er kend. En eindelijk, hebben we vandaag de groote eer en het geluk Zijn ExcellentieNederlandsch en zeer aangenaam voorge- 6»n Minister van Onenbare Werken en Werkverschaffing in ons midden te mo gen ontvangen. Excellentie, Voor die vele blijken van belangstelling en genegenheid van 's lands bestuur voor onze geliefde streek en niet het minst voor uwe vereerende tegenwoordigheid bij deze plechtigheid, zeg ik U, in mijn naam, in naam van den Gemeenteraad en de bevolking van Loo, en ook nog in naam van de omliggende gemeenten hier verte genwoordigd, onzen zeer gemeenden en meer hartelijken dank. Doch, Excellentie, dankbaarheid is im mers een teeken van vertrouwen. En daar om, om de diepe gemeendheid van onze dankbaarheid ten uwen opzichte nog ver ders te bewijzen, durf ik het aan bij dit dankwoord een wensch en een bede te voegen: 1) U zult ook wel dezen morgen bemerkt hebben, hoe die arme versleten veel te enge Loobrug thans afsteekt bij de mooie autobaan, waarop ze uitmondt en zult U ook wel de bedenking hebben ge maakt, dat deze nauwe brug, waar een ministerieele auto amper doorkan, en die toch de verbinding moet bezorgen tus schen de Hoogebrugstraat en het breede baanvak, een zeer gevaarlijk verkeers punt is geworden, zoodat het verbreeden ervan hoogst noodig is. Ziedaar, Heer Minister, het probleem dat zich thans stelt aan deze zijde van het baanvak, het probleem van de her nieuwing -van de Loobrug. Maar ook aan gene zijde van hetzelfde baanvak stelt zich thans een probleem: namelijk dat dit baanvak zooals het zich nu voordoet geen uitkomst heeft, en, indien het zijne volle beteekenis wilt verkrijgen, zou moeten doorgetrokken worden tot Beveren... Eindelijk, Excellentie, nog een laatste wensch. Zooeven sprak ik U over de jaag paden, waarvan de Staat een deel heeft overgenomen. Ik durf het u te vragen dat het overige jaagpaden Lcobrug-Fintele en Knokke-aan-IJzer-Fintele, ook door den Staat zouden onderhouden worden. Dezen driedubbelen wensch als een blijk van vertrouwen stellende, verhoop ik, Mijnheer de Minister, dat Ued. dezen in overweging zult nemen. Deze woorden werden door al de aan wezigen warm toegejuicht. De Heer Minister VAN DER POORTEN beantwoordde deze toespraak met een zeer mooie rede, in een uiterst sierlijk dragen. HIJ drukte zijn voorliefde uit voor deze polderstreek en toonde aan wat reeds voor de streek werd gedaan: de volledige opschikking van de baan Diksmuide-I.oo, de herstelling der jaagpaden langs IJzel en Loovaart en eindelijk het prachtige baanvak dat heden ingehuldigd wordt. Speciaal richtte hij zich tot den Heer Burgemeester Feys-Cailewaert van Beve- ren-IJzer en beloofde zeer binnenkort zoo niet de opschikking der overblijvende 7 kilometer weg dan toch ten minste het gedeelte tusschen Klein Leiseie en het Tramstation te Beveren (einde). Na deze rede werden de verschillende merkwaardigheden bezocht van het stad je, klein in bevolking doch groot door zijn verleden: de machtige kerk, de stem mige lambrizeering der sakristij, de abdij, de schatten enz., alles onder de zeer kun dige leiding van den Heer Pastoor, die zich ontpopte als een geleerd archeoloog. Daarna werd het aperitief aangeboden en werd de personaliteiten een banket aangeboden. Aan de eeretafel zaten aan: de Heer Minister, de Heeren Maes, Arrondisse- ments-Kommissaris, J. Heindrycx, Burge meester der stad Loo, Byls, adj. kabinets- hoofd, Beschuyt, Burgemeester te Pol linkhove, Deheem, Directeur-Generaal, de C. Duron, Burgemeester te Hoogstade, Ciaeys en Goorinckx, Hoofd-ingenieurs- Bestiun-ders, en de HH. Parlementsleden van het Arrondissement, waaronder Senator Sobry, Volksvertegenwoordigers Goetghebeur, Porta, Van Clabbeke, Van Steen.landt en Vanderghote. Burgemees ter te leper, alsook Bestendig-afgevaar- digde M. Bulckaert. Aan de nagerechten, nadat BURGE MEESTER- HEINDRYCX een heildronk had ingesteld, nam de HEER SOBRY, Se nator te Diksmuide, het woord, en dankte den Heer Minister in naam van de HH. Parlementsleden van het Arrondissement zonder onderscheid van partij en opinie, om zijn blijk van genegenheid deze plechtigheid met zijne tegenwoordigheid te vereeren. Hij voelde zich gelukkig dat de werking zijner collega's en de zijne met zooveel vruchten was beloond gewor den. Aan de komst van den Heer Minister van Openbare Werken samen met ver scheidene zijner hoogere ambtenaren uit de centrale en provinciale diensten om een groot, heerlijk en verdienstelijk uit gevoerd werk, zooals het nieuw baanvak Loobrug-Hoogstade officieel en plechtig in te huldigen, hechtte spreker eene groote beteekenis. Minister Van der Poor ten, zoo voegde hij er aan toe, breekt af met oude tradities; hij volgt de werken, uitgaande van zijn Departement, van dicht bij en doet dat in nauwe vereeni- ging en samenwerking met de Parlements leden der betrokken gewesten. Spreker verheugt zich ten zeerste om deze ministerieele houding en trekt ver der nog de aandacht van den Heer Mi nister op de onmisbaarheid van een fiets pad langs de staatsbaan Veurne-Elzen- damme, waar de fietsers en de voetgan gers ongetwijfeld aan groote gevaren zijn blootgesteld en waar ook feitelijk veie on gelukken zich voordoen. Wat de jaagpaden betreft, zoo stelt Se nator Sobry vast dat- deze tot eenieders voldoening reeds een eerste algemeen her stel hebben ondergaan en wijst er nog even op in aansluiting met hetgeen des betreffend gezegd is geweest door den Heer Burgemeester te Pollinkhove in zij ne aanspraak bij de Loobrug, dat bet strookje gaande over de Fintele ook zoo spoedig mogelijk zou worder. in orde ge- bracht. De Heer Sobry heeft dan nog een bij zonder woord van dank over voor Burge meester Heindrycx te Loo om de buiten gewone gulhartigheid en hoffelijkheid met dewelke hij de genoodigden heeft ontvan gen. Hij drukt den vurigen wensch uit nóg in dit gëzellig midden terug te keeren met zijne collega's parlementsleden, en zich verder richtende tot den Heer Minister, koestert hij de hoop dat zulks cldra zou mogen gebeuren ter gelegenheid van het aanleggen eener nieuwe aangepaste brug In de 8° rit bleef Jules Lowïe met Rom. Maes na een pijnlijken val uitgestrekt en bewusteloos liggen. Hij werd door om* staanders terug op zijn velo geplaatst en met een erg bloedende voorhoofdwonde kon hij den striid voortzetten. Later echter wanneer de zon opdaagde brandde ze hem zoo hard in de wonde dat hij half duizelig den strijd staken moest en naar een hospitaal overgebracht werd om er verzorgd te worden. Ook Kint, overwinnaar dezer rit, kwam enkele meters over d« eindmeet in botsing met een fotograaf. Kint kreeg een ergen duw op de borst waardoor hij in het tijdrijden, dat erop volgde, veel kostbare minuten verloor.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1939 | | pagina 2