Optimisme Hef decadente Frankrijk landbouwpolitiek en Seussmsilig Hoever stoot liet met den Oorlog ¥@or den Wederopbouw van Het land WEEKBLAD: 50 CENTIEMEN oe peperingenaar KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. VERSCHIJNT WEKELIJKS. HEIL KONING LEOPOLD III HET BEV00RRADINGS- VRAAGSTUK Welke Landbouwpolitiek in de huidige Omstandigheden moet worden gevolgd Duitsche troepen bezetten de Britsche Elanden Jersey en Ouernesey De Italiaansche Maarschalk Balbo ge sneuveld bij een luchtgevecht in Afrika Rusland eischt Bessarabie en Noord-Bukovina van Roemenie Koning Carol geeft toe EEN GOEDE BENOEMING Zoning7 Jul» 1940- 37' JAAR. N' 23 Uitgtcer Sansen-Vanneste Poperinge 7W. 9. Pottchtekn. 155.70 £«n Postabonnement in Belgie kost 3 Maanden 7,frank 6 Maanden 13,50 frank 1 Jaar 25,frank AL4 Utdrwtrk*r\ et n vermrsoosae i k voor kun értikeis. mwmw TARIEF VOOR BERICHTEN: Prijs per regel Kleine berichten 1.50 fr. Gew. en Notar. 1.25 fr. In Stadsnieuws 2.00 fr. Rouwberichten 10.00 fr. Alle aankondigingen of be richten moeten tegen den 'Don derdag avond ingebracht worm den. Wat een moot woord! Het doet denken aan moka, aan melkroom, aan Havana-ciga- ren, aan fine-champagne,... aan het allerbeste. Optimismegaat gepaard met opgeruimdheid, met plezier, met pret en jolijt, met zonneschijn en met jubel. Moest men de woorden kun nen sorteeren en volgens hunne kwaliteit in pyramide opstellen, zou «optimisme» heel al boven staan, lijk de vlag op den mast of het haantje op den toren. Want optimisme» komt van «optimum» d. 1.: het beste. Optimisme is een wereldbe schouwing; een instrument waar mee men het wereldgebeuren an ders ziet dan met het eenvoudige bloote oog. Ongeveer gelijk het druppeltje water door een micros coop gezien een aquarium vol eigenaardige visschen wordt. Een optimist ziet geen onder scheid tusschen wel en wee. Voor hem is alles welen wee is maar een SCHIJNBARE onvol maaktheid. Hij kijkt met een even rus- tlgen blik naar weelde en naar ontbering, naar voorspoed en naar tegenspoed, naar veiligheid en naar gevaar, naar ziekte en naar ge zondheid; want, wat er gebeurt, is voor hem het beste. Een optimist vindt den hul digen oorlog met gansch zijn ver loop en met alle toekomstige com plicaties het beste, zelfs als per occasie een bom zijn huis inslaat of een granaatsplinter door zijn lijf schiet. Dwaas toch! ja? Laten wij eventjes als geloo- vigen met den kop tusschen de handen zitten. God leeft, <Die 't al geeft. Wat God bewaakt, is wel be waakt, Want de Almachtige is onze Vader; een beste Vader. Zoo heeft het Christus toch geopenbaard. Hij zegde in zijn bergrede: «Ziet naar de vogelen des Hemels; want zij zaaien noch maaien en verzamelen niet in schuren; en uw hemelsche Vader voedt ze. Zijt gij niet veel meer waard dan zij?... Bekijkt de veldleliën, hoe zij groei en; zij arbeiden en spinnen niet. En toch zeg ik u, dat Salomon in al zijn heerlijkheid niet gekleed was als één van haar. Als God dan het veldkruid dat vandaag is en morgen in een oven geworpen wordt, zóó omkleedt, zal Hij het dan niet veel meer voor u doen, kleingeloovigen? Uw hemelsche Va der weet dat gij dit noodig hebt. Welke teere liefdevolle be zorgdheid koestert God voor ons! Zoozeer is Hij bekommerd om alles wat ons aangaat, dat Hij zelfs al de haarkens van ons hoofd ge teld heeft(Lk. 7.8.) Wanneer de Almachtige ons zoo lief heeft, kan er ons dan wel Iets kwaads overkomen? Feitelijk niet; maar wij zien het anders, omdat de wegen van God nu eenmaal de onze niet zijn. God zou voor ons als de dwaze hoeder moeten zijn, die voor haar kinderen niet anders dan aaitjes en snoeperijen over heeft. Maar deze moeder is goed, die met even veel zorg en liefde haar kleine naai den circus leidt waar het pret heeft, naar de school waar het zich gebeurlijk verveelt en naar den tandarts waar het gepijnigd wordt. Het woord «beproeving» be zit altijd een ongunstiger, klank; er ligt immers iets wreeds in en wanneer God met beproevingen af komt heffen wij instinktmatig onze ellebogen op, alsof wij van Hem niets anders dan oorvegen te ver wachten hadden. Met Nieuwjaar 1.1. werd een C»t gezin wegens achterstel van Pacta op straat gezet. De arme menschen laadden hun sjovefe meubels op een steekkar en trokken door de sneeuw op zoek naar woonst, terwijl de buurtvrou- *en den vrekkigen eigenaar ver boekten en elkaar herhaaldelijk Seérgerd afvraagden hoe de goede God toch zoo iets kon toelaten!... Den dag van den wapenstil stand was de heele familie in de kerk, te biecht en te communie uit dankbaarheid, omdat God hen zien lijk gespaard had. Op het huis, daaruit ze op Nieuwjaaravond zoo Wreed werden buitengezet, was gis ter een bom gevallen. Ze hadden ervaren dat die ver boekte beproeving van zes maand ter, toch goed» geweest was... Van een meesterwerk zullen wij zelden genieten, wanneer wij er met onzen neus vlak tegen staan. Het is net zoo met de beproe vingen. Wij moeten ze steeds in den volmaakt verleden tijd kunnen si- tueeren, ze bekijken met tijdsper spectief, om ze naar waarde te kunnen schatten. Niet onze wil, maar de Zijne geschiedde... Zoo is het best. Onze hemelsche Vader weet beter dan wij zelf wat wij noodig hebben, en dat schenkt Hij ons zonder fout. Welke mensch is er onder u, aan wien zijn zoon om brood zal vragen, en die hem een steen zal geven? of nog, als hij om een visch vraagt, hem een slang zal geven? Als gij dus, hoewel gij slecht zijt, aan uwe kinderen goe de gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, die in de he melen is, goede dingen geven aan wie er Hem om vragen!» (Mt7.9. -11.) Maar men heeft zooveel ge beden voor den vrede; HH. Missen opgedragen, gecommuniceerd, ge- bedevaard... En Pius XI heeft voor het behoud van den vrede zijn le ven geofferd. Heeft God dan al die offers en gebeden verstooten? Heelemaal niet. Maar het is best dat de huidige wereldramp over onze generatie losbrandde. Gelijk het voor die arme lui best was op Nieuwjaaravond bui ten gezet te worden. Nu kunnen wij dat nog niet beseffen, maar met den tijd zal het wel blijken zoo te zijn. In ieder geval willen wij het gelooven, omdat wij gelooven dat God een goede Vader is. Dat is optimisme. Christelijk optimisme. L. M. iDBsaaaaBasBaBaauaaiiBiaQa* VREDESACTIE IN VERZEKENS! KONING! Midden Leger, Volk! Met uw wapen in de hand! Oppergeneraal en Tolk, Hieldt Gij eed en woord gestand KONING! Door uw edel hart Werd gedroogd zóó menig traan Lijden, sterven, oorlogssmart, Door uw liefde is gedaan! KONING! Redder van uw Land! Gansch uw Volk roept luide: «Dank!» Groet U, met gestrekte hand «Heil! God zegene UI Leef lang!» CAPITULATIE OM VREDE EN LIEFDE VOOR UW VOLK! LEVE DE KONING! Beselare - Tusschen de puinen van mijn huis, in bange wachten op mijn Zoon, Albert, te Velde! 1940. GEO. 150 Grammen vleesch per per soon en per dag. Verhooging van het suikerrantsoen. Min der vet en zeep. Geen aard- appelrantsoeneering meer. Uit Brussel werd gemeld dat ze kere wijzigingen worden gebracht aan de rantsoeneering. Het rantsoen vleesch wordt ge bracht van 75 grammen vleesch per dag en per persoon op 150 grammen, 't zij 120 'grammen vleesch, beenen afgerekend. Bloedworst, uitsluitend gemaakt van bloed en slachtafval, maar zonder eenig vleesch, mag zonder zegels verkocht worden. Het suikerrantsoen wordt ver driedubbeld, en diensvolgens ge bracht tot 2 kgr. 700 per persoon en per maand. Dit uitsluitend om de menschen toe te laten confiture te maken. Het rantsoen vet wordt daaren tegen verminderd tot op 35 gram men per dag en per persoon. Dat van de zeep tot 5 gram van elke soort, t.t.z. 5 gram groene zeep en 5 gram toiletzeep of ook Marseille- zeep. Vanaf 11 Juli zal de rantsoenee ring streng toegepast motten wor den en alle overtredingen zullen zwaar worden gestraft. Te Brussel en omgeving o. m. zullen reeds enkele hotels moeten sluiten om het reglement op de spijskaart niet te hebben nage volgd en o. m. verscheidene soor ten voorgerechten en brood te heb ben opgediend. Er wordt ook gemeld dat de pas teibakkerijen binnen kort zullen moeten verzaken aan alle gebruik van meel voor de pasteibakkerij. ■t INTERNATIONAAL OVERZICHT DE WARE OORZAAK. Wanneer een leger wijkt en veld slag op veldslag verliest, is de eer ste verklaring die zich zou moeten opdringen: overmacht van den te genstrever. In deze oorlog, zooals in zoovele voorgaande, hebben wij geleerd, dat men alle mogelijke en zelfs onmogelijke oorzaken op spoort, behalve de echte. Toen het Duitsche leger oprukte door Nederland en Belgie, is de kritiek van het eigen volk, zoowel als die van de geallieerde volkeren hatelijk en ontmoedigend geweest in dien zin, dat men onze soldaten beschuldigde van verraad en laf heid. Toen Koning Leopold het be sluit nam om te kapituleeren, ten einde de honderdduizenden solda ten en vluchtelingen samenge- hoopt op een kleine strook gronds, een nuttelooze dood te besparen, heeft men hem in Frankrijk en in Engeland een verrader en een lafaard genoemd. Wij weten thans waar de la faards en de verraders verblijven. Zij waren nooit in de vuurlinie, maar brachten eerst have en goed, met hunne eigen persoontjes in veiligheid, om op afstand hun laffe aantijgingen te slingeren naar de genen die de vreeselijkste gevaren moesten trotseeren. In Frankrijk is de opmarsj van het Duitsche leger nog verbazender en grootscher geweest dan in Bel gie: een bliksemsnelle opeenvol ging van wapenfeiten zooals de ge schiedenis nog nooit gekend heeft. De Engelschen beschuldigen de Franschen thans van lafheid en verraad. De Fransche generaals zijn onbevoegden. Welke verkla ring zal men vinden moest ook En geland bezwijken? Gewis er is een zekere mate van lafheid en verraad, van onbevoegd heid en desorganisatie geweest, maar meest al deze elementen zijn uiteindelijk weer te herleiden tot deze verklaring: de Duitsche ma- terieele, psychische en moreels kracht heeft het gehaald op een leger dat niets anders was dan de weerspiegeling van de decadente levenshouding van de Westersche volkeren. Tegenover het uitbuiten de liberaal, kapitalisme, stond de Duitsche arbeidskracht, tegenover de vittende en versplinterende par tijenorganisatie, stond de gesloten eensgezinde en nationale organisa tie van de huidige overwinnaars, tegenover de geest van kritiek en afbreuk, stond de geest van op bouw en vertrouwen. HET GENOTZUCHTIGE FRANKRIJK. Het weleer zoo machtige Frank rijk, dat gedurende eeuwen op het vasteland heerschte en den toon aangaf, is in enkele weken tijds overrompeld geworden, machteloos overgeleverd aan de wil van één man. Het Frankrijk van Lode- wijk XIV, van Napoleon I heeft de wapenstilstand moeten aanvragen. In het bosch van Compiègne, in de historische spoorwagen van 11 November 1918, heeft het de voor waarden hiervoor in ontvangst ge nomen en naderhand aanvaard. Niettegenstaande de verbintenis om geen afzonderlijke vrede te sluiten, kon Frankrijk niet anders doen dan de strijd te staken. Maar het Frankrijk van thans is niet meer het Frankrijk uit de geschiedenis. Frankrijk was eens het meest bevolkte en het meest ontwikkelde land van Europa. Het liberalisme, waarvan de eerste idea listische vaandeldragers, de ge dachte met de wapens over geheel Europa verspreidden, heeft het land geleidelijk ondermijnd. Het Fransche volk is van liberaal, li- bertijnsch geworden. Het heeft in naam van de vrijheid, de moreele en de kerkelijke wetten verbannen. Een onbegrensde, wulpsche genot zucht heeft dat volk zwak, lui en arm gemaakt op een duizend maal gezegend grondgebied. Maarschalk Pétain heeft het met bitterheid moeten bekennen in zijn radiotoespraak: De genotzucht heeft de geest van offervaardigheid doen wijken. In 1870 waren de respectievelijke bevolkingen van Duitschland en Frankrijk ongeveer gelijk, circa 40 millioen in 1940 is de bevolking van Duitschland verdubbeld, die van Frankrijk is nog dezefde als zeventig jaar geleden, naar de hoeveelheid. Kwalitatief echter is het daarenboven veel zwakker geworden. Frankrijk bezit een typisch oude bevolking. Geleerden hebben uitgemaakt dat met de zelfde geboorte- en sterftever- houdingen de Fransche bevolking binnen 50 jaar op min dan 20 mil lioen zal gevallen zijn. De huidige bevolking trouwens is maar kun nen in stand gehouden worden dank zij een sterke inwijking van allerlei r assenelementen, die de zuiver Fransche geest sterk aan- aetMSt ffifbbêf. t DE KOMENDE VREDE. We kennen voor het oogenblik nog niet de juiste voorwaarden voor de wapenstilstand vanwege Duitschland en vanwege Italië. We kennen nog minder het beeld van de komende vredesregeling. Er wordt verwacht dat geen nieuwe onrechtvaardigheden zullen be gaan worden, om geen nieuice wrok te wekken. De nieuwe vrede zal geen Diktat von Versailles zijn. Trouwens de groote Staatsman, die Hitier werkelijk bewezen heeft te zijn, hoeft niet ie vreezen voor een spoedige heropstanding van Frankrijk en voor een toekomstige revanche De toestand waartoe Frankrijk thans herleid is, is veel meer te wijten aan zijn ontaarding dan aan de oorlog. De krijg die het thans verloren heeft, zal eens a'.s een zegen beschouwd worden, als de stoot, die een stervend volk tot nieuw leven opgewekt heeft. Uit de bittere ervaring van deze dagen zal Frankrijk ivellicht de moreele en psychische krachten putten voor een heropstunding. Doch in de gunstige voorwaarden zal dit land eerst na 50 of 100 jaar de volle levenskracht herwonnen hebben, die het tot een groote natie kan maken. Het erbarmelijk verslagen Frank rijk van 1940 is geen groote natie meer. Daarom ook is het niet noo dig dat de vredesbepalingen ver nietigend zouden zijn. Zoo meende Frankrijk wel te moeten handelen in 1919 omdat het de opbruisende levensmoed van het jonge Duitsch land niet kon uitstaan. Grootmoe digheid daarentegen is een ken merk van den sterke. 25-6-1940. NASCHRIFT Sedert bovenstaande regelen ge schreven werden, konden we ken nis nemen van de wapenstilstands voorwaarden tusschen Frankrijk- Duitschland eenerzijds en Frank- rijk-Italie anderzijds. De plaats 'ontbreekt hier, om punt voor punt deze voorwaarden te be spreken. De Franschen oordeelen zelf dat ze hard zijn, vooral met het oog op de bezetting, de krijgs gevangenen en de aflevering van het oorlogsmateriaal. De hardheid van deze bepalin gen is echter zeer relatief. Het is duidelijk dat ze hoofdzakelijk ge steld toerden met het oog op de voortzetting van den oorlog tegen Engeland. Het is de duur van de zen oorlog die ten slotte de wapen stilstandsbepalingen tot hun echte verhoudingen zal herleiden. De vredesbepalingen echter zijn het, die het slotakkoord op het ge weldige krijgsconcert beteekenen. Deze zullen definitief zijn, en be slissen over de toekomst van Frank rijk, van Europa en van de wereld. De ivapenstilstandsvoorwaarden daarentegen zijn maar voorloopig en moeten daarom in dat licht be schouwd worden. 1-7-1940. ROSKAM. De H. Van Orshoven, waarne mend Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw, zet in mededeeling aan Rijkslandbouw kundigen en Veeteeltconsulenten uiteen, welke landbouwpolitiek in de huidige omstandigheden moet worden gevolgd. DE VOORNAAMSTE BEKOM MERNIS VAN DEN LANDBOUWER In den huidigen toestand van het land, zoo betoogt de H. Van Ors hoven, mag er letterlijk niets ver waarloosd worden wat kan bijdra gen tot het op hoog peil handha ven van de landbouwproduktie. De voornaamste bekommernis van den landbouwer moet gaan naar het uitbreiden der teelt van de onmisbare voedingswaren, zoo als b. v. de tarwe. Daarom moet alles worden in het werk gesteld om de akkers gereed te maken voor die bezaaiingen in den eerstkomenden Herfst. Deze inspanning moet vergemakkelijkt worden door de prijzenpolitiek. Ook moet gezorgd worden voor het bebouwen van alle perceelen grond en moet er het maximum nut uitgetrokken worden door de uitbreiding van de vóór- en na- teelt. Hoog noodig is ook dat volstrekt het verlies van eetwaren of voe ders vermeden wordt. Bij het ge bruik dient men rekening te hou den met de behoeften der bevol king en, vervolgens, met die van den veestapel. Dé tarwe werd, bij besluit van 23 September 1939, voorbehouden voor de menschenvoeding. Een nieuw besluit zal binnenkort ook het gebruik van de rogge tot an dere doeleinden dan de menschen voeding verbieden. Het voortbrengen van bier, alko- hol, deegwaren, enz. zal vermin derd worden .teneinde te verhin deren dat hiervoor graangewassen of veevoeders gebruikt zouden wor den welke onontbeerlijk zijn voor andere doeleinden. WAT NIET TE VERMIJDEN ZAL ZIJN INKRIMPING VAN DEN VEESTAPEL. Wat niet te vermijden zal zijn is het snel afnemen van het aantal stuks pluimvee dat thans voeder krijgt dat men het dan niet meer zal kunnen geven. Om deze redenen zal ook het aantal varkens verminderd dienen te worden en beperkt volgens de voedingsmogelijkheden. Dit geldt eveneens voor den rund veestapel, naarmate het uitputten der voorraden ruw-voeder, waarvan de belangrijkheid toeneemt bij het schaarscher worden van de kracht voeders. Om deze uitputting zoo lang mo gelijk te verdagen, moet het benut tigen van stroo als strooisel tot het strikt noodzakelijke beperkt wor den. Hiervoor is het van belang de propaganda voor het inrichten der veestallen met korte ligplaats wel ke veel minder strooi vergt, krach tig door te voeren. De propaganda voor het inkui len heeft hetzelfde doel. Ten einde den mestveestapel te verminderen zal eerlang een be sluit genomen worden waarbij het kweeken verboden zal worden van mannelijke kalveren wier behoud voor de toekomst geen belang heeft. DE ZUIVELPRODUKTEN, GROENTEN EN EIEREN. Gezien daarentegen het overwe gend belang van de bevoorrading inzake vetstoffen, voornamelijk bo ter, werd bij besluit van 6 Juni j.l. het slachten van melkkoeien en vaarzen verboden. De melk zal in beginsel worden voorbehouden voor het vervaardigen van boter. In verband hiermede dient het vervaardigen van gekondenseerde melk en van melkpoeder volstrekt verboden te worden. In beginsel zal de volle melk slechts mogen gegeven worden aan personen die ze volstrekt noodig hebben, terwijl de volwassenen slechts afgeroomde melk zullen mogen gebruiken. De nu nog voorhanden zijnde voedseloverschotten moeten zoo lang mogelijk bewaard worden om te kunnen voorzien in de noodwen digheden der eerstvolgende maan den, tijdens dewelke de beschik bare hoeveelheden minder groot zullen zijn. De niet onmiddellijk in verbruik te brengen boter- en vleeschvoor- raden moeten gestockeerd worden. Ook dienen de eieren, ooft en groenten ingelegd te worden, zoo wel in de nijverheid als in het huishouden. De fabrikatie van margarine zal verboden of ten minste toch mer kelijk verminderd worden gedu rende de eerstkomende weken, teneinde de grondstoffen te bewa ren voor het fabriceeren van mar garine bij het aanbreken van het tijdperk der daling van de boter - produktie. DE LANDBOUWER MOET OP DE AANPASSING WORDEN VOOR BEREID. Verscheidene van de hierboven genoemde maatregelen liggen ter studie. Hun vorm zal echter be paald worden door de gebeurtenis sen. De landbouwer moet op de aanpassing worden voorbereid. In de huidige moeilijke omstandighe den heeft hij een zeer belangrijke taak. Bovendien moet hem, een minimum van bestaansmogelijk heid verzekerd worden. Rekening houdend met de stren ge beperkingen welke, naar te vree zen valt, alle burgers zullen tref fen, zal ook de landbouwer ver scheidene beperkende maatregelen moeten aanvaarden. De H. Van Orshoven meent ech ter dat de landbouwer ze bereid willig zal ondergaan daar ze ten slotte streven naar het verzachten van de ontberingen welke de ge meenschap bedreigen. Zie vervolg hiernevens. (Zie vervolg 2' blad.) H. K. Verwilghen benoemd tot Algemeen Commissaris van den Heropbouw. Met genoegen vernamen we dat Heer Verwilghen K., Secretaris- Generaal van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg, komt benoemd te worden tot Algemeen Commissaris van den Heropbouw in ons Land. Heer K. Verwilghen is geen on bekende in de streek. Oud-Strijder 1914-1918, werd hij met einde van den oorlog belast met den heropbouio van West- Vlaanderen, streek die hij wel kent en waar hij geboren is. Hij verbleef toen te leper en vol bracht er zijn moeilijke taak met alle plichtbesef, tot hij in 1930 be noemd werd tot Kabinetsoverste aan het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Heer Verwilghen is een noeste werker en we mogen de geteister- den om deze benoeming geluk wen- schen: in zijne handen zullen hun ne belangen ten beste verdedigd worden. Het Algmeen Nieuws schrijft als volgt over deze benoeming GROOTE WERKEN ZULLEN WORDEN UITGEVOERD IN DE GROOTE STEDEN Ook in Belgie zal thans, zooals in Duitschland en Nederland, ijve rig aan den wederopbouw worden gewerkt. Onder leiding van de Militaire Administratie wordt alles in net werk gesteld om aan de Belgische GEEN STUK LAND MAG ONBENUTTIGD BLIJVEN. Vele landbouwers die ten gevolge van de krijgsverrichtingen hun be drijf moesten verlaten waren ge noodzaakt een gedeelte van hun vee achter te laten. Wanneer ze niet onmiddellijk konden terug- keeren, werden maatregelen geno men door de buren of door de ge meentebesturen, teneinde het vee voorloopig te verzorgen. Door het departement van Land bouw werd thans aan de burge meesters gevraagd, maatregelen te willen treffen om de exploitatie van thans verlaten landbouwbedrijven voorloopig te helpen verzekeren, met medewerking van de bestaan de landbouwkommissies en ver- eenigingen. In de huidige omstandigheden mag nl. geen enkel stuk land on- benuttigd blijven. De in gewone tijden niet geëx ploiteerde weiden of die welke het wegens de omstandigheden zouden kunnen zijn, dienen doeltreffend benuttigd door het laten beweiden of afmaaien, met het oog op het hooien of het inkuilen. bevolking een ruime arbeidsmarkt te verzekeren. Het ligt geenszins in de bedoe ling dezer administratie de leiding van dit ondernemen zelf in han den te houden. Ware dit wel het geval dan zou de organisatie reeds veel verder voortgeschreden zijn geweest, maar juist de wensch de geheele leiding van dezen dienst aan een bekwaam Belgisch per soon toevertrouwd te zien, was bij afwezigheid der regeering oorzaak van groote vertraging. In tegen stelling met Nederland, waar de regeering reeds omstreeks 20 Mei in Dr Ing. Ringers van het Minis terie van Waterstraat, den bekwa men leider voor een dergelijken dienst aanwees, gingen hier kost bare weken verloren. Eindelijk werd Vrijdag avond de benoeming van den H. Ch. Verwilghen, Secre taris-Generaal van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg, tot Belgisch Commissaris voor den We deropbouw aan de Duitsche Over heid bekend gemaakt. De H. Verwilghen is reeds door de verschillende Ministeries van de noodige totale volmachten voor zien, zoodat hij met geen enkel Mi nisterie rekening heeft te houden, en terwijl hij persoonlijk verant woordelijk is, onbelemmerd hande len kan. Inmiddels heeft echter de Mili taire Administratie niet genist. Ze liet aan de besturen der groote steden weten dat zij voorstellen verwacht tot het uitvoeren van groote werken, zoowel op het ge bied van den wederopbouw als tot algemeene verbetering der steden, zoodat het economisch leven zoo spoedig mogelijk zal hernemen en velen werk zullen kunnen vinden. Antwerpen, onder leiding van zijn waarnemend Burgemeester, den H. Delwaide, belastte Prof. Boulanger,, uit Gent, met het or- ganiseeren dezer stadsbelangen. Reeds 24 plannen zijn in overwe ging genomen, o. a. de herbouwing en moderniseeren der slachthui zen, het herstel van de tunnel. Ook bestaat er een plan om de vesting werken te sloopen en de stad met een ring van parken te omgeven. Reeds konden 12.000 arbeiders voor deze werken worden aangeworven. Ook Luik deed reeds een aantal voorstellen, zoowel tot wederop bouw als tot verbetering van het verkeer, van straten, kanalen, hui zen, ziekenhuisbouw, enz.; terwijl van het stadsbestuur van Brussel heden morgen verschillende voor stellen binnen kwamen. Hoe worden nu deze werken uit gevoerd? De geheele uitvoering dezer wer ken blijft in Belgische handen en wordt aan de vrije markt toege wezen, zoodat Belgische onderne mers de uitvoering zullen kunnen aannemen en het werkvolk op de gewone voorwaarden tegen de ge bruikelijke loonen bij deze onder nemers in dienst zal kunnen tre den. Daarnaast komt de wederopbouw der industrie te staan. De herstel ling van het verkeer, zoo belang rijk voor het weer in bedrijfstellen van haast alle ondernemingen, was natuurlijk een nationaal vraagstuk van nationalen aard en moest wachten, tot de Regeerings-Com- missaris benoemd was. Deze kan nu dit vraagstuk onmiddellijk aan grijpen. Gelijktijdig worden echter reeds zoowel de groote als de kleine in- dustriën en ook de landbouw en veeteelt geordend. Zij zullen in staat worden gesteld hun bedrijf te hervatten onder de gunstigste economische voorwaarden, terwijl hen tegelijkertijd aanwijzingen worden gegeven welke hen in staat zullen stellen zooveel mogelijk werkkrachten op te nemen..

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 1