Optimisme
Hef decadente Frankrijk
landbouwpolitiek en Seussmsilig
Hoever stoot liet met den
Oorlog
¥@or den Wederopbouw
van Het land
WEEKBLAD: 50 CENTIEMEN
oe peperingenaar
KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. VERSCHIJNT WEKELIJKS.
HEIL KONING LEOPOLD III
HET BEV00RRADINGS-
VRAAGSTUK
Welke Landbouwpolitiek in de huidige Omstandigheden
moet worden gevolgd
Duitsche troepen bezetten de Britsche
Elanden Jersey en Ouernesey
De Italiaansche Maarschalk Balbo ge
sneuveld bij een luchtgevecht in Afrika
Rusland eischt Bessarabie
en Noord-Bukovina van Roemenie
Koning Carol geeft toe
EEN GOEDE BENOEMING
Zoning7 Jul» 1940-
37' JAAR. N' 23
Uitgtcer
Sansen-Vanneste
Poperinge
7W. 9. Pottchtekn. 155.70
£«n Postabonnement in
Belgie kost
3 Maanden 7,frank
6 Maanden 13,50 frank
1 Jaar
25,frank
AL4 Utdrwtrk*r\ et n
vermrsoosae i k
voor kun értikeis.
mwmw
TARIEF
VOOR BERICHTEN:
Prijs per regel
Kleine berichten 1.50 fr.
Gew. en Notar. 1.25 fr.
In Stadsnieuws 2.00 fr.
Rouwberichten 10.00 fr.
Alle aankondigingen of be
richten moeten tegen den 'Don
derdag avond ingebracht worm
den.
Wat een moot woord!
Het doet denken aan moka,
aan melkroom, aan Havana-ciga-
ren, aan fine-champagne,... aan
het allerbeste.
Optimismegaat gepaard
met opgeruimdheid, met plezier,
met pret en jolijt, met zonneschijn
en met jubel.
Moest men de woorden kun
nen sorteeren en volgens hunne
kwaliteit in pyramide opstellen,
zou «optimisme» heel al boven
staan, lijk de vlag op den mast of
het haantje op den toren.
Want optimisme» komt van
«optimum» d. 1.: het beste.
Optimisme is een wereldbe
schouwing; een instrument waar
mee men het wereldgebeuren an
ders ziet dan met het eenvoudige
bloote oog. Ongeveer gelijk het
druppeltje water door een micros
coop gezien een aquarium vol
eigenaardige visschen wordt.
Een optimist ziet geen onder
scheid tusschen wel en wee. Voor
hem is alles welen wee is
maar een SCHIJNBARE onvol
maaktheid.
Hij kijkt met een even rus-
tlgen blik naar weelde en naar
ontbering, naar voorspoed en naar
tegenspoed, naar veiligheid en naar
gevaar, naar ziekte en naar ge
zondheid; want, wat er gebeurt, is
voor hem het beste.
Een optimist vindt den hul
digen oorlog met gansch zijn ver
loop en met alle toekomstige com
plicaties het beste, zelfs als per
occasie een bom zijn huis inslaat
of een granaatsplinter door zijn
lijf schiet.
Dwaas toch!
ja?
Laten wij eventjes als geloo-
vigen met den kop tusschen de
handen zitten.
God leeft, <Die 't al geeft.
Wat God bewaakt, is wel be
waakt,
Want de Almachtige is onze
Vader; een beste Vader. Zoo heeft
het Christus toch geopenbaard.
Hij zegde in zijn bergrede:
«Ziet naar de vogelen des Hemels;
want zij zaaien noch maaien en
verzamelen niet in schuren; en uw
hemelsche Vader voedt ze. Zijt gij
niet veel meer waard dan zij?...
Bekijkt de veldleliën, hoe zij groei
en; zij arbeiden en spinnen niet.
En toch zeg ik u, dat Salomon in
al zijn heerlijkheid niet gekleed
was als één van haar. Als God dan
het veldkruid dat vandaag is en
morgen in een oven geworpen
wordt, zóó omkleedt, zal Hij het
dan niet veel meer voor u doen,
kleingeloovigen? Uw hemelsche Va
der weet dat gij dit noodig hebt.
Welke teere liefdevolle be
zorgdheid koestert God voor ons!
Zoozeer is Hij bekommerd om
alles wat ons aangaat, dat Hij zelfs
al de haarkens van ons hoofd ge
teld heeft(Lk. 7.8.)
Wanneer de Almachtige ons
zoo lief heeft, kan er ons dan wel
Iets kwaads overkomen?
Feitelijk niet; maar wij zien
het anders, omdat de wegen van
God nu eenmaal de onze niet zijn.
God zou voor ons als de dwaze
hoeder moeten zijn, die voor haar
kinderen niet anders dan aaitjes
en snoeperijen over heeft. Maar
deze moeder is goed, die met even
veel zorg en liefde haar kleine naai
den circus leidt waar het pret
heeft, naar de school waar het zich
gebeurlijk verveelt en naar den
tandarts waar het gepijnigd wordt.
Het woord «beproeving» be
zit altijd een ongunstiger, klank;
er ligt immers iets wreeds in en
wanneer God met beproevingen af
komt heffen wij instinktmatig onze
ellebogen op, alsof wij van Hem
niets anders dan oorvegen te ver
wachten hadden.
Met Nieuwjaar 1.1. werd een
C»t gezin wegens achterstel van
Pacta op straat gezet.
De arme menschen laadden hun
sjovefe meubels op een steekkar en
trokken door de sneeuw op zoek
naar woonst, terwijl de buurtvrou-
*en den vrekkigen eigenaar ver
boekten en elkaar herhaaldelijk
Seérgerd afvraagden hoe de goede
God toch zoo iets kon toelaten!...
Den dag van den wapenstil
stand was de heele familie in de
kerk, te biecht en te communie uit
dankbaarheid, omdat God hen zien
lijk gespaard had. Op het huis,
daaruit ze op Nieuwjaaravond zoo
Wreed werden buitengezet, was gis
ter een bom gevallen.
Ze hadden ervaren dat die ver
boekte beproeving van zes maand
ter, toch goed» geweest was...
Van een meesterwerk zullen
wij zelden genieten, wanneer wij
er met onzen neus vlak tegen
staan.
Het is net zoo met de beproe
vingen.
Wij moeten ze steeds in den
volmaakt verleden tijd kunnen si-
tueeren, ze bekijken met tijdsper
spectief, om ze naar waarde te
kunnen schatten.
Niet onze wil, maar de Zijne
geschiedde... Zoo is het best. Onze
hemelsche Vader weet beter dan
wij zelf wat wij noodig hebben, en
dat schenkt Hij ons zonder fout.
Welke mensch is er onder u,
aan wien zijn zoon om brood zal
vragen, en die hem een steen zal
geven? of nog, als hij om een
visch vraagt, hem een slang zal
geven? Als gij dus, hoewel gij
slecht zijt, aan uwe kinderen goe
de gaven weet te geven, hoeveel te
meer zal uw Vader, die in de he
melen is, goede dingen geven aan
wie er Hem om vragen!» (Mt7.9.
-11.)
Maar men heeft zooveel ge
beden voor den vrede; HH. Missen
opgedragen, gecommuniceerd, ge-
bedevaard... En Pius XI heeft voor
het behoud van den vrede zijn le
ven geofferd. Heeft God dan al die
offers en gebeden verstooten?
Heelemaal niet. Maar het is
best dat de huidige wereldramp
over onze generatie losbrandde.
Gelijk het voor die arme lui
best was op Nieuwjaaravond bui
ten gezet te worden.
Nu kunnen wij dat nog niet
beseffen, maar met den tijd zal het
wel blijken zoo te zijn.
In ieder geval willen wij het
gelooven, omdat wij gelooven dat
God een goede Vader is.
Dat is optimisme. Christelijk
optimisme. L. M.
iDBsaaaaBasBaBaauaaiiBiaQa*
VREDESACTIE IN VERZEKENS!
KONING! Midden Leger, Volk!
Met uw wapen in de hand!
Oppergeneraal en Tolk,
Hieldt Gij eed en woord gestand
KONING! Door uw edel hart
Werd gedroogd zóó menig traan
Lijden, sterven, oorlogssmart,
Door uw liefde is gedaan!
KONING! Redder van uw Land!
Gansch uw Volk roept luide: «Dank!»
Groet U, met gestrekte hand
«Heil! God zegene UI Leef lang!»
CAPITULATIE OM VREDE
EN LIEFDE VOOR UW VOLK!
LEVE DE KONING!
Beselare - Tusschen de puinen van
mijn huis, in bange wachten op mijn
Zoon, Albert, te Velde!
1940.
GEO.
150 Grammen vleesch per per
soon en per dag. Verhooging
van het suikerrantsoen. Min
der vet en zeep. Geen aard-
appelrantsoeneering meer.
Uit Brussel werd gemeld dat ze
kere wijzigingen worden gebracht
aan de rantsoeneering.
Het rantsoen vleesch wordt ge
bracht van 75 grammen vleesch
per dag en per persoon op 150
grammen, 't zij 120 'grammen
vleesch, beenen afgerekend.
Bloedworst, uitsluitend gemaakt
van bloed en slachtafval, maar
zonder eenig vleesch, mag zonder
zegels verkocht worden.
Het suikerrantsoen wordt ver
driedubbeld, en diensvolgens ge
bracht tot 2 kgr. 700 per persoon
en per maand. Dit uitsluitend om
de menschen toe te laten confiture
te maken.
Het rantsoen vet wordt daaren
tegen verminderd tot op 35 gram
men per dag en per persoon. Dat
van de zeep tot 5 gram van elke
soort, t.t.z. 5 gram groene zeep en
5 gram toiletzeep of ook Marseille-
zeep.
Vanaf 11 Juli zal de rantsoenee
ring streng toegepast motten wor
den en alle overtredingen zullen
zwaar worden gestraft.
Te Brussel en omgeving o. m.
zullen reeds enkele hotels moeten
sluiten om het reglement op de
spijskaart niet te hebben nage
volgd en o. m. verscheidene soor
ten voorgerechten en brood te heb
ben opgediend.
Er wordt ook gemeld dat de pas
teibakkerijen binnen kort zullen
moeten verzaken aan alle gebruik
van meel voor de pasteibakkerij.
■t INTERNATIONAAL OVERZICHT
DE WARE OORZAAK.
Wanneer een leger wijkt en veld
slag op veldslag verliest, is de eer
ste verklaring die zich zou moeten
opdringen: overmacht van den te
genstrever. In deze oorlog, zooals
in zoovele voorgaande, hebben wij
geleerd, dat men alle mogelijke en
zelfs onmogelijke oorzaken op
spoort, behalve de echte.
Toen het Duitsche leger oprukte
door Nederland en Belgie, is de
kritiek van het eigen volk, zoowel
als die van de geallieerde volkeren
hatelijk en ontmoedigend geweest
in dien zin, dat men onze soldaten
beschuldigde van verraad en laf
heid. Toen Koning Leopold het be
sluit nam om te kapituleeren, ten
einde de honderdduizenden solda
ten en vluchtelingen samenge-
hoopt op een kleine strook gronds,
een nuttelooze dood te besparen,
heeft men hem in Frankrijk en
in Engeland een verrader en een
lafaard genoemd.
Wij weten thans waar de la
faards en de verraders verblijven.
Zij waren nooit in de vuurlinie,
maar brachten eerst have en goed,
met hunne eigen persoontjes in
veiligheid, om op afstand hun laffe
aantijgingen te slingeren naar de
genen die de vreeselijkste gevaren
moesten trotseeren.
In Frankrijk is de opmarsj van
het Duitsche leger nog verbazender
en grootscher geweest dan in Bel
gie: een bliksemsnelle opeenvol
ging van wapenfeiten zooals de ge
schiedenis nog nooit gekend heeft.
De Engelschen beschuldigen de
Franschen thans van lafheid en
verraad. De Fransche generaals
zijn onbevoegden. Welke verkla
ring zal men vinden moest ook En
geland bezwijken?
Gewis er is een zekere mate van
lafheid en verraad, van onbevoegd
heid en desorganisatie geweest,
maar meest al deze elementen zijn
uiteindelijk weer te herleiden tot
deze verklaring: de Duitsche ma-
terieele, psychische en moreels
kracht heeft het gehaald op een
leger dat niets anders was dan de
weerspiegeling van de decadente
levenshouding van de Westersche
volkeren. Tegenover het uitbuiten
de liberaal, kapitalisme, stond de
Duitsche arbeidskracht, tegenover
de vittende en versplinterende par
tijenorganisatie, stond de gesloten
eensgezinde en nationale organisa
tie van de huidige overwinnaars,
tegenover de geest van kritiek en
afbreuk, stond de geest van op
bouw en vertrouwen.
HET GENOTZUCHTIGE
FRANKRIJK.
Het weleer zoo machtige Frank
rijk, dat gedurende eeuwen op het
vasteland heerschte en den toon
aangaf, is in enkele weken tijds
overrompeld geworden, machteloos
overgeleverd aan de wil van één
man. Het Frankrijk van Lode-
wijk XIV, van Napoleon I heeft de
wapenstilstand moeten aanvragen.
In het bosch van Compiègne, in
de historische spoorwagen van 11
November 1918, heeft het de voor
waarden hiervoor in ontvangst ge
nomen en naderhand aanvaard.
Niettegenstaande de verbintenis
om geen afzonderlijke vrede te
sluiten, kon Frankrijk niet anders
doen dan de strijd te staken.
Maar het Frankrijk van thans
is niet meer het Frankrijk uit de
geschiedenis. Frankrijk was eens
het meest bevolkte en het meest
ontwikkelde land van Europa. Het
liberalisme, waarvan de eerste idea
listische vaandeldragers, de ge
dachte met de wapens over geheel
Europa verspreidden, heeft het
land geleidelijk ondermijnd. Het
Fransche volk is van liberaal, li-
bertijnsch geworden. Het heeft in
naam van de vrijheid, de moreele
en de kerkelijke wetten verbannen.
Een onbegrensde, wulpsche genot
zucht heeft dat volk zwak, lui en
arm gemaakt op een duizend maal
gezegend grondgebied.
Maarschalk Pétain heeft het met
bitterheid moeten bekennen in zijn
radiotoespraak: De genotzucht
heeft de geest van offervaardigheid
doen wijken.
In 1870 waren de respectievelijke
bevolkingen van Duitschland en
Frankrijk ongeveer gelijk, circa 40
millioen in 1940 is de bevolking
van Duitschland verdubbeld, die
van Frankrijk is nog dezefde als
zeventig jaar geleden, naar de
hoeveelheid. Kwalitatief echter is
het daarenboven veel zwakker
geworden. Frankrijk bezit een
typisch oude bevolking. Geleerden
hebben uitgemaakt dat met de
zelfde geboorte- en sterftever-
houdingen de Fransche bevolking
binnen 50 jaar op min dan 20 mil
lioen zal gevallen zijn. De huidige
bevolking trouwens is maar kun
nen in stand gehouden worden
dank zij een sterke inwijking van
allerlei r assenelementen, die de
zuiver Fransche geest sterk aan-
aetMSt ffifbbêf. t
DE KOMENDE VREDE.
We kennen voor het oogenblik
nog niet de juiste voorwaarden
voor de wapenstilstand vanwege
Duitschland en vanwege Italië. We
kennen nog minder het beeld van
de komende vredesregeling. Er
wordt verwacht dat geen nieuwe
onrechtvaardigheden zullen be
gaan worden, om geen nieuice
wrok te wekken. De nieuwe vrede
zal geen Diktat von Versailles
zijn.
Trouwens de groote Staatsman,
die Hitier werkelijk bewezen heeft
te zijn, hoeft niet ie vreezen voor
een spoedige heropstanding van
Frankrijk en voor een toekomstige
revanche De toestand waartoe
Frankrijk thans herleid is, is veel
meer te wijten aan zijn ontaarding
dan aan de oorlog. De krijg die het
thans verloren heeft, zal eens a'.s
een zegen beschouwd worden, als
de stoot, die een stervend volk tot
nieuw leven opgewekt heeft.
Uit de bittere ervaring van deze
dagen zal Frankrijk ivellicht de
moreele en psychische krachten
putten voor een heropstunding.
Doch in de gunstige voorwaarden
zal dit land eerst na 50 of 100 jaar
de volle levenskracht herwonnen
hebben, die het tot een groote
natie kan maken.
Het erbarmelijk verslagen Frank
rijk van 1940 is geen groote natie
meer. Daarom ook is het niet noo
dig dat de vredesbepalingen ver
nietigend zouden zijn. Zoo meende
Frankrijk wel te moeten handelen
in 1919 omdat het de opbruisende
levensmoed van het jonge Duitsch
land niet kon uitstaan. Grootmoe
digheid daarentegen is een ken
merk van den sterke.
25-6-1940.
NASCHRIFT
Sedert bovenstaande regelen ge
schreven werden, konden we ken
nis nemen van de wapenstilstands
voorwaarden tusschen Frankrijk-
Duitschland eenerzijds en Frank-
rijk-Italie anderzijds.
De plaats 'ontbreekt hier, om punt
voor punt deze voorwaarden te be
spreken. De Franschen oordeelen
zelf dat ze hard zijn, vooral met
het oog op de bezetting, de krijgs
gevangenen en de aflevering van
het oorlogsmateriaal.
De hardheid van deze bepalin
gen is echter zeer relatief. Het is
duidelijk dat ze hoofdzakelijk ge
steld toerden met het oog op de
voortzetting van den oorlog tegen
Engeland. Het is de duur van de
zen oorlog die ten slotte de wapen
stilstandsbepalingen tot hun echte
verhoudingen zal herleiden.
De vredesbepalingen echter zijn
het, die het slotakkoord op het ge
weldige krijgsconcert beteekenen.
Deze zullen definitief zijn, en be
slissen over de toekomst van Frank
rijk, van Europa en van de wereld.
De ivapenstilstandsvoorwaarden
daarentegen zijn maar voorloopig
en moeten daarom in dat licht be
schouwd worden.
1-7-1940.
ROSKAM.
De H. Van Orshoven, waarne
mend Secretaris-Generaal van het
Ministerie van Landbouw, zet in
mededeeling aan Rijkslandbouw
kundigen en Veeteeltconsulenten
uiteen, welke landbouwpolitiek in
de huidige omstandigheden moet
worden gevolgd.
DE VOORNAAMSTE BEKOM
MERNIS VAN DEN LANDBOUWER
In den huidigen toestand van het
land, zoo betoogt de H. Van Ors
hoven, mag er letterlijk niets ver
waarloosd worden wat kan bijdra
gen tot het op hoog peil handha
ven van de landbouwproduktie.
De voornaamste bekommernis
van den landbouwer moet gaan
naar het uitbreiden der teelt van
de onmisbare voedingswaren, zoo
als b. v. de tarwe.
Daarom moet alles worden in het
werk gesteld om de akkers gereed
te maken voor die bezaaiingen in
den eerstkomenden Herfst. Deze
inspanning moet vergemakkelijkt
worden door de prijzenpolitiek.
Ook moet gezorgd worden voor
het bebouwen van alle perceelen
grond en moet er het maximum
nut uitgetrokken worden door de
uitbreiding van de vóór- en na-
teelt.
Hoog noodig is ook dat volstrekt
het verlies van eetwaren of voe
ders vermeden wordt. Bij het ge
bruik dient men rekening te hou
den met de behoeften der bevol
king en, vervolgens, met die van
den veestapel.
Dé tarwe werd, bij besluit van
23 September 1939, voorbehouden
voor de menschenvoeding. Een
nieuw besluit zal binnenkort ook
het gebruik van de rogge tot an
dere doeleinden dan de menschen
voeding verbieden.
Het voortbrengen van bier, alko-
hol, deegwaren, enz. zal vermin
derd worden .teneinde te verhin
deren dat hiervoor graangewassen
of veevoeders gebruikt zouden wor
den welke onontbeerlijk zijn voor
andere doeleinden.
WAT NIET TE VERMIJDEN ZAL
ZIJN INKRIMPING VAN DEN
VEESTAPEL.
Wat niet te vermijden zal zijn is
het snel afnemen van het aantal
stuks pluimvee dat thans voeder
krijgt dat men het dan niet meer
zal kunnen geven.
Om deze redenen zal ook het
aantal varkens verminderd dienen
te worden en beperkt volgens de
voedingsmogelijkheden.
Dit geldt eveneens voor den rund
veestapel, naarmate het uitputten
der voorraden ruw-voeder, waarvan
de belangrijkheid toeneemt bij het
schaarscher worden van de kracht
voeders.
Om deze uitputting zoo lang mo
gelijk te verdagen, moet het benut
tigen van stroo als strooisel tot het
strikt noodzakelijke beperkt wor
den.
Hiervoor is het van belang de
propaganda voor het inrichten der
veestallen met korte ligplaats wel
ke veel minder strooi vergt, krach
tig door te voeren.
De propaganda voor het inkui
len heeft hetzelfde doel.
Ten einde den mestveestapel te
verminderen zal eerlang een be
sluit genomen worden waarbij het
kweeken verboden zal worden van
mannelijke kalveren wier behoud
voor de toekomst geen belang
heeft.
DE ZUIVELPRODUKTEN,
GROENTEN EN EIEREN.
Gezien daarentegen het overwe
gend belang van de bevoorrading
inzake vetstoffen, voornamelijk bo
ter, werd bij besluit van 6 Juni j.l.
het slachten van melkkoeien en
vaarzen verboden. De melk zal in
beginsel worden voorbehouden voor
het vervaardigen van boter.
In verband hiermede dient het
vervaardigen van gekondenseerde
melk en van melkpoeder volstrekt
verboden te worden.
In beginsel zal de volle melk
slechts mogen gegeven worden aan
personen die ze volstrekt noodig
hebben, terwijl de volwassenen
slechts afgeroomde melk zullen
mogen gebruiken.
De nu nog voorhanden zijnde
voedseloverschotten moeten zoo
lang mogelijk bewaard worden om
te kunnen voorzien in de noodwen
digheden der eerstvolgende maan
den, tijdens dewelke de beschik
bare hoeveelheden minder groot
zullen zijn.
De niet onmiddellijk in verbruik
te brengen boter- en vleeschvoor-
raden moeten gestockeerd worden.
Ook dienen de eieren, ooft en
groenten ingelegd te worden, zoo
wel in de nijverheid als in het
huishouden.
De fabrikatie van margarine zal
verboden of ten minste toch mer
kelijk verminderd worden gedu
rende de eerstkomende weken,
teneinde de grondstoffen te bewa
ren voor het fabriceeren van mar
garine bij het aanbreken van het
tijdperk der daling van de boter -
produktie.
DE LANDBOUWER MOET OP DE
AANPASSING WORDEN VOOR
BEREID.
Verscheidene van de hierboven
genoemde maatregelen liggen ter
studie. Hun vorm zal echter be
paald worden door de gebeurtenis
sen. De landbouwer moet op de
aanpassing worden voorbereid. In
de huidige moeilijke omstandighe
den heeft hij een zeer belangrijke
taak. Bovendien moet hem, een
minimum van bestaansmogelijk
heid verzekerd worden.
Rekening houdend met de stren
ge beperkingen welke, naar te vree
zen valt, alle burgers zullen tref
fen, zal ook de landbouwer ver
scheidene beperkende maatregelen
moeten aanvaarden.
De H. Van Orshoven meent ech
ter dat de landbouwer ze bereid
willig zal ondergaan daar ze ten
slotte streven naar het verzachten
van de ontberingen welke de ge
meenschap bedreigen.
Zie vervolg hiernevens.
(Zie vervolg 2' blad.)
H. K. Verwilghen benoemd
tot Algemeen Commissaris
van den Heropbouw.
Met genoegen vernamen we dat
Heer Verwilghen K., Secretaris-
Generaal van het Ministerie van
Arbeid en Sociale Voorzorg, komt
benoemd te worden tot Algemeen
Commissaris van den Heropbouw
in ons Land.
Heer K. Verwilghen is geen on
bekende in de streek.
Oud-Strijder 1914-1918, werd hij
met einde van den oorlog belast
met den heropbouio van West-
Vlaanderen, streek die hij wel kent
en waar hij geboren is.
Hij verbleef toen te leper en vol
bracht er zijn moeilijke taak met
alle plichtbesef, tot hij in 1930 be
noemd werd tot Kabinetsoverste
aan het Ministerie van Nijverheid
en Arbeid.
Heer Verwilghen is een noeste
werker en we mogen de geteister-
den om deze benoeming geluk wen-
schen: in zijne handen zullen hun
ne belangen ten beste verdedigd
worden.
Het Algmeen Nieuws schrijft
als volgt over deze benoeming
GROOTE WERKEN ZULLEN
WORDEN UITGEVOERD
IN DE GROOTE STEDEN
Ook in Belgie zal thans, zooals
in Duitschland en Nederland, ijve
rig aan den wederopbouw worden
gewerkt.
Onder leiding van de Militaire
Administratie wordt alles in net
werk gesteld om aan de Belgische
GEEN STUK LAND
MAG ONBENUTTIGD BLIJVEN.
Vele landbouwers die ten gevolge
van de krijgsverrichtingen hun be
drijf moesten verlaten waren ge
noodzaakt een gedeelte van hun
vee achter te laten. Wanneer ze
niet onmiddellijk konden terug-
keeren, werden maatregelen geno
men door de buren of door de ge
meentebesturen, teneinde het vee
voorloopig te verzorgen.
Door het departement van Land
bouw werd thans aan de burge
meesters gevraagd, maatregelen te
willen treffen om de exploitatie van
thans verlaten landbouwbedrijven
voorloopig te helpen verzekeren,
met medewerking van de bestaan
de landbouwkommissies en ver-
eenigingen.
In de huidige omstandigheden
mag nl. geen enkel stuk land on-
benuttigd blijven.
De in gewone tijden niet geëx
ploiteerde weiden of die welke het
wegens de omstandigheden zouden
kunnen zijn, dienen doeltreffend
benuttigd door het laten beweiden
of afmaaien, met het oog op het
hooien of het inkuilen.
bevolking een ruime arbeidsmarkt
te verzekeren.
Het ligt geenszins in de bedoe
ling dezer administratie de leiding
van dit ondernemen zelf in han
den te houden. Ware dit wel het
geval dan zou de organisatie reeds
veel verder voortgeschreden zijn
geweest, maar juist de wensch de
geheele leiding van dezen dienst
aan een bekwaam Belgisch per
soon toevertrouwd te zien, was bij
afwezigheid der regeering oorzaak
van groote vertraging. In tegen
stelling met Nederland, waar de
regeering reeds omstreeks 20 Mei
in Dr Ing. Ringers van het Minis
terie van Waterstraat, den bekwa
men leider voor een dergelijken
dienst aanwees, gingen hier kost
bare weken verloren. Eindelijk
werd Vrijdag avond de benoeming
van den H. Ch. Verwilghen, Secre
taris-Generaal van het Ministerie
van Arbeid en Sociale Voorzorg, tot
Belgisch Commissaris voor den We
deropbouw aan de Duitsche Over
heid bekend gemaakt.
De H. Verwilghen is reeds door
de verschillende Ministeries van de
noodige totale volmachten voor
zien, zoodat hij met geen enkel Mi
nisterie rekening heeft te houden,
en terwijl hij persoonlijk verant
woordelijk is, onbelemmerd hande
len kan.
Inmiddels heeft echter de Mili
taire Administratie niet genist. Ze
liet aan de besturen der groote
steden weten dat zij voorstellen
verwacht tot het uitvoeren van
groote werken, zoowel op het ge
bied van den wederopbouw als tot
algemeene verbetering der steden,
zoodat het economisch leven zoo
spoedig mogelijk zal hernemen en
velen werk zullen kunnen vinden.
Antwerpen, onder leiding van
zijn waarnemend Burgemeester,
den H. Delwaide, belastte Prof.
Boulanger,, uit Gent, met het or-
ganiseeren dezer stadsbelangen.
Reeds 24 plannen zijn in overwe
ging genomen, o. a. de herbouwing
en moderniseeren der slachthui
zen, het herstel van de tunnel. Ook
bestaat er een plan om de vesting
werken te sloopen en de stad met
een ring van parken te omgeven.
Reeds konden 12.000 arbeiders voor
deze werken worden aangeworven.
Ook Luik deed reeds een aantal
voorstellen, zoowel tot wederop
bouw als tot verbetering van het
verkeer, van straten, kanalen, hui
zen, ziekenhuisbouw, enz.; terwijl
van het stadsbestuur van Brussel
heden morgen verschillende voor
stellen binnen kwamen.
Hoe worden nu deze werken uit
gevoerd?
De geheele uitvoering dezer wer
ken blijft in Belgische handen en
wordt aan de vrije markt toege
wezen, zoodat Belgische onderne
mers de uitvoering zullen kunnen
aannemen en het werkvolk op de
gewone voorwaarden tegen de ge
bruikelijke loonen bij deze onder
nemers in dienst zal kunnen tre
den.
Daarnaast komt de wederopbouw
der industrie te staan. De herstel
ling van het verkeer, zoo belang
rijk voor het weer in bedrijfstellen
van haast alle ondernemingen, was
natuurlijk een nationaal vraagstuk
van nationalen aard en moest
wachten, tot de Regeerings-Com-
missaris benoemd was. Deze kan
nu dit vraagstuk onmiddellijk aan
grijpen.
Gelijktijdig worden echter reeds
zoowel de groote als de kleine in-
dustriën en ook de landbouw en
veeteelt geordend. Zij zullen in
staat worden gesteld hun bedrijf
te hervatten onder de gunstigste
economische voorwaarden, terwijl
hen tegelijkertijd aanwijzingen
worden gegeven welke hen in staat
zullen stellen zooveel mogelijk
werkkrachten op te nemen..