Ons KINDERHOEKJE
KOENTGES
De Verioren Ring
Officieel® Berichten
en Besluiten
Hatrëen si
van Ooriogstalg
LANDBOUWKRONIJK
VOOR ONZE KLEUTERS
MEJ. domicent
GEDACHTEN
DE MANDENMAKER
Ons Wekelijksch Raadsel
'mm
HET WELBEKEND HUIS
van BRUGGE
Beleefdheid en voorkomendheid zijn
een kapitaal, dat men goedkoop kan ver
krijgen en dikwijls den meesten intrest
oplevert.
Waarschijnlijk zal hij die nooit een
fout maakte ook nimmer een ontdekken.
Al te veel aandacht schenken aan een
mogelijk gevaar is wel eens oorzaak dat
men er niet aan ontkomt.
HET MANNEKE
UIT 0
Vrienden Lezers, I 'ssen,
'k Stuur TJ weer m'n 'ten groet
Tc Wensch dat g"allen goed gezond nog
Flink en vroolijk leven doet.
Oeeft de lucht maar regen weer.
Geeft de zon geen warmte weer,
Och kom, ontimisten mogen
't Aan hun hart niet laten komen.
WIE GEEFT VAN T GEEN HIJ
HEEFT, is waard dat hij leeft; zegt een
Vlaamsch spreekwoord.
De nood
Is groot
In menig huisgezin.
Treedt hij
Geeft blij
Een deel van uw gewin.
Aan den arme geeeven Is aan God ge
leend, staat er geschreven.
ER STAAT OOK GESCHREVEN en
gedrukt dat het verboden is eetwaren
achter te houden om ze dan met groote
winsten te verkoooen. Onder den vorigen
oorlog werden de menschen die dat deden
accaoareurs geheeten.
Een goed Vlaamsch woord daarvoor
is bloedzuigerszegt Knulleken, die
vandaag met 'n gezicht loopt, precies of
dat hii 'n pint aziin heeft gedronken...
Als ik hem zeg dat hij zoo zuur kijkt,
krijg ik te hooren waar dat het paard
gebonden ligt:
Is het niet triestig als
Men durft op deze dagen
Nog meer dan zestig frank
Per kilo boter vragen?
VRAGEN RIJMT MET WAGEN «1
verleden week hebben ze te Brussel een
wagen tegengehouden, waarop dat er
honderd zestig duizend eieren lagen. Die
eieren waren bestemd om aan woeker
prijzen te worden verkocht. Dan zijn de
menschen verwonderd dat er bijna geen
el te vinden is.
TE VINDEN IS ER GELUKKIG weer
versche visch... Maar die versche visch
kost nener duur en als ge visch gereed
maakt dan moet, er toch wat botersaus
hit ziin... Daar is zelfs een spreekwoord
dat 'eat: Visch m^et driemaal zwemro°n:
eerst in 't water, dan in de boter en dan
in den wijn...
Maar dat was in den eoeden tijd
Toen 't leven te allenkant
Een leven zonder zoreren was
In een Luilekkerland.
Maar eenmaal k^mt de tüd weerom
Als de oorlog is cedaen
7s ook de nieuwe orde daar
Dan zal 't wel beter gaan.
En wijl we 't nu toch hebben over
visch, vertel ik U 'n kleine historie waar
van miin heernonkel, de paster zaliger,
de hoofdheld was; zegt Knulleken.
Wel, Knulleken. we luisteren.
Hewel, zegt Knulleken, mijn heer
nonkel de paster, dat was ne paster van
den ouden stempel: hij had 'n snuifdoos
en altijd 'n koppel groots 100de zakdoe
ken bij zich. De brave man ging, om zoo
ts zeggen, nooit op reis, maar nu ge
beurde 't dat hij toch ne keer voor de
zaken van z'n kerk naar de stad moest.
Toen hij z'n zaken had afgehandeld zou
hij ergens gaan eten. Hij ging een spijs
huis binnen en ze wezen hem een plaats
aan, aan de table d'hötes wat zooveel
wil zeggen als: gemeenschappelijke tafel
voor Jan en alleman die komt eten. Mijn
nonkel de paster zaliger ging dus aan
die tafel zitten en bevond zich in 't ge
zelschap van drie lustige klanten
Commis-voyageurs 't Was onder de
schoolwet van '79 en die drie Commis-
voyageurs lieten al subiet hooren dat ze
fel, fel liberaal waren... Daar werd 'n
visch opgediend en ze zouden dien sim-
pelen paster van den buiten ne keer
foppen...
Is 't waar meneer de paster, dat
Christus gezegd heeft, sprekende over de
Kerk: Ik ben het hoofd? vroeg nummer
één van die mannen.
Ja 't, zei m'n nonkel de paster.
Hewel, sprak toen nummer één weer,
dan neem ik den kop van den visch...
Toen vroeg nummer twee, die tusschen
de anderen zat en er uitzag als 'n dik
gebuikte rentenier:
Is 't v/aar dat Christus gezeid heeft:
Waar er twee of meer vergaderd zijn in
mijnen naam, zal ik in hun midden zijn?
Ja 't, zei m'n nonkel de paster.
Hewel, sprak toen nummer twee
wéér: Dan neem ik het middenste van
den visch.
Toen vroeg nummer drie:
Is 't waar, meneer de paster, dat
Christus gezegd heeft: Ik zal met u zijn
tot aan 't einde der tijden?
Ja 't, zei mn nonkel de paster.
Hewel, sprak toen nummer drie
weêr: Dan neem ik het uiteinde van den
visch en hij scheerde het staartstuk op
zijn teljoor.
En plezier dat ze hadden en lachen dat
ze deden omdat er dien armen m'n non
kel de paster niemendalle overbleef.
Maar al was die m'n nonkel de paster
ook maar 'n paster van 'n boerenparo-
chie, was hij niettemin ne fijne kadee.
Al meteen stond hij recht en zei, precies
of dat hij op zijnen preekstoel stond:
Christus heeft het Doopsel ingesteld
Meteen pakte m'n nonkel de paster de
sauskom vast en zwierde den inhoud over
de kostumekens van de drie fratsenma
kers, terwijl hij uitriep: Ik doop u, in
naam des... enz. En 't was gedaan
met eten.
BOTERVAT EN SPINNEWIEL dat wa
ren twee dingen die in den goeden, ouden
tijd, in elk pachthof te vinden waren.
In den goeden ouden tijd, toen 'n kope
ren cent z'n waarde had en men zes of
zeven frank betaalde voor honderd kilo
patatten. Patatten!
Welk woord rolt nu uit Ieders mond,
Een woord zoo rijk aan schatten?
Wel! moet het hier in 't luid verkond,
Het is het woord: PATATTEN!
IN DE PATATTEN LIGGEN, ls 'n I
Vlaamsche spreuk, zegt Knulleken. Met-
een trekt hij zijn portefeuille open en
ziet dat er niemendalle Insteekt.
En de sukkelaar zucht
Met een droevig gezicht
Dat hij weer ne keer
In de patatten ligt.
T LIGT NIET IN MIJN BEDOELING,
alderliefste Lezeressen, hier zedepreeken
te houden...
Dat kan ik gelooven, zegt Knulleken.
want de alderliefste Lezeressen zouden
dan aan 't spreekwoord moeten denken:
Als de vos de passie preekt, boerkens
wacht uw ganzen...
Alderliefste Lezeressen, we zullen
Knulleken maar laten klappen. De kerel
weet niet eens, dat ik hier het woord
richt tct:
De alderliefste Lezeressen
Dik of dun en groot of klein
Die een halve eeuw geleden
Vliegt de tijd? geboren zijn!
Hewel. alderliefste Lezeressen van rond
de vijftig. Als ge moeder zijt. hebt ge mis
schien al dikwijls gepeisd: Wat ga Ik van
m'n jongens maken? Moet ik ze naar de
hoogeschool zenden? Moeten ze notaris
worden, of advokaat, of professer of dok-
toor?... Als ge er doktoors van wilt ma
ken. luistert, dan naar dezen raad: Ka-
mieleken, de zeune van mijnen koziin
Fransooi, ging ook naar de universiteit.
En hii zei tot ziin vader:
Iemand die specialist ls verdient
meer geld dan nen simpelen dokteur. Zeg
me nu ne keer poeDa, zou ik nu specia
list worden voor de ooren of specialist
voor de tanden?
Jongen, antwoordde mijnen kozijn
Fransooi, die precies niet van de domstén
is: ge moet natuurliik specialist worden
voor de tanden, want ten den heeft ieder
mensch er twee en dertig en ooren
slechts twee.
TWEE NAMEN DAT IS HET MINSTE
waarmee 'n mensch door de wereld kan
gaan. Zoo staat Knulleken in de registers
ingeschreven als beetende: Julius Knul.
Op den buiten ls 't dikwijls de gewoonte
dat de menschen steeds onder 'n biinaam
worden genoemd. Zoo herinner ik mij
nog goed, dat toen ik te Kukkelooregem
aan de Zwarte Beek als schoolmeester
kwam aangeland, dat Stientje van Kareis
ln 't kinderbed was gekomen en dat er
'n dochterken was geboren. Dat dochter
ken kreeg den naam van Netteken. Net
teken groeide op in deugd en wijsheid en
als Netteken zoo in de fleur was, zou nie
mand gezegd hebben: Netteken Taps,
naar de naam van heur vader, maar dan
was 't steeds: Netteken van Stientje van
Ko reis. Netteken trouwde. Netteken kocht
ook 'n docMerken dat Martha werd ge-
kerst. Martha heur vader heette: Dol
fijn. Maar nu zou niemand gezegd heb
ben: Mprtha Dolfijn, maar wel: Martha
van Netteken van St.ientie van Kareis...
Martha is 'n bellefleur geworden: ze heeft
geoasseerd jaar r,p beur beurt 't zevende
sacramentie omhelsd... En gepasseerde
we°k is er 'n kindeken geboren, 't Heet
-Tefken. Fn .Tefken's vader heet Van Mol.
Maar ln 't, riorn zullen de menschen niet
zee-eenJefken Van Mei. *Teen. .Tefken
zal heeten: Jefken van Martha van Net
teken van Stientje van Kareis...
G» moet niet wegen wat, d"t. binnen
honderd iaar zal ziin en wie niet eenoee
asem heeft. do°t dan maar beter dat hij
z'n mond houdt.
MIELEKEN HOUDT V^N REIZEN.
Lest kwam hii in een schoon doro, waar
dat er oude kasteelen staan van barons
en graven. Mieleken zag een boerken aan
z'n deur zitten en vroeg:
Ziin er hier in dit dorp ook groote
mann°n aeboren?
Voor zoovw ik weet niet. men ere.
zet t. boerken. Hier worden alleen kleine
kinderen eeboren.
En Mieleken stapte verder.
VERDER I EEST GE DE ROMAN-
EKSRFES of de ekspres-roman van
Knulleken. One f let en niet gelachen,
want 't is potdorie een zeer triestige his
torie
EEN HUWELIJKSREIS
of
HOOG EN DROOG
EN VER VAN HUN GELUK
Onuitgegeven roman, door Knulleken.
Mengelwerk v. 20 Oktober 1940. Nr 14.
ROMAN van H. COURTHS-MAHLER.
Guntrr Wameck, zoon van ern rijken industrieel,
was tegen zijn vaders goesting getrouwd met een
sluwe, maar heel mooie cn vriendelijke tooncelspecl-
stcr, Lori Leixner. Zijn vader had hem graag zien
huwen met Kate, een Jlink meisje, dat hij in huis
had opgenomen. Maar zelfs een onterving van zijn
zoon nad hem daarin niet geholpen. Hij had zijn
testament opgemaakt en ga] al zijn goed aan Katc.
Gunier en Lori waren op huwelijksreis in Zwitser
land
Op zekeren avond merkte hij, dat ze
coquetteerde met een jongen Amerikaan,
mr. Hamton, die den vorigen dag was
aangekomen. Hij zag, dat ze hem oogjes
gaf en verleidelijk tegen hem lachte.
De aderen op zijn voorhoofd zwollen.
Hij stond met een ruk op en zei tamelijk
scherp:
Verwissel als je blieft met mij van
plaats. Lori, die mr. Hamton is een vle
gel. Hij fixeert je voortdurend en denkt
misschien dat Je lachen voor hem be
stemd is.
Lori schrok een beetje, doch lachte
toen luchtig.
Maar schat, je bent toch niet ja-
loersch?
Ze ruilde echter met hem van plaats,
doch niet zonder tersluiks een veelzeg
gend an blik naar de tafel vau mr. Ham
ton te werpen.
Neen, Lori, ik ben niet jaloersch.
Als ik dat moest zijn, zou het den dood
van mijn liefde beteekenen. Maar je bent
nu mevTOUw Wameck en moet vergeten,
dat je Lori Leixner bent geweest, die zich
dergelijke onhebbelijkheden moest laten
welgevallen.
Ze trok een lipje.
Poeh. schat, wat iet Je een boos ge
licht. Die mijnheer Hamton is me totaal
HOOFDSTUK I.
Mariekcn diende bij een beenhouwer,
vleeschhouwer of slachter. In de buurt
was er 'n garage en daar werkte Pietje
Pom. In de buurt was er ook 'n bakkerij
en daar werkte Fonske Vlam. Pietje zag
Marieken en Fonske zag Marieken.
Punt.
HOOFDSTUK H.
Pietje was 'n kloeke beer... struisch en
groot. En Marieken zag Pietje geerne.
Want Pietje, al struisch en groot te zijn,
was 'n knappe kadee. Fonske was eerder
klein en fijn... Zoo 'n poppsventje. Maar,
Marieke was in 't geheel niet kwaad als
Fonske ne keer met haar klapte, 't Was
altijd zoo beleefd, zoo gemanierd, zoo
voorkomend, zoo zacht... En 's nachts
droomde Marieken zoowel van Fonske als
van Pietje. Punt.
HOOFDSTUK III.
Pietje had 'n groot gebrek: 'n volle
pint kon hij niet vol zien en 'n lege pint
niet leeg. Dus gebeurde 't dat Pietje door
loopend dronken was en op slot van re
kening door z'n baas werd weggezonden.
Met 'n dronkelap trouw ik niet, zei Ma
rieken en Pietie mocht het afstappen.
Pietje riposteerde: 't is omdat ge dat bak
kerken liever ziet; ik heb het allang ge
merkt. Punt.
HOOFDSTUK IV.
Pietje is verdwenen. Niemand weet waar
hij zit; waar hij werkt, als hij werkt...
Fonske ondervindt de waarheid van de
spreuk: de aanhouder wint. Hij heeft 'n
jaar of drie met Marieken gevrijd. Nu
gaan ze trouwen. Punt.
HOOFDSTUK V.
Ze zijn getrouwd. Ze gaan op speelreis.
Op speelreis lijk de gewone mensch van
den buiten dat in dien tijd deed. 's Mor
gens weg en 's avonds terug, 'n Reisken
naar Brussel. Punt.
HOOFDSTUK VI.
In 'n voorstad van Brussel is 't kermis.
Ze zitten op oen molen... ze zitten in die
kleine automobielekens... ze eten smoute-
bollen en wafels... Nog 'n hall uur en dan
is 't tijd om den tram te pakken, 't Leste
trammeken... a vapeur. Ze zien op de foor
n.
Hij volgde en wegeltje dat door het
bosch kronkelde. Langs weerszijden rezen
hooge. donkere boomstammen op uit een
wildernis van groote braamstruiken.
Manten dacht aan geen gevaar of aan
geen kwaad.
Ik zal wel ergens uitkomen, zegde hij.
En kom ik er niet uit vóór deft nacht,
dan maak ik hier maar mijn bed onder
de boom en
Doch dat wegeltje kronkelde en bleef
maar kronkelen en de mandenmaker na
derde stilaan het hartje van het woud.
Reeds hing de dusternis inktzwart vóór
zijn oogen en kon hij de boomen niet
meer zien. Toch zocht hij met den gaan-
stok nog zijn weg tusschen de stammen.
Is dat dan een bosch zonder einde,
mompeld ehij. 'k Zou er toch best uit
zijn om ergens een huisje op te zoeken
Hij had het nog maar pas gezegd of de
grond onder zijn voeten zakte weg en hij
viel in een put van één meter diepte.
Manten schreeuwde verschrikt en grab
belde en scharrelde om wederom op het
pad te geraken. Hij had zich erg bezeerd
aan de voeten en hij moest een heelen
tijd blijven zitten en de grootste pijn la
ten voorbijgaan. Daarna wilde hij nog
wat verder. Hii tastte met den stok naar
andere bedrieglijke putten, die vóór zijn
voeten konden ïiggen.
Was ik maar terug onder den vrijen
hemelzuchtte de ongelukkige man.
Maar hij geraakte meer en meer ver
dwaald in dat vervloekt bosch.
't Is daar nu zoo zwart als in de hel.
Hii loopt niet meer op een harden wegel,
maar op een glibberigen bodem. Manten
peinst dat het toch maar best zal zijn
hier te vernachten. Hij tast met de han
den naar een boom. Daar voelt hij groote
bladeren aan lage takken hangen. Zij
dragen naaldscherpe stekels en prikken
piinlijk-diep in zijn handen. «Ai! roept
Manten ne hij trekt zich rap terug. Hij
stoet lichtjes tegen den tak en plots
slaat een slappe twijg rond zijn arm en
kronkelt er zich stevig vast. Een verlam
mende schrik bekruipt den man en hij
gelooft dat de kwade hand van den dui
vel hier in 't bosch in. Hij trekt en
wringt om uit dien houten ring te ge
raken. Het helpt niet. De tak begint meer
en meer rond ziin vleesch te spannen en
sluit reeds het bloed af.
Help mii, o lieve Heer bidt de onge
lukkige. Hij kan nog zijn mes grijpen
en begint dan in hpt hout te kerven. Ein
delijk ls de twijg doorgesneden en komt
stilaan los. Manten is blij en hij denkt:
'k zsl nu wel voorzichtiger zijn. Hij wil
op zij gaan, maar zie, daar heeft een an
dere twijg zijn arm beet en wringt er
zich rond als een slang. In wilde angst
begint de man opnieuw te snijden en te
kerven. Hij geraakt vrij en kan gelukkig
van onder dien verraderlijken boom weg
vluchten.
Nu voelt hii opeens nevens zich reus
achtige grashalmen. Ze snijden als mes
sen en reeds heeft hii vreeselijke wonden
in zijn handen, van er maar even tegen
te wriiven. Ook van die plaats moet hij
weg. De arme Manten weet niet meer
naar welken kant hii gaan moet. Hij is
hier in een verschrikkelijke donkere hel
terecht gekomen en hoe zal hij er nog
ooit uit geraken.
Plots vallen smalle bladjes naar bene
den. die in zijn kleederen blijven steken
en met fijne punten in zijn vleesch bran
den. Hij vlucht weg. Lange slingerplan
ten wikkelen zich rond zijn voeten en
doen hem neervallen.
Manten zucht en bidt. Wederom ls hij
los en kruipt over den grond. Maar daar
zijn nijdige doornen die hem aanvallen.
En opeens, zonder dat hij het zelf be
grijpen kan, is het gedaan en staat hij
op een plaats waar een zachte rust hangt.
Het is daar zoo goed, het is daar zoo stil
'n nieuwigheid: Het Luchtwiel. Een wiel
zoo hoog als de kerktoren van hun dorp.
Aan dat wiel hangen bakskens. Plaats
voor twee personen. Marieken wil zoo
eens de lucht in. Ze gaan in 'n baksken
zitten, 't Wiel begint te draaien... Ze rij
zen hooger en hooger, maar opeens, juist
als ze op 't hoogste punt hangen: dertig
en meer meter boven den grond: een
schok. Punt.
HOOFDSTUK VII.
't Wiel hangt onbeweeglijk. Daar is be
neden, in de machinekamer, iets gebeurd,
't Wiel wit niet vooruit, 't wiel wil niet
achteruit... 't Wiel verroert zoo min als
de toren van de Onze Lieve Vrouwe-
kerk... Punt.
HOOFDSTUK VII.
Marieken roept en schreeuwt dat ze
naar 't trammeken moet. Fonske tiert en
sakkert, dat de fanfare van 't dorp, aan
den tram zal staan, om hen af te halen,
want hij is de piston-solo van de fan
fare. Beneden staan er honderd, dan
twee, drie, vierhonderd en straks duizend
menschen te gapen! En weldra te lachen
dat ze schokken en van alle gekheid te
roepen, nu ze weten dat het koppel dat
daar boven gevangen zit, op huwelijks
reis is. Punt.
HOOFDSTUK IX.
Eerst den volgenden morgen kwam er
weer beweging in 't wiel. Maar toen was
een van de knechten verdwenen. Die
knecht was ge hebt het misschien ge
raden niemand anders dan Pietje Pom,
die het wiel had stilgelegd en kapot ge
werkt, zoodat de eerste huwelijksnacht
van Marieken en Fonske voorbijging in
'n baksken, hoog in de lucht. Punt.
Alderliefste Lezeressen
Luistert naar mijn raad, heel wijs,
In zoo 'n wiel gaat nimmer zitten
Als ge zijt op huwlijksreis.
't Manneken uit de Maan.
(Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden).
en de vermoeide mandenmaker valt daar
neer en. slaapt op een heerlijk bed van
mos. Ct Vervolgt).
m
nm
a
DE SNOEPER
Ferdinandje,
Suikertandje,
Waar gaat ge nog eens heen?
Daar op 't hoekske
Om een koekske,
Bij Sofietje Zoetebeen.
Zoetebaardje,
Suikertaartje,
Waar komt dat geld vandaan?
't Is een overschotje
Uit mijn potje
En 'k weet niet wat er mee gedr—r.
Altijd loopen
Om te koopen,
Naar 't hoekske bij Sofie.
Alle uurtjes
Zoetjes, zuurtjes.
Koekjes, latjes, die ik zie.
Voor uw tandje,
Ferdinandje,
Is 't slecht en ongezond.
En uw buikske.
Suikerkruikske
'k Zag liever vruchten ln uw mond.
VRIJDAG 1 NOVEMBER
TELLING DER VAARTUIGEN
Zij die in zulk geval verkeeren, dienen
een inventaris van de verloren voorwer
pen op te maken, met een verklaring
erbij hoe en waar ze deze verloren. Dit
alles moet worden opgeschreven op twee
exemplaren, samen met hun volledigen
burgerlijken stand. Het eerste ls bestemd
voor het Ministerie van FInancisn,
Dienst voor Oorlogsschade, Zegestr., 43b,
te Brussel, terwijl het tweede voorgelegd
Op Vrijdag 1 November 1940 zal er
overgegaan worden tot het tellen der
vaartuigen op de waterwegen van het
land.
Gansch dien dag ls de scheepvaart
verboden. De schippers zijn gehouden:
zich te voegen naar de voorschriften van
de met de telling belaste agenten en aan dient te worden op het gemeentehuis.
1 dezen alle gemak te verleenen om aan
boord te komen; aan boord te hebben en
de tellers vóór te leggen: 1) een stuk
waaruit blijkt wie eigenaar van het
schip ls, met opgave van zijn woonplaats
en zijn nationaliteit; 2) het proces-ver
baal der tonnemaat.
OPLOSSING VAN
EEN TEEN -
'T VORIG RAADSEL
- STEEN
Ik woon niet verre van uw mond,
En met een kop sta lk op 't vuur;
En nog een kop 'k ben ongezond,
En 'k hang daar liefst in 't morgenuur.
gBHBBESHEBBIHSHKBIBBÏBaaSIBIB
Kind door granaat gedood
te Eekloo.
Twee kinderen van foorreizigers die
hun kamp even te Eekloo hadden opge
slagen, namelijk de 14-jarige Louis La-
fertin en de 9-jarige Leimberger Edward,
hadden een granaat gevonden. Niettegen
staande de vermaningen van een der
foorreizigers gingen de jongens de gra
naat halen. Wijl een der kleinen de gra
naat in de handen hield ontplofte deze
met het gevolg dat Louis Lafentin de
volle lading in de borstkas kreeg en en
kele uren radien overleed. De kleine
Leimberger liep lichte verwondingen op.
Knaapje ernstig verbrand te Kales.
Een jongentje van 13 jaar, Alfred
Adriaens, was te Kales op de forten gaan
spelen waar hij kanonpoeder had gevon
den. De jongen beging de onvoorzichtig
heid dit goedje in de hand te nemen tot
het plots vuur vatte en de knaap zwaar
verbrand .werd aan het aangezicht.
Knaapje gedood te Kaggevinne.
Twee knaapjes, de 5-jarige Saevels Fr.
en de 7-jarige Vervoort Gilbert, van
Kaggevinne, hadden aldaar een stuk ijzer
gevonden waarmede zij aan het spelen
gingen. Op zeker oogenblik werd het tuig
tegen een huisgevel geworpen met het
gevolg dat het ontplofte.
De kleine Saevels bekwam verwondin
gen aan buik en hoofd en werd een vin
gertje afgerukt. Enkele stonden nadien
gaf het den geest. De kleine Vervoort
liep een diepe buikwonde op moest naar
een kliniek worden gevoerd.
Een paar dagen n* het ongeluk gaf
ook de tweede knaap den geest.
Man gewond bij het verbranden
van afval te Ninove.
Na zijn dagtaak had te Ninove zekere
Timmermans, voddenkoopman, afval van
oude autobanden samengebracht en deze
in brand gestoken. Wij de man het vuur
aan het aanwakkeren was deed zich een
ontploffing voor, die zich vijfmaal her
haalde. Door scherven werd de ongeluk
kige gewond aan de knie. Door een ge
neesheer werden nadien twee stukken
in koper uit de wonden verwijderd. Een
klein oorlogstuig moet zich tusschen af
val hebben bevonden en ontplofte door
het vuur.
Duur bekochte nieuwsgierigheid
te Wakken.
De genaamde M. Verstaan, uit Wak
ken, had ook een soort granaat gevon
den, die tot springen moest gebracht wor-
Zie vervolg hiernevens
RIJVERBCD VOOR SOMMIGE
PERSONENAUTO'S
Bij besluit van 7 Oktober:
Artikel 1. Wordt verboden het ver
keer:
a) Van personenauto's gedreven door
een motor van 19 paardekracht en meer:
b) Van automobielen, sporttype, met
twee plaatsen, gedreven door een motor
van 14 paardenkracht en meer.
Art. 2. Vallen niet onder toepassing
van deze bepalingen, de autobussen en
autocars dienende tot gezamenlijk ver
voer.
Art. 3. De machtigingen tot verkeer
die thans gebruikt worden voor de voer
tuigen vermeld onder aritkel 1, moeten
vóór 20 Oktober 1940, aan de overheid
die ze heeft afgeleverd, overhandigd
worden.
PARTICULIEREN DIE ZELF
GEEN GRAANPRODUCENTEN
ZIJN KRIJGEN GEEN MACH
TIGING TOT HET MALEN VAN
BROODGRAAN
Het Ministerie van Landbouw en Voed
selvoorziening deelt mede:
Sommige particulieren hebben gemeend
slim te zijn, in zekere gevallen vrij aan
zienlijke hoeveelheden tarwe of andere
broodgranen op te koopen, met het doel
de reglementeering te omzeilen. Zij gaan
er prat op dit graan zonder hinder te
laten malen, al moesten zij daartoe zelfs
afstand doen van hun rantsoenzegels,
om aldus aan hun handelwijze een schijn
van wettelijkheid te geven. Wij hebben
gevraagd of deze lieden dat mochten
doen, indien zij een machtiging tot ma
len hebben verkregen?
Ons werd ontkennend geantwoord.
Zelfs indien de rantsoenzegels over
eenstemmen met de quantiteit van 400 gr.
graan?
Het antwoord lijdt geen twijfel:
Overeenkomstig de thans van kracht
zijnde besluiten, mogen de gemeente
besturen geen machtiging tot malen af
leveren aan particulieren die graan
bezitten, maar zelf geen graanproducen
ten zijn
VERLOREN REISGOED VAN
MILITAIREN
Tijdens de oorlogsdagen hebben vele
militairen hun persoonlijke bagage, zoo
als reiskoöers, enz. verloren.
436.440 SIGARETTEN
IN BESLAG GENOMEN TE LUIK
De brigade tct bestrijding van den
woekerhandel heeft in verschillende win
kels van de stad Luik beslag gelegd op
436.440 sigaretten Guards Parade
daar de tabak waaruit deze vervaardigd
waren, bedorven en voor het verbruik
ongeschikt was bevonden.
E3BQBBSBHBBBSBGBB8EBBBGaaBSSI
den door middel van electriciteit. Hij zou
zulks eens probecren en legde een ver
binding er naartoe met stroom van een
acu. Plots ontplofte het gevaarlijk tuig
en hij werd tamelijk erg gekwetst in het
aangezicht en aan de handen. Naderhand
bleek de inhoud dynamiet te zijn.
Mijn ontploft te Rijsel.
Werkman op ijselijke wijze gedood.
De H. Jéröme Dumérie, 40 jaar oud
en landbouwer te St-Jans-Cappel, hield
zich van tijd tot tijd bezig, auto-onder-
deelen te vervangen. Plotseling had er
een ontploffing plaats. Zijn vrouw kwam
aangeloopeu en vond het lichaam van
haar echtgenoot, dat op een afschuwe
lijke wijze aan stukken gescheurd was.
Men vermoedt, dat de werkman een mijn
tegen pantserwagens gebruikte om den
wagen te lichten.
Wanneer zullen soortgelijke gevaarlijke
tuigen toch met rust kunnen gelaten wor
den?
onverschillig maar het is toch leuk
om te merken, dat je nog aantrekkelijk
bent. Ben jij niet blij, als ze je vrouw
bewonderen?
Zoolang het op behoorlijke manier
gebeurt, vind ik het ten minst niet on
aangenaam. Maar dat was hier niet het
geval.
Pruilend, maar schalksch keek ze hem
aan:
Booze schat, je begrijpt toch wel,
dat voor een mooie vrouw bewondering
hetzelfde is als de zon voor een bloem.
Ik zou het liefst vergeten, Lori, dat
je vroeger weerloos bloot stond aan der
gelijke bewondering. Je zei toch altijd,
dat die je zoo gemarkteld had.
Nu ja, als je alleen staat is het niet
prettig, maar nu ben jij toch bij me om
me te beschermen.
Zoo is het Lori en daarom heb ik
dien Amerikaan aan zijn verstand ge
bracht, dat hij zijn attenties aan iemand
anders moet bewijzen. Ik hoop, dat hij
het begrijpt, anders zal ik duidelijker
moeten worden. Maar nu we het toch
over dit onderwerp hebben, zou ik je
graag een vraag doen. Acht Jij er een
van je vroegere aanbidders toe in staat,
om je, waarschijnlijk uit ergernis dat je
hem afgewezen hebt, te belasteren?
Ze keek hem onrustig aan.
Wat bedoel je?
Hij keek eerst eens in de zaal rond om
zeker te zijn, dat ze ver genoeg van de
andere tafeltjes verwijderd waren om
niet gehoord te worden.
Was mijn vraag niet duidelijk? Ik
zou graag van je willen weten, of er on
der de mannen, die om je heen draaien,
er een was. dien je ln staat acht om je
te belasteren. Ik heb deze vraag al veel
te lang uitgesteld, maar nu moet ik het
weten.
Ze keek hem ontsteld aan.
Wat wil je toch. Gun ter? 1
Hij streek over zijn voorhoofd.
Neen, het is hier ook niet de plaats
om daarover te spreken. Kom, we zullen
naar onze kamer gaan.
Ze stonden op en verlieten de zaal. Op
hun kamer gekomen leit Lori zich vrij
ontstemd ln een stoel vallen.
Geef me alsjeblieft een sigaret.
Hij stak een sigaret voor haar aan.
Zoo schat, en vertel nu eens wat je
op je hart hebt. Je doet geweldig tragisch
vanavond. Wat mankeert je?
Hij ging bij haar zitten en greep haar
hand.
Ik wilde je de eerste dagen van ons
huwelijk niet zeggen, hoe ernstig de
breuk met mijn vader is geweest. Men
moet je belasterd hebben. Hij was woe
dend, toen hij hoorde, dat je mijn vrouw
was geworden en sprak op een zoodanige
manier over je, dat ik alleen maar kan
aannemen, dat een van je aanbidders te
belasterd he:ft. Ik moet te weten komen,
wie de brutaliteit heeft gehad, kwaad
van je te spreken en dan zal ik hem re
kenschap vragen.
Lori keek onrustig in zijn bleek, ernstig
gezicht. Toen gooide ze nijdig haar siga
ret in een aschbakje en zei ontstemd:
Hé, Je bederft mijn heele stemming
met zulke dingen, Gunter. Afgewezen
aanbidders zijn altijd boos en praten dan
allerlei nonsens, daar moet je niet op let
ten. Ik heb zooveel van die ergernissen
gehad en zou nu wel eindelijk eens rust
willen hebben. Je weet niet, wat ze al
niet van me gekletst hebben uit nijd en
afgunst over mijn terughoudendheid.
Daar moet je je overheen zetten.
Hij schudde het hoofd.
Neen, Lori, daar kan ik me niet over
heen zetten. Ik mag niet toelaten dat er
zoo minachtend over mijn vrouw gespro
ken wordt En het geval is hier nog ern
stiger. Ik moet dien lasteraar vinden en
hem dwingen zijn woorden te herroepen.
Noem me als je blieft namen.
Ze haalde verveeld de schouders op.
Al die mannen zijn me zoo onver
schillig geweest, dat ik me hun namen
nauwelijks meer herinner. Toe Gunter,
je moet toch boven dergelijk wraakzuch
tig gebabbel staan-
gelast zich zooals vroeger met het
Verven Nieuwwasschen Droogkuischen Kuisch,
Verven en hervormen van HeerenhoedenStoppage.
De goederen afgegeven Maandags, worden den Vrijdag terugbezorgd
21, Korte Torhoutstraat 21, IEP ER
Open van 8 tot 12 u. 15 en van 13 u. 39 tot 19 u. Den Zondag gesloten.
Je weet niet, wat er op het spel staat.
Ik moet mijn vader bewijzen, dat je den
naam, dien je nu draagt, waard bent.
Ze richtte zich, nu toch wat nerveus,
op.
Moet ik me tegenover je vader ver
dedigen?
Neen, jij niet, maar ik moet het
doen. Ik heb daar overwegende redenen
voor en ik moet je ronduit zeggen, wat
ik tot nu toe voor je verzwegen heb om
je geen verdriet te doen. Mijn vader heeft
me verstooten en gezworen me te ont
erven, omdat ik een vrouw getrouwd heb,
die volgens mijn meening, den naam
Wameck niet waard is.
Lori had verschrikt opgekeken.
Wil hij je onterven? Kan hij dat
dan doen? Je bent toch zij eenige zoon?
Ja, dat ben ik, maar mijn vader kan
me alleen mijn wettelijk deel geven als
ik hem daar aanleiding toe geef. Hij ziet
die aanleiding in mijn huwelijk met jou,
omdat hij beweert, dat jij me niet waard
bent.
Waarschijnlijk alleen, omdat ik too-
neelspeelster ben geweest.
Neen, daarom niet... maar... omdat...
neen... Ik kan je niet zeggen wat Iemand
mijn vader over je verteld heeft. Ik moet
dien lasteraar dwingen, je ln de oogen
van mijn vader te rehabiliteeren en gron
dig met hem afrekenen. Mijn vader wilde
me den naam van dien man niet noemen
en daarom moet Jij ras helpen dien uit
te vinden.
Intusschen hadden de gedachten in
Lori's hoofd elkaar verdrongen. Ze voelde
zich niets op haar gemak bij dit verhoor,
maar zóó gemakkelijk liet ze zich niet
bang maken. Ze wist, dat ze zich nu al
leen door handig comediespelelen redden
kon. Ze sprong dus op. ging op Gunter's
schoot zitten en sloeg angstig haar ar
men om zijn hals.
Neen, ik zeg je die namen nooit,
zelfs niet al wist lk ze, lk ben veel te bang
voor Je. Je zoudt zoo 'n lasteraar uitda
gen en hij zou je misschien neerschieten.
J4e«n, Gunter. ik sterf liever, dan dat ik
jouw leven in gevaar breng en ze
vlijde zich, alsof ze doodsbang was, tegen
hem aan.
Zacht, doch beslist, maakte hij haar
armen van zijn hals los en keek haar
ernstig aan.
Bedaar, Lori, wind je niet zoo op
zeg me gerust alles wat me op het spoor
van dien man kan brengen. Ik mag hem
niet ongestraft rond laten loopen en
moet vooral mijn vader en het bewijs le
veren, dat je belasterd bent.
Ze snikte het uit. Ze werd nu toch heel
ongerust, maar niet, omdat ze bezorgd
was voor haar man, doch omdat ze bang
was, dat Gunter haar verleden zou leereu
kennen.
Krampachtig sloeg ze weer haar armen
om zijn hals.
Je moet me niet plagen, je m&g je
niet in gevaar brengen... ik sterf van
angst voor je... ik weet niet wat ik doen
moet, als ik jou moet verliezen.
En ze huilde en snikte zoo wanhopig,
dat Gunter niets anders kon doen dan
haar kalmeeren. Haar angst trof hem.
Hij kan nu niet verder aandringen en ze
snikte nog, toen ze eindelijk doodmoe
naar bed ging. Gunt» praatte sussend
tegen haar, tot ze in slaap viel. Ze deed
althans of ze sliep, want ze wilde vóór
alles tijd winnen om te bedenken, hoe ze
zich uit deze situatie redden kon.
Want zoo ze ook ten slotte Gunter's
verwijten getrotseerd zou hebben, als ze
hem had moeten bekennen, dat haar ver
houding tot haar aanbidders niet zoo on
schuldig was geweest, als ze het had doen
voorkomen, er was er haar nu veel meer
aan gelegen om da woede van haar
schoonvader te doen bedaren. Het was
er haar immers veel meer om te doen
geweest om de schoondochter van den
rijken fabrikant te worden, dan de vrouw-
van diens zoon. Want waar bleef de ge
droomde schitterende positie, de rijkdom
en het gemakkelijke leventje als Gunter
onterfd werd? Ze wist niet, hoeveel dat
wettelijk aandeel bedragen zou, maar
wel, dat ze in ieder geval haar eiscben
OOSTENDE VLAAMSCHE STAD
Een schrijven van den Gouverneur van
West-Vlaanderen aan het Stadsbestuur
In een schrijven aan het stadsbestuur
van Oostende heeft de Gouverneur van
West-Vlaanderen erop gewezen, dat voor
taan alle belichten bestemd voor de be
volking en uitgaande van het Stadsbe
stuur, uitsluitend in het Vlaamsch moe
ten gesteld zijn. Ook de straatnaambor
den moeten ééntalig Vlaamsch zijn.
DE PRIVATE SLACHTHUIZEN
Het slachten van dieren voor den
groothandel en den half-groothandel mag
voortaan enkel in de openbare slacht
huizen geschieden.
Wat de private slachthuizen betreft,
deze kunnen enkel toelating bekomen,
indien zij ten minste 15 km. van een
openbaar slachthuis gelegen zijn, indien
de keuring geschiedt door veeartsen aan
gewezen door het Ministerie van Land
bouw en Voedselvoorziening en indien het
slachthuis aan geen woonhuis paalt en
omheind ls.
Het besluit verschenen in het Staats
blad van 13 Oktober, bepaalt verder over
welke lokalen zij moeten beschikken,
welk stempelmerk moet gebruikt worden
en hoe de boekhouding moet gebeuren.
Het vleesch voortkomend van dieren,
geslacht in niet overeenkomstig boven
staande bepalingen gemachtigde slachte
rijen bij partikulieren, mag niet worden
vervoerd buiten de gemeente waar de
slachting plaats had. Uitzondering hierop
wordt, in bepaalde omstandigheden, ge
maakt voor in nood geslacht groot vee.
DE FABRICATIE VAN
VERDUURZAAMDE GEROOKTE
VLEESCHWAREN VLEESCH-
CONSERVEN VERBODEN
In het Staatsblad van 11-12 Oktober 11.
is een Besluit verschenen betreffende de
fabricatie van vleeschconserven en ver
duurzaamde gerookte vleeschwaren, even
als van droge worsten van allen aard.
Bij dit Besluit wordt voortaan deze
fabricatie verboden.
Bepaalde vrijstellingen worden even
wel verleend aan personen en vereenigin-
gen die reeds vóór 1 Januari 194slr der
gelijke fabricatie pleegden te doen. die
betrouwbaar zijn en over deze fabricatie
een boekhouding hielden en zich verbin
den volledig de gegevens over den ver
koop dezer vleeschwaren te voegen.
De aanvragen tot vrijstelling moesten
binnen de vijf dagen reeds ingediend
zijn.
VASTSTELLING DER MAXIMA-
PRIJZEN VAN HUIDEN
EN VELLEN
In het Staastblad van 13 Oktober ver
scheen een Besluit waarin de maxima-
prijzen der huiden en vellen werden vast
gesteld.
Wie de kwestie aanbelangt
bedoeld Staatsblad.
COMMISSARIAAT
VOCR PRIJZEN EN L00NEN
Benoemingen
Bij Besluit verschenen in het Sin
blad, worden de benoemingen brti-y
maakt in den Controle en On^-2>r*i
dienst bij het Kommissariaat voor p-
zen cn Loonen.
Voor West-Vlaanderen werden volg:-
benoemingen gedaan:
Als provinciehoofd
mans Lodewijk, licentiaa
De Heer K,
in de handtiü
wetenschappen.
Als districthoofden: 1* district- d,
Heer Lootens Wilfried. doctor in c» r*
ten. 2' district: De Heer V*rr,or>
Noël. 3* district: De Heer Bc-cts r.a
ger, doctor, in de rechten. kand!<J«.'t
taris. 4" district: De Heer Quir>:.s
Ferdinand, doctor in de rechten.
DE TUCHTSTRAFFEN TEGEN
GEVLUCHTE AMBTENAARS
Het Staatsblad van 15 Oktober deelt
mede: Eenig artikel. De tekst van artikel
6 van het besluit van 18 Juli 1940 wore;
vervangen door den volgenden:
Afgezien van de toepassing der tuc •-
straffen, ontvangt de ambtenaar, i»
zonder toelating afwezig is geweest ere-
nerlei bezoldiging voor den duur z:<wr
onwettige afwezigheid. De disciolintire
schorsing en de daaraan verbonden in
houding van wedde, komen evenwel
mindering op bedoelde tijdruimte.
BEWERKING EN VERKOOP
VAN SCHROOT EN GIETIJZER
In het Staatsblad van 16 Oktober i',
is een besluit, verschenen, waarin de be
werking en den verkoop van schroot eg
gietijzer geregeld wordt.
DIPLOMA VAN ARCHITECT
Het Staatsblad van 16 Oktcber maakt
een besluit bekend inzake de Inrichtii:-;
van een centrale examencommissie tct
het begeven van het diploma van archi
tect.
ZEGELS VOOR DUITSCHE
MILITAIREN EN BURGERS
Gedurende het rantsoeneerinsstijdwrlt
gaande van 9 October tot 7 November
1940, zullen de roode zegels, die door de
Duitsche militairen en burgers werden
gebruikt, in dezelfde voorwaarden worden
aangenomen als de zegels ten "cbruike
der Belgische bevolking, behoudens óe
volgende uitzonderingen:
Zegels 3/1 en 3/2: Margarine, 375 grant
per zegel
Zegels 3/3 en 3/4: Boter, 50 gram per
zecel;
Zegels 3/5 en 3/6: Reuzel, vet, 25 gram
per zegel;
Zegel 8/1: Huishoudzeep, 100 gram per
zevel;
Zegels 8/2 en 8'3: Poederzeep en zachts
zeep, 125 gram p>er zegel.
DE AKADEMISCHE EXAMENS
Het Staatsblad publiceert een besluit
van het departement voor het Openteer
Onderwijs betreffende de wet van 6 April
1940, houdende toekenning van zekere
faciliteiten aan de gemobiliseerde Jonre
lieden voor de Akadem-schs examens tn
de Universitaire wedstrijden.
VERLATEN VOERTUIGEN
IN FRANKRIJK
Alle voorwerpen en pakjes die tusschen
10 Mei en 31 Juli 1940 achtergelaten wer
den, zonder den eigenaar ervan te kun
nen vaststellen, worden overgemaakt aan
de Domeinen cm nadien te worden ver
kocht. Hetzelfde zal geschieden met te
verlaten voertuigen in Frankrijk. De ver
koop zal geschieden op 15 December e.k.
Degenen echter die in het bezit hunner
voertuigen wenschen te kernen, worden
dringend verzocht hun adres bekend Ie
maken bij de O. L. L., Koninklijkestraat 1,
Brussel.
casa8aaBaaaECKa:aBSBSBaaBaaBsaEBSS3£iiscaBrT>gBi2aasEaas33U2:i
door Jos. Ghyseten, Land- en Tuinbotmleeracr
OOGSTEN EN BEWAREN VAN GROENTEN
(SLOT)
Bij het bewaren van groenten kan
men ook zijn toevlucht nemen tot de
methodes van kunstmatige bewaring.
De voornaamste zijn: pekelen of zou
ten, steriliseeren, in azijn leggen, lang
koken (puree), onder vet. en aoor drogen.
De eerste vermelden we slechts omdat
ze meer passen in een afzonderlijke bij
drage over huishoudkunde. Het drogen
schijnt ons belangrijker om behandelen.
Aan het drogen van groenten zijn heel
wat voordeelen verbonden:
1. Op sommige tijdstippen van het jaar
(Zomer en Herfst; hebben we overschot
aan groenten in eigen tuin of ze zijn
goedkoop te verkrijgen in de winkels.
Welnu we beschikken dan over zonne
warmte gratis om te drogen.
2. Bij 't drogen zijn er weinig onkosten
van stook- en inlegmateriaal.
3. Gedroogde groenten verliezen weinig
of niets van hun voedselwaarde, hoeda
nigheid of vitamienen, aaar de tempera
tuur voor het drogen niet hooger moet
gaan dan 60 graden Celsius. Dat is niet
't geval bij koken.
4. Gedroogde groenten vragen weinig
plaats na 't drogen, daar, door 't ver
dampen van 't water er slechts een tien
de van 't oorspronkelijk gewicht over
blijft.
b. 't Bewaren in linnen zakjes of lucht
dichte doozen is zeer gemakkelijk en
practised.
Alle groenten kunnen gedroogd wor
den, doch de voorkeur gaat naar de blad
planten: selder, kervel, peterselie, zurkel
en spinazie. Ook erwten en boontjes luk
ken opperbest; zelfs tomaten en ajuinen
kunnen tot meel gedroogd worden en zijn
zeer practisch om gebruiken.
Er wordt soms opgeworpen dat ge
droogde groenten een soort hooireuk of
-smaak hebben. Dat kan, doch 't is ge
makkelijk te voorkomen door de te dro
gen groenten vóór 't drogen 5 a 10 minu
ten te stoomen ln damp van kokend
water.
Alvorens aan 't drogen van groenten
te beginnen, dienen ze er op voorbereid
te worden.
Vooreerst moeten alle groenten van alle
vuil ontdaan worden. Na het wasschen
laat men ze goed uitdruipen. Vervolgens
worden ze gevierendeeld of in schijven
gesneden, 't Is goed ze vooraf in zout
water te dompelen. Bat werkt de bewa
ring in de hand. Voor groenten, all
spruitjes, is een toevoeging van soda-
carbonaat, met het oog op een goede
vertering, noodzakelijk. Anderen warea
uitstekend, door vooraf ae groenten te
stoomen, zonder echter de temperatuur
te hoog te laten gaan, wat c» goede
smaak doet verminderen.
We kunnen drogen in de zon. Dit li
goedkoop en levert een bast gedroogd
product, rijk aan vitamienen door de
ultraviolettestralen der zon. Oe greenten
worden aan araden geregen of op bladen
papier geiegd en in voile zon en wind
genangen of gelegd. Bij regenachtig we
der of bewolkte lucht vervolgt men het
arogen bij de keukenstoof.
We kunnen eveneens drogen cp de
kachel in de keuken. We kunnen aiweer
draden spannen, t Beste lijkt ons bak
jes van 4ux 30x10 cm., met metalen door
boorden bodem. Daarin worden ae groen
ten gelegd. Men plaatst het onderste op
2 baxsteenen en zoo 4 a 6 bakjes op el
kaar. Men neme de voorzorg aikwijis de
bakjes van plaats te verwisselen.
In den oven van de kachel kan ook
gedroogd worden, doch de ovendeur dient
opengelaten te worden cm luchtcocht te
hebban (verdamping).
De bakkersoven is een uitstekende
warmtebron, vooral voor princes- en snij-
boonen. De groenten worden, na het uit
nemen van rt brood, op zeefdraadbedems
in den oven gebracht tot ze goed droog
zijn. Men late de ovendeur open voor
de verluchting en de verdamping.
Hedendaags bestaan speciale droog»
toestellen, verdampers geheeten. Ze lij
ken op kleine hop- of suikerijasten.
Het bewaren van gedroogde groenten
is heel goed mogelijk in luchtdichte
doozen of zelfs in papieren zakken
't Voornaamste: is een droog lokaal.
Vooraleer gedroogde groenten in de
keuken te gebruiken moeten deze vocraf
te weeken gezet worden gedurende 2
3 uur. Voor 100 gr. groenten neme men
1 liter water. Bij 't koken voege men er
1 Vx liter bij en doe de bereiding als voor
versche groenten.
Het goed oogsten en bewaren der groen
ten is op deze dagen een levenskwestie.
Het drogen van groenten is belangrijk en
gemakkelijk.
Een lekkere pot soep 1
nen en zelf gedroogde
van eigen gewon-
gêdroogde groenten ls niet
te versmaden. Mochten we dat niet moe
ten missen.
B3S
veel lager zou moeten stellen. Ze moest
een uitweg vinden. Het liefst zou ze da
delijk naar Berlijn zijn teruggekeerd om
Heinrich Warneck op te zoeken. Ze ver
trouwde op de macht van haar persoon
lijkheid en zulke oude heeren waren
meestal nog veel vatbaarder voor de be-
toovering van een mooie vrouw dan jonge
mannen. Maar waarom zou ze een eind
maken aan de heerlijke dagen hier? Die
mijnheer Hamton scheen een dollarko
ning te zijn en ze mocht nu geen en
kele kans over het hoofd zien. Dus eerst
maar eens afwachten en voorloopig vast
houden aan de comedie, dat ze bang was
voor Gunter's leven. Dat maakte hem
week en belette hem aan te dringen. Tijd
gewonnen, alles gewonnen.
En bij die gedachte sliep ze werkelijk in.
Gunter had zachtjes de kamer verlaten
en was den donkeren winternacht inge-
loopen. Hij wist niet, waarom hij zich zoo
beklemd voelde, doch alleen, dat een vage
angst in hem*'was ontwaakt, die hij niet
van zich af kon zetten.
Hij had een korte pels aangetrokken
en wandelde langzaam over de met
sneeuw bedekte wegen en zijn ziel vloog
verlangend naar het Noorden, naar zijn
vaderhuis.
Het was eigenaardig, maar nu, nu hij
zoo ver van zijn vader was, voelde hij
pas, hoeveel hij van hem hield. Kate's
woorden klonken in zijn ooren, haar lieve
woorden, waarmee ze gewezen had op de
gelijkheid in karakter van hem en zijn
vader.
Hij had zich koppig verzet tegen den
wil van zijn vader, toen die hem wilde
voorschrijven, welke vrouw hij moest
trouwen. En nu, na nauwelijks veertien
dagen getrouwd te zijn, vroeg hij zich
reeds af, of hij met de blonde Kate niet
gelukkiger zou zijn geworden.
Want, met Lori was hij niet zoo ge
lukkig geworden als hij gehoopt had. Ze
had hem reeds in dezen korten tijd vaak
teleurgesteld. En, er was nog geen uur
geweest, waarin hij volmaakt gelukkig
was. Altijd had «dg een loodzware last op
zijn ziel gelegen, dat er een mensch in de
wereld rondliep, die van zijn vrouw had
gezegdMaar met «ooiets trouw je toch
niet!
Hij had het geen seconde kunnen ver
geten en het hinderde hem nog ir.eer dat
zijn vader vijandig stond tegenover de
vrouw, die hij lief had, en dat hij haar,
wat erger was, verachtte. En toen hij nu
alleen door deze geweldig? natuur liep,
greep hem plotseling een waanzinnige
angst aan. Als zijn vader eens ggelijk
had met zijn minachting?
Hij schrok van zichzelf en zette die ge
dachte van zich af, doch de schrik had
hem te pakken. Hij liep zoolang rond tot
hij weer gekalmeerd was. Hij leunde te
gen een boom en sloot de oogen en inccr-S
verscheen voor zijn geestesoog een vredig
visioen. Hij zag Kate Harland in de huis
kamer zitten aan de groote, ronde tafel,
waar ze altijd 's avonds zak W3t v.xrd
zijn hart ineens warm!
En plotseling kreeg hij een ingeving.
Kate moest hem helpen den naam te we
ten te komen van den man die zijn vrouw
belasterd had.
Hij richtte zich op. De gedachte a3h
Kate te schrijven wekte heia op, hij sou
haar vragen hoe het met zijn vader
ging.
Haastig liep hij over de krakende
sneeuw naar het hotel terug. Zachtjes
ging hij de slaapkamer binnen. Lori sliep
vast. Ze had de blanke armen achter het
hoofd gevouwen en de fijne kanten van
haar nachtjapon beefden zachtjes cscer
haar ademhaling. Het was een mooi ge
zicht. doch voor het eerst viel het hem
op, dat er om haar mond een bijna or
dinaire trek lag. Die trek was hem
vreemd, hij had dien in wakenden toe
stand nog nooit om haar mond gezien en
het was hem, alsof hij dien met de hand
moest wegwisschen.
Hij verliet onhoorbaar het vertrek en
ging naar de leeskamer, waar hij gebed
alleen was en rustig aan Kate koa
schrijven.
4Wordt vervolgd).