Ziehier de redevoering van M. TlieojiSalel Lausens,
professor te Uperen, uitgesproken in het Letterkundig T'aal-
kongres, over den. schadelijken invloed der fransche letter
kunde op liet vlaamsch karaktermiddel om dien legen te
gaan.
MiJiNE Heere.n,
Als wij onze jaarboeken openslaan, en daarin tot de oudste
tijden onzer geschiedenis terugkeeren, vinden wij de bewoo-
ners van België, die van duitsehe volkspfanters afstammen, zoo
wel van aard en taal en godsdienstige begrippen, met hunne
zuidelijke naburen verschillen. De beroemde Tacitus zegt im
mers in zijne geschiedschriften dat de Gallen listig waren, in
pracht, dronkenschap en wellust leefden; terwijl liet karakter
der Duitschcrs openhartig was. Door hunne beroemde gods
dienstigheid waren hunne zeden zoo kuischdat zij de Domeinen,
die nogtans op hunne beschaving roem stelden, over hun on
zedig gedrag, en de ondeugden die daaruit vloeijen, hadden
behooren doen van schaamte blozen (1). De overblijfsels van
dit volksleven, van die zedelijke éénheid, zijn bij beide land
aarden, als een voorouderlijk erfdeel bijgebleven. Echter heb
ben onze taal en volkszeden, door den tijd die daarover gestroomd
is, harde schokken moeten.verduren, en toch is de eigeuaardig-
hi id, waarvan bedoelde romeinsche schrijver melding maakt,
kenlijk gebleven.Het valt natuurlijk in ons bestek de voornaamste
dizer zedelijke worstelingen, waardoor onzen landaard ge
teisterd werd, aan te halen.
Toen ons land aan hel beheer van het magtige Rome onder
worpen was, zochten de bestuurders, die vandaar afgezonden
waren om de wetten dezer wereldoverwinnaren hier den voike
op te dringen, de duitsehe taaien zeden uit leroeijen. om onze
voorouders op den romeinschen leest te schoeijen. De duitsch-
sprekende volksstammen staken het hoofd te samen de on
sterfelijke Civiles stelde zich aan hun hoofd, en er vloeide
menschenbloed voor het behoud van voorvaderlijke laai en
zeden. Om dezelfde reden voerde later Clodwik deze misnoegde
menigte aan en bragt Rome's magt harde slagen toe.
Na den val van Rome's gezag herleefde liet innerlijk leven,
waaraan Karel-de-Groote de wille vrijheid schonk, en, om (Ut
te versterken wilde die staatkundige man èène dietsche letter
kunde tot stand brengen. Zijn wenseli werd niet vervuld, want
onder de zwakke troonopvolgers van Karel-de-Kale liep de
gallische beschaving met de romeinsche in één. Daardoor ston
den de afstammelingen van dietsche volksplanters, even gelijk
weleer, tegenover hunne zuidelijke buren, die op bun inner
lijk en zedelijk volksleven steeds trachtten inbreuk te maken.
In het bijzonder was Vlaanderen het land waarop zij hi toog
hielden om hunne zedelijke verwoestingen aan te rigtenDaar
toe lieten zij geene poogingen onbeproefd. Eindelijk gelukte
het hun een man, die hunne grondbeginsels toegenegen was,
op den gravelijken troon van Vlaanderen te krijgen, namelijk
Wilhelm van Normandië,welke, door hoogere magtjaangevuurd
het volksleven opentlijk aanrandde entaal en zeden en landaard
verbasteren wilde en de verworvene voorregten verpletteren.
Zijn plan werd ontdektmen liep te wapen om liet voorvader
lijk erfdeel te beschermen en Wilhelm verloor liet leven bij zijne
roekelooze onderneming.
Daarmede werd de zucht naar onze zedelijke overheersclnng
w at ingetoomd, doch niet ges magt. Door lijd en omstandigheid
versterkt, kwamen de partijen bij Bovines nogmaals op een
hoofdtreffen te samen, er stroomde menschenbloed voor de
heilige zaak en zij moest nogtans onderdoen (517 Julij 1:114).
In het vervolg wérd de landtaal verdrukt en de duitsehe
zeden werden aangerand. Dit ging zooveel te gemakkelijker,
omdét de dochters van Boudewijn van Konstantinopelen, die
het bestuur over Vlaanderen in handen kregen, aan het hof van
Frankrijk opgék week ten dus ver franselit waren. De Vlamingen,
in hunne misnoegdheid, deden vertoog op vertoog. n ver
kregen toch dat de heerschende vorsten de behandeling dei-
staatszaken in het vlaamsch toestonden (-122!)).
Niettegenstaande deze vorstelijke toegenegenheid, bleet de
invloed der opkomende fransche literatuur en zoo genoemde
t (ierm. c. 28.
wellevendheid op den landaard drukken dit had eene veel er
gere uitwerking gehad, indien de boekdrukkunst do schriften
had kunnen verspreiden.
De onsterfelijke Jacob Van Maarlant, Melis Sloke en Jan Van
Helu, worstelden uit al hunne geesteskrachten tegen de zedi-
lijke verwoestingen die dc vreemden hier aanrigten wilden des
niettegenstaande kon hun strijden het geweld niet keeren.
De frauschen kregen het bestuur in handen en nu scheen
het gedaan te zijn met taal en landaard en eigenaardig volks
leven. Doch de verkleefdheid aan liet erfdeel der voorvaderen
was te sterk om stilzwijgend en werkeloos te blijven. De man
haftige. Pieter de Coninck en Jan Breijdel, twee V lamingen die
aan de voorvaderlijke instellingen verkleefd en slechts de diet
sche taal magtig waren, gingen de verdrukking tegen, werden
meester van de stad, waar wij thans in het belang der ned'-r-
landsche letteren vergaderd zijn, en met geweld de fransche
beheersching willende vernietigen, deden zij onder liet gerot p
Wat iraalsch is, valscli is, slaat dood, de werktuigen
daarvan onder hun geducht wapen neerploffen. De gegrepene
vlugtelingen moesten de woorden schild en vriend, volgens
zuiveren vlaamschen tongval, uitspreken. Al wie aan die ver-
eisclite voorwaarde niet kou voldoen, werd insgelijks onder het
uitroepen Wat iraalsch is, valseli is, slaat dood, omhals
gebragt {25 Mei 1502).
De Fransehen, deze nederlaag willende wreken, kwamen bij
Kortrijk, op den 11 Julij van hetzelfde jaar, de moedige Vla
mingen opzoeken. Op den Groeningen Kouter zegepraalde de
vlaamsche zaak volkomentlijk eu de verwoestingen aan dezelve
aangebragt, herstelden zich van lieverlede. Nogtans, de hooge
regering was te sterk verfranscht om het kwaad, dat te diepe
wo: Iels 'geschoten had, teeneinaal uit te roeijen. De Van Arte-
velden droegen echter daartoe het hunne bij, maar hun moe
dig- streven was krachteloos, want te Roozebeke kreeg de
vlaamsche zaak de nederlaag (1382).
liet huis van L'oui-gondié' trachtte naderhand over België het
het aangerigte kwaad nog te verergeren en alle voorvaderlijke
gewoonten te vernietigen.
Daarentegen was het bestuur, van Karei V6 bet vlaamsche en
de aloude zeden gunstig; de Vlaming ademde vrijelijk; zijne
taal werd in alle openbare schriften gebezigd en de vlaamsche
ongekunstelde leefwijze hernam harereglcn. De landaard deed
dien vorst hulde voorde herstelling van het innig volksleven
en de nakomelingschap zegent nog het aandenken van dien
doorluchtigen Gentenaar.
Na den dood rail dien vlaamschgezindpn keizer werden wij
eene lange reeks van jaren door oorlogen geteisterd en door
vi et inde vorsten beheerscht: dit w as der taai verderfelijk en
\oor het huislijk leven schadelijk.
l-'.u nit ts is voor ons voor taal en zeden schadelijker geweest
dan tiet bestuur der fransche republiek, in 1804 een keizerrijk
geworden. Nu wilde men de voorvaderlijke taal en godsdien
stige begrippen vernietigen, de fransche taal met geweld in-
loeroti en hulde aan de godin der lie,de. doen bewijzen. De on
mogelijkheid inziende van dit laatste ten uitvoer te kunnen
brengen, decreteerden de vertegenwoordigers des volks,inden
naam der Franschen, het beslaan van een Opperwezen en de
onstei ft-lijkheid der mensclielijke ziel.
De godsvet-loochening had in korten tijd zeer groote ver
woestingen in de openbare zeden aangerig tzinsneden werden
uitgebraakt om bij wijze van uitroeping het bestaan van God
te loochenen en het Opperwezen te vervloeken Deze ergerende
onbetamelijkheid stroomde, als eene verpestende lucht, over
het geheele door Frankrijk beheersehte grondgebied. Daarvan
vindt men nog sporen bij de onbeschaafde volksklas.
Uit de ontkenning van de onsterfelijkheid der mensclielijke
ziel werd bedrog, verraad, wulpschheid, oneerbaarheid, on
tucht, meteenen langen nasleep van ondeugden, geboren, die
op de voorvaderlijke goede trouw en zuivere zeden een zoo heil
loos indrukscl gemaakt hebben, dat die, in weerwil van de reeks
jaren die daarover henen gestroomd zijn, nog niet zijn uitge-
wischt. w ant het grootste bedrog wordt bij vele ontaarde Vla
mingen voor eene schrandere vinding gehouden.
{/Iet vervolg in ons naestc nummer).