SPEELKAARTEN, MARKTPRIJZEN. eerste kwaliteit. MEKGELIAGEA. HET MALEGYS PEERDEKEN. (VERVOLG EN EINDE.) Ik geloof dat gij gelijk liebt, vrouw, zegde de man, want het is onmogelijk dat drie IJpersche jufvrouwen, dochters van treffelijke ouders, op zulke eene ongevoegelijke uur, en zonder kleederen, op den Kruimelberg komen. En hij groep Magdalena, die zich hetdigstebij hem bevond, bij haren blauwen onderrok vast. Lucia en Maxima vlugtten en liepen den berg af. Magdalena schreeuwde en worstelde met wanhopigen moed doch er bleef haarweinigkans van te kun nen ontsnappen over, wanneer bij alle gelukke den haak van baren rok lossprong. Dit toeval kwam haar te stade. Zij sprong uit den rok, dien zij in de handen van den boer liet en liep weg. Na lang door onbekende wegen gedoold te hebben, kwamen onze schamelgekleede maagden met de oogen vol tranen, be schaamdewangen en kloppend harte eindelijk aan eene herberg en klopten daar ook. Zij durfden aan den weerd, die weldra opstond, niet meer vertellen, hoe zij tot dien ellendigen staat gekomen waren, uit vreeze van niet beter dan de eerste maal behandeld te worden, en verzonnen eenen leugen. Zij deden den weerd gelooven, dat zij door struikroovers overvallen en uitgestroopt waren geweest. Dit ongeval boezemde medelijden in. De drie maagden werden binnengeleid en van klcederen verzorgd. Maar wie zijt gij, vroeg de weerd. Ik, sprak Magdalena, ben de dochter van Baudewijn Ghvselin, en deze twee meisjes woonen nevens mijne deur. Hoe, de dochter van Mijnheer Ghyselin, mijn vriend, uit de Recollettestraat teIJpre riep de weerd uit; indien 't zoo is, ga ik spoedig mijnen wagen inspannen, waarmede ik verledene week eene vracht hout naar zijn huis gevoerd heb, en u nog <!ezen nacht naar uwent geleiden waar men zeker ongerust zijn moet. O doe dit, doe dit! brave man, spraken de drie maagden te gelijk, onze ouders zullen u rijkelijk over die daad beloonen. In min dan een half uur tijcis,stond de wagen met een kop pel peerden ervoor gespannen, voor de deur der herberg. De drie maagden, met de kleederen der weerdin gekleed, spron gen er op, en men vertrok. Men was reeds een uur ver gereden, als de weerd dacht dat hij van de regte baan was afgeweken. Dat is aardig, sprak hijik weet den weg van Kemmel naar IJper zoo goed als mijnen Vader-ons, en nogtans ben ik eene verkeerde straat ingereden. Men denke hoe bang de drie maagden het kregen, wanneer zij aan het Malegys peerdeken dachten, dat haar zoo bovenna tuurlijk over hek en over haag had gevoerd. Dit is aardig, sprak de weerd weder, ik kan mijne peerden niet dwingen. Wij zijn hier nu in 't midden van eene weide en ik kan niet begrijpen hoe het mogelijk is, dat mijne peerden er den wagen konnen doortrekken. En de wagen ging sneller om sneller voort, en werd met kracht over dijken, door bosschen, over akkers en door beken getrokken. Eene schim vloog gedurig voor de peerden heen. :t Is de schaduw van Malegys, lispelden de drie maagden met beangstheid. Men kwam eindelijk aan eene breede baan, en de wagen stond stil. De peerden dampten van 't zweet, dat hen afliep. De schim was verdwenen en de dageraad kwam op. De tooverheksen van den Kemmelberg zullen ons misleid hebben, sprak de weerd, die zoo bleek geworden was als de doodmaar haar rijk is ten einde, want ginds in den Oosten verschijnt reeds het morgenrood. Op dit oogenblik kwam er een landman voorbij, die naar het veld trok. Vriendschap op wat weg zijn wij hier, sprak de weerd hem toe. Op wat weg? Ja, ik moet het u vragen, alhoewel het zeer belachelijk schijnt, want ik zou den weg van Kemmel naar IJpre blinde lings doen, zoo goed weet ik hem, en nogthans beken ik hem hier niet. De landman glimlachte. Ik geloof u waarachtig wel, mijn vriend gij spreekt van IJpre, en gij zijt meer dan tien uren van daar, want gij be vindt u hier op den weg van Steenvoorde naar Kassei. Ziet gij de stad daar in de lucht niet uitblauwen O Hemel! zuchtten de drie maagden, hoe konden wij toch zoo onnoozel zijn van ons op dit Malegys peerdeken te zetten en haar hoofd, door te veel ontsteltenis geschokt, zonk op haren hijgenden boezem neder. Wie weet, waar het einde van deze wegvoering zoude ge weest zijn, indien 't Malegys peerdeken door ;t daglicht niet overrast ware geworden. 't Was met veel moeite dat zij dien dag de stad IJpre be reikten. Men denke hoe 't bij haar terugkomst in :t ouderlijk huis verging. Blijdschap en verwondering, volgden op kommer en droefheid, bij'tverhaal van hetgene zij doorgestaan hadden. Driejaren later trouwde Magdalena Ghvselin metRemaclus, en de ongelukkige gebeurtenis, die haar en hare twee vriendin nen wedervaren was, wei d op de wanden van de beste kamer geschilderd met dn juiste dagteekening. Magdalena legde het onderwerp dier tafereelen aan hare kinderen uit, die dan we der later hetzelfde aan de hunne deden, en zoo is allengskens die geschiedenis tot ons gekomen, met de overtuiging dat er in vroegere tijden nijdige tooverheksen haar verblijf op den Kemmelberg hielden, omtrenteenen put, die ter vereeuwiging van het verhaalde, den naam van Kinderput heeft verkregen. IJPEREN. AARD dhr GRANEN ENZ. 25 April. 18 April. verkocht le kwantiteit. middenpr, p. iOOkifo. vcrkochlte kwantiteit. middenpr. p. iOÜ kilo. Tarwe Rogge Haver Erweten Boontjes Aardappelen Boter 50,500 7,700 1,400 400 1,600 6,500 26-00 19-25 18-00 22-50 23-50 5-25 210-00 59,100 6,500 700 400 2,000 7,500 26-00 19-50 18-00 22-50 25-50 5-00 215-00 De prijs van het menagie-brood, voor de week van den 25" April tot 2" Mei, is gesteld aan 23 centiemen per kilo. VEURNE. Per 143 liters. Tarwe van Rogge Sucrioen Haver Boonen 22 April. fr. 23-50 tot 30-73 20-00 21-00 15-75 19-75 11-73 13-50 20-23 25-00 13 April. 23-50 tot 30-50 19-00 15-50 12-00 20-00 21-00 19-75 14-50 23-50 ALLERHANDE SOORTEA VAIÏ

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1863 | | pagina 3