Kunst- en Letternieuws.
Sterfgevallen.
Priesterlijke benoemingen.
Officiële akten.
Eene depeche uit New-York, 27 april, bevat ten dien op
zichte het volgende:
Een verslag van M. Stanton bevestigt dat Booth en zijn me
deplichtige Harold van af het graafschap Sainte-Marie lot
Granet-Form, nabij Port-Royal, aan den Rappahanock, door
een detachement ruiterij, onder bevel van kolonel Baker, zijn
vervolgd.
De schuur, waarin beide moordenaren gevlucht waren,
werd afgebrand. Booth werd gedood, en Harold geval en
naar Washington gezonden.
De toestand van MM. Seward, vader en zoon, is beter.
Sherman heefteen wapenstilstand met Johnston geslo
ten, ten einde over eene kapitulatie met al de zuidelijke
krijgsmachten te onderhandelen. Het noorderlijk gouverne
ment heeft dien wapenstilstand afgekeurd en de onmiddelijke
hervatting der vijandlijkheden bevolen.
Grant is te Raleigh aangekomen. Hij heeft den wapenstil
stand geweigerd en heeft bet bestuur over de operation tegen
Johnston begonnen.
De zuiderlijken hebben 04,000 balen katoen verbrand alvo
rens Montgomery te ontruimen.
Al de nieuwsbladen zijn vol tijdingen over de uitwerk
sels van het tempeest van Zondag avond.
Te Champion, Te Bergen (Mons), te S' Nikolaas, te Couvin,
te Diriant, overal hoort men niet anders dan van den donder
die gevallen is; der schade veroorzaak door de hagelsteenon,
en der overstroomingen die meest altijd de ongelukkige ge
volgen zijn van zulkdanige onweders.
Vrouw Largillière, eenig overblijvende slachtoffer der
afgrijselijke vierdubbele moord van Favril, fis teenemaal her
steld. Zij herrinnert zich niets dan dat hel omtrent 6 1/2 ure
's avonds was toen zij de peerden hoorde die met haren man
van het land kwamen, zij zegde aan den zoon: ga licht va
der en aan de dochter cijder te gaan tappen. Wanneer zij
terug was, en haren man en zoon niet ziende aankomen en
wachteden om te avondmalen, zond zij hare dochterDan
weet zij niets meer anders dan dat zij op den grond gesmeten
stampen op de borstontving.... Dan, niets meer.
Achtste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres.
Op het VIIs Taal- en Letterkundig Congres in 1802 te
Brugge gehouden, is Rotterdam aangeduid geworden tot ver
gaderingplaats van het volgende Congres. In 1864 werd te
Amsterdam het Congres tot bevordering der sociale welen-
schappen gehouden twee Congressen in Holland, op één
zelfde tijdstip, was eene gansch onmogelijke zaak, en daarom
moest het Nederlandsch Congres verschoven worden.
Wij zijn gelukkig te vernemen, uit goede bron, dat het
VIIIs Taal- en Letterkundig Congres dit jaar te Rotterdam
zal bijeengeroepen worden. Deze week heeft de eerste voorbe
reidende vergadering in die stad plaasl, door het toedoen der
afdeeling-Rotterdam van de Nederlandsche maatschappij van
fraaie kunsten en wetenschappen.
Dit nieuws zal zeker door gansch vlaamsch-België en
Noord-Nederland met geestdrift onthaald worden, nu de twee
volkeren, met betrekking der spelling hunner gemeenschap
pelijke taal, een nieuw tijdperk zijn ingetreden.
Die goede uitslag heeft men te danken aan de onverpoosde
2orgen van Dr Godefroi, den ijverigen sekretaris van het VI"
te 's Hertogenbosch gehouden Taalcongres.
Wijzigingen aan den Prijskamp uitgeschreven door de
Maatschappij Broedermin en Taalijvervan Gent
i° Prijskamp voor het schrijven van een VlaamschTooneel-
of Blijspel.
De Maatschappij heeft besloten, ten einde de mededingers
meer en meer aanlemoedigen, eenen Tweeden prijs uitteloven,
bestaande in 150 franken en een zilveren eermetaal.
2° Groote Tooneelkundige Prijskamp. Zuivere uitspraak.
Ongeminderd de prijzen aangekondigd in ons voorgaande
programma, heeft de Maatschappij besloten zooals volgt:
Twee prijzen, bestaande in zilvere eermetalen, zullen ge
schonken worden aan de twee Maatschappijen die zich over
het algemeen het meest doen onderscheiden door hare zuivere
uitspraak.
5" Inhuldiging van het Praalgraf van li' Iiipp. Van Peene.
De Maatschappij schrijft de volgende Prijsvraag uit
Prijskamp voor het schrijven eener Verhandeling over I)'
Van Peene en zijne werken.
Eenige prijs: 75franken in gelde en een zilveren eermetaal.
Voorwaarden. IDe uitschrijvende Maatschappij ver
langt eene korte biographie van den afgestorvene en een cri-
tisch overzicht van zijne voornaamste stukken.
2. Art. 3, 4 en 5 van den Prijskamp voor hel schrijven van
een Tooneel- of B ijspel zijn op dezen Prijskamp toepasselijk.
3. Het werk moet 20 tot 30 bladzijden van gewonen boek
druk in-8° inhouden.
Een talentvolle Tooneelminnaar, den heer Jan-Medard De
Vreeze, Voorzitter der maatschappij de Kruisbroeders, te
Korlryk, is dezer dagen in gemelde stad, alwaar hij ten jare
1789 geboren werd, overleden.
M. Bogaert, pastor te Ooslduinkerke, is pastor benoemd te
Nieuwkerke.
M. Isacq, onderpastor te Hooglede, gaat in dezelfde hoc-^
danigheid over naar S'-Pieters-kerk, te peren, in vervanging
van M. Vanden Bogaerde, die onderpastor te Hooglede is bc-
noemd.
Bij Ministerieel besluit, in dagteekening van 5 dezer, zal de
vaart onderbroken worden op de hierna aangestipte lijden
Vaart van Vperen naar den Yser, van 5" Augustij tot 4"
October. Yser, van 5" Augustij tot 4" October.
MENGELINGEN.
Edotiard Edouard!
Hu
Edouard
Maar wat is 't laat mij slapen
Edouard, hoort gij niets
Wat zou ik hooren...., gaat gij nogeens beginnen
Het is zeker, Edouard, ik heb iets hooren loopen op den
zolder..., ik geloof dat het M. Francis zaliger is, van hierne
vens, die weêre keert...Hoor, het slaat één op stad.
Dat het duist is en nooit meer eti slaat(en Edouard
legde zich op zijne andere zijde en ronkte voort).
Eensklaps hoorde men zoo eenen geweldigen bnisch dat het
huis daverde.
Wat is dat, Coleta
Het spook Maar gij wilt het niet gelooven als ik het
u zeg.
Een tweede schok joeg de twee echtgenoten eene ster
vende vrees op het lijfdoch Edouard, als man, wilde toonen
dat hij niet bevreesd was en sprong het bed uit, de vrouw ook
en aanstak licht.Edouard zocht zijnen sabel (want hij is karpo-
raal bij de muziek der garde nationaal zijner stad) en beide
trokken in hun vliegende nachtpaket naar den zolder. Ziet ge
ze daar gaan, de man vóóren met opgeheven rapier, de vrouw
achter, aan de steppen haar mans hemd houdende en de lamp
dragende. Men trok bevende de zoldcrdeur open twee vlam
mende oogen zijn als fakkels voor hen opengespelkt,op hunne
bloote schouderen gevoelen zij als klauwen van eenen duivel
ende vrouw gilt een hakelig geschreeuw; de man laat
zijnen sabel vallenen heide loopen bedwelmd hunne slaapkamer
binnen. Tafels en stoelen worden vóór de deur geschoven.
Beide echtgenoten sloten geene ooggedurend het overige des
nachts.'s Anderendaags, zoohaast het klaar was, waagde men
het naar beneden te gaan om het huis te ppenne.Aan de voor-