Stads-nieuws. - VcrschilligeTijdingen.-Kunst- en Tooneelnieuws. Bekendmakingen. Stads nieuws. VIERDE JAAR. ZONDAG 9n JULÏJ -1863. N° 172. DE TOEKOMST, De brieven voor de redaktie, do boeken om in ons bladje geplaatst te worden, moeten vrachtvrij den uitgever, Dixmude-slraul, 2(>, toe gestuurd worden. INSCHRIJVING Voor Vpereu, per'drie maanden, fr, 1-00; perjure, fr. 1-00, voorop te betalen. Buiten stad, zeilde prijs mei verhoog van liet port. Men schrijft in hij den drukker van dit blad, alsook bij alle ppsf-direkteurs. BEKENDMAKINGEN 12 ecnlimen den' drukregelde Plakbrieven van Verknopingen, Verpachtingen, enz. en andere Berigtcn; Ion bureele van dit Weekblad gedrukt, zijn gratis ingelijfd lol liet verval van den dag der verpachting, dos overslags of anders. Alle inlec- kenaar voor één jaar, beeft regt driemaal een berigl van zes regels, zijn beroep betreffende, onvergeld in dit bladje le laten inlijven. Er worden wekelijks Afdruksels van dit blad gratis in de voornaamste herbergen der gemeenten gezonden, waar de verknopingen, enz. der in ons blad aangemelde goederen, plaats hebben. De maatschappij de Vlaamsche Ster komt, door het toe doen van Mr A. S., haar briefwisselend lid to Kortryk, een schoon omlijst portret, van wijlen den heer Jan-Medard De- vreese, voorzitter der maatschappij de Kruisbroeders, van Kortryk, te ontvangen. 51' A. S., is een dier ijverige Vlamingen die in menige omstandigheden veel blijkens van genegenheid aan de Vlaam sche Sier getoond heeft. Deze laatste zending is een bewijs te voegen bij de menigvuldige diensten waarmede hij altoos be zield is geweest. Ziehier het opschrift dat zich rond liet afbeeldsel van dien onvermoeibaren Vlaming bevindt Zalige gedachtenis van den lleere Jan-Medaud DEVREESE, Voorzitter der Koninklijke maatschappij De Kruisbroeders, Geboren te Kortryk, denSJnnij 1789, en aldaar overleden den 28 April 186a. Door deugd en kunstmin aangedreven, Volbracht de brave een nuttig leven, Dat ginds, omboog, is ingeschreven, Als lief aan de aarde en aan den Heer. "ij was de vriend der burgerkringen, Het beeld van trouw voor de echtelingen; Een vader die in zegeningen Zijn kindren bracht tol deugd en eer. Een man van broedermin en vrede, Die, wat hij zegde, wat hij dede, Oprecht was, en door troost en bede Bedrukten hielp, naar Christus leer. Zijn schoone ziel is opgevaren. En troont waar vrome kunstminnaren Het eeuwig loon der braafheid garen, Bij de englen in het hemclsch heer.'... Maandag namiddag, ten 1/2 ure, was er schieting voor de cijbelschutters-maatschappij der Yperschc burgerwacht op hel Minneplein. In den nacht tusschen Donderdag en Vrijdag hebben wij, omtrent middernacht, donder en regen gehad; 's Vrij dags 's morgens vroeg kregen wij nog eene goede vlaag, waarop de hoveniers lachten. Onze Pompiersmuziek gaat heden (Zondag) naar 't Festi val van Gent. Sedert eenige dagen der verledene week repe teerden die heeren in den Publieken-Hof, en Vrijdag avond bovenal voerden zij hunne stukken zeer goed uit. Mochten zij het alzoo doen le Gent, dan zouden zij hunne goede faam, die zij bij den vreemde verwierven, in slaat houden, wij ziju er zeker van. Heden, ten 7 ure 's morgens, insgelijks op het Minne plein, is het algemeene exercicie voor al de garden van geheel het batailjon der burgarwacht. Ten middage, in het stad- liuiz trekking voor de rechters en suppleanten van den Tuchtraad dezer instelling. Wij kunnen niet dan verdienden lof geven aan den IleerMi- nister van Binnenlandschezaken voor de gestadige bezorgdheid en het belang die hij stelt in de ontwikkeling der schoont: Kunsten,Letteren en Wetenschappen. Hij beeft ons nogmaals hiervan een nieuw bewijs gegeven. De aanstaande zittingen onzer Provincie-Besturen hebben hem de gelegenheid ver schaft aan de heeren Gouverneurs eenen omzendbrief toe te sturen, waarin hij de noodzakelijkheid doet gevoelen van ta melijke kredieten te stemmen ter aanmoediging van Kunsten en Wetenschappen. De heer Minister bréngt (en met réden) bij, dat dc Staat, hoewel met den beste wille bezield, niet al tijd op zich alleen kan nemen van aan de menigvuldige vragen te voldoen, zonder dat de Provinciën ook, van haren kant, er in tusschenkomen. Wij hebben dien brief met genoegen gelezen omdat de beweegredenen, er in geuit, altezins gegrond zijn. Het is inderdaad beklagenswaardig alle jare te moeten be- staligen welke onvoldoende kredieten eenige Provincie-Bestu ren, en dat nog soms met moeite, stemmen, om de verstandelijke vooruitslreving der bevolking aan te moedigen, die, op hare middelen alleen wanneer daarentegen steden zijn, niet aarzelen daartoe grootere opofferingen te doen. Van waar mag die onverschilligheid onzer Provincie-Raden komen? Denken bij geval de anderzins nog al wakkere man nen die ons daar vertegenwoordigen dat zij voldoen aan allen met slechts de stoffelijke belangen voor le slaan en deLctterèri en Wetenschappen die, toch de verlichting en beschaving meébrengen, niet verdiénen een weinig ruimer bedeeld te worden Doch wat hier ook van zij, wij wenschen uit gnnscher hei te dat de slem van den heer Minister, ten minste bij eenige

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1865 | | pagina 1