Vcpscliillige lijdingen. Maar, sprekende van lachen, wij zijn de verledene week op AI verin ghem-kcrinis geweest. Daar stond ook iets op den ker- mis-plakbrief, te weten: SCHUIFELEN om prijs. Wij hebben wel hertel ij k gelachen, en ook het kon niet anders. Verbeeldt u cerï dertigtal menschel! van allen ouder dom en maaksel, ieder op zijne beurt op eene estrade klimmen en u aldaar, onder alle slaoh van gebaren iets voorsclmifelen er waren er die, wanneer zij gingen beginnen, in eenen lach scholen en niet konnen voortschuifelenandere die wel deftig hun liedje schuifelden, maar zoo een aardig konijnengezicht maakten dat de menigte in eenen langen lach uitborst; dan een andere die, met een papier voor zich, het al schuifelen zoodanig bezag, men zou gezegd hebben dat zijn aria cr op in muziek geschreven stond, en wanneer men het papier na der bezag, was het een plakbrief: groote verkooping van hoornen, te Loo Er waren cr nochtans die opperbest schuifelden, voorname lijk een, maar wanneer hij geëindigd had, trok hij zoo een vervaarlijk smoel in het aangezicht van den pastor des dorps, die deel van het jurij maakte, dat men bijna onpasselijk wordt van lachen. Wanneer nu de prijsuitreiking gedaan was, en wij zagen dat die artrcst-schuifelaar geen pi ijs had, gaven wij onze verwondering te kennen, maar er wierd ons geantwoord flij kan geenen prijs hebben, hij heeft eene muil gemaakt in M. den pastors aangezicht M. August Brunfaut, kantenfabriekant, lid van den slede- raad, uilenant hij ons korps l'ompiers en voorzitter der koor- maatschappij, komt als ridder der Leopolds-orde benoemd te worden. Zaterdag avond werd er serenade ter dezer gelegen heid gegeven. M. Balmaekers Alfons, zoon van den muziekmeester onzer gemeenteschool, komt de 19e accessit iu den prijskamp -voor het middelbaar ondermijs (leegere graad) te bekomen. Die jongeling is leerling in de middelbare school onzer stad. Tentoonstelling can Schilderijen te Gent. Ziehier de tafereelen, welke door de kommissie van de ko ninklijke Maatschappij van Schoonc Kunsten zijn aangekocht: De Molen, door ltoffiaen (van Yperen); Kempische Hut door Fourmois; de Penning der Weduwe, door Karl Hub- nerde Morgend, door E. KcthelinHollandsch Landschap door C. Leikert; de Zuivelbrug, door F. Boulang.er; Pene ■pleisterplaats van honden, door Max. Claude; Bloemen dooi'E. Lainbrechtsde Onbescheidens, door K. ChaplineZe Boomgaard, door F. DeVigne; Treurige dagen, door H. Bource; Stc-Elisabeth van Hongarije ronddwalendedoor A.DeVriendl; de Oevers van de Marne te Bonneuil, door A. Böhm(van Yperen); Voor het maaien, door A. Van Ever- dingen Bohecmsch gespan, door Otto Von Thoren; Afri- kaansche jagers als scherpschutters, door Ilipp. Bellange. Waarom zou dc prijs van het vleesch verhoogen? Onze bevolking is ongerust en bevreesd, dat de veeziekte iu Holland en Engeland den prijs van het vleescti zal doen ver hoogen. liet zou inderdaad zonderling geweest zijn indien er niemand deze ramp zou geëxploiteerd hebben om er voordeel uit te trekken. In eenige groote steden was het vleesch reeds in prijs ver hoogd, maar zulks kan niet blijven duren en het is zelfs waar- schijnelijk dat de prijs zal verminderen. Inderdaad België voert meer hoornvee naar het buitenland en voornamelijk naar Frankryk, dan wij er nil den vreemde ontvangen. Eiwcldc invoer van vreemd vee iu Frankryk is verboden en bijgevolg zullen de talrijke koppen vet hoornvee die dagelijks naar Frankryk gevoerd werden iu ons land blij ven en tot onze verbruiking moeten dienen. Volgens de officièële statistieken van den koophandel, heeft ons land in 1804 maar S3,525 hoornbeesten uit den vreemde ontvangen, daarin nog de magere dieren begrepen die voor de slachters niet bestemd zijn. Gedurende belzefde jaar voerde België naar liet buitenland 61,747 koppen. Dus ten gevolge van het verbod van invoer van beide zijden der grenzen is Int getal dieren voor de verbruiking grooter geworden. Het aan bod vermeerderende, de prijs inot-l natuurlijk dalen. Deze regel zal iu dit geval niet liegen, want wij zien reeds dat den prijs van het vee op de markten verflauwt en vermindert. De prijs van bel vleesch zou denzelfden gang moeten vol gen, indien de slachterij de regels aannam van al de andere koophandelstakken, maar het is het tegendeel dat altijd plaats heeft, 't is aldus dat de afschaffing der oktrooien den ver bruiker van het vleesch niet bevoordeeligd heeft. Dus men ziet, dat het verbod van uitvoer niet noodig is aangezien Frankryk den invoer verboden heeft en daar het ge tal dieren voor de verbruiking van het land grooter is, bestaat cr niet een reden opdat de piijs van het vleesch zou kunnen verhoogen, Veeziekte. De Minister van Binnenlandsche zaken heeft eene nieuwe cirkulaire uitgegeven betreffende de vee ziekte. Na-eenige maatregels voorgeschreven te hebben, om trent het afmaken der verdachte beesten, hetgeen op rapport van den veearts kan gedaan worden door den burgemeester, de leden der landbouwkommissie, de arrondissement-kom- inissaris en de gouverneur bespreekt de Minister de scha deloosstelling die cr aan de eigenares van liet afgemaakt vee zal gegeven',worden. Die vergoeding is bepaald op 2/3; dit cijfer is liooger dan tijdens 184Iu geval van tijdige afma king zal men nog kunnen gebruik maken van het vleesch, en ziehier daarvoor de noodige schikkingen: 1" de expert (vee arts) zal moeten bestaligd hebben, dal die beesten niet ziek zijn 2" de slachter zal niet in den stal komen 5° de slachter zal die beesten binnen de 24 uren afmaken; 4° zonder ge schreven toestemming van den burgemeester mag de eigenaar zich er niet van ontdoen, noch de slachter het vee afmaken. Alle overtreding wordt gestraft,vzoowel voor slachter als voor eigenaar, met 200 fr.boete. Dc eigenaar beeft dus eigen lijk geen 2/3, maar den verkoop van het vleesch, dan gehee- len prijs van zijn afgemaakt rund. Men merke wel op, dat hij geene vergoeding krijgt, als bij de artikels 469, 460 en 46i van het strafwetboek niet stiptelijk heeft nagekomen. Zie oris laatste nummer). Wij nemen de volgende regelen over uit eenen omzend brief van den Gouverneur onzer provincie, M. Vrambout, gericht aan de heeren arrondissements-kommissarisscn, ge meente-besturen, rijksvecartseu en landbouwmaatschappijeu van Westvlaanderen: Daar de onmiddelijke slachting niet alleenlijk van alle dier dal ziek is of gegrond verdacht is te zijn, maar ook van degene die in de aanraking met besmette dieren ge weest zijn, moet geschieden, zullen de aanvragen lot schade loosstelling voor afmaking ten gevolge van voortzettenden tifus, niet moeten vergezeld zijn van een verslach van den rijksveearts waarbij de staat aangegeven wordt waarin hij het dier zou gevonden hebben tijdens zijn eerste bezoek en de behandeling door hem opgelegd. Dat verslach vereisebt bij art. 2 litt. F van liet Koninklijk besluit van 22 Mei 1834, zo! vervangen worden door eene verklaring van den veearts waarbij bestatigd wordt dat het dier aangetast is van den voortzetlenden tifus of verdacht is het te zijn, en dat cr gc- volgentlijk noodzakelijkheid bestaat lot de slachting te doen overgaan; maar de rijksveeartsen, zullen mij, in dergelijk geval, de gezondheidsmaatregelen aanstippen waarmede zij voldoende uitslagen zouden bekomen hebben. Wat het vleesch aangaat dat voortkomt van dieren die niet besmet zijn, het mag ter verbruiking aangeboden worden, mits cr liet vervoer van te doen niet de noodige voorzorgen maardc huid en andere afvullen moeten gedolven worden, ge-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1865 | | pagina 2