Stads-nieuws. - Verschiliige Tijdingen.-Kunst- en Tooneelnieuws. Ilekendmakingen. Stads Nieuws. VIJFDE JAAR. ZONDAG 3" JUNI i860. N" 211). n,, in-jpvou voor de rcdaklie, de boeken om in ons bladjo geplaatst te worden, moeten vrachtvrij den uitgever, Dixmude-slraat 20, toe- aMtuur l wdcS - lRfSCHRIJVlNGVoorYpcre.., per drie maanden, Ir, 1-00; perjare, fr. 4-00 vóórop te betalen. Button stad, zeilde ni iis met vcrltoo" van het port. Men schrijft in bij den drukker van dit blad, alsook bij alle post-dii ekleurs. BEKENDMAKINGEN 1 '2 centimen den' drukregelde Plakbrieven van V erkoopingen, Verpaehhngen enz. en andere Lengten, ten bureele van dit Weekblad gedrukt, zijn gratis ingelijfd tot liet verval van den dag der verpachting, des overs ags o anders. Alle mlce- kenaar voor één jaar heelt regt driemaal een berigt van zes regels, zijn beroep betreffende, ouvcrgcld in dit bladje te laten inlijven. Er worden wekelijks Afdruksels van dit blad gratis in de voornaamste herbergen der gemeenten gezonden, waar de verknopingen, enz der in ons blad aangemelde goederen, plaats hebben. Zondag laatst was er Prijskamp voor Tooncel-, Zang- en Bijbelkunde te Moorseele. Wij hebben het reisje ondernomen omdat men er de gelegenheid vindt bij zijne kunstvrienden eenige aangename uurtjes door te brengen, liet feest was heel luisterlijkeen zestal vreemde maatschappijen maakten de stoet uiten meer dan 70 kampers trokken in het slnjdpark. Het feest is maar :s anderendaags in den namiddag geëindigd. Vele en kundige liefhebbers zagen wij de lauweren betwisten. Een onzer stadsgenoten, M. G. Mailliard, bekwam er den 2" prijs in de boertige alleenspraken. Eenige eervolle meldin gen zijn nog aan onze Ypersche Stervelingen ten deele geval len. Zie kunst-en letternieuws. Alhoewel men zich altijd zonder tegenzeg aan de uitspraak der heeren rechters moet gedragen, hebben wij nochtans eene opmerking hooren maken, aangaande den pnjs van luiste i- l'ijkste intrede. Twee voorname maatschappijen waren in den stoet tegen woordig, beide hadden een cavalier te peerd mede, om meer luister aan hunne intrede te geven. Het kostuum van de eene was: bonnetgrek, met groole truis, zwarte baard (een aange- plakte), robe-de-cliambre en peper-en-zout koussen, tot aan de kniën over de broek getrokken. De andere was ook een cavalier te peerd, maar die was anders gekleed!: drij buis, bril, mantel, lijfrok, korte broek, alles in kostbare sloffe (het moest nog in zijnen tijd zijden fluweel geweest zijn) afgezet met galons die, wij zijn er zeker van, ook nog over eenige jaren goudachtig geweest is, bij ditalles droeg hij een degen! Eh wel, lezer, zoudt gij gelooven dat de maatschappij met baren robe-de-chambre en peper-en-zout-koussen-cava- lier de prijs van luisterrijkste intrede behaald heeft! t Is nochtans zoo. Maar weetje waarom dat wij denken dat de andere maatschappij niet gelukt heeftomdat haar cavalier zijn degen aan de rechterzijde had Wij twijfelen niet of de prijzen van kunde zullen met meer billikheid uitgeloofd geweest zijn doch, tegen kleur valt er niets te redeneren. goesting en Woensdag morgend, op het Minne-Plein, gedurend de krijgsoefeningen der Rijschool is er een man die achterover met zijn peerd gevallen is.Het beest is op den man gevallen en deze laatste is de bil gebroken. Vrijdag namiddag is te Wervick de donder op drij plaatsen gevallen en heeft bi and verooi z.aakl.Een huis dich t hij de kerk, eene hofstede, niet ver van de statie, en een huisje, op Wer vick (fransch) zijn door hel hemels vuur getroffen geweest en geheel of ten deele vernield geworden. Men schrijft ons uit Popeiinghe de volgende gebeurtenis Eene beenhouwerin van Vperen was met den trein van den noen een uitstapje naar onze stad komen doen om wat zaken te verrichten. Daar deze niet veel tijd eisclilen, trok zij met een kozijntje van tien jaar verscheidene straten der stad door 0111 den tijd te korten en alzoo het vertrekuur van den trein af te wachten. Na veel keeren en draaien geraken zij eindelijk vóór de ingangpoort van het kerkhof. Deze stond gelukkig open, en daar het nog maar drij ure was, wilde de beenhou werin den tijd wat slijten met de gedenkzuilen en kruiskens te bezichtigen. Zoo ging eene halve uur goed voorbij. Tot nu toe was alles om het best, maar toen onze kerkhofbezockster aan de uitgangpoort kwam, was deze gesloten. Eene vrouw die het gras van het kerkhof had gepacht en daar eenen zak groen gesneden had zonder op de bezoekers te letten, was heên gegaan na de poort zorgvuldig gesloten te hebben. Het kerkhof van Popeiinghe is gelegen in eenen wijk die weinig bewoond en bezocht is, en de beenhouwerin moest met den avondtrein naar Yperen. Zij roept, schudt de poort, maar vruchteloos; de poort blijft toe en niemand'komt ter hulp. Tante, ik zou wel over de poort kunnen klimmen, zegt het nog al oolijk kozijntje. Ja maar, vriendje, dat ware niet ge naderd, daarmeê ware ik er toch nitt uit. En zoo blijven zij wachten tot dat een uur later hij geval een bakkersknecht voorhij gaat. llola! he! bakker, zegt, kunt gij mij hier niet helpen, ik moet naar het konvooi. En de brave knaap loopt naar het huis van den grafmaker om den sleutel te halen. Deze was onge lukkig niet te huis. Eene halve uur later komt een melkboer voorbij. Hola! melkboer, helpt mij hier toch uit, het konvooi gaat straks vertrekken. De melkboer loopt naar den grafma kers huis; afwezig! Eindelijk wat jongens en groole men- schen komen naar het kerkhof, en men komt eindelijk op het gedacht om eenen slotmaker te zenden halen, die de been houwerin uit haren kerker verlostte in tegenwoordigheid van meer dan honderd nieuwsgierigen. De beenhouwerin zwoer dat men haar nooit meer op een kerkhof krijgen zou.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1866 | | pagina 1