mm Stads-nieuws. - VerschilligeTijdingen.-Kunst- en Tooneelnieuvvs. bekendmakingen. Stads Nieuws. VIJFDE JAAK. ZONDAG 18» NOVEMBER 1800. N° 243. DE TOEKOMST. BKKiïNDMAKlNGEiN \"2 cenlimen den druKregeiuc i'iaKnneveii >«»y vciku^ui^i. burcele van dit Weekblad jrcdnikt, zijn gratis ingelijfd tot liet verval van Afin dag der verpachting, des overs lags o anders. Alle in kenaar voor één jaar, heeft regt driemaal een berigt van zes regels, zijn beroep belrcltende, onvcrgeld in dit blndje te laten inlijven. Er worden wekelijks Afdruksels van dit blad gratis in de voornaamste herbergen der gemeenten gezonden, waar de verkoopingen, der in ons blad aangemelde goederen, plaats hebben. üc Vlaamsche Ster heeft Zondag laatst haar tooneelsaizocn geopend. Het publiek heeft zich zeer goed verlustigdde drij stukken Soort bij Soort, de Viool van den Duivel en de Boerenkermis) waren goed voorgedragen en alhoewel wij weten dat de akteurs met geenen lof gediend zijn, moeten wij jnochtans zeggen dat zij zich goed hunne rollen voorgesteld hebben. Wel is waar dat in Soort bij Soort de rollen beter hadden moeten van buiten geleerd zijn,omdat zulks het voor naamste is waardoor een stuk goed begrepen en aangenaam Jvan worden, maar wij weten dat de spoed om het te loeren ook er een weinig de oorzaak van is. Deandere stukken lieten niets te wenschen. De herren C.F., C. 15., P.L., J. V., k. O., F. L., en C. D., mogen wij ons compliment maken, doch ons dunkens, had de rol van den zoon van Papa Vincke met meer domheid mogen gespeeld zijn. Men zegt dat in het eerste stuk de rol van den minnaar is vervuld geweest door eenen begin neling. Eh weldie beginneling, buiten nog eenige aan te leeren gebaren, heeft goed gelukt en wij voorzeggen hem eene eerlijke loopbaan, indien hij het goed gedacht blijft hebben zich aan de lessen des tooneclmeesters te onderwerpen en voornamelijk allen hoogmoed ter zijde te stellen, want een akteur-liefhcbber die denkt de opmerkingen zijns meesters te kunnen ontberen, is een verloren artiest, en in plaats van voortgang te doen, blijt hij stilstaan en gaat soms achteruit. Eer wij ons artikei sluiten moeten wij nog eene hoofdza kelijke plicht kwijten: onze hulde bieden aan Mej. Hermans, die, door hare zeldzame kunst, zoo milderijk medegewerkt heeft om den tooneelavond van Zondag tot ieders voldoening te doen gelukken. Deze Juffer, alhoewel nog zeer jong, heeft het Ypersch publiek alleraangenaamst geweest en iedereen verlangt tot dat de Vlaamsche Ster nogeens eene vertooning geeft, geholpen door deze lieve talentvolle tooneelspeclsler. Wij gelooven het publiek te mogen aankondigen dat de 2'10 vertooning van het abonnement zal gegeven worden heden en drij weken, 't is te zeggen den 9 december aanstaande. Gheluvell was Maandag laatst in feest, en men moest er ge tuige van zijn om te kunnen gelooven hoeveel geestdrift op een buitengemeente kun beslaan. Uit vensters, schouwen en daken zag men niet anders dan drijkleurige vlaggen wappe ren. Tifomfpuortcn en transparanten waren er niet te kort. Gheluvclt was op zijn beste 'k Geloof het wel, M. Keingiaert de Gheluvellzijn burgmeester, was door Z. M. lot ridder van :t Leopoldsorde benoemd, liet muziek onzer Pompiers was ten 11/2 ure 's nanoens van Yperen vertrokken en werd ontvangen door het gild van Sl Sebastiaan, de leerlingen der gemeente-schooi met vaandels en eereteekens en de leden der arm—en gemeente-besturen. Hij het Ypersch muziek was er nog eene afveerdiging van eenige Yperlingen vervoegd die zich bij den stoet schaarden en samen naar het kasteel van M. Keingiaert zich begaven. Onnoodig te zeggen dat eene on- tellijke menigte de sloet vergezelde. Aldaar gekomen werd de burgmeester begroet met de luidruchtigste liefdebetoogin- gen verschillige aanspraken werden dien heer als gelukwen- schingen gedaan de hoeren Flamand-Leurs, gemeente-secre taris, de gemeente-onderwijzer, een der hoofdleden van Sint Sebastiaan van Gheluvclt, M. Ramoen, kommandant dei- Pompiers van Yperen, M. Brunfaut, als lid van Sint Sebastiaan van Yperen, stuurden hem het woord, die nu elke einde be groet werd met de vreugdekreten van: Leve de ISurgmeeester, leve M. Keingiaert. Zie hier nu een der aanspraken, deze van M. Flamand, uit name van den gemeente-raad Mijnheer de Burgmeester, Gelief de gelukwenschen te aanvoerden welke de gemeente raad mij belast u aaulebieden ter gelegenheid van het, wel verdiende,ondersclu ulingsteeken aan u,door onzen Vorst,ge schonken inderdaad, Burgmeester sedert 53 jaren, gij hebt onophoudelijk eenen onvermociolijken ijver getoond, in belang uwer medeburgers en bijzonderlijk der werkende klas. Toen in 1847 en 1848, de duurte der levens middelen onze werklieden getroffen heeft, het is aan uwen voordracht, aan uwe persoonlijke en mildadige tusschenkomst dat die menigvuldige huisgezinnen van de armoede beschermd zijn geweest, ten dien einde is hel vlaszwingeien ingevoerd, hetgeen heden de beste opbrengst van onze arbeiders ge worden is, het is ook alsdan dat men begonnen heeft met de keiwegen le maken, dank aan uwe waakzaamheid en aan uwe dienstwilligheid, die nuttige werken zijn zoodanig gevorderd, dat de voornaamste wegen reeds voltrokken zijn; ik moet er nog hij voegen dal het onderwijs der armen altoos eene uwer bezonderste bezorgdheden geweest is. In een woord, gedu rende den langen bestuurlijd die gij doorloopen hebt, hebt gij gedurig gehandeld als een vader des huisgezins uw

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1866 | | pagina 1