Vcrscliillige lijc
igcn.
Priesterlijke benoemingen.
voorval.
scheiding hunner ouders, hetzij eindelijk door het
overlijden van eenen of verseheide broeders, recht
op dienst vrijdom zullen verkregen hebben, overeen
komstig art. 91 en 94 der voorgemelde wet van
1817, zullen hunne vraag ter bekoming van diensl-
ontslag, schriftelijk en gestaafd door bewijsstuk
ken vóór den 5 januari aanstaande, aan het'
plaatselijk bestuur hunner gemeen te moeten zenden.
Uit Triest meldt men dat in den toestand der keizerin
Charlotte gedurende de jongste w i ken geene verandering is
gekomen. De waanzin is niet toegenomen, de lichaamlijke ge
steldheid is dezelfde gebleven. Derhalve zijn al de in jongsten
tijd verspreide geruchten van longziekte, mania, enz., alsmede
de berichten van consulten van geneesheeren, die door den
verergerden toestand der keizerin noodzakelijk waren gewor
den, ten eenenmale ongegrond. Evenzoo ook kan het bericht
als onjuist worden tegengesproken, van een telegram om
trent verdere maatregelen ten aanzien der keizerin te nemen.
Wij onlleeucn de volgende tijdingen aan de Neue Freie
Prcsse van Wcenen, aan welke wij de gansche verantwoor
delijkheid overlaten
i! Keizer Maximiliaan is te Orizaba gevangen. Maarschalk
Bazaiue verzet zich tegen zijne inscheping. Hij doet hem van
nabij bewaken zoolang.keizer Maximiliaan, welke tot hiertoe
nog niet heeft geabdikeerd, hem niet de gansche korrespon-
dentie van'Napoleon III heeft afgeleverd, welke, zegt men,
zeer wetensweerdige bladzijden bevat over de evenlueele ont
werpen welke Napoleon 111 zou opgevat hebben, in het geval
dat de scheuring van het Zuiden zou hebben gezegepraald.
Men weet dat er een bijzonder fonds van 20,000 francs
is bestemd om reisbeurzen te verleenen aan werklieden, om in
•1807 de algemeehe tentoonstelling van I'arys te bezoeken. M.
de Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de gouver
neurs der provinciën cene circulair gezonden om hun te ver
zoeken de koophandelskamers en de administration der nij
verheidsgemeenten uil te noódigen, de inrichting van
bijzondere komiteiten te bewerken, welke zouden gelast zijn
een gemeenzaam fonds te stichten bestemd om met h< t
staatskrediet in reisbeurzen te worden verdeeld. De voorstel
len tot het verleenen der reisbeurzen moeten vóór 15 februari
aanslaande geschieden,
Als-vergoeding voor het slechte weder, waaraan ze on
ophoudelijk blootgesteld zijn, heeft de Minister bel'óoningen
doen geven aan de lagere bedienden en bric vendragers van hel
postbestuur.
Er zijn reeds meer dan 500 koor- en muziekmaatschap
pijen ingeschreven om deel te nemen aan den festival-prijs
kamp, die in 48G7 te Parys zal plaats hebben.
De jonge personen om een ding met rokken malkaar in
tweegevecht uitdagen, dat gebeurt geheel dikwijlsmaar dal
grijsaards van tusschen 79 en 80 jaren, die eerder aan het pie
renland moeten denken, voor eene jonge poes een heeten
strijd aangaan, dit hadden wij nog niet ontmoet. Dit had Zon
dag morgend nochtans plaats in de Hamerstraat te Brugge,
en wel in zulke hooge mate, dat er verscheidene personen
moesten tusschenkomen,wilde men niet dat de twee minnende
oudjes het weinig hoofdhaar, dat zij nog hebben, in den
strijd verloren.
Men verzekert dat de terugvoer der belgiesche vrijwilli
gers uit Mexiko, door de zorgen van het fransche gouverne
ment zal bewerkstelligd worden.
M. Van de Putte, pastor-deken van S' Bertinus te Poperin-
ghe, is pastor-deken benoemd van O. L. Vrouwe, te Kortryk,
in vervanging van M. Sogers, die zijn ontslag gegeven heeft.
MEN G E Ij I ft tS'Ëfti
Geeft aan dm Opperheer wat gij hem geven moit.
Verzint eer gij begint, verzint hel ëven goed.
Voorzichtig moi t gij zijn om uwen vriend te kiezen.
Den smaak der schoone kunsten moogt gij nooit verliezen,
l^aat het eenieder vrij te denken zoo hij wilt,
En geeft gewillig toe als men met u verschilt.
Te luisfren is een plicht naar raad van wijze lieden.
Zoekt nimmer uw versland een' andreii'aan te bieden.
Men spreke niemand aan te hoog voor zijnen staat.
Uw' spraak zij ongeveinsd en open uw gelaat.
Doet steeds uw woord gestand hebt gij bel eens gegeven.
Belooft ook nimmer iets dat gij niet ha kunt leven.
Gedienstig moet gij zijn, zachtmoedig en beleefd,
Rechtzinnig bovendien aan alle goeds verkleefd,
Wees spreeklljk voor elkeen, laat allen u genaken
Niet uil bejag naar winst, om nuttig u te maken.
Misprijst uw naasten niet; zijt nimmer valsch of snood
Betracht de vriend te zijn zoo wel van klein als groot.
Vermijdt zooveel gij kunt processen en gedingen.
Poogt nimmer in de zaak eens audren u te dringen;
Doch stelt ook d uwen niet aan anderen ten toon.
Leent-geern aan een vriend en doet het zonder loon.
Dat uwe wraak besla in goeds voor kwaads te plegen.
Waar twist of tweedracht is daar brengt gij vrede en zegen.
Looft zonder vleierij en hekelt zonder haat.
Ifet is een wijze man die schertserij verstaat.
Gij zult uil snoeverij of praalzucht nimmer vitten.
Laat eiken braven man in rust en vrede zitten.
Een dienst den vriend gedaan mag nooit verwelen zijn.
Betaald als eerlijk man uw schulden groot en klein.
Gij zult in 't ongeluk uw' vijand hulpe bieden.
Liefdadig moet gij zijn voor armeschaamle lieden.
Bedaart uw driften al, en kent uw eigen waard.
Veracht de lastertaal als 't grootste kwaad op aard.
Verkwist uw goedrdh niet. Zijt sober in het eten,
Weest nooit in politiek te hevig, te vermeten.
Dat heb- of baatzucht nooit uw drijfveer wees lot spel.
Of gij verlies.!, of wint, hel wees u even wel.
Aan eenen kris ten plich t en moogt ge nooit ontbreken.
Weest zacht en zedig in uw handlen en uw spreken.
Geeft acht op ieder woord; bedriegt noch klein noch groot.
Aa.oy.eerd 't gering geschenk dat u de vriendschap bood.
Voor d'armcn schuldenaar zijt gij vol mededoogen
Spreekt hem goedgunstig aan door zijnen nood bewogen.
Bewaart 't geheim dut men u toevertrouwt als vrind.
Benijdt den voorspoed niet dien gij bij andren vindt.
Hebt eerbied en ontzag voor overheid en grijsheid.
Onthoudt dit, en gij zult een toonbeeld zijn van wijsheid.
Yperen, 12» Dec. 1866. Naar het frausch door
L. Van Ackkh,
Onder-Luitenant bij 't 10'
Een mijner bekenden, aldus zegt dc verbalet-, de heer
11.,.deed somtijds met zijn zwager W. een toertje naar het
stadje G. om eeuige vrienden te bezoeken, doch logeerden,
om vrij in Hun handelen te zijnjktéeds in liet logement. W.
was eene vrolijke natuur en hield veel van een goed «ezel-
schap. Opmerkelijk was echter de af keer, dien hij van lijken
had, ja deze was zoo sterk, dat hij liever eenen omweg maak-
l', dan het huis voorbij te gaan, waar hij wist; dat een lijk
was. Op zekeren tijd dat wij in het logement vrolijk met ons
nrijen bijeen waren, vraagt de logementhouder, of W. dien
nacht op de kamer van zijnen schoonbroeder wilde slapen
omdat het vertrek, waar hij gewoonlijk sliep, bezet was
Dal ts goed, zcide W., wij zullen dat wel vinden.
toen het omstreeks Uen ure was, stelde 11. voor naar bed te