VAN IJPEREN.
4 FRANKEN 'S JAARS
Nr 266. Zesde Jaar.
ZONDAG 28 APRIE 1867.
Politiek. Stadse Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
BERICHT.
Politieke berichten.
VOOR IJPEREN(f#4 Fit. 4-50 VOOR RUITEN STAD.
Aankondigden 12 centimcn den regel.
Reklamen 25 centimen.
IJj§ Bureel: Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
De niet aan ons blad geabonneerde
personen, drijmaal een nummer der TOEKOMST
aanveerdende worden aanzien als abonnenten.
Hun abonnement zal met aanstaanden trimester
aanvang nemen.
Tot hiertoe is alles in den politiekcn toestand
duister en verward.
Overal wordt er angstig gevraagd zullen wij
oorlog of vrede hebben en lol hiertoe heeft men
op deze vraag geen bepaald antwoord kunnen ge
ven.
Wat ons betreft, wij willen voor gccne profeten
doorgaan en wcnschen niets beters dan ons te be
driegen maar wij kunnen aan de handhaving van
den vrede bijna niet gelooven.
Het spook des oorlogs rijst gestadig voor onzen
geest op en het schijnt ons bijna onmogelijk, dat
deze ijslijke gcesel van boven onze hoofden verwij
derd worde.
Men blijft nog altijd hetzelfde oflieiëeel stilzwij
gen behouden over de-kwestie van Luxemburg.
i.
Gocnc feiten, gcene nieuwstijdingen; niets dan in
drukken, eerder instinkmatige dan beredeneerde
dit is heden de ware bulletijn van den toestan. In
een woord, men heeft weinig hoop op de verzoe
nende pogingen, welke door de diplomatie in het
geheim worden aangewendmen stelt maar een
zeer beperkt vertrouwen in de openherligheid, de
onpartijdigheid en de belangloosheid van al de mo
gendheden. die als bemiddelaarsters zijn opgetre
den; zelfs te Berlijn, waar men dezer dagen over
tuigd was, dat de definitieve krisis zou worden
uitgesteld, denkt men heden te weten, dat men er
zich mag aan verwachten de gebeurtenissen binnen
kort tol een rampspoedig einde tc zien leiden.
De taal der pruisischc dagbladen, vooral van
degenen wier betrekkingen met het gouvernement
gekend zijn, geeft maar al te veel waarschijnlijk
heid aan die vooruitzichten, want allen zijn het
eens om stellig alle overeenkomst te verslooten, die
voor eerste voorwaarde niet heeft, dat de vesting
van Luxemburg door de Pruisen niet moet ont
ruimd worden. Nu, de knoop zelf van de moei
lijkheid ligt in de tegenwoordigheid der pruisischc
troepen in die' sterkte, en zonder eene toegeving van
wege het Berlijnsche kabinet op dit voornaam
punt, is het niet mogelijk dat dit konfiikl anders dan
door de wapenen kan worden vereffend.
Een meer of min officieus blad van Parijs l'Eten-
dard, meldt dat de minister van oorlog van
Frankrijk al de officieren en onder-officieren die
tegenwoordig in verlof zijn binnenroept voor den
50 april. Alhoewel dit ministerieel bevel uitge
legd is door de noodzakelijkheid de kaders geheel
volledig te maken voor het ondericbl der reserve,
die op weg is naar de depots, zal het publiek niet
nalaten, deze omstandigheid met den tegenwoor-
digen toestand in betrekking te brengen.
Er zijn ons van verschcide kanten tijdingen
toegekomen, die ons melden dat de gezanten van
Monseigneur in beweging zijn tot het opzoeken van
eenen kandidaat om den Iin Junij de hernoeming
van onzen achtbaren Senateur te bevechten. Ge-
rome Paturot gaf zich min moeite om eenen maat-
schappelijken toestand te vinden dan zekere
gekruinden om een slachtoffer te werven, dat zich
in het belang van het klerikalismus zou willen la
ten buizen. Men heeft reeds aan vele deuren ge
klopt, en tot dus verre niemand heeft nog open
"V.
DE TOEKOMST,
Tiet is waar, frees, het ongeluk treft ons zwaar; sedert
eene maand zijt gij verplicht te bed te blijven, en daarbij ben
ik al veertien dagen zonder te kunnen werken, door de won
de, die ik aan mijne handen bekomen heb. Ik weet niet wat
er van ons moet geworden.
Zoo sprak Joseph Baumer, een ieverige timmerman, die
zich in eene kleine woning te Weenen bij het ziekbed zijner
vrouw bevond, terwijl twee nog jonge kinderen stil in den
hoek van den schoorsteen zaten.
De vrouw ligtte bij deze woorden zachtjes het hoofd op,
ondersteunde het met hare vermagerde hand en zeide
Ik hoop, Joseph, dat ik binnen eenige dagen hersteld
zal zijnen mijn naaiwerk zal kunnen hernemen; ook wanneer
uwe hand zal genezen zijn en gij weêr kunt werken, zal alles
eene betere wending nemén maar inlusschen, het is waar,
onze toestand is erg.
Zeer erg, sprak de timmerman; reeds zijn onze beste
meubeltjes verpand, er blijft ons bijna niets meer over. Nog
eenige dagen, en alles zal weg zijn. Onze kinderen zullen om
brood schreien, en ik, ongelukkige! zal het hun niet kunnen
geven. O, dit gedacht doet mij het hoofd verliezen, maakt mij
wanhopig
En de arme man wendde zich om en weende. Ook de moe
deren de kinderen stortten tranen.
Joseph, sprak de vrouw, als christen moogt gij den
moed zoo spoedig niet laten zinken, moogt gij u aan de wan
hoop niet overgeven. Er is eene Voorzienigheid, die over de
menschen waakt, en dikwerf op het onverwachts hulp en
troost aanbrengt.
De timmerman zweeg, en hield gedurende eenige oogen-
blikken de hand aan zijn voorhoofd, alsof hem iets te binnen
was gekomen. Op eens stond hij op en zeide
Trees, ik ga den ring verpanden, waarvan ik u zoo dik
wijls heb gesproken. Met smert ontdoe ik nsij van dit ge
schenk, waaraan eene zoete herinnering voor mij verbonden
is; doch de nood dwingt...
De vrouw knikte, ten teeken van toestemming, en Joseph
haalde uit een doosje het bedoelde juweel te voorschijn, sloeg
nog een teederen blik op hetzelve, en zegde op het verlaten
zijner woning, tot In t oudste zijner kinderen
Mieken, pas gij intusschen moeder goed op, ik zal spoe
dig terug zijn.
Na verloop van eenige oogenblikken bevond de timmerman
zich in den goud- en zilverwinkel van M. Slauber.
I.IPERERT, 97 April E8&7.
Mijnheer, zegde hij, terwijl hij het kleinood op de toon
bank legde, ik verzoek u mij op dezen ring tien florijnen te
willen leenen. Ik zou...
De juwelier bezag den ring, keerde denzelven om en zeide
schokschouderend
De helft is hij omtrent weerd, en dan nog heb ik liever
dat gij op een ander met dat ding gaat.
De timmerman scheen door deze woorden getroffen en her
vatte met bevende stem
Moest ik den ring niet verpanden, Mijnheer, dan stond
ik hem nog voor geen honderd florijnen af, zooveel prijs
hecht ik aan denzelven; maar rechtuit gezegd, de nood dwingt
mij daartoe. Door de ziekte mijner vrouw en deze wond aan
nnjne hand kunnen wij niets verdienen en lijden wij en onze
twee kinderen bijna gebrek. Daar ik dikwijls voor u heb om
werkt, dacht ik bij mij zeiven, dat gij er geene zwarigheicTin
zoudt vinden, om mij tienen florijnen op dit pand te leenen.
Dit zegt weinig voor u, maar voor mij is het veel.
Lachende haalde M. Slauber de schouders op en keerde Jo
seph onmeêdoogend den rug toe.
Een rijk gekleede heer die den ouderdom van 2S jaren kon
bereikt hebben, bevondt zich ook in den juweelwinkel. Met aan
dacht had hij naar den timmerman geluisterd en scheen ge
troffen over zijne woorden en over het eerlijk voorkomen, dat
op zijn gelaat uitblonk. Hij naderde hem zachtjes, stak hem
eene som in de hand en zegde