Van alles wat. Slads Nieuws. schandelijk deel nemen in de stichting, versprei ding en opstel der walgelijkste gazetten. De schrijvers van het Nieuwsblad schijnen hij die vergelijking hard op de zenuws getroffen te zijn en zij schreeuwen dat dit alles laster is. Lie- gen, schimpen, vermeerderen, vervalschen, las- teren, zij moeten hel niet laten voor de moeite. Alles is wel als zij er maar in gelukken om het papegoedje hatelijk te maken Dépopulariser Ia prêtraille Ziedaar hoe het christelijk Nieuws blad van ons spreekt. Wij verzoeken onze lezers nogeens ons gemeld artikel te overlezen met aandacht en wij hebben de overtuiging dat zij er geen een woord zullen in vinden, dat niet overeenstemt met de ware en echte grondregels der zuiverste christelijkheid. Hel Nieuwsblad zegt dat er geen verschil is lusschen de priesters, zij zijn geheel eens in ons catholiek Vlaanderen, eens in de catholieke we_ reld, eens onder elkander, eens met hunne bis— schoppen, eens met den Paus van Hoornen Ziedaar wat de verstandige gazette uil den Water hoek ons toeroept. De schandelijke vuilbladen het Jaar 50, de Bo- terkuip van Dixmudeliet Nieuwsblad van IJperen en andere, die hier min gekend zijnen- dien de Deken Spaas, rampzaliger gedachtenis, indien de priesters, die deze gestichten nog verde digen, waar de zuivere zeden in de slordigste vuil nis betrapt w orden, indien deze allen eens zijn met de Bisschoppen en zelfs melden Paus, wij beklagen de arme religie en wij zeggen in volle overtuiging Deze, die geroepen waren om ze te verdedigen en te beschermen,zullen ze door hunne baldadigheden vernietigen Het Nieuwsblad zou willen den naam welen van die waardige priesters, die nog al onze achting ver dienen en het meent dat wij eenvoudig genoeg zul len zijn om die brave lieden aan vervolgingen bloot te stellen. Hel is er compleet nevens. Wij kennen te wel de wraakzucht van den jesui- tieken boel, om brave priesters naar zijnen onmeê- doogenden haal te verzenden. Wij hebben reeds te veel voorbeelden gezien van de tormenten, die men deed onderstaan aan achtingswaardige en godvruch tige geestelijken, die de hand niet wilden leencn aan de'politieke kuiperijen en de hatelijke hande lingen van liet schijnheilig en driftig jesuitismus anders gezegd de politieke geestelijkheid. De halve catholieken (dat zijn de die welke nog gcenc platvoclers zijn) krijgen bard op hunne dui men van het Nieuwsblad. Het is alsof bet Nieuws blad veel miskonleuter ware van de catholieken, die voor M. Mazenuuï gestemd hebben, als van de goddelooste radicalen, van wie het nooit geen woordje spreekt! Dat is gemakkelijk te verstaan, de gematigde catholieken hebben zijnen stinkenden winkel gevlucht en de radicalen helpen hem nieu we kalanten zoeken. Oef, het woord is er door!Het Nieuwsblad heeft zijnen eed verbroken, liet heeft de Toekomst genoemd In zijn n'van 15" April zegde het op eenen plechtigen loon dat liet nooit meer den naam der Toekomst zou uitspreken, want die naam ver scheurd hem den mond. Als liet Nieuwsblad dit zjgde, het heeft gerekend zonder de Toekomst; het zal ons nogal noemen, daar zijn we zeker van, en ais zijne mond telken daarvan moet verscheurd zijn, het zou wel doen zich allicht een bekkeneel in caoutchouc te maken. Dal is sloffe die rekt en niet scheurt. Het Nieuwsblad zegt dat wij priesterschuw zijn. Dat is. eene misslag, wij zijn in 'l geheel niet priesterschuw, ter contrarie maar wij wij» valschaardschuwvuilpolscliuw onrechlveer- digaardschuw, Iasteraurssehuw en godsbedriegers- schuw. Hel Nieuwsblad,zal nu zeker genoegzaam ingelicht zijn over onze soort van schuwheid. liet Nieuwsblad belooft aan de halve catholie ken hun per naasten nog wat klaarder hun onver stand en hunne 'flauwheid te doen kennen. Als de vos den vasten preêkl, boertje wacht uw ganzen!' De principaal van "t eollegie van Kortrijk vroeg aan den provincieraad 20UÜ (ranken om groote jongens te subsidiëren. Indien ik lid van den pro vincieraad en zelfs hard klerikaal ware, ik zou hem seffens vragen voor wien hij mij neemt. De provincieraad heeft in die zaak geenc uil- spraak moeten doen. Zij is gevallen onder de open bare verontweerdiging. De principaal zei dat liet stuk gemist was van adres! Ha, ha, ha, ha! Het Nieuwsblad zegt dat wij leugenaars en las teraars zijndie scheldwoorden slachten de petitie van den principaal van T eollegie van Kortrijk, zij zijn gemist van adres 't is in dm Waterhoek dat zij moesten aankomen Daar is de groote fabriek van leugens, laster en eerschendelij, en dat alles ter meerder eer en liefde Gods! ïoci Rousbrugge, 14" Juli 1867. Getrild hebt als een maagd, die uit den doodslaap [schiet Zij melde, dat de galm van Vlaandrens bardenlied, Dien zonen toegewijd, uw ziel heeft opgetogen, En weêr een levensstraal deed schitteren in uwoogen, i' Dat gij u thans in pracht lot feestgebaar bereidt, Om lang verznimde plicht en achtloosheid te boeten, Dat gij de schim van een' dier zonen wilt begroeten ii Op de eerzuil der onsterflijkheid. Om eene letterkundige ontleding te geven van de ode aan Antwerpen zoude men moeten tenzeifden tijde dichter, schilder, kunstenaar en geschiedkundige zijn en ik heb noch de eene noch de andere dezer eigenschappen. Ik wil echter al mijne pogingen in het werk stellen om u met deze uitlegging niet te vervelen. Bij het opstellen dezer ode bevond Ledeganck zich in eene omstandigheid die al de krachten van zijnen dichtergeest ont boeide, en het is daarom dat het stuk de twee vorige overtreft door verrukkende verbeeldingen, door rijke en poëtische uit drukkingen. Wat kan er verlokkender en liefelijker gevonden worden dan het begin van dit liergewrocht ii O Koningin der Schelde, li Wat overschoone dag, H Toen ik u laatslmaal zag Gij trokt uw muren uit naar 't lommer van den velde, ii En waart gedoscht in feestgewaad, ii En droegt den lach op 't lief gelaat ii De wemelende drang van uwe ontelbre kinderen ii Scheen me als een dichte zwerm van bontgewiekte vlin- [deren, i> Die zich in 't geurig ruim der lentelucht verheugt, ii En 'k sprak: hier woont nog heil en volksgeluk en [vreugd ii (Slot bij naaste). ■Ar •Ar im In de Toekomst hebben wij een zeer ecL relaas gelezen over de liberale feest alhier den heere IIazmm aangeboden. Hierin was geene vleierij, geene logentaal. De waarheid en de waarheid alleen, zonder den minsten laster naar iemands hoofd te werpen. Op zijne beurt komt een gekruinde sch rij velaar in het Nieuwsblad, de feest der intrede van den Bisschop te ïtous- brugge op te helderen. Blaar, helaas! ui welken stijl Ware het niet dat wij in de laatste kiesworsteling, de politieke priesters zich aan alle walgelijkheden hadden zien overgeven, wij souden aan den oorsprong dezer correspondentie moeten twijfelen. Hunne handelwijze staaft ons zeggen, zij kunnen dan niet kwalijk nemen datwij hun eene antwoord geven. Wij bekennen dat Rousbrugge, tijdens de inkomst van den Bisschop, zeer prachtig versierd was nochtans was dit hul- debewijs, niet aan den politieken man, maar aan den verte genwoordiger van den godsdienst gebodenaangezien de liberalen zoo wel als de catholieken hierin medegehoipen heb ben. Hadden onze politieke priesters voorgesteld den Bisschop in hoedanigheid van hoofd der catholieke dweepers te ont vangen, dan zou het spel veranderd hebben en Rousbrugge zoujop nieuw geloond hebben wat het is. De korrespoudent, die een overgevlogen vreemdeling is en die het geld van den biootaard zeer hooge prijst, verheft den Burgemeester, de Schepenen en de leden van den Gemeente raad lot in de wolken. Is dit noodig helaas neen! Eenieder en onze bestuurders zelve weten maar al te wel, dat zij in den Raad tegen den wil der Rousbruggenaars zetelen en dat zij daar maar gekomen zijn door de kiezers van Ilaringhe en van den Oosthoek, welke, gelooven wij, van hunne dwalingen zullen terug komen en hen bij den neus door den pastoor niet meer zullen laten leiden. Daarom moeten onze bestuurders, zoo men zegt, de leerzen vagen en hun burgerlijk beheer on der de voeten van politieke priesters laten trappelen. lil plaats dat onze gemeente overheden zich bezig houden met beurzelarijen, zoo als sparren koopen, planten, dekoree- ren, enz., voor de komst van een Bisschop, en op andere tij den zich onthouden, gelooven wij dat er voor den welstand der neeringdoende lieden en voor eenieder in het algemeen, hoogere plichten te vervullen zijn want indien het niet betert zal Rousbrugge weldra erger dan het minste dorp van Vlaan deren zijn. De gekruinde schrijvelaar is nopens het overheerlijk ont haal van M. Mazeman als liberalen Scnateur binnen Rous brugge op zijn gemak niet. Dit prachtig en broederlijk feest, waarvan wij nooit tie weerga alhier gezien hebben, heeft zij netten geest verward. Inderdaad dit feest was politiek, libe raal; en, buiten de regen lie, die alhier aanzien is als een zero in cijfer, heeft eenieder aan dezelve deelgenomen. Het huide- iu wijs was zoo verheven, de stoet en de volksmenigte was zoo groot,, dat eenigedibben en kosters meenden aan bet einde der wereld gekomen te zijn. (Niettegenstaande dit alles durft de dweeper stoutmoedig uitroepen: wat verschil lusschen de komst van den Bisschop en die van den Senateur Ja het verschil is groot. Het onlhaa van den eersten geschied door de geestelijkheid, kindrrs, dib- ben en kwezelaars. Het onthaal van den liberalen Senateur geschied door de maatschappij De Leeskamer wier zes-en veertig leden aan de burgerij loebehooren! En in dit onthaal, niet door middel van bedwang of van geld, is zij door al de maatschappijen der gemeente, ten getalle van zeven, geen een uitgezonderd, medegehoipen. NB ij zijn overdreven: eene maatschappij heeft zich nochtans onthouden, die der klokken luiders. Blaar dien dag was er het klokkengelied niet noodig'. I ot wederziens. Een liousbruggenaar. Een koninklijk besluit van i 11 Juli 1807, staal aan de Tee- ken-Akademie van IJperen 6 zilveren medaljen toe, waarvan eene groot moduul en vijf kleine. - Het concert dat Zondag middag in den Publieken Hof moest plaats hebben ten voordeele der ongelukkige uilfebran- den van Eangemarck, is, Ier oorzaak van het slecht "weder, gedeeltelijk mislukt. Niet dat wij iets weten van het uitvoeren der stukken, maar de opbrengst heeft veel geleden, doordien hetzelfde eerst in de fooneelzaai aangekondigd was en men daarna liet in de Halle deed plaats hebben. Alles goed gerekend, zal de opbrengst, daarin begrepen de giften te Langetnarck, tot de 800 franken beloopen. Dezer week iiep er een gerucht in stad dat er een onzer schutters, die naar Winbledon vertrokken zijn, verdronken was. Men begrijpt wat onrust en verlegenheid men aan eene familje kan veroorzaken met zulke niet al te slimme lachernijen uit te strooien. Wij verhopen dat het niet opzettelijk is gedaan geweest en dat de oorzaak van dat gerucht misschim te wijten is aan het eene of andere misverstaan.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1867 | | pagina 2