VAN IJPEREN.
4 FRAKKEN '8 JAARS
Ar 28#= - Zesde Jaar.
Politiek. Slacls.- Kunst- en Letternieuws. Verscliiliige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Politieke berichten.
LEDEGANCK.
VOOR IJ PEREN. Fk. 4-50 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 cenlimeu den regel.
Reklamen 25 cenlimen.
wm&mm
ZONDAG,, 4 AUGUSTI 3807.
Bereei. Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachlvrij.
Alle dagen komen er nieuwe geruchten in om
loop nopens dc wijze, waarop er notas of depeehen
van het fransch gouvernement naar Berlijn zou
den zijn gezonden in zake van Nöord-Slceswijk.
Keizer Napoleon zou de begeerte hebben uitge
drukt de kwestie van Sleeswijk aaneen curopisch
Congres te onderwerpen even als men met degene
van Luxemburg gedaan heeft.
Tijdingen uit Mexico door den gezant van
Frankrijk, M. Dano, gezonden, gaan niet verder
dan tot dc overgave dier stad en van Vera-Cruz.
Zij bevestigen den tegenstand van Marquez bij de
overgave van Mexico aan de liberale machten.
Ziet hier wat wij over dien generaal in eenc
korresponde,nlie lezen
Dat wijlen keizer Maximiliaan van Mexico dc
onvoorzichtigheid had, generaal Marquez, een in
Mexico algemeen gehaat persoon, te benoemen tot
lid van het regentschap, dat hij den 10" Juni te
Quarctaro instelde, voor het geval dat hij het leven
mocht verliezen, werd hem zoo euvel geluid, dat
die beschikking een der punten van beschuldiging
geweest is.
De lordskamer heeft zich in hare zitting van
Woensdag avond bezig gehouden met dc discussie
Voordracht van den heer ADOLPIIE MUNY,
in den Kunst-en Letterkring, op 22" Mei 1867.
over het amendement Cairn, strekkende om te be
palen dat in de kiesdistrikfen, alwaar er drij leden
moeten gekozen worden, men sleehls voor twee
kon stemmen.
Het gouvernement heeft dit amendement bestre
den, hetwelk door Lord Paissell werd ondersteund.
Het amendement Cairn werd aangenomen met
142 stemmen tegen 51.
De Sultan is te Pesth aangekomen. Hij is op
ccne zeer geestdriftige wijze ontvangen geworden.
Eergisteren gaf hij gehoor aan eenc afveerdiging
Honveds, die hem hunnen dank gaan betuigen zijn
overzijnc gulle herbergzaamheid jegens de hoofden
en generaals der hongarische revolutie van 1848.
Weinig gekroonde hoofden mogen zich roemen er
gens zulk een onthaal genoten te hebben. Niet te
min laat de russische drukpers niet na vuur en
vlam te spouwen tegen den Sultan.
De Kardinaal Antonelli, Staatssckrelaris van Z.
IE den Paus, heeft aan de Pauzelijke afgezanten
bij de kathol ij kc hoven eenen omzendbrief gezon-'
den, in den welken hij hunne aandacht inroept
over de laatste beraadslagingen van helltaliaansch
parlement.
Dezen omzendbrief bestaligt dat de handelwijs
van het gouvernement van Viclor-Emmanucl te-
genstrijdig is met de verbintenissen welke het je
gens den Paus aangegaan heeft.
Zij wijst op de toebereidselen der vrijwilligers-
benden, welke voor oogwit hebben van aan den
Paus zijn tijdelijk gezag te ontnemen.
Het Nieuwsblad wilt er niet van afzienhet
verdeelt de bevolking in tweederlei partijen, in
geheele en in halve katholieken; het begrijpt onder
de eerste degene die door onwetendheid, bedrog of
dweeperij, de hand bieden aan den jesuilicken
boel om het beheer in handen van den zeiven te
kunnen stellen, en aldus het doel dat hij sedert
eeuwen betracht en ter bereiking van welk hij
voor geene.gruweldaden heeft achteruit gedeinsd,
te kunnen bevorderen. Dit doel is van eene alge-
meenc republiek onder het beleid van den Paus
daartestellen, in welke de Keizers en Koningen als
onderdanen zouden moeten gehoorzamen, gelijk
hel in dc middeleeuwen bestondzoo verre dat
Hendrik de Vïil, Keizer van Duitschland, door den
Paus in den ban der II. Kerk geslagen, om genade
te bekomen, in zijn hemde en op zijne kniën zijne
vergiffenis moest afsmeeken.
Degene die liet Nieuwsblad halve katholijken
noemt, zijn die welke getrouw aan de voorschriften
CTSaSHS
ssMsasBarsm
mm SlMËÏS
nritaemaa
'>ii a a«9«
IB..* (H
DE TOEKOMST,
(5° Vervolg en slot).
En waar zal men de oorsprong onzer hundelmetropool
eenvoudiger en fraaier uitgedrukt vinden dan in het verhaal
dat de dichter doet volgen; waar zal men de krijgstafereelen
die zich aan de geschiedenis van Antwerpen vasthechten, he
ter afgemaald vinden dan in Ledeganck's pure en zuivere
poëzij? Wie kan er getrouwer de lofrede uitspreken der vor
sten van de schilderkunst.
Het beeld dier vorsten zweefde
Voor mij in hellen glans,
En 't was mij, of ik gansch
Ontroerd door zulk gezicht, van heilige aandrift beefde
Ik merkte er een' in hun getal
Met breeden hoed en kloek van stal
Voor wien al de andren ziclt, als voor een leenheer, bogen.
Zijn vonkelende arendsblik, gevestigd naar den hoogen,
Scheen door een stroom van licht der heemlen opgeklaard,
Zijn naam Men vraagt geen naam vereeuwigd voor heel
[de aard.
En wie eindelijk heeft ooit meer hulde en eer toegedragen
aan den beroemden poëet die te Antwerpen het eerste levens
licht zagen die ook, eilaas, in den bloei zijner jaren aan de
vlaamsche letteren is ontnomen geworden.
Ziedaar, Mijne Heeren, hel leven en de werken van den
vlaamschërt dichter wiens naam reeds met guide letteren op
hel outer der onsterflijkheid gegrift slaat en wiens heilige
poëzij het hart van eiken vlaming doet jagen van vaderlands
liefde en van bovennatuurlijke aandrift.
Men zegt dat de onsterfelijke kampvechters van het schoone
en het ware, soms eenen blik van boven nederwerpen op de
moedige strijders die hier beneden hunne voetstappen volgen
en die hun leven toewijden aan het grootsche werk der ge
dachte.
Indien zulks waar is,Mijne Heeren, O dan moet Ledeganck,
in dezen stond, ecu oog van geluk op onzen Kring vestigen,
O dan moei hij ons, van uil zijn eeuwig verblijf, toelachen en
toejuichen.
Een laatste woord, Mijne Heeren, het laatste misschien dat
ik u van dit spreekgestoelte zal toesturen, een woord van
vaarwel, maar terzelver tijd een woord dat u zal overtuigen
dat ik altijd in het toekomende eenen moedigen worstelaar
voor de vlaamsche letteren zal blijven.
Binnen eenige oogenblikken, Mijne Heeren, zult gij mij
zeggen pp welke manier ik mij van mijne taak gekweten heb
maar welk ook het oordeel zij dat gij zult uitspreken ik ver
laat u niettemin met de innige voldoening van mijnen plicht
volbracht te hebben, en later, als fran.sche sprekers zullen
staande houden dat zij, ten alle tijde, meer begunstigd »e
weest zijn dan wij, in al wat Létteren en Kunsten betreft
als zij zullen zeggen: uit Frankrijk's grond is een poëet ge
sproten na iedere groote gebeurtenis,dan zal ik met hoogmoed
antwoorden
4830 is óók voor ons eene omwenteling geweest, en deze
omwenteling heeft ook poëeten doen ontstaan: de namer van
Wenktënraad, Wacken, Mathieu en Clesse zijn in Frankrijk
genoeg bekend, waf meer is, spreekdorstige geburen van het
zuiden, wij hebben vlaamsche dichters waarop wij fier mooen
roemen, wij hebben Ledeganck, die immer in zijne geschrif
ten liet idéaale schone voor oogen gehad heeft, en die met
zielbetooverende klanken, de drie uitmuntendste pronkstuk
ken der wereld bezongen heeft
De Schoonheid der Vrouwen, de Vrijheid en het Vaderland.