De Pair ie van Brugge AAN DEN LEEUWERIK. M. Dc Cock heeft gevraagd, dat de Senaat in dezen buitengewonen zittijd beraadslagen zou over de wel op de onteigening bij wijken. Ook de Kamer der Volksvertegenwoordigers is Maandag bijeen gekomen. De lieer Ernes Vanden Peereboom is maar in de tweede stemming, juist met hel vereischte getal stemmen, voorzitter be noemd. Naar men ons meldt, zijn liet de Brusse laars, die tegen hem gestemd hebben. Zij vinden het waarschijnlijk anti-nationaal dat het geen ver tegenwoordiger der hoofdstad is, die op den presi dentszetel der Kamer zit. Wie weel Een slecht bezield nieuwsblad, dat zich voor li beraal uitgeeft en al de gelegenheden waarneemt 0111 het liberalismus te bevechten, herhaalt al de lasteringen die de gazetten der zoogezegde vooruit- gangers zich toelaten ten aanzien van den achtba ren M. Vanden Peereboom. Het geeft zijne ver wondering te kennen omdat de Echo du Parlement, noch hel Progrès, daarover gcenen uitleg geven. De zaak is eenvoudig Er zijn van die lasterin gen, die hunnen oorsprong uit al te verachtelijke driften putten 0111 er zich over te bekommeren, en wij hebben de overtuiging dat al den praat van sommige nieuwsbladeren niet meer indruk op den schranderen Minister uitoefïent, dan de adem op eencn spiegel. Hel Nieuwsblad zegenpraalt omdat wij in ons nummer van den 4" Oogst den naam van Hen drik den VIII in plaats van Hendrik denlV hebben gezegdhet is een misslag die men aan eene ver strooidheid moet wijten, maar die zonder bplang is, want dc daden in ons blad aangehaald en de be wijzen dat ten dien tijde de dwingelandij der Pau zen zoo verre ging, dat zij de machtigste Vorsten voor hunnen rechtbank daagden en hun tot de ne derigste boetvaardigheden dwongen, die zijn noch kunnen in geener wijze door het Nieuwsblad tegengesproken worden verre van daar, de opstel lers van hetzelve vinden de zaak eenvoudigVol gens hun, wie hetzij, moet men zoo wel voor dc lijdelijke als voor de godsdienstige zaken aan het hoofd der kerk onderdanig zijn, en zijne hevelen, welke zij ook mochten wezen, eerbiedigen. Zij vergeten nogmaals dat die tijden voorbij zijn; en, welke listen de jesuiticke boel moge inspannen om dezelve te doen herleven, het zal hem niet ge lukken; de volkeren zouden het niet meer dul den, en wij b;; vijg li gen dat, indien in onze eeuw, een dweepende Vorst zich moest vernederen om als de Keizer van Duitschland op zijne knieën,cene keers in de hand, voor de voeten van den Paus vergiffenis aftesmeeken, zijnen troon welhaast zou verbrijzeld worden. Onlangs las men in lEtoile Beige Men herinnert zich nog dat, in de laatste kiezingen van Brugge, de politieke katholieken van cIcPatrie, tegen den aftredenden senatcur, M. Boyaval, de vergrooting der statie van Brugge ge ëxploiteerd hebben, en de onteigening van het Kapucienen-klooster, dat al meer dan te lang een beletsel voor die vergrooting was. De Provinciaal van het order, de E. P. Celcs- tinus, van Wervick, komt onder den titel van une page de I histoire de l ancien convent des Capucins de Bruges, een vluchtschrift in het licht te geven, dat het gedrag van het gouverne ment in die zaak van onteigening des kloosters doet kennen. Wij zien daarin dat de Paters-Kapucienen in dc maand Januari 1867, aan het gouvernement vroegen, om hun verblijf in hunne oude woning tolden 15 Juni van dees jaar te mogen verlengen. Het gouvernement kon die vraag niet inwilli gen, maar dc E. P. Celestinus zegt waarom, en ziehier welke hulde Dij toebrengt aan de brigands van liberalen, die niet ophouden van die goede pa ters en den godsdienst te vervolgenpolitiek der klerikale drukpers. Dat men mij hier cene aanmerking van eer en recht (de justice el d'honneur) toelate. Den loe- stand met eene beklagelijkc hevigheid exploitee- rende, schreef de Patrie van Brugge, van 10 Juni 1867, dat het gouvernement den uitstel door de paters verzocht brutaal geweigerd had... Welnu, van die brutaliteit is er volstrekt niets. Het is zelfs te beklagen, dat de schrijver dier uitlegging lot hier toe noch den moed noch de kiescliheid ni le courage ni la délicatesse gehad heeft van het woord te verbeteren of le herroepen, na daartoe aanzocht geweest te zijn. Nooit, inderdaad, in geen enkel punt van betgc- schil gedurende een gansch jaar met het person- neel der openbare werken bepleten, is er aan do nauwst gezochte formaliteiten der oprechtheid, der eer, des eerbieds en der meest wenschelijke wclvoegelijkheid jegens de religieuzen eenige de minste inbreuk gedaan, in zoo verre, dat zij zich geenszins gelooven te vleien door le beves- ligen, dat er de wederzijdschc achting van beider kanten is door vergroot geworden. Men moet aan de loyaliteit van dien Ecrw. Pa ter hulde toebrengen. De Etoile van Brussel zegde Vrijdag, dat, naar verteld wordt, de heer minister Alph. Vanden Peereboom inderdaad zal aftreden en voorloopig door den lieer Bara vervangen worden. De Ecuo nu Parlement, die men als de tolk van hel ministerie moet aanschouwen, komt eindelijk met de volgende mcdedeeling af De Meuse kondigde Donderdag het ontslag aan van den minister van binncnlandsche zaken. Deze tijding verwondert ons vooral in het tegen woordig saizoen. Dc buitengewone zittijd der Kamers is geëindigd het grooterc deel der leden van het kabinet zijn op reize of zullen vacantien nemen, waarop zij zeker recht hebben. Wij ver nemen, dat de heer minister van binncnlandsche zaken in T kort naar -Parijs denkt te trekken en vervolgens eene omreis in Frankrijk doen zal, die eenige weken moet duren. Het is dus geheel en al onwaarschijnlijk dat er spraak kan wezen van cene wijziging in het ministerie. Volgens onze bijzondere inlichtingen er is geens zins sprake van liet ontslag van M. den Minister van binncnlandsche zaken. Inderdaad niets in den Wordt voortgezet). victor vande wegiie. dooi* een Ecrw. Paler liapncicn veroordeeld. Encore un hymne LAMARTINE. I. Leeuwerik, neem uwe vlucht, Door de lucht, Tot de hoogste hemelbogen, Waar gij nimmer zijt gevlogen, En zing vrij Daar een lied van mclodij. /ie, de dageraad ontwaakt 't Oosten blaakt Slroomen licht doen Tnachllijk duister Wijken voorden ochtendluister, Die in pracht Gan'sch de schepping tegenlacht t Zonlicht rijst met glans en gloed Uit den vloed, Over beemden, bergen, dalen Schiet het zijne gulden stralen. Hoort en ziel Alles zegt 0 leeft, geniet In het diepe donker woud, Door het hout Ritselt reeds het zoet zephierlje, Dat het noest en vlijtig diertje Wakker schokt, En 't weer in de velden lokt Hing het bloemenkelkje nog Loom en log, Yerschen dauwe geeft het leven En den knop wéér opgeheven, Lacht het aan God!... als kon het Hem verslaan! Aan den rijk begroenden zoom Van den stroom, Krielt het reeds van knapen, meiden Lustig dartelt in de weiden Malle vreugd Van de lieve zoete jeugd 't Bloemenbed met bonten kleur, Spreidt zijri geur Door de weeldrigste pricelen, Waar reeds bietjes gonsen, spelen, Puttend 't zoet Uit den duizendkleurgen gloed Hoor hoe tegen strand en rots 't Golfgeklots Spat en bruist in zacht geklater Rede of klachle die het water Onverpoosd Op den aüm der winden loost Alles ademt, leeft en groeit, Tiert en bloeit, Met een vromer, frisschcr leven T Nevelgrauw is weggedreven 't Zonlicht spreidt Als een stroom van zaligheid Wondervol zijt gij natuur, Op dit uur, In uw morgenpracht te aanschouwen, In den bloei van uw landouwen, Wijd en breed Uitgedost in 't rijkste kleed Duizendvoudig wordt de klank, Als een dank Tot den schepper aangeheven, Tot de bron van licht en leven. Dier en stof, Alles zingt een dankbren lof

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1867 | | pagina 2