VAN IJ PEREN.
9
4 FRANKEN 'S JAARS
HF1-
Nr 32D. Zevenste Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Politieke berichten.
ilan onze Vlaamsche broeders
Liefde in de natuur.
If OOR IJPËREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centimen den regel.
Reklamcn 25 centimen.
ZONDAG, 10 MEI 1868.
Bureel: Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
De reis van den keizer en van de keizerin der
Franschen naar Orleans is officieelijk besloten.
Het fransch Wetgevend Korps heeft de onder
vraging over den staathuishoudkundigen toestand
op 11 Mei bepaald.
In den ouden tijd werd er in ons land ver
scheidene jaren geoorlogd ter oorzake van eene
gestolene koe. Het schijnt dat Europa tegenwoordig
ook eene gestolene koe heeft, en dat die koe Dene
marken is. Reeds is de Dcensche kwestie het uit
gangspunt van den oorlog tusschen Pruisen en
Oostenrijk geweest. Nu, in het traktaat, te Praag
gesloten, wordt bepaald, dat Pruisen alle recht
heeft op de hertogdommen Sleeswijk en Holstein,
mits deze voorwaarde, dat de bevolking der noor-
der-dislrikten vrij zijn te verklaren of zij Denen
willen blijven of niet. Pruisen zou echter van deze
laatste bepaling niet meer willen hooren, en een
voudig heel het boeltje binnenpalmen. Gelijk men
ziet is de klos al weder verward.
De fransche bladen melden, dat er een twist op
gerezen is tusschen Frankrijk en den beij van
Tunis. Zou L. Napoleon jaloersoh zijn van den
zegepraal, door de Engelschen in Abyssinië be
haald en ook eene expeditie willen doen, die hem
wat meer ecre en voordeel brengt, dan zijn tocht
naar Mexico P Alles is mogelijk.
Uil Londen meldt men, datM. Disraëli bet ont
slag van het ministerie heeft aangeboden, maar dat
het door de koningin geweigerd is.
De fransche Senaat heeft dinsdag de discussie
van de wet op de drukpers aangevangen. Dit ont
werp, hevig door de hoeren de Maupas en de Segur
d'Agnesseau aangevallen, is do.or M. Hubert De-
lisle verdedigd.
De beraadslaging op de drukperswet is woens
dag in den franschen Senaat voortgezet.
De heer Barrol heeft in den Senaat verklaard
Dat de vrijheid der drukpers een onweerstaan
bare noodwendigheid is, een recht van het men-
sehelijk vernuft, dat het een der voorwaarden is
van de weerdigheid en de eere der burgers.
Deze verklaring is des te belangrijker daar die
Senaleur zich eerst tegen de wet op de drukpers
had verklaard en nu zegt dat hij, na rijp overleg,
van zienswijze is veranderd.
Het geschil dat is ontstaan tusschen Frankrijk
en den beij van Tunis is nog niet geëindigt en men
zegt dat Frankrijk geneigd is tot het uiterste te
gaan. De Vatria bevestigt dat de betrekkingen tus
schen het keizerlijk gouvernement en den beij af
gebroken zijn.
In Holland wordt in de gemeentescholen hel
godsdienstelijk onderwijs niet gegeven. De onder
wijzer zelf geeft er onderwijs in de zedeleer. De
kinderen van de verschillende godsdiensten wor
den in hunne kerken door de priesters de grondbe
ginselen hunner religie ingeplant.
Dit is het eenige stelsel, dat men in de school
met reden kan toepassen. In onze Kamer is er ech
ter door verscheidene klerikale leden vergaard, dat
Holland op het punt is van dit stelsel af te zien
en de kinders volgens hunne religie in scholen te
verdeelen.
Él A a';1 Spjq
BE TOEKOMST
VAM IJPEREN-
Ja, 't doet ons 't jeugdig harte goed,
't streelt ons de ziel zoo zalig-zoet,
Wanneer we U mogen broeders heeten
Ons klinkt dit viaamsch en teeder woord,
Gelijk een heilig harpakkoord,
Dat leed en kommer doet vergeten
Wij blijven broeders vóór de taal,
Voor wier gewissen zegenpraal
Wij strijden, en als 't nood geeft, sneven
De taal die van der eeuwen nacht
En zang'righeid èn kleurenpracht
Zoo mildig is ten deel gegeven.
Ontvangt dan, broeders, onzen groet,
Van de oevers van den Scheldevloed,
Waar nieuwe leven op komt dagen
Waar men zich moêgesluimerd heeft,
Maar, God zij dank, in tijds herleeft
Om vreemde dweepers weg te jagen.
Dit dichtstukje dat wij met liefde in ons blad overnemen,
werd door deszelfs dichter en uit name van eenige jonge letteroefe-
naren en flaminganten aan de leden van den Kunst- en Letlerkring
>an Uperen toegestuurd.
Herinnert ge U nog d'ouden tijd,
Toen in den Vlaamschen reuzenstrijd,
En Gentenaars en IJperlingen
De handen sloegen in elkaar,
Om bij het dreigend doodsgevaar,
Den vreemd'ling van ons erf te dringen.
Welnu wij zijn die broeders nog,
Die vreemd geweld en laag bedrog
Van Vlaan'rens bodem zullen weeren
Des reiken wij de broederhand
U, broeders van het vlaamsche strand,
Daar ook bij u de gloed ontbrandt,
Om bastaardij den dood te zweeren.
Gent. Jan Boucberu.
IV.
~k
tk vond in een hofken twee bloemekens staan,
Zóó zag ik er nimmer op aarde
tk lachte ze beiden zeer minnelijk aan,
Zoo lang ik die lieven aanstaarde.
En als ik terug uit het hoveken kwam,
Dan viel mij dit woord uit den monde
Wel hem die haar eens van den weligen stam
Mag plukken O neen, 't ware zonde
Naar 't hoveken keerde ik nog menigen dag,
Om 't rozige paar te gaan groeten
Gelukkig was ik, toen ik niemand er zag
Die mij daar bij hen kon ontmoeten.
Eens dacht ik, wierdeéénedier bloemen de mijn',
Kom, 'k ruk er maar eene uit den gronde
Maar mogen zij, zusters, gescheiden wel zijn?
Haar scheiden O neen, 't ware zonde
Dus liet ik die bloemekens onder de zon
Staan groeien en bloeien en geuren
Maar 't was van toen af dat mijn harte begon
Om ééne dier rozen te treuren.
Ja treuren als of ik het lot mijner ziel
Aan 't lot van hen beiden verbonde,
Maar welke der twee die het meest mij beviel
'k Moest kiezen en kiezen 't Waar' zonde 1
Eens wandelde ik weèr in het bloemhofken rond,
En ging bij de rozen staan droomen
O gruwel, hoe werd mij het harte gewond,
Men had mij een bloemken ontnomen
De schoonste der twee Thans een andere draagt
Haar die ik wou plukken, op 't harte.
Verloren is zij die alléén mij behaagt,
Die bloeme, die bron mijner smarte.
ViCTORIEN VANDE WeGUE.