Van alles wat, A propos Tan de Kiezingen. De Bisschop van Brugge was Donderdag te IJpc- ren, voor de Eerste Communie der leerlingen van hel geestelijk collegie, trouwens het is den 9 Juni aanslaande kiezing voor de Kamers, en hel past juist dat die kinderen eenige dagen te vooren hunne Eerste Communie moeten doen. 'l Is alsof het van God geschikt ware! Men is, zoo het schijnt, hard op den zoek naar sulïisaiite Candidaten voor de Clericale partij te IJ peren. Worstelen met M. Van Renynghe alléén, dat ware toch een geweldig mager beeslje,(M. Van Renynghe niet, maar de kiezing). M. Van Renynghe spreekt maar eens in vier jaar in de Kamers, 't is juist telkens vóór dat hij moet herkozen worden. Te Brussel noemt men die rede voering zijn avondgebed. De Clericale gazetten zeggen dat de buitenkie zers, voor hun geluk en zielezaligheid, moeten stemmen voor de Catholijke Candidaten. Dat is juist; zij krijgen dan voor Ministers eenige van die vetzaks, die met het spek der Banke van Langrand- Dumonceau weg zijn; dan zullen hunne actiën zoo hoog rijzen dat zij er nooit meer zullen aan kun nen Arme boerkesuwe kluiten zijn naar Hongaric. Er zijn een masse priesters verzet door den Bis schop, seder een paar maanden. Men zegt dal liet meest allen kluitestekkers waren voor Langrand. Zij konden niet meer dienen voor kiesmakelaars; de buitenkiezers die vast zitten in de Christelijke bank van Langrand, zouden hun den weg naar de straat getoond hebben met hunne teenen. De pastoors prcêken alle stappe legen de ver- doemlijke solidairen,Iibres-penseurs.dat weel ieder een. Zij noemen ze hellegebroed, slecht voik, dui vels in menschenvel, wat weet ik al. Wat zal mén nu daarvan zeggen? De Bisschop van Luik is den 25 dezer maand met al zijne geestelijken naar de kiezinge gegaan, om te stemmen voor de candida ten der solidairen en francmacons. De Bisschop en de geestelijkheid van Luik geven de hand aan de verfoeilijke solidairen om België te herscheppen. Wal zal men nogal zien? Wie houdt men hier voor den aap? Is het God oi de buiten lieden. Men zou kunnen zeggen dat dit niet waar is, maar, let er op, er zal geen eene clericale gazet on beschaamd genoeg zijn om het te loochenen. Zij zullen er eenen draai aan geven, dat het aan geene zonde meer gelijkt. Men zegt dal de clericalen voor IJperen geene candidaten meer vinden tegen den 9 Juni. Dal is geen wonder; hun lokaas stinkt, de visch wilt niet meer bijlen De Journal d'Ypres is triestig. Ilij Iaat zijnen moed in de schoenen zinken en denkt dat men ge heel de wereld gaat versmooren in het bieren den Champagne, alsM. Van Morris gekozen is. Heelt hij vergeten wat er te Dixmude en in de omstre ken gebeurde als M. De Coninck moest gekozen worden Te Dixmude is dat al wederom geene zonde, maar te IJperen en te Poperinghe O! schrikkelijk, afschuwelijk! M. Van Morris o, dat weegt, op de maag van de Clericalen; eer dat zij wisten dat hij liberaal was, dat was toch zulk een brave mensch, zulk een tref felijke jongen Gratie, Mijnheers! Het liberaal Gouvernement, heeft de studiebeur zen gestolen, zeggen de clericale gazetten. Dat is eene schandelijke leugen. De dieven van de studie beurzen zijn degene die ze opgeëten of verkwist hebben of gegeven hebben aan wie ze niet toekwa men. Wie is nu dief Het liberaal Gouvernement zag de beurzen smelten lijk sneeuw voor de zonne, het zag ze van hare bestemming afkoeren het zag er te veel krom me piekachtige vingers in roeren. Het heeft daar order in gezet met een klein eindeke wet te maken en de beurzesnijders zijn verdwenen, Bravo De heeren Alphons Vandonpoereboom, Pieter Beke en Jules Van Morris, o! dal is te veel om te slikken voor onze clericalen! Zij zitten daarop te kijken als een hond op eene zieke koe. Lieve Heer, ontfermt u hunner De Journal d' Ypres van Donderdag laatst geeft den eersten prijs van braafheid aan de kiezers van Poperinghe, nopens de kiezing van den 25 Mei 11. Proficiat, Poperingsche Kiezers! Hij zegt dat de Poperingsche Kiezers verdacht zijn van partijdigheidvan henauivdmakiru), van hebzuchtvan drift, enz., enz. die brave Journal d'Ypres! Ilij heeft dé slokslagers van't jaar 1804 vergelen Hij zegt dat de Poperinghenaars voor M. Van Morris gestemd hebben, de eenen omdat hij de mensehen laat leven, de anderen omdat hij hunne hoofdman, hunne luitenant, schuldeischer of pro- priëtarisis; anderen nog, omdat zij zijne leveran cier, zijne schilder, timmerman, kleermaker, schoenmaker zijn, enz., enz.O gij eeuwige suk kelaars van Poperinghe, waarom stemt gij niet voor de vrienden van den Journal d'Y pres, bij wie uien nauwelijks den rook ziet uit de schouw komen De die zouden u vet kweeken met aflaten en schietgebedekens. Hij zegt dat de Poperinghenaars hunne stem ge" ven aan M. V an Morris zoo als men de loejuichin- »55ggga33g3LZaT'^^ig£j SAMENSPRAAK tasschen «ïesa Roster, den Schoolmeester en JUin Gocdgebcar. De Koster. Wel Meester, hebt gij de Patrie gelezen Men ziet daarin dat de heer Langrand-Dumonceau al de ver- wijtselen niet verdient, die men hem toestuurt, en dat de Echo du Parlement eene verachtelijke rol speelt met de on dernemingen van dezen merkvvaardigen financier te beknib belen. De Meester. Zoo als ik u reeds een andermaal heb ge zegd, het is in de macht niet van een nieuwsblad, noch van wien het zij, van de actiën eener maatschappij in achting of minachting te brengen de waarden derzelve zijn altijd bere kend op de kansen die daaraan vast zijn, en er zijn altijd lie den die machtig genoeg zijn om dezelve te onderzoeken en te bestatigen. De Koster. Het is toch niet wel van aldus de ongerust heid onder de dragers van actiën te werpen; M. de Pastor die mij destijds bewilligd heeft om mijne spaarzaamheden in de ondernemingen Langrand te wagen, heeft mij gisteren ge zegd dat de zaak goed was. De Meester. Heeft hij u ook gezegd, Koster, dat gij nog 100 franken per actie zult moeten toedragen De Koster. -In het geheel niet, en verre van daar, wan neer hij mij bewilligd heeft van al mijn geld tot aankoop van actiën van de bank du Crédit foncier et industriel te be zigen, hij heeft mij de stellige verzekering gegeven dat er nimmer geene nieuwe stortingen meer zouden te doen zijn. De Meester. En de 100 franken die men u thans vraagt zijn waarschijnlijk maar een begin De Koster. Een begin of een einde, ik zou moeten voor mijne tien actiën 1000 franken storten en ik heb geen duit. Jan. M. Langrand is daarmede niet verlegen; hij heeft bij eenen brief, gedagteekend in Maart, de dragers van actiën verwittigd, dat hij van degene, die, tengevolge van zijnen brief van IG Januari, de gevraagde 100 franken niet zouden storten, uit krach te van het art. 1 5 der statuten, de volle som der actiën zal eisschen. De Koster. Hoe, hij zou mij 5'JOO franken kunnen doen betalen Ik zou daartoe de erfenis van mijne ouders moeten verkoopen, en ik zou liever de eerst gestorte duizend franken in den brand laten. Jan. Dat kunt gij niet, dewijl uwe actiën persoonlijk zijn. De Koster. Ik zal niet te min weigeren. De Meester. Dat geeft aanleiding tot processen, die u ook veel geld zouden kosten. De Koster. Men heeft mij dus op eene schandelijke wijze bedrogen met mij de verzekering te geven, dat wij geene nieuwe oproepen van geld te vreezen hadden, wat hebben zij met ons geld gedaan De Meester. Actiën van andere Maatschappijen gekocht, die voor mij niet meer waard zijn dan die van de Internatio nal, en ook wel uitgestrekte eigendommen gelegen in vreemde landen, waarvan de waarde wordt betwist. Jan. Gij vergeet, Meester, van te spreken van de jaar wedden, de vergoedingen en de onkosten van eerste inrich ting. De Industrieel heeft in de jaren 1864 tot en met 1867 be taald Aan de inrichters der maatschappij Aan den Raad van toezicht Aan M. Langrand, bestuurder 442,554-o8 1 ;io,779-25 43o,8o2-45 1 ,oo4,243-Go Voor algemeene kosten En de Internationaal Aan de inrichters 555,553,53 Aan de administrateurs 59o, ooo-oo Voor algemeene kosten l,oS2,845-55 En voor zoogezegde kosten van in richting 9,192,598-oo Dus te samen. 15,027,156-20 Het is te zeggen dat op een kapitaal van 60 miljoen onge veer liet vierde door de bestuurders is opgeëten geworden. De Meester. Wat zegt gij daarvan, Koster, zijt gij nog verwonderd dat men u nieuwe stortingen vraagt De Koster. In geener wijze; maar het ware redelijker dat men die, welke van die 15 millioenen hebben genoten of verkwist, het te kort om de intresten te betalen zouden doen wederkeeren, in plaats van nieuwe opofferingen te vragen aan de actiedragers, die reeds zooveel moeten verlirzen. De Meester. Kent gij het spreekwoord niet, Koster, heb ben is hebben en krijgen is de kunst De Koster. Het is wel waar maar gij moet bekennen dat het niet gemaakt is om veel vertrouwen in de kunde en bet doen van zulke bestuurders te hebben. Jan. Ook de kopstukken der clericale partij die de hoop koesteren van nog eens minister te worden, hebben, wanneer zij zagen dat er niets meer te schuimen was, hun ontslag gegeven. De Meester. Ja, en indien de kiezingen van den 9" Juni aan de clericalen eene meerderheid in de Kamer gaven, er is geen twijffel of die mannen zouden nogmaals minister wor den. Jan. En bet ware een groot ongeluk voor het land. De Koster. Het zal niet zijn; want al de kiezers die zoo schandelijk zijn bedrogen geweest en hun geld gelijk de sneeuw voor de zonne hebben zien smilten, kunnen geen vertrouwen meer hebben in het zeggen, noch in de beloften van onze Pastors; ik heb het reeds aan den mijnen gezigd, of schoon hij mij heeft verzekerd dat de zaken zullen verande ren, wanneer hel verslag der afgevaardigden naar Hongariën zal gekend zijn. De Meester. Men zal hun een verslag maken bij hetwelk alles ten besten gaat, in hoop van wat onnoozelaiirs te stillen; maar, zoo lang als men die landen niet zal kunnen verkoopen, er zal niets van te trekken zijn, en de actiouuarissen zullen altijd moeten stortingen doen om de intresten der pandbrieven te kunnen betalen. De Koster. En den opleg derzelve, wanneer zij zullen verschenen zijn, waarmede zal men hem doen De Meester. Dat weel God alleen k k k k k V -¥■ k k vl 1 D- 1 k k

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 2