Ophitsing tot revolutie.
Stads Nieuws.
nieluit over het onderwerp van het konüikt, dat
het doet vooruitzien noch over de mogendheden,
die er in verwikkeld zijn, en daarom mag men die
vrees als ongegrond aanzien.
De telegraph van Pesth kondigt de aanhouding
aan van prins Ivarageorgevitch krachtens een rech
terlijk mandaat.
De redevoering door M. von Beust, bij de slui
ting van deschieling te Wcenen uitgesproken, heeft
veel opgang gemaakt, niet alleen in Oostenrijk en
in Hongarië, waar zij veel bijval heeft verworven,
maar ook in den vreemde.
De Times wijdt er een artikel aan, dat verdient
ie worden opgemerkt. Het engelsch blad spreekt
met lof van het politieke programma van M. von
Beust en weet hem dank te zeggen voor zijnen
weerstand aan den invloed, die strekt om de vijan
delijkheid tusschen Ooienrijk en Pruisen wcêr in
't leven te roepen. Voor den Timesis de herstelde
vriendschap tusschen de twee mogendheden, de
zekersteBwaarborg voor den europcschen vrede.
De klerikale drukpers, zegt het fVeekblad van
Dixmude, vindt thans behagen in het ministerie
en de liberale meerderheid met eene revolutie en de
volkswoede te bedreigen.
Welen onze tegenstrevers niet dat eene omwen
teling, gelijk welke, nooit voordeelen aan de zooge
zegde bewarende partij aangebracht heeft.
En in de huidige omstandigheden, zou zij nog
min dan ooit de bedoelingen der achterkruipers in
de hand werken. Het volk werpt enkel troonen
omver,wanneer het voélt dat het lijranniek en slecht
bestuurd wordt, en is dat wel in Belgie het geval.
Maar de klerikalen zien, dat het despotismus in
Frankrijk en in Pruisen zegenpraalthet is immers
sinds lang bekend dat onze tegenstrevers al hunne
liefde voor de dwingelandij bewaren en de vrijheid
verfoeien al de pest.
Dal weet het volk en daarom zal het niet opko
men om de verachterde grondbeginselen der kleri-
Bcde.
Volkszang. (Kinderen).
Volkslied.
kalen op te helpen. Integendeel. De vooruitgang
zegt luid, dat de jesuitieke partij haar niet dient,
dat de heeren Coomans, De Laet en tutti quanti
een valsch spel spelen, om het volk te bedriegen en
in doeken te leggen.
Karei X en Louis-Filip zijn in Frankrijk geval
len, omdat zij de liberale grondbeginselen niet ge
noeg ondersteunden, omdat zij de eischen des volks
niet achtten.
Louis-Filip stelde zijn betrouwen te zeer op de
klerikalen en noodigde zelfs onzen koning, zijn
schoonzoon, uit, het liberaal kongres van 1846 te
beletten bijeen te komen. Leopold I luisterde naar
die raadgevingen niet en hij deed wel de geschie
denis is daar om zulks te bewijzen.
Echter was Louis-Filip de beste koning dien
Frankrijk ooit gehad heeft en aan wien het 18 ja
ren van vrede en voorspoed te danken had. En
thans gevoelen de Franschen genoeg wat zij, met
revolutie te maken, gewonnen hebben, namelijk
vele oorlogen, zware krijgslasten, dubbele bloedbe-
lastingen. geene vrijheid, en een tyranniek en
dwangbestuur van welke men zich moeielijk een
gedacht kan maken.
Wat de liberale drukpers voorspeldt over de libe
rale partij, is belachelijk de voorbeelden die zij
aanhaalt zijn niet toepasselijk en kunnen geene
vergelijking onderstaan met de meerderheid die in
de belgische Kamer beslaat.
De liberale partij vertcgcnwooodigt de vrije uit
gedrukte wil der natie, en mag fier zijn van hare
herhaalde en schitterende zegenpralen, diegekre-
gen zijn dank aan den verlichten geest der keizers
en in weerwil al het geweld, de drukking de ziel-
kooperij, de bedreigingen met de hel en het verlies
der aardsche goederen.
Wij vragen de klerikale drukpers waar zijn de
bewijzen dat het volk over zijne bestuurders mis
noegd is en waar zijn de voorteekens van den op
stand waarmede gij ons bedreigt
Die zijn nergens te vinden, en daarom achten wij
de taal onzer tegenstrevers als ij del gekwest en
maken een kruisken over de klerikale politiek als
over iets dat ad patres is.
Dat de dompers er hun genoegen bij nemen,
want nog zijn zij niet te zeer te beklagen.
Gii.uij Gra.m
Tentoonstellling van Schoone Kunsten
ingericht door den Kunst- en Letterkring.
wTnimü^ (5Xg>Q€XgXgXS>
Zend, almachtig Heer
Zend uwen zegen neêr
Over hun geslacht,
Tot de laatste zonne 't aardrijk tegenlacht.
Kooi'.
Stroomt los, o zangen uit de borst
Voor Vrijheid, Vaderland en Vorst
Het plechtig feestlied aangeheven
Het voer' tot 's aardrijks verste kust
Dien kreet van liefde, door geen dwang of tijd gesust,
De liefde voor ons land en voor 't zelfstandig leven
Geleerd door 't voorbeeld van onze oudren,
Blijft li eendracht ook ons ordewoord
Wij stappen in hun glorie voort,
En dulden 't juk niet op onz* schoudren
O Beigenland, geliefde moeder,
Wier glans de wereld overstraalt,
Elke uwer zoons strekt u ten hoeder,
Zoo lang zijn boezem adem haalt.
Geen roem, geen pracht voor vreemde landen,
Verlokken ooit zijn ziel en zin
Aan U zijn hert, aan li zijn handen,
Zijn kracht en moed, eeuw uit eeuw in
m,ml» ■■wTf
Poperinghe, 12 Augusti 180S.
De weinigen die Zondag laatst den moed gehad hebben om
de lange, platte en onverstaanbare korrespondentie van het
Nieuwsblad te lezen, moeten noodzakelijk bij zich zeiven ge
grimlacht hebben, en, hunne schouders optrekkende, gezegd
hebben: Zij zijn altijd de zelfden, en het klaarste bewijs van
hun ongelijk is dat zij zoo gram zijn. Jupiter se /'ache,
done il a tort.
Bij gebrek aan goede redens 0111 de schandalen, die ten
laste van de zwartjes uithangen, te wederleggen, werpen zij
naar gewoonte eene aaneenschakeling van lasteringen en
scheldwoorden naar het hoofd van hunne tegenstrevers. Op
de onbeschaamdste wijze loochenen zij al de vuilnissen van
hun volk, welke met de klaarste bewijzen door de recht
banken veroordeeld zijn geweest, en met de zelfde onbe
schoftheid bevestigen zij, zonder de minste bewijzende
meeste boosheden ten laste van hunne politieke vijanden. Zoo
dus, al wat klaar is, wordt voor hen duister, en al wat duis
ter is wordt voor hen klaar't zijn kereltjes! Voorwaar dat
is de goede trouw der discipelen Christi.
Wat mij aangaat, ik heb mijnen frak afgetrokken om dien
langen hutsepot te konnen doorloopen, en onder andere on
verstaanbare woorden, uitdrukkingen van gramschap en ra
zernij, was er een dat bijzonderlijk mijn aandacht vestigde
ik wil zeggen het woord sleppedrager. Ik wendde mij tot
mijnen gebeur en vroeg hem wat dit kon bedieden. Verblijd
van mij te konnen onderwijzen, hij antwoordde mij in dezer
voege -« Sleppedrager zijn is eene hooge en eervolle bedie-
ning, welke het ierdereen niette beurt valt te mogen be-
kleeden. Deze bediening heeft haren oorsprong gehad bij
de heeren Bisschoppen, die in de groote ceremoniën hunne
slep doen dragen door eenen keerssendomper. Van het
1: bisdom is dit gebruik overgegaan bij zekere Abbétjes, lief-
hebbers van broeks, en daarna van sleppen. Na dies is het
ii zelve, door het vernuft van eenen zekeren Deken, naar den
ii Kaïiiolijken Arend overgegaan, alwaar de eerste en bij-
zonderste bediender Métje geweest is,die voor zijne groote
11 ervarendheid, en ook voor andere redens, Métje steppe
ii bijgenaamd werd. Het schijnt dat het bijzonderste deel van
i> zijn ambt bestaat in de slep te dragen van den President
iivan den Katholijken Arend, terwijl geheel de Konfrerie,
11 den II. Geest aanroepende, met hunnen flambeeuw in de
11 hand, de processie rond de kamer doet.
Uit deze woorden verstond ik dat die onnoozelaars dachten
dat er overal sleppedragers zijn, maar zij zijn mis. Wij laten
dit ambt over, samentlijk met dit van de broeks, voor de Ab
bétjes en consoorten. Intusschentijd bidden wij die knappe
kerels zich wat te stillen mij dunkt dat hunnen pols dapper
moet slagen, en in zulk heet weder dit is geVaerlijk voor eene
pouplexie. Gram, gram
Chareltje, de trottoir was toch te hard om te slapen, niet
waar? Had ik het geweten, ik voerde u naar uw liberaal
lusthof, te IJperen bij de statie, het had aldaar zoo hard niet
geweest. Salut.
Het is aangekondigd door ons Stadsbestuur dat de opening
der Meisjesschool zal plaats hebben op 1 October aanstaande.
j> 1 "'ij .Tjii
Zondag avond is er over onze stad eene dondervlaag ge
trokken die voor groot onweder deed vrèezen, maar er was
gelukkiglijk niets van in onze omliggende gemeenten was
het zoo niet, want de torenwaker verklaart dat hij het wel op
zeven plaatsen heeft zien branden.
Het Bal van den Cercle de l'Union, dat Zondag in het
Barbara-Hof plaats had, was schitterend. Een uitgelezen en
niet gemengd burgergezelschap had er zich rendez-vous ge
geven. De opschik der zaal en het orkest waren zonder tegen-
zeg de oorzaak dat allen zoo tevreden waren, en dat het feest
tot 0 ure in den morgend duurde. M. Ed. V. moet geluk
kig zijn zulk eene feest ingericht te hebben, welke bekroond
is met zulken goeden uitslag. De genoodigden zijn er hem
insgelijks dankbaar over.
-*
Generaal Prison is dezer week te IJperen aangekomen om
de Rijschool te inspecteeren. De krijgsbewegingen hadden op
het Minne-Plein plaats, alsook het eere-oogenschouw alwaar
er geen nieuwsgierigen ontbraken.
k
De schoone verzameling van schilderijen beelden en teeke-
ningen der kunstenaars van ons arrondissement treft van
langs om meer de aandacht en verwerft de goedkeuring van
alle ware kenners en liefhebbers. Geen IJperling, die een
sprank van kunstgevoel bezit, zal de gelegenheid die hem aan
geboden wordt laten voorbijgaan, maar eenieder zal deze lokale
Tentoonstelling in détail willen bezoeken en zich bekend ma
ken mei de voortbrengsels zijner talentvolle medeburgers.
Opdat niemand er van verstoken worde, zal het lokaal Vrijdag
en Zaterdag, 14 en -15 Augusti, onvergeld open zijn.
De inschrijvingen op de Tombola door de Commissie inge-
gerichf heeft reeds toegelaten verscheide schoone schilderijen
aan te koopen om door het lot verdeeld te worden onder
anderen, het Overheerlijk zicht van de Moskee en de Fontein
der Sycomore, te Mostasa (Maroc), kunstig gepenseeld door
den heer Bossuet, een Landschap (omstreken van Chevreuse),
door den heer Aug. Böhm, een tafereel (de Luitspelers) door
den heer Doinicent.
De heer Ceriez heeft drij zijner kunstgewrochten verkocht
De Lezer onder Lodewijk XIV (aan M. Alph. Vandenpeere-
boom), De Luitspeelster (aan M. de Stuers), en De Jagers (aan
M. Bon Mazemam. Deze heeft daar en boven nog gekocht eene
overschoone schilderij De Kleine Huiverige van den heei
Deconinck. 11
Volgens wij vernemen zijn er voortdurend loten te beko
men tot den dag der sluiting der Expositie, die op verzoek