VAN IJPEREN.
x
4 FRANKEN JAARS
Nr 340. Zcvenste Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Vetfschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Politieke berichten.
door J'. Cordonnier.
fi
VOOR IJPEREN. Fu. 4-50 VOOR BUITEN STAD
Aankondigingen 12 centimen den regel.
Roklamcn 25 centimen.
ZONDAG, 27 SEPTEMBER 1868.
Bureel Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
Den 18" dezer is de onder-admiraal Topcte in de
haven van Kadix in opstand gekomen. Tenzelfden
tijde zijn met den handelsstoomboot Buenaventura
de verbannen generaals naar de kanarische eilanden,
in de haven aangekomen.
Na de pronnnciamentovan het garnizoen van Ca
dix, zijn de generaals ontscheept. De hertog van
Torre, gewezen voorzitter van den Senaat, heeft
zich aan het hoofd der opstandelingen gesteld.
Men verzekert dat de opstand tegen de dynastie
is gericht. Men vraagt eene grondwettelijke kamer
en een voorloopig gouvernement.
De telegraflijnen van Andalousiëzijn afgesneden.
Er zijn verscheidene steden onmiddelijk in op
stand gekomen.
Er heerscht in het hof groote schrik. Er zijn
troepen uit Madrid getrokken. Maarschalk Concha
is gelast met het bevelhebberschap der legermacht
in Andalousië.
M. de Calonge is kapitein-generaal te Madrid
benoemd.
Het zijn niet enkel de twee fregatten de Stad
Madrid en de Saragoza, die volgens de Patrie
zich in opstand hebben verklaard, het zijn de vijf
oorlogschepen, die zich voor Cadix bevinden. Men
weet dat de vloot een der brandpunten der ontte-
vredenheid was en het feit, dat de verbannen gene
raals zoo gemakkelijk van de Canariesche-eilanden
zijn kunnen komen, bewijst, dat de opstand ver
takkingen in de marine had.
Wat er van zij, het is van de schepen, dat het
teeken tot den opstand is gekomen. De opperhoof
den der bezetting wilden er zich tegen verzetten,
maar het was voldoende twee bommen op de stad te
werpen, om hun te doen overkomen.
Een gedeelte van het garnizoen, dat de stad had
verlaten, was dezelve rond gegaan en zich bij de
opstandelingen komen voegen.
De generaals- die men stellig zegt ontscheept te
wezen, zijn Caballero de Rodas, Serrano Bedoija,
Hoyez en Gavellar.
Men meldt uit Contreras een detachement van
kavalerie te Cordua in opstand heeft gebracht.
Eindelijk, duidt men in Andaluzië benden aan,
door kolonel Lagunero aangevoerd,
Opper- Aragon, en vooral de provintie Toruel,
worden, zegt men, door goed gewapende benden
doorloopen, onder het geroep van leve Prim le
ve Pierrad (generaal demokraatleve de repu
bliek! Weg met de Bourbons leve de rechten van
den mensch.
Men gelooft dat kolonel Baldrich met ontzaglijke
machten in Catolonje werkt.
Men spreekt ook van eene beweging, die te Car-
thagène heeft plaats gehad, en van eenen pronun-
ciamenlo te Yalentia, onder het geroep van leve
Prim
Seville, Cathagena, Ferrol en Coruna hebhen het
voorbeeld van Cadix gevolgd en zijn in opstand ge
komen.
In Ferrol, arsenaal van Galicien is er te
genstand geboden maar de aankomst van een
nieuw schip heeft hem overwonnen de overheden
zijn onmiddelijk vervangen geworden.
Benitz, gouverneur van Madrid, heeft zijn ont
slag gegeven Calonge is in de plaats van den ka
pitein-generaal en den krijgs gouverneur gesteld.
Staat van beleg in Madrid Verdod van niet
meer als drie personen bijeen te slaan sluiten der
koffijhuizen te middernacht. Ondanks dit, zijn die
gestichten geheel den nacht open gebleven, de stra-
zijn vol volk, de Puerta del Sol met groepen ver
vuld en het gouvernement, met verslagenheid
getroffen, durft niets doen en laat alles begaan. De
omwenteling doet groolcn voortgaang.
Ferrol is door het balailjon der zee-infanterie in
opstand gebracht.
In Oostenrijk schijnt het ministerie besloten te
hebben met strengheid te werk te gaan tegen de
oppositie, die zij van wege de geestelijkheid ont
moet in de uitvoering der wet op de echtscheidin
gen.
De minister Giakra heeft eene nieuwe circulaire
aan de provintie gouverneurs gezonden, om hun te
bevelen ingevolge de wet te handelen tegen eiken
pastoor, die zich voortaan openlijk in oppositie
met die wet zal stellen. Verscheidene pastoors,
I rare»s»3K«ffisp>3ea5»
Ul:1
Kg) <SxiSBES
VAN IJPEREN,
GESCHIEDKUNDIGE AANTEEKENINGEN
De orde van den Tempel werd gesticht door een zeer klein
getal Ridders welk de kronieken des tijds bepaalt op negen.
Deze dappere mannen hadden Godevaert van Bouillon ge
volgd in Palestynen en na de verovering van het Heilig Land
wijdden zij zich geheel en gansch toe om de pelgrims of be
devaart-reizigers, die van alle kanten naar Jerusalem stroom
den, te beschermen tegen de strooperijen der ongeloovige
muzelmannen.
De geschiedschrijvers duiden het jaar I i 18 aan als dat
van hunnen oorsprong, en meiden als eerste stichtersHugo
de Paganis, gebortig van het koninkrijk Napels en Godevaert
van S' Omaers. Deze laatste woonde in de stad IJperen zoo
ais het blijkt uit de kroniek van Yperius, abt van S'Berten en
Omaers, die verhaalt dat Godevaert de orde der Tempeliers
begiftigde met zijn huis staande binnen de stad IJperen. De
namen der zeven andereRidders zijn ons onbekend gebleven.
De negen eerste stichters lieten negen jaren verloopen eer zij
een' nieuwen medebroeder in hunne vereenïging aanvaard
den. De orde ontving echter maar wezenlijk eene regelmatige
inrichting in 't jaar 1128, op welk de kerkvergadering van
Troyes plaats had die dezelve goedkeurde.
Dit concilie, na de Ridders, eenen levensregel te hebben
voorgeschreven, verleende hun onmiddellijk aanmoedigingen
en belooningen voor hunne opofferingen en hunnen voort
gang.
Hun voorbeeld ontvlamde den ijver van vee! andere krijgs
lieden, die zich bij hen aansloten en deze edelmoedige leger
schaar verscheen weldra vol roem op het oorlogsveld.
Boudewijn II gaf hun voor woning een gebouw bij de plaats
waar vroeger den Tempel van Salomon stond, van waar dan
ook hun gesticht den naam van orde desTempels verkreeg en
zij zich Tempeliers heetten. De geschiedenis verhaalt ons dat
zij in den beginne enkel van aalmoezen leefden; maar de faam
hunner heidendaden nam spoedig toe en verwierf hun, zoowel
in het Oosten als in Europa, aanzienelijke giften van landgoe
deren en andere kostbaarheden, dermate dat de orde haar
toppunt van voorspoed bereikte, omstreeks het midden der
dertiende eeuw. Zij bezat alsdan onschatbare rijkdommen en
maakte eene ontzaggelijke krijgsmacht uit. In den aanvang
der veertiende eeuw, telde de Tempel negen duizend kloosters
allen merkweerdig door den rijkdom hunner gebouwen en
de pracht hunner kerken.
De orde van den Tempel was ontslagen van alle burgerlijk
en geestelijk rechtsgebied en hangde rechtstreeks van den
pauselijken stoel af. Zij werfde enkel hare leden bij den adel
dom en had voor Overste een verkiezelijken Groot-JIeester,
die de rang of de weerdigheid had van Prins, zich in verge
lijking stelde met de Vorsten en voor titel voerdedoor Gods
genade
Godevaert van S' Omaers bezat in IJperen een uitgestrekt
beluik welk hij ten geschenke gaf aan de broeders der militie
van den Tempel Salomon en dit was de wieg dei-
orde van den Tempel in Europa. Wat later, in 1127, bouw
den zij, in de voorstad Sint Kruis, een klooster op eenen
grond alsdan behoorende aan den Graaf van Vlaanderen en
genaamd Opstal waar de gebannen IJperlingen eene volkomen
vrijheid genoten. Deze schuilplaats was gelegen huiten de
Sint Kruis-poorte in den omtrek der voorstad bij de kerk
toegewijd aan het II. Kruis, langs den weg leidende naar Po-
peringhe recht over de herberg heden genoemd de
Posthoornen.
Vervolgens stelden doorgaans de Tempeliers hunne kloos
ters in de steden welke eene sterke vesting beschutte.
Niettegenstaande hunne nieuwe verblijfplaats, behielden zij
in de stad hunne eerste woning waar zij in tijden van oorlog
of burgertwist konden de wijk nemen, als bewezen wordt bij
eene verklaring van den bezoeker der orde, geroepen tot het
vereffenen van een geschil gerezen lussch ii de Tempeliers en
de wethouders wegens de waterjeidingsbuizen, en ten gevolge
van welk overeengekomen was dat de Tempeliers een enkel
buis ten dienste van hunne woning binnen IJperen en vier
om hun klooster in de voorstad te spijzen, zouden hekomen.
Volgens eene overeenkomst bemiddeld door de Gravin Jo
anna, de Tempeliers ontlastten de Schepenen der stad, van
de renten hun behoorende en bezwaard op de oude Halie van
IJperen, gebouw van eene mindere uitgestrektheid dan dat