DEN VOLKSDICHTER
Stads Nieuws.
Openbare voordrachten.
VerscMlige tijdingen.
Een brand te Poperinghe.
waarin clc partijgenoten verkeeren; door hunne
dweeperij verblind, zij beelden zich in dat de over-
drevene artikelen waarvan de heer Neut zoo niet
de schrijver ten minsten de verantwoordelijke pa
troon is, hun aanhangers bijbrengen en de gods
dienstige govoelens versterken Zij bedriegen zich
grootelijks, want de herhaalde ongegronde verwijt-
selen en lasteringen, die al de jesuitieke nieuws
bladeren dagelijks naar het hoofd van 't Ministerie,
van den Koning en van al die liberaal zijn, werpen,
wekt den afkeer van alle eerlijk man, en geeft
eenen walg voor de Ministers van eenen God van
vrede, die gezegd heeft: Bemint malkaar; en ook:
Geeft aan Cesar hetcjene aan Cesar toekomt, ter-
wij! zij integendeel met eene onuitlegbare kwade
trouw en opgezetten wil de bevolkingen, de eene
tegen de andere, ophitsen, en in plaats van hun de
onderdanigheid aan de wetten van den Staat aan
te prediken, niet anders dan twist en tweedracht
zaaien, en het triestig voorbeeld geven van de on
gehoorzaamheid, onder voorwendsel dat dc Staat
den Godsdienst tegenwerkt. Dit is enkel eene
kwaadwillige uitvinding, daar de wetten waartegen
zij zich verzetten geen ander doel hebben dan de
geld- en heerschzucht der politieke geestelijkheid
tegen te houden, wij zeggen politieke geestelijkheid,
omdat wij bekennen dat er een groot gedeelte en
namentlijk de bejaardste onder hen het gevaar ver
staan dat door zulk gedrag den Godsdienst bedreigt,
maar die ook weten dat het order der jesuiten,
hetwelk thans de overhand op de geestelijkheid
heeft, nergens voor achteruitgaat om zijn meester
schap te vestigen en die dus vervolgingen vreezen,
welke hun in hunne eer en zelfs in hun bestaan
zouden treffen.
Indien het anders ware, wij gelooven dat er nog
al een groot getal zou zijn die volgens'Me grondre
gels van het Evangelie zouden handelen, die de
overdrevenheden van eenen Neut en van de andere
elerieale gazetschrijvers zouden afkeuren, en die,
huiten dc politiek blijvende, de tweedrachten zou
den middelen en erkentelijk zouden zijn voor het
goed dat hun wordt gedaanindien liet zoo ware,
zulke geestelijken zouden door eenieder bemind en
geëerbiedigd worden, terwijl het thans geheel an
ders isvele mengen ten ongelijke de Ministers
des autaars met den Godsdienst zei ven en vatten
eenen afkeer van denzelven op; dit is onder ander
een oorsprong der heklagelijke secte der solidairen.
De heer Delaat, Representant van Antwerpen,
had over een jaar een proces in lastering aange-
VI.
daan aan den heer Van Ryswyck, ten gevolge van
welk deze laatsgezegde werd veroordeeld in eene
boete en in de betaling van tien duizend franken
schade en intrestendit was nog al eene sehoone
som hetgene de opstellers van het blad de
Opinion van Antwerpen niet heeft belet van de
beschuldiging te herhalen, en daar er bewezen is
geworden dat eene som van honderd duizend
franken voor Delaet was bestemd in de tripotagie
der militaire gronden, deze aangemoedigd door
eenen eersten gunstigen uitslag heeft ook tegen de
opstellers der Opinion, maar deze hadden zich van
de zaak wel onderricht vooraleer zich zulk eene
eerschendende beschuldiging toetelaten, zoodanig
dat de rechtbank na de zaak grondig onderzocht te
hebben en de echtheid der beschuldigingen te heb
ben erkend, na eene menigte beweegredens, waar
uit blijkt dat, indien Dclact de somine van honderd
duizend franken niet heeft ontvangen, dezelve niet
te min bij zijne kennis voor hem was bestemd, heeft
de opsteller der Opinions an dc klachten verzonden
en de vrager Delaat in dc onkosten veroordeeld.
Dit is een der mannen, die zieli destijds voor
liberaal uitgaf en die met zijne ambtgenoten van
Antwerpen de ijverigste en verslaafdste aanhan
gers van het clerikalismus in de Kamer zijn ge
worden dit verwonderd ons in het geheel niet,
wij weten van ouds, telkens dat die partij eenen
persoon kent, die veel van eere spreekt en er
weinig aan houdt en met wiens geweten zij ver
hoopt overeenkomsten te kunnen maken dat zij
de hand er oplegt.
Den Zaterdag. 16 dezer, ten 8 ure des avonds
zal de heer KAREL VERSNAEYEN, van Brugge,
eene voordracht geven, in de groote zaal van Stads
schouwburg, over
Wij voeden de hoop dat een talrijk publiek den
goedbefaamden spreker zal komen toeluisteren.
Nog immer zijn de laatste
Der wereld welgekomen
Wie zou hun durven vragen
Waar hebt gij 't al genomen,
Dien roem, die macht, dien rijkdom
En al dit hoofsch geblaf
Maakt niet de pluim den vogel
Wat is de wereld laf
Herinnering der kindsheid
Wij speelden samen op het gras
Der bontbebloemde weiden,
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
Droef was het ons te scheiden.
O kindertijd, o zoete tijd,
Wat hebt gij vaak ons hart verblijd
Herinnering der kindsheid
Wij gingen samen naar de school
Gedaan was 't lustig spelen
Wat men ons leerde, schreef en las
Dat kon ons niet vervelen.
O kindertijd, o zoete tijd,
YV at hebt gij vaak ons hart verblijd
Het Concert, ten profijte van eenen onzer achtbaarste me
deburgers, M. P. Maurau uitstekende muziekantheeft
Maandag laatst eene groote menigte naar ons schouwburg
uitgeloktook- het programma was zeer aantrekkelijk eti be
langrijk. De verwachting van het publiek is niet bedrogen ge
weest en al de stukken zonder onderscheid zijn even zeer
goed uitgevoerd geworden doch men gedooge ons dat wij
hier uit erkentenis, de namen neèrschrijven der Maatschap
pijen en Kunstenaars die zoo gulhertig hunne medehulp aau
den beneficiaris leenden om den IJperlingen eenen merkwaar-
digen avond te doen doorbrengen.
Het muziek des Korps Pompiers, onder het bestuur van M.
Otto. M. Van Elslande (fluit). MM. Coffyn en Vergracht
(duo). M. Otto en Juf. Cuignet (cor en piano). De
Koormaatschappij (koor Paysans). Het muziek van het 10-
regement, onder het beleid van M. Walhain. De heeren
A. Gaimant (viool) en Ch. Struye (violoncelle), muziek van
MM. Berriot en Servais. M. G. Mailliard (klucht, Het Ver
loren Schaap). De heeren liefhebbers van den Cercle Mu
sical en andere. Maar wij msgen deze lange lijst van kunste
naars en liefhebbers niet eindigen zonder onze hulde en
Herinnering der kindsheid
Dan was èn spel èn les voorbij
Men sprak ons van te werken
't Werk dat van kindren menschen maakt
En lijf en geest komt sterken.
O kindertijd, o zoete tijd,
Wat hebt gij vaak ons hart verblijd
Herinnering der kindsheid
Thans spelen wij niet meer op 't dons
Der bontbebloemde weiden
Waarom hebt gij, o wereld, ons
Zoo verre toch gescheiden.
0 kindertijd, o zoete tijd,
Wat heeft mijn hart u vaak benijd
Wordt voortgezet).
bewondering uit te drukken aan deze die de aanwezigen heeft
weten te betooveren door hare uitmuntende sehoone stem, wij
willen spreken van Mevrouw de Beaucourt. Wij bedanken al
de artiesten in het algemeen en Mevrouw de Beaucourt in het
bijzonder over de toegenegene welwillendheid waarmede zij
samen gewerkt hebben tot het volbrengen van een goed werk.
Er is wederom gerucht in onze stad verspreid, die onge
lukkiglijk verwezentlijkt is geweest, wij willen spreken over
de hondsdolheid welke in onze omstreken onvoorziens en bui-
ten 't gewoonlijk jaargetijde uitgeborsten is.
Te Wijtschaete zijn twee menschen en een twintigtal bees
ten gebeten geworden. De menschen zijn buiten gevaar ge
steld door het gewoon geneesmiddel, de branding, en de
beesten zijn op bevel van den heer Arrondissements-Commis-
saris afgemaakt.
Te Vlamertinghe werd M. Yeys, burgmeester, insgelijks
dooi- eenen dollen hond aangerand doch zonder erg gevolg,
want het vleesch was niet geschonden. Uit alle voorzichtig
heid heeft hij seffens de noodige maatregelen genomen. De
hond had nog drij andere honden gebeten en deze vier bees
ten zijn insgelijks afgemaakt.
Wij manen onze medeburgers aan, die honden hebben,alle
voorzichtigheid te gebruiken en bij het eerste vermoeden be
sluitende maatregelen te nemen.
Programma der stukken welke heden Zondag ten raid da ge,
in de Groote Hallezaal, door het muziek van het 10e regement
zuilen uitgevoerd worden
1. Pas redouble, B°" d'Odonneel.
2.
Ouverture, Les Diamants de la
Couronne, Auber.
5. Antoinette, polka pour flüte, Govaerts.
4. Duo d'Armide pour clari-
nette et basson, Rossini,
b. Lichtenstein, valse, Labitzky.
Heden Zondag, ten S 1/2 ure's avonds, is het de derde
vertooning der Ylaamsche Ster, het zal nog de schoonste zijn
welke wij dit saisoen zullen bijgewoond hebben. (Men zie
onze vierde bladzijde).
Indien men eene goede plaats begeert, ware het geraad
zaam van vroeg op te passen, want wij voorzeggen eene volle
zaal. Het slotstuk zal nogeens een tooverachtig effekt maken,
doordien men de groep met het bengaalsch vuur gaat ver
lichten.
TÏIEODOOR. VAN RYSWYCK.
Men schrijft ons uit Poperinghe
Niemand heeft vergeten de omstandigheden in welke de
achtbare heer Schepen Henri Vanreninghe zijn ontslag gaf
van Kommandarit der vrijwillige Sapeurs-Pompiers van Po
peringhe. Hij was omringd van de vriendschap, de achting en
de verkleefdheid van al degenen die de voldoening hadden
van onder zijn bevel te staan. Hij was veel eer een vader dan
een meester, en zijne mannen dienden hem meer als kinderen,
dan als onderdaan. Klaar bewijs dat dit ontslag het uitwerk
sel niet was, van zijn eigen wil. Ook is het geen raadsel voor
niemand dat dit nog een der meesterstukken geweest is van
den achtbaren heer Vandeputte, die de stad Poperinghe
met zoo een rampzaligen twist en tweedracht overrompeld
heeft om ze dan schandelijk te verlaten.
Wat er van zij, reeds meer dan twee jaren zijn voorbij, en
de Pompiers dezer stad zijn, dank aan den gezwooren haat
van den achtbaren heer Burgmeester tegen Mijnheer Van