VAN IJPEREN.
DOOD VAN DEN ERFPRINS
DE GENTSCHE TENTOONSTELLING
!i
4 FRANKEN 'S JAARS
Nr §57. Achtste Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Versehillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Politieke berichten.
Samenspraak
KORT VERSLAG
VOOR IJ PEREN. Fr. 4-30 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centimen den regel.
Reklamen 23 centimen.
ZONDAG, 24 JANUARI 1869.
8llfliH|p Bureel: Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
Maandag was de zesde en laatste zittijd geopend
van de tegenwoordige Wetgeving van het franseh
keizerrijk. Zoo zeer men zich vroeger onrustig en
nieuwsgierig toonde, om het minste woord, door
Napoleon uitgesproken op te vatten, zoo zeer heeft
men heden met kalmte in Frankrijk en elders de
troonrede afgewacht, die Louis-Napoleon bij de
opening der Kamer moest uitspreken. Dit is een
veelbeduidend teeken het toont aan dat Europa
afgezien heeft van aan Frankrijk alleen het voor
recht toe te kennen, om volgens zijnen wil vrede
of oorlog te maken.
De redevoering van den keizer mag men vrede
lievend noemen.
In het franseh Wetgevend korps zijn de budjet-
len van 1870 neèrgelegd.
De spaansehe minister van onderwijs en open
bare werken, de heer Ruiz Zorilla, diegene onder
de bewindslieden welke door de republikeinsche
partij het minst gelaakt wordt, heeft in de vorige
week eene verordening uitgevaardigd, waarbij aan
de gewestelijke overheden en aan de gemeentebe
sturen vrijheid wordt gegeven scholen en zelfs in
richtingen van hooger onderwijs te stichten eene
verordening waarbij hel openen van schouwbur
gen en het geven van openbare tooneelvoorslellin-
gen van alle beperkende bepalingen wordt onthe
ven; en eindelijk eene verordening, die aan ieder
een vrijheid geeft beurzen en andere vergaderplaat
sen voor den handelstand op te richten.
De monarehieke kandidaturen van Madrid heb
ben 14,000 stemmen bekomen en de pepubliekanen
2.700.
De gekende resultaten, uil de provinciën ontvan
gen, zijn overal gunstig aan de monarchisten, be
halve in de provintien Terruel en Tarragona.
De Correspondencia kondigt den uitslag af der
gekende kiezingen in Spanje.
223 monarchalen, 73 republikanen en 13 abso
lutisten.
De Constiiulionnel zegt dat de gezant van Tur
kije maar woensdag morgend toelating heeft ont
vangen, om zijn handleeken bij degenen der overi
ge gevolmachtigden te voegen.
Turkije heeft aan Djemil paeba het bevel met
den telegraph gezonden de protokole der conferentie
te teekenen. Men denkt dat Griekenland de proto
kole zal bijtreden.
De conferentie houdt dus nog eene zitting, in
welke de gevolmachtigden de laatste formaliteiten
zullen vervullen, lot het onderteekenen der proto-
kool.
Op last van den keizer van Rusland is, te begin
nen met 1 januari van dit jaar, in het koninkrijk
Polen, in plaats van de tot nu gevolgde gregoriaans-
ehe tijdrekening, de russische of oude tijdrekening
voor de eenig geldige verklaard.
Wij vernemen uit Bussel de treurige tijding dat
de erfprin, in den nacht tussehen Donderdag en
Vrijdag ten I ure gestorven is.
Deze harde slag, welke de reeds zoo zeer be
proefde koninklijke familie treft, zal door gansch
het land diep gevoeld worden.
Moge de algemeene deelneming van geheel een
volk voor de koninklijke familie eene verzachting
zijn in den droeven rouw, waarin zij gedompeld
ligt.
De Koster. Wel, Meester, hebt gij de Patrie
en het Nieuwsblad van over eenige dagen gelezen
De Meester. Ik lees die dagbladen zelden, om
dat het altijd hetzelfde is dat zij zeggen^ zij zouden
willen doen gelooven dat de vrijheid is verkrenkl,
omdat anderen dan zij er van gebruik maken, en
zulke praat is geschreven om de onnoozelaars te
bedriegen, en is te dwaas om de aandacht van re
delijke personen op te wekken.
De Koster. Gij loopt met de bolle w eg, mees
ter er is geene kwestie van vrijheid in hetgeen ik
u ging zeggen. Het is eene geheel andere zaak
waarvan ik wilde handelen, en die mij als een ge
grond verwijtsel tegen uwe partij voorkomt.
De Meester. Laat ons hooren.
De Koster. Zie, Meester het Journal
d'Ypres, van den 9" dezer geeft een merkwaardi-
gen artikel, voor opschrift dragende: le clergé et
IN 1868.
DE TOEKOMST
iusftcheii den Moolincester, den Koster
en lau GoedgefiHMP.
OVER
Mijnheeren,
Alvorens u den uitslag der Gentsche expositie van 1868
mede te deelen, zal hel gewis niet ongepast wezen u hier
het geschiedkundige van de Tentoonstellingen dier stad en van
verscheide andere Belgische steden, eens te overloopen. Wat
de oudheid en den oorsprong van die kunstfeesten betreffent,
wordt de geboortestad van Jaak Van Artevelde en van Keizer
Karei maar als de derde gerangschikt. L792 is het jaar dat
er eene tot stand bracht.
Aan Luik en Antwerpen komen de eer toe Gent le hebben
voorgegaan: de eerste stad in 1 779, de tweede in 1789.
Brussel gelukte het slechts in 1811 hare eerste Tentoonstel
ling in te richten. Wat de hoofdstad van Oost-Vlaanderen
raakt, zeventien jaren verliepen in proefnemingen zonder ge
lukkigen uitslag, en het was maar in 1808, dank aan de me
dewerkingder KoninklijkeMaatschappij van Schoone Kunsten
en Letterkunde dat de Tentoonstellingen er konden geregeld
worden.
Dit genootschap wierd een tweede maal hervormd in
1855,jaar op welk het den naam van KoninklijkeMaatschappij
ter aanmoediging van Schoone Kunsten, aannam, met het
loffelijk doel van op eene krachtiger wijze te voorzien in de
behoeften der Kunst en de glans der Vaderlandsche Tentoon
stellingen, die alle drie jaar plaats grepen, te vermeerderen.
De Koninklijke Maatschappijen van Schoone Kunsten en Let
terkunde en degene der vrienden van Schoone Kunsten, die
jaarlijksche Tentoonstellingen openden, zijn ontbonden ge
weest, en hebben edelmoediglijk hunne hulp en den onder
stand hunner middelen verleend aan de instellingen van 1792
en 1810, heringericht in 1835, onder de bescherming van
den Gouverneur der Provincie en van den Burgmeester dei-
stad.
Sedert vijf en zeventig jaar hebben de drie Maatschappijen
van Gent 37 Tentoonstellingen van Schoone Kunsten geopend
welker belang, Mijnheeren, door ons naar waarde geschat
wordt.
Ik kan niet dan lof toezwaaien over de laatste zaal van
Gent, welke over weinig meer dan een maand, 1085 kunst
voortbrengsels versierden door 498 kunstenaars verveerdig
waaronder wij, volgens school en rang van meerderheid 310
Belgen, 148 Franschen, 81 Duitschers, üongaren en Polak
ken, en 59 Hollanders tellen.
Eene som van 128,200 frank is door de maatschappij of
door verstandige liefhebbers besteed geweest tot den aankoop
van 127 der beste gewrochten die tentoongesteld waren.
Elf kunstenaren, tot het arrondissement IJperen behoo-
rende, hebben deel genomen aan de Tentoonstelling van
Gent, namelijk de heeren A. Böhm, Th. Ceriez, Deconinck,
Degroux, Delbeke, Fiers, Leclercg, Lefever, Iloffiaen, Sper-
laeken en Veranneman. Onder deze hebben MM. Iloffiaen,
Degroux en A. Böhm, het oordeel genoten waardeerders,
echte Mecenassen te vinden, die de Kunst, op haren weg,
niet dikwijls genoeg ontmoet.
Dit kort overzicht van de Gentsche Tentoonzaal, onlangs
gesloten, bewijst op de duidelijkste wijze, dat onder het
hoofdpunt van den verkoop der kunstvoorwerpen, België,
hoe weinig uitgestrekt zijn grondgebied en hoe gering zijne
middelen mogen wezen, voor de schilders, beeldhouwers en
de andere kinderen van het belangrijk kunstgezin van langs
om meer streeft om zich in een waar land van beloften te
herschapen.
IJperen, 9 December 1868. Aug. Böhm.