Stads Nieuws. Verscliillige lijdingen. te bestuur gedane aanvraag niet heeft ingewilligd, het is de oorzaak niet der vragers, die niet kunnen verstaan hoe dat Christene Bisschoppen weigeren het onderwijs te doen geven aan catholijke kinders, terwijl zij geld van ongelukkigen afpersen om vreemde natiën te gaan verlichten. Doch er volgt daaruit niet dat in die gestichten het godsdienstig onderwijs wordt verwaarloosd, verre van daar ik houde slaande dat de daarmede belaste meesters even zoo bevoegd zijn als alle anderen om die taak waarlenemen, en voor hetgene de Lamotjes betreft ik zie niet dat er daarin verandering zal worden toegebracht; in ccn woord de eenige nieuwigheid die aldaar zal worden ingericht zal naar alle waar schijnlijkheid bestaan van eene of twee uren daags toetewijden om de kinderen een geschikt onder wijs te geven. De Koster. Dat is al wel maar zij zullen zoo veel kantjes te min maken en dus de ouders zullen zooveel min van hun werk genieten. De Meester. liet is te laat, Koster, om daar op te antwoorden goede avond, tol Zondag. IJperen, 20 Februrri 1859. Een Koninklijk bésluit had over eenige dagen de Lamotte- School onder het stadsbeheer geplaatst, ten einde, volgens de wet de echte uitvoering der instelling naar te komen en de inkomsten en uilgaven te regelen volgens het behoort. Deze maatregel is naar denzin onzer tegenstrevers niet.j Sedert eenige dagen liep het gerucht in stad dat er Vrijdag (19 dezer) een aardige grap ging plaats grijpen, ter gelegen- hejfl van het buiten zetten der nonnen uit de Lamolle- Sthool De weldenkende inwoners gaven daar geen acht op, want zij wisten dat at het gebabbel eeniger zoogezegde dibben op niet steunde dan op ongegronde en leugenachtige betichti- gingen. Maar hoe stonden wij verbaasd wanneer wij vernamen dat Vrijdag laatst, reeds van den vroegen, de Rijselstraat vervuld was van opgewondene vrouwelieden die hare kinders reeds van ten 5 1/2 ure (op bevel ontvangen daags te vóóren) naar de school geleid hadden. De menigte groeide aan, naar mate de zon rees, zoover dat ten 9 ure de straat letterlijk ingeno men was van volk. Bij honderde vrouwen stonden opeen gedrongen vóór de deur der Lomotte-School, mannen uit de lage volksklas wandelden heèn en weêr, de nieuwsgierigen werden door hen noesch bezien en hoorden hier en daar een gemor tegen overheid of openbare ambtenaren onzer stad gerichtVan waar kwam deze opgewondenheid deze drei gende houding bij onze andersints zoo brave en werkzame volksklas?.... Wij zijn het te wete gekomen uitzinnige of slechtbezielde clericale wraakgierigen hadden zoodanig te werkgegaan dat zij het volk doen gelooven hadden dat de meesteressen gingen uit de schooi gejaagd worden en met Krtiicifiks en Onze-Lieve-Vrouwe Beeld op de straat gesme ten zijn. De meesteressen zelve hadden de kinderen in deze ongerijmdheden onderhouden de kinderen hadden het te huis verteld zoodanig dat de moeders besloten hadden de mar telaressen, de vervolgde arme zusters, tegen de liberalen te verdedigen en in geval van nood, hunne kinders te bescher men tegen deze brutale tijgers Aangehitst en opgewonden door de hierbovenstaande be weegredens, bevonden zich daar de arme doch eerlijke huis vrouwen doormengd met andere die zich niet schaamden de walgelijkste en platste uitdagingen tegen het openbaar gezag uitbraakten. Later werd er genever geechonken Genever, niet alleen aan mannen, maar meest aan vrouwspersonen. Waartoe dit komediespel? Meent men de openbare denk wijze te misleidende wet onuitvoerbaar te maken of is het om het werkvolk in opstand te brengen Maar dat alles is on mogelijk, want onze inwoners beginnen klaar in de zaak te zien de wet zal uitgevoerd worden spijts al de uitzinnige werkingen eeniger fanatieke onzichtzare opstokers, en het werkvolk heeft te veel goed oordeel om niet te begrijpen dat het alléén het slachtoffer zou zijn indien het luisterde naar den laster en leugen van onze schaamtelooze clericale nieuwsbladen en loegave aan de aanhitsingen van dezen die genever en geld geven om eene billijke zaak tegen te werken! De kinders zijn omtrent middag elk naar zijn huis vertrok ken. Hel uitzinnig en walgelijk volksbetoog is geëindigd met eenen dans door geneverdronke wijven die ons een staalken geven van hetgeen er van onderwijs en opvoeding nog noodig is om zulke beweenlijke voiksverleidingen te voorkomen. Alhoewel er geene stoffelijke schade noch opstand bestatigd is, zullen er toch inlichtingen genomen worden, want eene groote verantwoordelijkheid drukt op de aanleiders van zulke treurige slraatstooneelen Het Bal van Zondag laatst gegeven in het Barbara hof, door de jongeling-maatschappij l' UNION, overtrof aller ver wachting onder betrek van orkest, opschik, kostumen, dans en vermaak. Wij hebben getuige geweest bij het juitoefenen van een nieuwen Dans door al de leden onder het bestier van Men wij mogen zeggen dat dezelve merkwaardig was. 't Was reeds Maandag vroeg wanneer de laatste dansers vertrokken zijn. Maandag middag iser een peerd weggeloopen van aan de Dixmudepoort tot op de markt, waar het beest gevangen is geweest. Een oppasser van eenen officier ging wandelen met twee peerden zijns meesters toen een der twee ergens van verschoot en de vlucht nam, het ander wilde er achterna loo- pen maar is in tijds ingehouden geweest. Onze Loire gaat van dit jaar met een schoon weder in mocht het alzoo voortgaan, lïe Groote Markt is tamelijk goed voorzien van barakken en kramen. Wij zullen nogèens ons hert ophalen om naai'de wonderheden der IJpersche feest te gaan zien. Misschien zal de waarzegster gekomen zijn om ons eene nieuwe voorzegging te doen, welk in staat zal zijn om het waterbiad uit den vuilhoek voor twee jaar te kunnen za gen en 's nachts van de merrie te doen berijden nu, wij zul len gaan zien en het aan onze gewone en onpartijdige lezers mededeelen. ■Ar Programma der stukken welke Zondag ten middage in de groote Halle-Zaal door het muziek van 't 10° regement, onder het bestuur van den heer Wulhain, zullen uitgevoerd worden 1. Geneviève de Brabant, pas-redoublé, Walhain. 2. Ouverture du Cheval de bronze, Auber. 5. Pot-pourri de Robert le Diable, (I'exécution), Buissens. 4. Julia, Walzer, (Philippe Vanden Berghe), arr. p. Otto. Lijst der Jureën, die de zaken te vonnissen hebben voor het hof van assisen onzer provincie, dat zal geopend vyorden op 1 maart aanstaande: MM. Ch. Beke-Poupaert, rentenier, en E. Doncker, brou wer, IJperen. Verbrugge-Deleu, grondeigenaar, Werviek, J. Veys, notaris, Vlamertinghe. L. Livinus, doctor, Nieuwkerke. B. Veys, notaris, Proven. Plaideau-Delbecq, fabrikant, Meenen. A. Dupont, brouwer, V. Vermeulen, zeepzieder, L. Bonte- Nys, koophandelaar, J. Loncke, advokaat, Ed. Leihoen, id., en A. Vandenghinste, koophandelaar, Kortrijk. P. De Sinedt, gemeenteraadsheer, Rousselare. C. Lraeys, schepene, en W. Daussy, id., Thourout. B. De Kernver, advokaat en provinciale raadsheer, en Ch. De Graeve, landbouwer, Veurne. D. Van Caillie, huidvetter, Veys-Pavot, grondeigenaar, C. Van Caillie, id.en J. Vandenberghe, koophandelaar, Brugge. C. Vanderheyde, meubelmaker, Ch. Brandaris, negociant, en A. Campus, grondeigenaar, Oostende. Maes-Deconinck, brouwer, Swevezeele. G. Verhaeghe, grondeigenaar, Vichte. E. de Crombrugge, grondeigenaar, St-Pieters-op-den-üijk. A. Van Iseghem, notaris, en J. Vroome-Van Daele, brou wer, Nieuport. BENOEMINGEN IN HET LEGER. Bii koninklijke besluiten van 50 December, zijn in het letter benoemd IN DE KAVALERIE. Luitenant-Kolonel, de majoor E. Boutmvder ruiterij- school. Majoors, De kapiteins-bevelhebbersC. Guillaume, der ruitersschool, en A. Lambert, instructeur des gidsen. Kapiteins-develhebbers. De kapiteins van 1° klas J. De- france, van het 2 lansiers L. Beaufays, der ruitersschool en C. Lafontaine, van het 1 lansiers. Kapiteins van le klas. De kap. van 2 kl.: H. LeMaire, van het 4 lans.; L. Van Eechout, der gidsen L. Lonhinne, van het 3 lans.; L. Pletinckx, id.; en L. Du Roy de Blicquy, der gidsen. Kapiteins van 2" klas.De luitenanten C. Vandenberck, van 2 lans.; C. Montégnie, der gidsen; J. Lranck, der ruiters- school;L. Delelienne, 4 lans.; en E. Minet, 2 jagers. Luitenanten. De onderluitenanten baron A. deHeusch, 2 lans.; P. Blornme, id.; en D. Verzyl, 2 jagers. Onderluitenanten. De voorloopige in de infanterie ge klasseerde onderluitenanten H. Deformanoir, 9 linie, gede tacheerd bij het 1 jagers te peerd; G. Heynderick, 7 linie, bij de gidsen. Zij zullen rang nemen met het datum des besluits hunner benoeming als ond-luit. De opperwachtmeesters L. Dupont, 1 lans.; J. Bolle, gid sen; en de wachtmeester L. Pierard, der ruitersschool. IN' DE GENDARMERIE. Luitenant-kolonel. De majoor L. Motte, van hel korps. Majoor. De kap. van 1 kl. T. Vanhoorebeke, id. Kapitein van le klas. De kap. van 2 kl. P. Goflinon, id. Kapiteins van 2° klas.- De kapiteins van 2 Kl. C. Orian- ne, instr. 2 jagers; L. Englebert, adj-maj. bij de gidsen. Zij zij zijn van hunne bijzondere bedieningen ontslagen en ne men rang van ouderdom in hun nieuw korps, met het datum van het tegenwoordig besluit. De luitenant J. Mathieu, van het korps. Luitenanten. De onderluitenanten M. Leqneux en J. Bihin, van het korps. Onderluitenanten. De adj-ond-officier L. Flesnen, en de opperwachtmeester J. Liégeois, van het korps. KUNST- EN LETTERKRING. Verleden Woensdag was het de verplichte spreekbeurt van den heer De Deyne. De redenaar opende zijne voordracht, met te doen uitkomen welke middelen er sinds lang aange wend worden om de algemeene beschaving bij de verschil lende volksrassen onze aardbols, zoo niet heel en gansch door te drijven dan toch het te bespoedigen. Spreker wil het niet beproeven, zegt hij, wat voordeel eene wereldtaal zou aan brengen alleenlijk waagt hij het onderhavige vraagstuk te onderzoeken Wierde de daarstelling eener wereldtaal mogelijk of wenschelijk bevonden, in hoeverre kan de fran- sche taal tot wereldtaal, tot algemeen voertuig der gedachte, geschikt wezen Hij beweert dat de fransche taal eene arme taal is, en staaft zijn gezegden door een onloochenbare waar heid. Eindelijk haalt hij ai het schoone, al het kernachtige dei- zoo rijke nederduitsche taal aan, die wij, Vlamingen, boven alle ander hoeven te hoogachten. Niet slechts toont de heer De Devne dat hij een warm verdediger onzer taal is,maar ook dat hij zich met zorg op de studie van zijn onderwerp heeft toegelegd. De vergadering gaf hem, door luidruchtige toe juichingen te kennen, dat hij een kunstparel te meer aan de kroon onzes Kunst- en Letterkrings heeft gehecht. In dezelfde zitting gaf de onvermoeibare oudheidschnavor- scher, de heer J. Cordonnier lezing' van een door hem opge teld prozastuk, getiteldDe Gilden of Ambachten en de Geestelijke Vereenigingen. Gelijk naar gewoonte viel het zoo zeer i" den smaak der leden, dat, wanneer hij het spreekge stoelte verliet, het hem geenszins aan handgeklap ontbrak. Men schrijft ons uit Becelare Maandag 11. had alhier de droevige teraardbestelüng plaats van de stoffelijke overblijfsels van den heer Karei Vuylsteke, schepene, voorzitter der Toonkunstmaatschappij, lid van de Kerkfabriek en van verschelde gilden der Gemeente. De talrijke menigte die van alle kanten toegesneld was om in den plechtigen lijkdienst eene laatste hulde aan den overle dene te bewijzen, getuigde genoeg in welke hiaat de heer Vuylsteke de genegenheid en liefde des volks bezat. Onbeschrijfelijk w as de gemoedsaandoening der aanwezi gen, toen de heeren Burgemeester, Secretaris en Hoofdon derwijzer den verdienstvollen mail eenen laatsten vaarwel toe stuurden. Op eene doodsche stilte volgde een diepe droef heid die de sterkste gemoederen overwon. Gewis moet deze dood een gevoelig verlies toebrengen aan de gemeente, wrant de heer Vuylsteke bezat een dier uitmun tende karakters, dat hem deed beminnen van ahvie hem kende. Als schepen der Gemeente en lid der Kerkfabriek gaf hij blijken van rechtschapen en sterken geestals beminnaar der Toonkunst wendde hij allerhande pogingen aan om de jeugd le winnen tol de kunst, w elke hij gedurende meer dan vijf en dertig jaren hier hielp in stand houden. Lang zal zijn aandenken in deze Gemeente blijven voort duren, want hij blijft er leven door zijne voorbeelden. Alle soort van jacht is te rekenen van 51 Januari geslo ten bij afwijking van die bepaling is de jacht op de konijnen met fretten en netten het heele jaar toegelaten. De jacht op het water- en trekwild in de moerassen en langs de stroomen en rivieren, blijft open in alle provinciën tot 30 April, mid dernacht, en de jacht met brakkenzonder vuurwapens, tot 1 Maart, middernacht, in de provinciën Brabant en Hene gouw, en tot lo derzelfde maand in de andere provinciën. Het leuren, aankoopen of verkoopen van wild is verboden te beginnen met den derden dag na de sluiting der jacht.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2