lil VAN IJPEREN. NAHYDA. 4 .FRANKEN 'S JAARS Ni' 30*5. Achtste Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. YOOR IJ PER EN. Fit. 4-30 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centimen den regel. Reklamen 23 centimen. ZONDAG, 21" MAART 1809. Buit eet. Dixmudeslraat, 39. Alle inzendingen vrachtvrij. Het geschil nopens den afstand van den Luxem- burgschen spoorweg, opgerezen tusschen het, fransehen het belgisch gouvernement, schijnt vol gens de fransche dagbladen op weg van vereffening te zijn. De onderhandelingen tusschen het belgisch ka binet en den minister van Frankrijk worden voort gezet. Woensdag heeft er een ministerraad plaats ge had, om over de voorstellen door M. de Laguéron- nière gedaan, te beraadslagen. Volgens onze inlichtingen zijn er reeds punten, waarop men het eens zou wezen. De vereeniging der conferentie is in princiep besloten: deze vereeniging zal te Parijs, volgens den wensch door het fransch gouvernement uitge drukt, plaats hebben. Hel belgiesch gouvernement is voornemens het onderzoek der internationale tarieven aan die con ferentie te onderwerpenten einde de fransche compagnien de vervoeren te verzekeren, welke zij zouden gekregen hebben door de rechtstreeksche exploitatie van de Groot-Luxemburgsehe en Luik- Limburgsche spoorwegen. Er zou eeue overeen komst bestaan, om de internationale tarieven vast te stellen. Het fransch gouvernement vindt die voorstellen al te bekrompen en het vraagt, dat de conferentie zich zou bezig houden met al de staathuishoud kundige kwestiën, die de twee landen betreffen, zonder zelfs hef onderzoek der spoorwegconventien er buiten te laten. Er bestaan redenen, om te denken dat men het middel zal vinden om de zienswijzen over een te brengen, die tot hiertoe nog al een tamelijk groot verschil opleveren. Maarschalk Niet heeft meer bijeenkomsten met keizer Napoleon dan naar gewoonte. Dit schijnt men tc kunnen uitleggen door het werk, waaraan het oorlogsdepartement zich overlevert voor de in richting van de mobile nationale garde, maar de politiekers, die in alles zwart zien, beweeren, dat er kwestie is van de generaals te kiezen, die men in den aanstaanden oorlog zal gebruiken en de be velhebberschappen te bepalen die hun zullen worden toevertrouwd. Dat zijn geruchten die te Parijs loopen, maar die evenwel niemand veront rusten. Uit 's Gravenhage meldt men, dat de heer mi nister van buitenlandsche zaken in de Tweede Ka mer verklaard heeft, dat het gouvernement geen enkel kontrakt heeft goedgekeurd tusschen cene hollandsche en eene fransche compagnie gesloten, nopens den afstand van spoorwegen. Het begint in de spaansche Cortes wat warm te worden, de partijdriften beginnen er zich meer af te teekenen. De minister van binnenlandsche zaken heeft in de zitting der Cortes van Ia Maart gezegd, dat verscheidene gedeputeerden, gedurende de mani festatie van gisteren, den opstand tegen de beslis singen der Kamer hebben gepredikt. Hij voegde er bij, dat een generaal-gedeputeerde insgelijks gezegd heeft, dat het land, hoe de beslissing der Corlès ook zii, noch mannen noch geld zal geven. Men heeft de slechtste leerstelsels geproklameerd. De tweede Kamer van Holland heeft met 41 stemmen tegen 31 den dagbladzegel afgeschaft en 30 op 71 stemmers hebben, om het verlies van de 800,000 gulden, welk de schatkist daardoor lijdt te vergoeden, eene vermeerdering van 3 gulden per hektoliter op de sterke dranken aangenomen. De eerste Kamer der staten-generaal moet nu nog dien maatregel goedkeuren, waarna de hol landsche drukpers van een beletsel zal verlost zijn, dat hare ontwikkeling hinderde. Welk is de reden waarom hel Nieuwsblad en het Journal d'Ypiies hunne kolommen vervullen met eenen stroom van lasteringen en valscheden ten opzichte van de zaak der Lamolteschool Zij rede neren alsof liet in de macht van hel Gemeente Be stuur ware van de bepalingen der wet zonder uit voer te laten. Welk kan het doel van deze handelwijze zijn anders dan de leden van het Bestuur hatelijk te maken? Het is aldus dal de Clericale partij alles tracht af te breken er is geen een bestuur, geen een ambtenaar, van den Koning lot den veldwachter toe, die zij niet trachten te vernederen en ten wiens opzichte zij zich geene beledigingen toelaten! Wat zal het gevolg van dat alles zijn anders dan het verderf der bevolking, die niets meer zal eerbiedigen, die geene palen aan zij ne driften meer zal stellen, noch geene vertrouwen meer zal hebben zoowel in de tijdelijke als in de godsdienstige overheden Het Nieuwsblad beschuldigt ons van de Lamot- tenonnen voor dieven te hebben uitgemaakt dit KOS Tijdens dc keizerin Calharina II, was M. Tzernikof douaan- ontvangerin het russiscb stadje Niklin. Het was een man van eene beproefde eerlijkheid. Te vreden met het ambt, dat hij bekleedde en welks plichten hij met iever en trouw waarnam, leefde hij gelukkig met zijne vrouw en zijne eenige dochter Nahyda, die door hare beminnelijke hoedanigheden de vreug de van hare ouders uitmaakte. Tzernikof genoot door zijn oprecht en trouwhertig karak ter de achting en toegenegenheid van alle deftige lieden. Dit maakte zijn genoegen, zijne stilte, zijne huiselijke vreugde uit. Helaes! waarom mocht dezelve niet lang voortduren Een koopman van Cherson, eene stad aan de monding van den Dnieper gelegen, was erin gelukt om verscheidene be ambten der douanen om te koopen, die, ontrouw aan hunne plicht, hem de hand leenden om smokkelhandel te bedrijven, waardoor hij zich meer en meer verrijkte. Wanneer Tzernikof te Niktin was aangekomen, trachtte die koopman ook, hij middel van geld, den eerlijken ontvanger om te koopen, ten einde alzoo zich met meerdere vrijheid aan zijnen onwettigen handel te kunnen overgeven. Doch Tzernikof verwierp met verontweerdiging elk aanbod en zegde tot de koopman Het zij uwe vragen ernstig gemeen zijn of niet, dit raakt mij weinig maar weet dat ik nooit zal toestemmen om tegen mijnen plicht te handelen. Ik verzoek u dus het niet meer te wagen mij voorsteilen te-doen, die 11 weinig tot eer strekken en mijn geweten kunnen kwetsen. Vertoornd over den wederstand, dien hij ontmoette, zegde hem de koopman slechts deze woorden: -Gij zult het u berouwen! Inderdaad, om zich hierover te vreken zond die eerlooze mensch aanzienlijke geschenken aan den prins Potemkin, die een gunsteling der keizerin Calharina was, er. schreef hem in eenen brief, dat Tzernikof openlijk met de grootste minach ting van hem en van de vorstin sprak. Onmiddelijk bestelde de prins dezen brief aan de keizerin, en weinige dagen daarna kwam te Niktin het bevel, om den eerlijken ontvanger aan te houden, die in eenen keker werd opgesloten, waar men hem verscheidene weken ten prooi aan de zwaarste ontberingen liet. De ongelukkige vermoedde wel, dat dit alles het uitwerksel was van eene schandige en snoode list, door den koopman van Cherson bewerkt; nochtans troostte hij zich met het denk beeld, dat eens het oogenblik zou komen, waarop zijne on schuld zou herkend worden. Hij vroeg dan om zich te mogen verrechtveerdigenmaar men liet hem aanmelden, dal hij on verwijld naar Siberië moest vertrekken, waarheen die perso nen werden verbannen, welke van groote misdrijven beschul digd waren. De brave man was dus genoodzaakt den weg naar die barre en droevige streek te nemen. Zijne vrouw en Nahyda wilden met hem medegaan, en de bewoners van Nik tin, waar dit deugdzaam huisgezin tot nu toe zoo gelukkig had geleefd, vergezelden hen weenende tot aan de poorten der stad. Na eenen langen en vermoeijenisvollen togt, gedurende den strengen winter van den jare 1791, kwam Tzernikof, met zijne echtgenote en dochter, eindelijk te Tobolsk, de hoofd stad van Siberië, aan. Gedurende deze reis was Nahyda's eeni ge zorg en bezigheid geweest van hare ongelukkige ouders te troosten. Wanneer zij op hunne bestemmingsplaats waren aangeko men, wees men de drie bannelingen eene kleine woning en een stuk grond aan om te bebouwen Gelukkiglijk was de gouverneur van Siberië, M. Wathchi- ki, een edelmoedig en menschiievend man. Weldra kon hij die edelmoedige familie naar weerde schatten. Ook was hij er op dedacht, om derzelver toestand zooveel tc verbeteren als in zijn vermogen was. Van zijnen kant gaf zich Tzernikof, ter-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1