LENTE-M'ORGENDLIED.
Stads Nieuws.
Verschillige lijdingen.
drukpers, als in den stoel, thans nog ten ongelijke
stoel van waarheid genoemd, te schandvlekken en
te lasterenwij moeten niet verre zoeken om hier
van voorbeelden te kunnen aanhalenziet helgene
heeft plaats gehad in de zaak der Lamotlen,. nooit
had niemand het gedacht gehad van die zusters op
straal te stellen 5 het eenigstc dat de wet cischlle
was van haar rekening te vragen, en het hebben-
schap van 'l gesticht ter bewaring, zoo als dat der
andere weldadige gestichten door verantwoorde
lijke ambtenaren te doen beheeren, en wal hebben
zij gedaan P 's Avonds te voren hadden de jesuitieke
vertrouwde congreganisten hunne bedienden bij de
ouders rondgezonden 0111 hun te be willigen van
des anderendaags, mei het krieken van den dag,
zich vóór het klooster te begeven, zeggende dal die
arme nonnen plotseling gingen op straat gesteld
worden 5 en, len einde de bevolking te beter in be
weging te kunnen houden, men schonk genever in
volle kappers, zoodanig dat met den avond vele bc-
zopene vrouwen zich moeilijk tot hare woningen
konden begeven Het aardigste van dit alles was
dat al de clericale nieuwsbladeren durfden beves
tigen dat het eene onvoorbereide beweging was ge
weest; gelukkiglijk, men heeft geene wanorders
te betreuren gehad, en de plichtigen mogen de
regering dank welen over hare matigheid en haar
geduldwant, indien de politie zich met de zaak
had bemoeid, er hadden waarschijnlijk ongelukken
plaat gehad, en in zoo een geval de ophitsers, on
voorzichtiger dan die van Sl Genois, waren over
dezelve verantwoordelijk geweest, en waren dus
door de rechtbanken lot zware straffen veroordeeld
geweest.
"uujgiDCOtlS-i—
Men schrijft ons uil Westouter, 10 April
Maandag laatst was het prijsdeeling in onze Gemeente
school. 't Was eene omstandigheid die niet alleenlijk voor de
schoolkinders, maar voor al vyie in het openbaar onderwijs
belang stelt eene ware feeste uitmaakte. Ter dezer gelegen
heid speelden de leerlingen een welgepast tooneelstukje dat
den grootsten bijval had, en de plechtigheid werd luisterlijk
opgehelderd door de bijtreding van onze muziekmaatschappij
die door de uitvoering van verscheide fraaie muziekstukken
de vreugd in aller herten verSpreidde. Ook vond de aantrek
kelijkheid dezer feest talrijke getuigen in de groote menigte
aanschouwers die dezelve bijwoonden en door hunne veree-
rende tegenwoordigheid aan het onderwijs eene welverdiende
hulde kwamen bieden.
In dit voortreffelijk gezelschap onderscheidde men voor
namelijk de Gemeente-Overheden die de prijsdeelingvoorzaten
en, door hunne aanmoedigingen, de bekroonden tot volher-
ding in hunnen iever en in hunne leerzucht opwekten. Maar
het geen wij met verwondering bemerkten, 't was de afwe
zigheid der Geestelijke Overheid die tot hare deelneming aan
deze schoone feest geen de minste beletsels had, en nogtans
alle belang had om door hare tegenwoordigheid de leerende
jongheid te stichten en door haar gezag tegen alle wereld-
sche neigingen te beschermen. Men keek overal zijne oogen
uit, en dengenen men niet zag 't was Mijnheer de Pastor
Iedereen zegde wat mag er schuilen, en wat zou M. de Pas
tor in zijne muts hebben Zouden de kinders misschien
eene misdaad bedreven hebben om onweerdig te zijn van de
11 IS.1
De dageraad begint
Aan d'oosterkim te glooren.
Glansend treed de zon te voren,
Het starrenheer verzwinl.
De leeuwrik zingt en stijgt ten hemel
Zij kondigt blij den morgend aan,
't Is al vol leven en gewemel,
In bosch en veld, op heide en baan.
De haan heeft gekraaid.
Het windeken waait,
Het molleken draait
De bloem lief gekleurd
Thans balsemend geurt.
Het vogelken neurt.
Het vlinderken dwaalt
En 't stijgt en het daalt
Want 't zonneken straalt.
zorg en den bijstand van hunen geestelijken vader Of zou
M. de Pastor een ander grooi reden hebben om zich niet te
geweerdigen van gebruik te naken van de rechten welke de
wet van 1842 hem toekent
Maar het duurde niet langof men had den knoop van het
raadsel vast. Men weet immerdat overal waar de Pastor geen
Burgmeester is, de Geestelijk Overheid voor de minste prulle
in stokke geraakt met het brgerlijk gezag, en dat, in alle
gemeenten waar er tweedract heerscht, de discipels van den
God van vrede er gewoonüjkle oorsprong van zijn. He wel,
om de teergevoeligheid te otwekken en de lever te doen
zwellen van onzen eerweerdipn herder, er is hier niet anders
noodig geweest dan de tusscbnkomst van den heer Burg
meester in een geschil dat onstaan was tusschen den Pastor
en den koster ten opzichte va een klokje'. Dit klokje of bel,
die zich in de kerk bevond zoder gebruik en zonder aan de
zelve loetebehooren, beviel gnolelijks aan den koster die den
heer Pastor meermaals verzout om dezelve in de Gemeente-
School te mogen benuttigen imaar zijne vraag werd ongena-
diglijk vande hand gewezenomdat hij goede kennis is
met den Burgmeester en metMaes. Op deze volstrekte weige
ring van het geestelijk hoofdder parochie, de schoolmeester
wendde zich tol hel wereldlij hoofd die hem de bel met veel
liefde toestond. Indé irce Vndaar de heilige gramschap
't Is waarlijk eene schoontles die de heer Pastor, door
zijn wraaknemend gedrag, aa de jonge scholieren komt op
te dienen, hij die, door zijnegeestelijke zending, aan de op
groeiende jeugd het vóórheld van zachtmoedigheid, van
goede opvoeding en van eerlied voor de Wettelijke Overhe
den zou moeten geven loet naar mijne woorden, en
niet naar mijne daden, zegt d predikant.
Men zou waarlijk zeggen dit de Pastor het zich voor eene
plicht acht dit laatste spreekwoord door zijne werken te ver
wezenlijken. Christus heeft inmers gezeid: Sinite parrulos
venire ad metalium enhi est regnum Dei (Marcus,
cap. X, v. 140). Laat de kleire kinderen tot mij komen, want
het rijk Gods is hun erfdeel.
Onze Lieve Heer roept de Heine kinderen tot zich, en de
Pastor, als een lafhertige liereer, ontvlucht dezelveEn dit al
a propos van een klokje 1
Hoe zoudt gij dan willen ais wijs maken, M. de Pastor,
dat gij in den naam van God spreekt wanneer gij onze stem
koomt vragen voorde kiezinr Neen, neen, God maakt u lo-
genachtig door de woorden 'an het Evangelie. Christus was
liberaal, en wij zullen het ock zijn.
Een ex-katholieke kiezer.
Oostveteren, den 22 April 1869.
M. de opsteller,
Laat mij toe u een klein plaatseken in uw alom geeërd blad
te vragen voor de volgende -egelen
Woensdag laatst in den namiddag deden eenige jongelin
gen, van Oostvleteren, met lader B...... aan het hoofd, een
uitstapje (per boot) naar het gehucht de Finleele, gemeente
Pollinckhove, alwaar de werken begonnen zijn van het nieuw
Sas, en hetwelk, volgens de kenners, uitnemende kurieus
gaat uitgewerkt worden. Yeel nieuwsgierigen gaan dit werk
bezichtigen. Vader Book nieuwsgierig, en ter zelfder
tijde ook liefhebber van 't mondje, en die door de Veurnam-
bachtsche lucht en de reis op het water groote eetlust gekre
gen had, viel het hem in 't gedacht van paling te doen
gereed maken zoo gezeid zoo gedaan In d'herberg getreden
van meester V(gekend gelijk of men zou zeggen de ver
maarde herberg de Muizevalle te IJperen) alwaar men herte-
lijk paling eet voor 50 centiemen.
-Baas, kan men hier paling bekomen
Ja, vader Bom 11 dienst te doenhoeveel zoudt
gij er geern hebben
Frischheid geurt langs berg en dalen,
Frischheid in der wouden zalen,
Op het veld en op de wei,
Langs het strand en op de hei.
Levenslust heerscht allerwegen
Levenslust des hemels zegen,
Giet de lente in dezen stond,
Uit 'nen gouden beker rond.
Mensch en dier, met gullen lach,
Groeten U lentedag 1
Beeken suizen,
Boomen ruischen,
Stroomen bruizen,
U hun groet
Tegemoet
En het nietligste dier
Op het veld, in hel woud,
I11 de beek of rivier,
Al wat 't oog hier beschouwt
Al de planten, de bloemen,
Al hetgeen men kan noemen,
Het brengt al natuuH
U zijn groet op dit uur
Antwerpen, April 1869. L.-J. Van Acker.
Voor zeven mannen, baas.
Goed, vader Bge zult aanstonds gediend zijn.
De tafel gedekt zonder amelaken en de sneè brood nevens
de telioor; eindelijk de paling opgediend, dikke gelijk
pijpesteerten en gestoofd gelijkpatattesmeus; daarbij
nog eene telloore geschelde patatten. Vader Ben zijne
uitgenoodigde medefreters, door den honger gepraamd, aten,
nogtans met lange tanden, om hunne maag een weinig te
stillen
Baas, hoeveel is de schuld
'1 fr. 50 c. per hoofd, dus, 7 maal I fr. Ii0 c. maakt
10 fr. SO c.; daarbij 28 pinten bier, aan 4 pinten de man,
maakt 5 fr. 56, dus te samen, 113 fnuik 8© eeuaieiisesa.
(Leg ze me daar
Vader Bhoe groote liefhebber hij moge zijn van 't
mondje, heeft gezworen dat zij hem in deze nieuwmode Mui*
zevalle niet meer zuilen vangen.
[Ne liefhebber van vleesch).
X.
IJperen, 24 April 1869.
Zaterdag laatst heeft het liberaal genootschap eene algemre-
ne vergadering plaats gehad waarin een deel van liet komitcil
moest vernieuwd worden.Al deuitredende leden zijn herkozen
geweest en M. Vanheule is genoemd in vervanging van M. Ed.
Gardinaal, overleden.
Wij vernemen dat de Société libre d'Emulation de Liéije,
de aankoop gedaan heeft van de schoone schilderij ue
omstreken van Yperen, van onzen stadsgenoot M. A.
Böhm. Het is met hel grootste genoegen dat wij bestatigen hij
elke tentoonstelling waar onzen befaamden landschapschilder
zijne goede gewrochten zendt, hij ieder maal een groot en
welverdiend bijval geniet.
KUNST- EN LETTERKRING
Menigvuldige liefhebbers der stad zijn in den loop dezer
week de zaal van den Kunst- en Letterkring gaan bezoeken,
alwaar het schoone tafereeltjede Toebereidsels der Panto-
miem, tentoongesteld was. Men is het eens 0111 te verklaren
dat het stellig eene der goede voortbrengsels is van onzen ta
lentvollen genreschilder, en wij twijfelen geenszins of de
heer Ceriez zal er den besten uitslag mede bekomen op de
Tentoonstelling van Brussel. De schilderij is keurig afgewerkt
en al de personagiën zijn echte tijpen van de zwervende
kunstenaars, die men op de schragen der barakken het ga
pend publiek op muilenmakerijen ziet vergasten. De schik
king is treffend en het tooneel is waar. De heer Ceriez weet
bijzonder zijne onderwerpen te kiezen 0111 de belangstelling-
van iedereen te vestigen.
OPROEREN IN T'WALENLAND.
De onlusten teSeraing uitgeborsten hebben in den Borinage
beklagensweerdige uitwerksels gehad. De werklieden van den
Borinage, het voorbeeld der werklieden van Seraing volgende,
hebben den arbeid gestaakt en even als die laatslen, hebben
zij zich ongelukkiglijk niet bij vreedzame manifesten bepaald
zij hebben daden verricht, welke de tusschenkomsl der over
heden noodig hebben gemaakt, en die de smartelijke gevol
gen hebben gehad.
Wij kunnen onmogelijk al de weldadigheden opnemen,
door de oproerige werklieden gepleegd. De werkstaking heeft
zich in bijna gansch den Borinage, tol aan den bassin van
Charleroi zelf, uitgestrekt. In aide koolmijnen onder Cuesmes,
Jemmapes, Quaregnon, Frameries, Paturage en Wasmes gele
gen, is de arbeid gestaakt. De mijners waren dit niet voorne
mens, maar zij werden daai toe gedwongen dooi desamen-
scholingen, welke in hunne tegenwoordigheid de vuren van
verscheidene machienen hebben doen uitdooven, waardoor de
werklieden, die in de mijnen waren, gedwongen werden langs
ladders op te klimmen.
I11 verschillige gemeenten en namelijk te Frameries, hebben
er meetings plaats gehad. Gelijk men weet verkwijnt de steen
koolnijverheid sedert eenige tijd de stosks zijn aanzienlijk,
terwijl de bestellingen zeer beperkt zijn. In de steenkoolmijn
der Produits namelijk, zou men sedert langen tijd de werken
opgeschorst hebben, indien men niet gewenscht had de werk
lieden te behouden.
Dewijl echter de werklieden, in de verledene week aan de
administratie der steenkoolmijnen verklaard hadden, dat zij
hun werk niet konden voortzetten, ten minste indien hun dag
loon niet verhoogd werd en dewijl de administratie hierop
antwoordde, aan die vraag geen recht te kunnen doen werden
de werken gestaakt.
Het is ten gevolge der meetings, welke plaats hadden, dat
de werkstaking van den Borinage werd besloten. De werklie
den moesten zich vereenigen, onder voorwendsel van den
gouverneur der provincie in massa te gaan opzoeken, en hem
de ellende der werklieden van den Borinage bloot te leggen.
Inderdaad waren er Woensdag 14" April een groot getal
werklieden te Quaregnon vereenigd. De muiters begaven zich
naar verschillige steenkoolmijnen en dwongen de werklieden
den arbeid te staken. Daar deze niet spoedig genoeg aan den