VA\ ÏJPEUEA. 4 FKAAKEi* 'S J A AKS Ar 371. Achtste Jaar. Politiek. Stads;- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. BLIJF MIJN LIEFSTE. 0 ZEG MIJ MENSCH WAT DOET U LIJDEN. VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 cenlirnen den regel. Reklamen 2a cenlimen. ZONDAG, 2" MEI 1869. Bureel: Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij. De noodwendigheid van het behoud van den vrede doet zich alle dagen meer en meer gevoelen, en als erin Frankrijk een handvol heerschzuchtigen zijn, die trachten onrust te verwekken, hoort men de overige hoofden der europesche Staten eene vredelievende taalvoeren. De keizer van Oosten rijk en de koning van Pruisen hebben gelijktijdig te Pest en te Berlin woorden van vrede en ver trouwen doen hoorcn. Lord Clarendon, volgens het duitsch blad, zou aan het kabinet der Tuilerien niet verdoken heb ben, dat, indien Engeland kon aarzelen, in het voorkomende geval, alleen de onschendbaarheid van Belgen te beschermen, het evenwel welberaden is het te verdedigen tegen wie hel zou bedreigen, zoodra er eene enkele der waarborgende mogend heden van Belgie, zich bereid zal toonen eere aan hare verbindtenis te doen en de internationale traktaten te doen eerbiedigen, die de onzijdigheid van Belgie verzekeren. Maandag is de zittijd van het fransch Wetgevend Korps gesloten, na de aanvaarding van den bui tengewonen budjet met 226 stemmen tegen 14 en van de wet op de pensioenen der oude soldaten van het eerste keizerrijk, met 218 stemmen tegen 6. Men meldt uil Madrid, dat de mililieloting in al de provintien van Spanje rustig is afgeloopen. Het schijnt dat de Spanjaarden een nieuwen kandidaat lot den troon hebben gevonden, name lijk prins Leopold van Hohcnzollern-Sigmaringen, broeder van den prins van Rumanië en schoon broeder van den koning don Luis van Porlugaal. Het is te denken, dat die kandidaat zal lukken en de Spanjaarden uit hunne verlegenheid zullen ge raken. De geruchten die in omloop warens nopen eene minislerieele verandering te Florenlie, zijn in de Kamer der Gedeputeerden door M. Menabrea gelo genstraft. De beiersche eerste Kamer heeft de liberale wet op het lager onderwijs aangenomen met algemeene stemmen op negen na. Onzen Senaat heeft het wetsontwerp op de sa menstelling der kiezerslijsten aanvaard. Het spreekt van zelfs dat deze wet, die het maken van valsche kiezers moet beletten, door de klerikalen hevig is tegengekant geworden. De wanorders, welke te Seraing en in de Bori- nage hebben plaats gehad, zijn allerbetreurlijkst. Telkens dal de militaire macht hare wapens moet bezigen legen landgenoten, het is een zwaar en pijnlijk geval, hetwelk, wat men doen moge, altijd slechte gevolgen moet hebbenvan den eenen kant vele huisgezinnen, die tevoren een eerlijk bestaan hadden, zullen in armoede gedompeld worden en zich moeilijk uit den staat, waarin hunne verblind heid hun heeft doen vallen, kunnen verheffen, en van den anderen kant er moet natuurlijker wijze, zoo niet eene vijandschap, ten minste eenen af keer voor de militaire macht, en, watergeris, eene wantrouw, lusschen de patroonen en de werklieden, uitspruiten, welke de vaderlandsliefde min of meer zou konnen uitdooven. Het is dus hoogst noodzakelijk van maatregels te nemen om de wederkeering van het gebeurde te voorkomen, en lot dat einde men moet de oorza ken opzoeken, die daartoe aanleiding hebben gege ven. Hel is stellig niet geweest omdat de werklieden in hun bestaan waren verhinderd; het is beslatigd dat hunne dagloon van 3 tot 5 franken beliepen, en dus toereikende waren om aan den hedendaag- schen prijs der levensmiddelen hunne huisgezinnen te kunnen onderhouden. Het is dus om vreemde en ongegronde beweeg redens dat zij het werk verlaten hebben, en dit is klaarlijk toetewijten aan de opmaking van de leden der Internationalewaarvan de kopstukken niets anders dan volksbedriegers zijn, die eene maat schappelijke hervorming aanpreêken, welke zij zelve weten eene onmogelijkheid te zijn, en die in middels, met de lichte bijdragen, die bij duizende bedrogen werklieden maandelijks of wekelijks be talen, ten koste dezelve kermissen en hen voor werktuigen doen dienen aan omwentelaars, die al les zouden willen omver werpen om in troebel water te kunnen visschen, en mogelijk ook wel aan vreemde natiën die, afjongstig zijnde van on zen nalionalcn voorspoed, onze nijverheden be vechten en zouden willen zien ten onderen bren gen, omdat dezelve eene medestreving aan de hunne maakt. DE TOEKOMST 1809. Blijf mijn liefste aanhoort mijn klachten, Blijf gij zult mijn wee verzachten, En versterken mijne krachten. Blijf mijn liefste aanhoort mijn klachten. Gij vertrekt.... Hoe kunt gij gaan Mijne smarte wreed versmaan, Mijnen kommer niet verstaan O mijn liefste! hoe kunt ge gaan Bij de min eens ondervonden, Bij den hand eens vast gebonden En bij mijnens harten, wonden O verlaat mij niet alzoo. L. V. A. 'k Zie u lijden, 'k hoor u zuchten, de menschen zie ik u ontvluchten. Gij dwaalt alleen door woud en veld waar ge aan de beek uw droefheid meld. 6 Zeg mij mensch wat doet u lijden ii Laat mij zwerven, laat mij dwalen, langs de bergen, langs de dalen. Laat mij klagen mijn verdriet aan het woud en aan den vliet. Groot, hevig is mijn lijden. Eens waart ge rijk. Gij sleet uw dagen in weelde, in wellust en genot de honger komt thans wreed u plagen, met armoè sloeg u 't grillig lot ii 'k Hoef voor 't leven niet te zorgen, dieper ligt mijn wee verborgen.... Woest en wild is 't in mijn hart 't wordt geknaagd, door helsche smart. Een valsche vriend heeft u bedrogen? Uw lief wellicht uw echte vrouw heeft schandlijk uwe trouw belogen. Dit stort uw hart in diepen rouw 'k Mag aan liefde aan vriendenplichten niemand aan verraad betichten Allen bleven mij getrouw, mijne vrienden, mijne vrouw. Een dwinglands woede moest ge ontvluchten; in knechschap kwijnt uw vaderland gij zwerft in lijden en in zuchten als balling langs het vreemde strand - i 't lot des ballings -18C9. ii Bitter is t maar hij troost zich in zijn smart Trouwt mint hij den vanderlande dat hij omdraagt in zijn hart. Vaderland zal men niet noemen de aarde klevend aan den schoen, maar der moedertaal de accoorden die de ziele trillen doen Doch, ik durve nauw bekennen dat ik ben van vlaamsche bloed, daar mijn volk zijn taal verloochent, prijzend die van vreemd gebroed 't Vlaamsche volk laat zich verblinden, het boeleerd met vreemden aard, 't staat als knecht zoo tot den vreemden en verliest al eigen waard 1 Daarom vriend ziet gij mij dwalen, tranen stortend dag en nacht. God, die kan mij volk bewaren, wille aanhooren mijne klacht. L. V. A.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1