VAN IJPEttEN.
4 FRANKEN 'S JAARS
Nr 372. Achtste Jaar.
ZONDAG9» MEI 1869.
Politiek. Stads,- Kunst- £ii Letternieuws. Verscliillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Poiitieke berichten
O N T R O IJ W.
Victories Van de Wegiie.
VOOR IJVEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centime» den regel.
Reklamén 2a cenlimen.
Büreel: Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
De politiek in de parijsche dagbladen is geheel
door de kieskronijk vervangen.
De engelsche Gemeentenkamer heeft eene be
langrijke stemming uitgebracht namelijk de af
schaffing van den rechterlijken eed. Volgens dezen
bill, waarvan hel princiep door de Kamer is be
krachtigd, zal de getuige niet meer gehouden zijn
volgens eene godsdienstige formuul te zweren; het
zal voldoende zijn de volgende verklaring af te
leggen Ik beloof en verklaar plechtig, dat de ge
tuigenis, die ik zal alleggen vóór liet gerecht, de
waarheid zal zijn, geheel de waarheid en niet dan
de waarheid. Het is nogal zonderling, dat Enge
land, dat eene Slaats-religic bezit, de landen voor
uit gaat in de hervorming, waar de gelijkheid van
Godsdienst in de Grondwet is geschreven.
De Engelsche Kamer zet de beraadslaging voort
der artikels nopens de Iersche kerk. Men denkt
dat de wet zal gestemd worden vóór de vakantien
van Sinksen.
Men meld uit Madrid, dat de Officiële Gazelle
Maandag de kwijtschelding heelt afgekondigd
door de Cortes gestemd. Hel zijn de personen, die
betrokken zijn geweest in bloedige wanorders van
Andaluzie.
De kandidatuur van den erfprins van Hohenzol-
lern-Sigrnaringen voor den spaanschen troon
wordt door den Impartial gelogenstraft.
De Cortes hebben de art. 20 en 21 der grond
wet, betrekkelijk hel regiem van eerediensten,
Woensdag gestemd. Geene wijziging aangenomen
zijnde, is't regiem eener bevoorrechte kerk, ver
plicht nevens de gedoogde eerediensten te leven,
die de voorkeur heeft bekomen.
Te Constantinopel komt het oude plan, betref
fende den verkoop der geestelijke goederen weder
op het tapijt.
De fransehe dagbladen spreken bijna niet meer
van het fransch-belgisch geschil.
Volgens de clericale nieuwsbladeren het is hare
partij die den alleenhandel van alle deugden bezit;
gisteren nog waren het hare vertrouwelingen alleen
die de jeugd in de godvreezendheid en de zedelijk
heid konden opvoeden; noch de honderden en nog
veroordeelingen door de Assisen van Frankrijk en
van ons land uitgesproken tegen broeders van alle
slach voor misdaden die de zedelijkheid ons niet
toelaat te noemen, moesten het vertrouwen der
ouders niet verkreuken; de moordbedreiging welke
in een bisschoppelijk collegie uit jaloerschheid
door eenen Nolte op een anderen kweekeling
werd begaan en de minnebrieven in het proces
overgelegd, dat alles belet niet dat men nog zoo
een geslicht durft aanbevelen terwijl men door
laster en leugentaal de Staats- en Stedelijke Ge
stichten vervolgt en de ouders in hun beslaan
durft bedreigen, die bij voorkeur hunne kinderen
toevertrouwen aan leeraars welke, onder de waak
zaamheid der tijdelijke overheden, alle waarborgen
van eerlijkheid en zedelijkheid opleveren. Heden
is het de beurt der liefdadigheid volgens het
Journal d'Ypres het zijn de clericalen van wien
de behoeftigen meest liefdegiften te verwachten
hebben, en wij hebben volgens hem ongelijk gehad
van eens gezegd te hebben dat de giften, afgeperst
voor den Paus, voor de Leuvensche Universiteit,
voorde Chineesche jeugd, voor de Voortzetting
van het Geloof, enz., de. bronnen van de ware lief
dadigheid, in de harten van eene menigte clerica
len hebben uitgeput; een bewijs hiervan is de
vermindering van de opbrengsten der omhalingen,
door de Dischmeesters zoowel in de kerken als ten
huize gedaan welke meer dan van de helft zijn ge
daald, namelijk die welke tweemaal 's jaars tot
verkleeding van de behoeftigen ten huize worden
gedaan. Vele van de ijverigste clericalen, welke
voormaals een vijffrankstuk of meer plachten te
geven, bepalen zich thans met eenen halven frank
te wagen; andere schamen zich niet van eenen
sou door hunne dienstmeid in de schale te laten
vallen hetgenc wij nog onbetamelijker vinden dan
in een zeker huis, alwaar de dienstmeid de beve
len heeft van altijd tcggen dat hare meester afwezig
is, en die, om niet te liegen, gewoonlijk zegt,
wanneer de dischmeesters hunne ronde doen,
Mijnheer is daar niet al haren rechter vinger in
hare linker mauwe stekende. Het is het verheven-
ste der jesuiterij, maar het is niet beledigende
voor de vragers.
Men ziet door dit alles, dat het Journal d'Ypres
ongelijk heeft van de weldadigheid zijner palroonen
aanteprijzenwij betwisten in geener wijze dat
i.
II.
III.
IV.
Rdséiüijiaa
iiiOMSÏ
Beminnen en bemind zijn, 't is op aarde
een hemel, dien ik voor ons heb gedroomd
zoo sprak ik, toen ik eerstmaal haar ontwaarde.
Ja, zei ze wacht lot dat de lente komt. i>
De lente is daar, de vogelparen bouwen
het nest in 't groen, waartusschen 't vlietje vloeit
kom meisje, wil mij thans uw hart vertrouwen
nog niet, maar wacht tot dat de roozlaar bloeit.
Daar is de zomer thans, met duizend bloemen,
in 't bontste kleurtapijt ligt 't veid geverfd
dan zei ze wacht lot dat de bloeme sterft.
't Is winter, 't laatste blad valt van den boom,
bevrozen ligt èn aarde èn vliét'èn stroom
mag ik u, wreede, nu mijn liefken noemen
Zij had mij toegeknikt, de blonde deerne,
mijn hand gedrukt en sprak 't is voor altijd,
ik zie u, jongling, boven alles geerne,
aan n alleen zij mijne min gewijd.
Zij zegde mij nog andreschoone dingen,
die ze in mijn hartals milden wellust drong
het was als 't lied dat hemelsche engten zingen,
terwijl mijn ziel van vreugde medezong.
Verrukt, verdwaald, ik had de spraak verloren,
'k greep slechts heur hand en kuste heuren mond
gelukkig voelde ik mij op dezen stond,
als 't vooglijn dat in 't nest van liefde kweelt,
als 't vlinderkiju dat 't bloempje kust en streelt
ik hiet haar stil: mijn liefken uitverkoren.
Zij vloden heen, twee volle zaalge jaren,
en gansch mijn hart lag in haar hart vertrouwd
niet een geheim kon ik voor haar bewaren,
mijn zielsverlangen lag voor haar ontvouwd
Maar eens er is en donkre dag gekomen,
verandering is 's meisjes ziel en zin
heur eed was valsch en valsch heur woord cn min
de hoop kroop weg met al heur wellustdroomen.
'k stond als een kind vaak om dien smaad te weenen,
om haar die mij zoo wuft en laf bedroog,
en om 't geluk dat als een damp vervloog.
i! Vergeet ze sprak een vriend en smoor uw klacht,
er zijn er nog, wier hart naar liefde smacht,
wis zal 't eene andre beter met u meenen.
In liefde wordt men alle dagen wijzer,
de beste school waar de ondervinding heerscht
mijn jeugdig hart, zoo woelig, brandend eerst,
zij maakte het, de snoode, koud als ijzer.
Blaar thans verzuip ik al die liefdedroomen,
ik zoek verstroiing in den grond der flesch,
waar ik mijn min, mijn heeten dorst aan lesch
die 't schallend lied uit mijne borst doet stroomen.
Gij wijn alleen, doet mij den hoon vergeten
een wonderwereld schept gij voor 't gezicht,
waar alles juicht, en danst in 't koestrend licht.
Eu waar mijn hart, thans onafhanklijk, vrij,
De erinn'ring vlied der wufte huichlarij,
Daarom, o wijn, wil ik u vriend thans heeten.
Antwerpen, I8G9.