VA A IJPEREA, VERSLAG 4 FRANKEN. \S JAARS A1' 373. - Achtste Jaar» ZONDAG. 16" MEI 1869. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Vcrschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. KUNST- EN LETTERKRING VAN IJPEREN, DE WERKZAAMHEDEN VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centimen den regel. Reklamen 25 centimen. jg§ Bureel: Dixmudestraat, 39. Alle inzendingen vrachtvrij. De kiesbeweging begint in Frankrijk meer regel matig te worden. Van de honderde kandidaturen, die zich langs alle kanten opdeden, ziet men er da gelijks eenigen verdwijnen en hel oogenblik nadert, dat de eenige ernstige kandidaten der partijen alleen zullen tegenover elkander staan. Sedert de stemming der artikels op de godsdienst vrijheid, verhaasten de spaansche Cortes dediscu- tic der grondwet. De Spaansche Cortes hebben het art. 28 der Grondwet aanveerd, dat betrek heeft op de ver plichting der Spanjaarden den wettelijken oproep te beantwoorden, om het vaderland met de wapens te verdedigen en tot de staatsuitgaven mede te werken. De Opinione van Florentie meldt, dat de koning het ontslag van het ministerie heeft aanvaard en generaal Menabrea gelast heeft een nieuw kabinet samen te stellen. M. Ferraris zal de portefeuille van binnenland- sche zaken nemen. MM. Minghetli en Mordini zou den deel maken van het nieuw kabinet, dat heden den eed zou afleggen en zich in de Kamers aanbieden. Uil Londen meldt men, dat de Gemeente-Kamer in hare laatste zitting al de paragraphen van den bill nopens de iersche kerk van M. Gladstone heeft aanvaard, Mijne 11 eer en, De finanliën van Pruisen, die in 1866 zoo bloeiend waren behelzen heden een te kort, voor 1870 van 7 miljoen thalers. De Bondsraad te Bern, heeft ten gevolge der sa menzwering, te Milanen ontdekt, cn waaarvan Mazzini beschuldigd wordt het opperhoofd te zijn, aan den italiaanschen demokraat verboden zich in de kantons, op de italiaansche grenzen gelegen, te vestigen. Al de clericale nieuwsbladeren zijn gedurende eenige dagen in de grootste vreugd geweest omdat zij verhoopten dat de achtbare heer Bara hel minis terie zou verlaten hebben, ten gevolge der beslissing van den Senaat, die de volstrekte afschaffing van den lijfsdwang heeft verworpen. Indien er eenige waarschijnlijkheid daarover is geweest, het is omdat de heer Bara de zaak te hoog had opgenomen; en, inderdaad, omdat de Senaat de gevoelens opvattende van eenige liberale leden van den Kamer, heeft goedgevonden een ministerieel voorstel te wijzigen, er bestonden gee- ne redens opdat een Minister daarom zijn ontslag zou vragenhet voorstel had met de politiek geene betrekking, en dus de Senaat, wiens beslemming is van de handelwijze van het ministerie en van de Kamer zelve te matigen, moef.de bevoegdheid heb ben van de ministcriëele voorstellen te wijzigen of de instelling ware zonder doel. Welk nu het gevolg daarvan zal zijn is noch moeielijk te voorzien; wij verhoopen dat de Kamer, aan wier goedkeuring de beslissing van den Senaat moet worden onder worpen, hetzelve in den geest der goede overeen komst zal aanveerden; indien het anders ware er zouden daaruit beklagelijke twisten tusschen de beide Kamers kunnen ontslaan, die de ontbinding der eene of der andere zouden moeten voor gevolg hebben. Er zijn geene uitdrukkingen waarvan er meer misbruik is gemaakt geweest dan van de woorden vrijheid en van den zoogezegden openbaren geest. Sedert dat de wereld bestaat, al de heerschzuchtigen hebben zich van het woord vrijheid bediend om de volkeren tegen de bestaande beheeren optehil- scn, het is onder dat voorwendsel dat al de omwen telingen, die de maatschappij hebben bedrukt, plaats hadden; en, wie melde geschiedenis is be kend weet hoe dikmaals dezelve de onverdragelijk- ste dwingelandij hebben voor gevolg gehad. In dit tijdvak zien wij een nieuw voorbeeld van het mis bruik dat men van de vrijheid maakt; wij mogen zeggen dat in geene tijden noch in geene landen, de volkeren zoo eene uitgestrekte vrijheid, als in ons land hebben genoten, en de clericalen beklagen zich bitterlijk, omdat men hun de vrijheid weigert 9 HUfft Hl Hfflffl ©skira A: \ni DE iOll! MET KENSPREUK VBBKIJÏT SIX VBSJf GEDURENDE IiET BESTUUR JA AR 1868-1869, VOORGEDRAGEN IX ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN 28" APRIL 1869, DOOR P.-L. WYDOOGHE, SECKETAKIS. Omtrent een jaar geleden was het ons vergund u te onder honden over de inrichting onzer Maatschappij, over hare strevingen, aard en doel en over het nul dal zij geroepen was onder de bevolking van Uperen te stichten. Wij over liepen tevens onze eerste pogingen, begunstigd door een goeden uitslag, en van toen af overtuigd zijnde dat de Kunst en Letterkring aan eene wezenlijke behoefte beantwoordde, drukten wij de hoop uit, de onverschilligheid en het onge grond mistrouwen, waarmede velemedeburgers onze op komst, even ais alles wat hun eenigzins nieuw voorkomt, bejegend hadden, langzamerhand te zien verdwijnen. *r-nijg» fKKKBniWi Verheugend is het voor ons, thans hier te mogen verklaren dat wij niet teenemaal in deze verwachting zijn te leur gesteld geweest, en dal van dag tot dag onze inzichten en doenwijze beter worden begrepen. Met niet min genoegen komen wij u ook voor oogen leggen, welke de werkzaamheden van onzen Kring waren gedurende het 2® jaar zijns bestaans. Mogelijks, MM. zijn er onder u die vinden in hunne vurige en loffelijke zucht voor alles wat edel, goed en schoon is, dat wij in het beoefenen der verhevene en onuitputbare] vakken van Kunst en Letteren, al den gewenschten ijver niet aan den dag hebben gelegd doch, wij hopen het, zij zullen bekennen, dat, indien de Kring zich nog met geene volle mannenkracht beweegt, zijne vergaderingen ten minste nuttig zijn en dat wij allen steeds de verspreiding en bevordering van kunst, taal, wetenschappen en volksbeschaving, in de maat onzer geringe middels, onafgebroken bewerken. Bestuur. Dit jaar onderging de Bestuurraad in zijne samenstelling eenige wijzigingen: De hr Smeysters werd op zijn verzoek, ontslagen van de bediening van Schatbewaarder en vervangen door den hr De Deyne, die deze taak op zich nam. In de algemeene vergederingen van t" Juli werden de hh" Van Aertselaer en Aug. Böbm, als Bestuurleden gekozen in de plaats van den hr Vande Weghe die onze stad verlaten heeft en van den hr Kilsdonk die, om reden van gezondheid, zich alsdan in de onmogelijkheid bevond de zittingen regel matig bij te wonen. In het vooruitzicht dat er meer uitbreiding aan de werk zaamheden van den Kring mócht gegeven worden, werd de hr Rotiers tot hulp-secretaris benoemd, zonder nogtans be slissend stemrecht in de Bes tuur-vergaderingen te hekomen, als deze bediening bij het reglement niet voorzien zijnde. Het bestuur vereenigde zich slechts driemaal in het jaar, schoon het artikel 1 des reglements van inwendige orde, luidt dat het ééne zitting te maande houden zal. De .weinige voorstellen en zaken van aangelegenheid, die het in overwe ging te nemen had, waren .hier eenigzins de oorzaak van. Werkende leden. Om persoonlijke beletsels gaven vier werkende leden hun ontslag. Alhoewel het spijtig is dat er ons leden afvallen, is dit verlies min gevoelig daar de vier ontslaggevers zeiden of nooit onze vergaderingen bijwoonden en daar dit verlies ruimschoots is vergoed geworden door tien nieuwe aanveer- dingen dermate dat het getal leden, voorgaande jare slechts tot 23 heloopende, thans bestaat uit o 1begrepen de hr Yande Weghe, een onzer medestichters, die voor aleer zijn afscheid te nemen den wensch betuigd heeft te blijven deel maken van den Kring. Bijtredende leden. Met genoegen hebben wij eene aanwinst te melden van zes voorname personen, die zich hij het éénig bijtredend lid heb ben laten inschrijven. Briefwisselende letten. Als gevolg aan het verslag der Tentoonstelling waarvan wij zoo even zullen gewagen, werd den titel van briefwisse lend lid, uit dankbetuiging opgedragen aan de h" Frs Bossuet, Eug. Verboeckhoven, Ed. Fiers en P. Deconinck voor de bereidwillige afzending hunner schitterende gewrochten. Deze befaamde en talentvolle kunstenaars aanveerdden op eene zeer vleiende wijze voor den Kring, deze nederige onderschei- ding. Men herinnert zich dat wij reeds verleden jare denzelfden titel toekenden aan de hh" Lenaerts, Ecrevisse en Sleeckx,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1