TAN IJPEREN. DE BRUID VAN DEN SCHILDER. 4 FRANKEN *8 JAARS mmsm N1' 381. Achtste Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschiltige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 cenlimen den regel. Reklamen 25 cenlimen. ZONDAG, II" JULI 1869. "J. Burkkl: Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij. In eenen ministerraad, Woensdag te S' Clond gehouden en waarbij de heeren Rouher, de mar kies van Lavalette, MM. Schneider en Jerome Da vid, als vertegenwoordigers van het Wetgevend Korps, aanwezig waren, zou er besloten zijn aan de reklamatien van een gedeelte die vergadering de volgende toegevingen te doen: 1° Kiezing, niet van geheel haar bureel, maar van onder-voorzitters, de Kroon zich de benoeming van den voorzitter voorbehoudende 2° de stemming der budjetten per artikels en niet meer bij kappittels; 5° de tusschen- komst van den Staatsraad nopens de wijzigingen, door het Wetgevend Korps aangenomen, tusschen- komst, die sterk de werkzaamheden van de Kamer verhindert: 4° eene groote gemakkelijkheid voor het recht van ondervragingen, drij bureelen op ne gen voldoende zijnde, om er de uitoefening van te machtigen. De legitimistisehe dagbladen van Parijs kondigen een manifest-programma af van den hertog van Madrid, aan het spaanschvolk gericht. Dit stuk be wijst duidelijk dat de pretendent tol den troon van Spanje, evenals allen van zijn ras,niets geleerd en niets vergeten heeft. Zijn programma dat vijftig jaren ten achter is, is de terugeisehing van het ko ningdom bij goddelijk recht tegenover de omwente ling. Volgens men uit Madrid meldt, zou de paus ge raadpleegd zijn geworden op de kwestie of de pries ters den eed aan de grondwet mochten allcggen. Het antwoord zou bevestigd geweest zijn. De kerk die alles kan binden en ontbinden ziet zoo nauw niet op eenen eed. M. Calderon heeft de Cortes voorgesteld eiken gedeputeerden als ontslaggever te aanzien, die zon der toelating Madrid verlaat of acht dagen de zittin gen niet bijwoond. In de engelsche Kamer is cr een ontwerp neer gelegd, volgens welk een krediet van 6,753,000 p. st. wordt gevraagd, voor den aankoop van de tele- graflijnen, tegenwoordig door de Compagnien geëx ploiteerd. Den 1 dezer maand heeft Douad-pacha met de Société générale te Parijs een kontrakt ondertee kend voor de uitgifte van obligatiën voor het turk- sche spoorwegnet, dat Konslantinopel verbinden moet aan de zuid-oostenrijksehe-lombardiesche ba nen. Men spreek oppervlakkig van groote en aan staande veranderingen, die aan den overkant der Alpen zouden plaats hebben, en men schrijft aan die geruchten de groote bedrijvigheid toe aan het hof van Rome om vrijwilligers aan te werven. De officieuse dagbladen van Parijs melden allen de sluiting derbelgisch-fransche onderhandelingen. De twee gouvernementen zouden het eens zijn en de Conventie zou gesloten worden. Het heilig Nieuwsbladhad Zaterdag laatst nogeens drij kolommen stroppend vol met v an dat aangename hutsepotje tegen de Toekomst gericht, zulk een hutsepotje noemen die mannen pole miek!!! Peis ne keer lezer, zij zeggen nu dat het de schuld der Toekomst is dat de bisschoppen en priesters in Rusland zooveel te lijden hebben De Toekomst heeft gelasterd omdat M. Langrand geprotesteerd heeft par huissier een schoon be wijs, waarlijk. Hebben de eerwaardige Paters Je- suielen, die heilige rechtveerdige mannen de Buck voor het gerecht niet doen vervolgen als moorde naar, terwijl zij zijn erfdeel geerne geschamoteerd hadden? Het verwonderd ons van, na dat gij de tegenprotestatie kendet van den gevolmatigdc van Turkije, gij nog over Langrand een woord durft reppen! maar, gij weet wel Nieuwsblad, voor wien gij schrijft hé?.... En dan dien schrijftrant waarlijk wanneer men u leest dan is het alsof men het Nieuwsbladin zijne zwarte sluvse van schijnheiligheid gedrapeerd, voor zijne oogen zou zien wandelen de Toekomst over de schouders beziende met 'nen air de monpris, en tegen haar uitroepende hé smeerig vuil dingske zie de gij mij nu?allez op de kniën en vraag pardon of dc verbrijzele u Boum en ten is niets meer van de Toekomst. En daarmede denkt het heilig blad, de Polilick der w aarheid te verdedigen Triestig om zien niet waar lezers, en toen nog in 1869! 3.Q:1 ilSaS >1111 10EK01IST Md,SH> schrijfwijze van 't Nieuwsblad. -«zaxgxiSB— Rousbrugge, den 1 Juli 1869. Wij meenden genoegzaam over de aanvraag van kredieten ten voordeele van steenwegen gehandeld te hebben, om onl- slegen te zijn, op deze zaak terug te keeren. Anders meent het Nieuwsblad, terwijl het gelooft dat wij verveeld zijn dit punt aan te randen. In geenerdeelen meer, aangezien de zaak ten onzen voor- deele spreekt. Inderdaad 51. Mazemun heeft verhooging van (Vervolg en slot). Eindelijk zou hij vertrekkenzijne kunst liet hem geene rust toe; hij mocht den tijd niet met droomerijen verspillen; hoe aangenaam voor 't herte was 't met de zoete kleine Bar bara te spreken en te schertsen, hare bloemen te helpen kweeken, met den schoothond te spelen of met hem in het vrije veld te dartelen, hoe verkwikkend de omgang met de teedere moeder en leerzaam de gesprekken met den kundi- gen vader waren -de kunst dreef hem voort. Toen hij echter werkelijk na een der schoonste weken in zijn leven, het vaarwel moest uitspreken, dat reeds zoo meni geen het hert brak, rolden heette tranen over zijne wangen. Barbara had de eerste bloeiende roos afgebroken van den ge vallen roozenpot, en toen zij hem de bloem toereikte en hij er de hand naar uitstrekte, berste ook zij in tranen uit. Bij sprak zacht als in een droom: Thanszijt gij mijne bruid, Barbara! Zij lachtte te midden van hare tranen, en liep naar hare moeder toe, die zij in de oor fluisterde Ik ben zijne bruid en zal op hem wachten Kom terug tot ons, Lukas Cranach! sprak de moeder vriendelijk, wanneer gij in de Nederlanden geweest zijt en een groote schilder zijt geworden: kom ons dan weder op zoeken; gij zult welkom zijn. Maar pas op dat Barbara u dan zelve niet op het hoofd valt, sprak de burgemeester lachend, zoo als zij u ditmaal den roozenpot op het hoofd wierp. Neen zij zal mij aan het hert vallen, antwoorde de jon ge schilder met een gelaat alsof hij reeds de kerkklokken lioorde luiden om zijne bruiloft met de schoone Barbara te vieren. Daarna reikte hij allen de hand, kuste de roos, hechtte die op zijn fluweelen baret en snelde heen. Daar buiten hooi den zij hem zingen, alsof hij zich zeiven wilde troosten Gij vervult mijn hert en zin, 'K leef alleen voor uwe min Denk dus aan mij, leef wel en blij. Roosje op de heide. De stem klonk echter niet zoo helder als op den morgen, toen hij de stad binnenkwam; en boven aan het venster, waar zij hem het eerst gezien had, stond het aanminnige, dochterken van den rijken burgemeester van Gotha over den even roozen boom gebogen met bittere tranen in de oogen. II. Meer dan vijf jaren zijn verloopen en de winter doet zich even ruw op de aarde gevoelen, als het uiterlijk schijnt van den schildwacht, die aan den voet Grimmenstein staat. Juist wilde de oude dienstmaagd van den burgemeester Brenzbier, de zware huisdeur sluiten en er de ijzeren stangen voorschuiven, toen een ranke jongen, vriendelijk verzocht van binnen gelaten te worden. Zij geleidde hem in het voor vertrek. Daar vroeg hij haastig naar de huisgenoten. Zij her kende hem nu, nadat zij de lamp in de hoogte had gehouden en riep uit: O, ga gerust binnen, zij zijn allen bij elkander, gij zijt immers Lukas Cranach? Jazeker, maar wie zijn dan binnen? De meester, de vrouw en Barbarahoe groot en knap zijt gij geworden. Ilij was reeds voort en hoorde haar niet meer. Hij was aan de laatste deur in den ingang; hij klopte zacht en begon tevens met eene stem, waarin de aandoening des herten hoor baar was te zingen Gij vervult mijn hert en zin, 'K leef alleen door de min. Denk dus aan mij, leef wel en blij, Roosje op de heide.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1