Ppys voor den S' iMeters penning. Stads Nieuws. kredieten gevraagd. De Minister heeft geantwoord dat aan dezen wensch ging voidaan wezen, dus het doei is bereikt. Alle steenwegen cn namentlijk den ontworpen naar Watou, hebben in onzen' achtbaren Senateur eenén voorspreker gevon den. Gevolgentiijk het Nieuwsblad heeft wetens en willens zijne onnoozele lezers bedrogen. Óat M. Mazeuian nog gehandeld hebbe over militaire mu- zieken, werken van den ijzervaart, militaire pensioenen, enz., raakt dit den steenweg op Watou niet aan. De wetgeving doet jaarlijks eene of andere voorstellen, welke het Staatsbe stuur in de maat der schikbare geldmiddelen goedkeurt of verwerpt. Wat overig de Rousbrugschen brief betreft is het eene aaneenschakeling van gescliieddwalingen en niemand zou al hier zulke taal durven houdeu.met de overtuiging,dat hij geen een zijner aanhalingen door feiten zou kunnen bevestigen. De zelve is verders in zuike ongerijmdheden opgesteld, dat hij ons van meer tol meer de overtiging geeft, dat eenen korten panen broek, die de weerde van zijne onnoozele lezers kent en die met even veel rechtheid over China en Japonie zou kunnen handelen, denzelven opgesteld heeft. Laat zien: ii Van '18CO tot i860, (zegt de fijn oor) heeft het doctri- naire bestuur niets gedaan dat den steenweg op Watou te- gengekant en het geld verkwist voor het houwen van eene ui te groote school te Rousbrugge en het leggen van t enen li steenweg op Crombeke, die van min belang was dan dien :i op Watou enz Dit is toch klaar, hewel, met het eindigen en door de kie zing van I860, hebben de liberalen door logen en lastertaal van de polietieke korte broeken het gemeente roer ontnomen geweest en de katholijken hebben van dan af den Gemeente Raad van Rousbrugge uitgemaakt. Dus dat de steen naar ons geworpen, recht op het hoofd der vrienden van het sehimp- hlad valt! Van 1866 tot heden zijn het nog altijd de zelve klmkajeu die aan het roer zitten, zoo dus dat men voor ge volg nemen moet, dat dezelve mannen voor gevolg de zelve verkwistingen blijven doen? ln een volgend artikel zullen wij hreedloopiger dit geschied- punt behandelen, wij wenschen nog eerst ecnige belachelijk heden, door persoonen, die de gemeente niet kennen, opge helderd te zien. Nog eens waar zijn de werken der provintie mannen? Wie is de groote man en het groote werk welk deze tegen kant? Aan deze vragen zouden wij met recht niet mogen bijvoe gen, welke voordeeleu hebben de politieke kortebroeken deze laatste jaren aan het land gedaanEn antwoorden zedelijk. de Godsdienst van zijne zending van vrede doen afwijken en twist en tweedracht in alle standen der zamenleviu'g bij gebracht. Stoffelijk. het geld van lichtgeloovigen afgeperst om het in de afgronden der maatschappijen van Langrand cn voor eeuwig te doen verdwijnen. -V*** cLI'-u B E RI C li T. DUIZEND FRANKEN zullen aan de eenen of anderen korte broek, kwezel of dibbe van het Arrondissement ge schonken worden, indien door een feit kan bewezen worden, dat het Nieuwsblad van IJpre in hel postbureel van Rous brugge niet regelmatig uitgedeeld wordt. Men make het Ruchtbaar. Poperinghe, den 8 Juli 1869. Als men het gerucht aanhoort dat de klerikalen hier maken over hunnen zegepraal van 30 Juni, men zou zeggen dat zij al de liberalen in saucietsevleesch gekapt hebben en dat zij voor eeuwig van Poperinghe meester geworden zijn.Maas-jails, wij het wel overwegen, waar is de belangrijkheid, waar is 4e uitmuntendheid van die zoo hoogberoemde triomf Hoeveel van onze soldaten zijn er op het slagveld gebleven? Hoeveel mannen zijn er gesneuveld of buiten strijd gestelkl! geweest? Niet één is gevallen 0111 te blijven liggen, niet dan heeft een druppel van zijn bloed verlooren. Sommigen zijjm bij verrassing' omgeslagen geweest, en hebben, als van «tra* zwijmeling getroffen, hun vaandel uit liet oog verloor™ maar zij zullen opstaan, en die welke in 1867 en 1868 itï -1.: ons gevochten hebben om in de kiezingen voor het Senaiad,. voor den Provincieraad en voor de kamers de meerderlissidi te geven aan de liberale gezindheid, zullen zich overtuig™ dat zij o]) 50 Juni door verraad en bedrog zijn misleid ga- wees t en dat zij onvrijwilliglijk gefaald hebben. Na huiiüia1 zinnen bijeen vergaard te hebben, zij zullen hun echte vaandel, herkennen, en zich op nieuw scharen rond hunne oude vrienden die hen willen geleiden niet naar de dompende sla vernij van eene blinde en altijddurende afhankelijkheid, mailt naar den zegepraal van het licht hoven do duisternis, vam He rede boven het fanatismus en van het al;; ineen welvaren Hm- ven het egoïsmus eener alleeneerschende partijschap. En wat is er gemakkelijker geweest hij mannen die zoov«el middels van invloed, van misleiding, van verblinding eia vuil bedrog ter hunner beschikking hebben, dan van ons een twintigtal van onze gewoonlijke kiezers le onttrekken zich heimlijk gewapend te hebben, na hunne machten im lief* donker verzameld le hebben, na hunne middels \an a,unroun ding ojrêenebreeüe schaal ingericht te hebben, zij hobu a eene verrassende wijze eene kiezing besloten waaraan nieantuati zich verwachtte, en zijn met geheele benden te velde* getreft— ken om de machten hunner tegenkampers te verhinderen iei* te verlammen vddr dat deze den tijd hadden van zich tot dfflt strijd te bereiden. Geheel het leger der geestelijkheid, all (dé katliolijke leden van don Gemeenteraad, gansch het persoui-iréS vai) het Armbestuur, der Hospicen en andere weldadige ge stichten, ondersteund door het regement der. Bijtende (in— nuiliershebben overal de beste positien bezet, en zijm «Berm vijand te gemoet getrokken vooraleer hij zijn krijgsplan, on der het bevel van een enkelen generaal en eenige offieiicren_ heeft kunnen voltrekken. De eenen hebben gebombandctiiKifl met de religie, de anderen hebben getirailleerd met de wa pens der lastertaal en der eerkwetsingen, de anderen hASxim hunne schichten gericht tegen de persoonlijke intrësttsii t&r nering- en stieldoeners, en andere afhankelijke kiezers. En wat is'hel uitwerksel gewéést van al die Tereenüjgiie machten Eene kleine vernedering der liberalen onder tilani graad'Van hun vorig vermogen 1 eene minderheid pjuii 13 stemmen welker verplaatsing ons de volstrekste meerderbieicil zoude gegeven hebben onder een kiezerskorps van boven, dei 400 kiezers! Waarlijk deze uitslag, als men de machten: wam heide kanten vergelijkt, is niet te beklagen, en is, zedelïjjfcir wijze gesproken, loffelijker voor onze vrienden dan vooir cmz v tegenstrevers. Hierom hopen wij dat de liberalen zich mkat zuilen voor verlooren houden, dat zij in tegendeel aieoiwamt moed zullen scheppen en zich door de eendracht zullen ver sterken om in het toekomende nieuwe kansen te wagen. Het Nieuwsblad,' zijne logiek steunende op den uitslag •om- zer laatste kiezing, beweert dat men de godvruchtige au ikai— tholijke stad van Poperinghe ten onrechte belegen hewft waan ten meerderendeele aan de liberaters partij toe te behssawem. Indien het zeker was dat de liberalen hier de meerdierlteidl niet hadden, wij vragen waarom men heeft moeten missaal doen ter eere van St. Antonïus om door de 'tussenenunndl van dezen heiligen die betwiste meerderheid in minderheiitil ttc doen veranderen, en waarom men na de kiezing eene gèjwm- g'ene mis van dankzegging gedaan heeft om denzélfden liicilii-; gai Je bedanken over zijne krachtige medewerking aan die g>eweuschte verandering ie Wij bemerken dat de letterkundige schrijver van het Nm:n:ivsBi.AD, wanneer hij een artikeltje op zijnen borst krijgt nrw.rut> hij niet weet wat antwoorden, zich vergenoegt met Ie astern dat het noch zin, noch kop, noch steert heeft, en dat llii], r'dsi'u grond er van niet kunnende tegenspreken, zich lülaisïpii aan het een of ander woord om te toonen dat hij zijn ttmifcênèlaamsch heter kent dan de liberaters. 't Is alzoo dat lii ij bew eert dat men moet schrijven te rreden en niet te vrede. Wi| lbeweren van onzen kant dat men moet schrijven tevreden ituiéön woord (bijvoegeiijk naamwoord), en te vrede in twee woordenBleu zegt: iemand tevreden stellen en iemand te vtredte stellen Biet wat voor argumenten zal onze tegenspreker nog al uéltlt nemen Jets dat wij nog bemerkt hebben,'tis dat papa Nieuwsblad, die zooveel gal uitspouwt tegen de vreemdelingen van Pope- iriingihe, in zijn laatste nummer voor de eerste maal iaat zien cïati liijj maar spreekt van de liberale vreemdelingen. Zouden dan de katliolijke vreemdelingen hier geene vreemdelingen zijjro of is er misschien apparentie dat een katholijke vreem- utelïag hier welhaast de groote naturalisatie zal bekomen iisnett tul de rechten die er uit spruiten Ypercn, II Juli 1869. Zondag, it dezer, ten 4 ure namiddag, heeft de Koning- scliiieting plaats hij de Koninklijke Maatschappij S.Sebasliaan. Be tegenwoordige Majesteit is M. Ed. Fröiduré, opvolger van Sire Henri Dupret. Eertijds hadden zulke feesten op geen vaste tijdvakken jilaiats, en het gild stelde vast wanneer er te schieten viel en welke prijzen men den nieuwen Koning zou opdragen. Iièirfoanien .gewoonlijk in bier,wijn en. een stuk zilverwerk van Ml k t C oneen. Met i> sedert 12 December 1732 dat door een besprek tiis- aaitóm de hoofdmannen der Ghilden van Sle Barbara, S1 Mi- «:h:e!s cn S' Sebastiaan de Koningschicling maar alle drij jaar anifT zoude plaats grijpen. -¥• Met korps Pompiers onzer, stad, zal Zondag 1 1 Juli, om HU ij-2 ure, in de St. Maartens-kerk, eene lijkmis doen ct'le- B»eren ter nagedachtenis van harén diepbetrem,'dén Luitenant 31.. Aug. Rriinfant. Gedurende de mis zal het muziek des Kaaps eenige schöone stukken uitvoeren der vermaarde nut-esters Meyerbeer, Rossini, Verdi en Panne. Wij vernemen dat M. G. de Stuërs, schepene onzer stad, .zijei ontslag aan L. M. heeft toegezonden. Vooraleer daarover («nis oordeel le strijken zullen wij de uitleggingen verwachten welke M. de Stuërs waarschijnlijk daarover zelfs zal geven. I I TTe- rekenen van 15 dezer zullen er koupons, gaans keeren en aam verminderde prijzen, in onze static afgeleverd worden VMar Oostende. Sedert een tiental dagen waren er talrijke pogingen tot IksHwlstichtingen aangelegd in de bosschen van Zillebeke, ge- Uegjeai ttieschen Zantvoordde, Hollebeke en Gheluvelt. Deze iai+schen, twee vierkante uren groot, belmoren grootendeels lot die Burgerlijke Godshuizen van Uperen. Van eersten af rülkte men patrouiljen van gendarmen en veldwachters in, Hij zong nog toen reeds een kreet van eene vrouwenstem uit het vertrek tot hem drong. I)e deur werd haastig geopend door zijne of door hare hand, wie weet dat Twee menschen stonden sidderend tegenover elkander: een meisje eu een jongman. Achter de zware eiken tafel zag de binnentredende den burgemeester Brepzbier en zijne vrouw. Maar Barbara? Waar was zij Hemel kon zij dat meisje zijn Neen, dat is onmogelijk! Hoe kon dat wonderschoon roodwangige kind veranderd zijn in dat bleeke meisjesgelaat Geen enkelen trek van het zoete maagdeliju vond hij weder in dit gelaat. En toch blikten hem de donkere gloeiende oogen van Barbara aan 1 Plotseling Wende het. meisje zich af, wrong weeïiende de handen en riep zuchtend uit O, hij zelfs herkent mij niet meer! Ik wist het, ja, ik begreep het! Hij erkende haar in hetzelfde oogenblik aan de stem, aan het schoone goudgeeie hair, dat in zware vleggen samenge vlochten was, aan de houding en aan den blanken golvenden hals. Heete tranen vloten thans ook over zijne wangen; de oogen van den schilder beweenden het éérlijke ideaal van schoonheid, dat eens zoo vol leven voor hem stond en dat nu niet meer was het trouwe hert van den jongeling klopte echter luid voor de geliefde. Lukas Cranach strekte de armen uit en riep op liefdevollen toon: n Barbara, kom tot mij, ik blijf u trouw en ben steeds trouw gebleven 1 Hier is uwe plaats, aan mijn hert. Zij verborg echter haar gelaat en nam de vlucht; de mioe - der volgde daar angstig en de vader, die den jongman gjönai - Herd was en hem de hand reikte tot het hartelijks wdUjaimi sprak treurig -Lukas Cranach, het is zwaar voor u, maar ook vooa haar. Al hare gedachten waren voor u, toen zij noch aclimaun was. In den verleden herfst kreeg zij de kinderpokken,-eradfe schrikkelijke ziekte heeft haar onkennelijk gemaakt. Zij wall in een klooster gaan. Maak tiaar dien strijd niet le zwaar 11 Welke loovermiddel de jonge schilder gebruikte em ziijnar bruid van besluit te doen veranderen, is ons onbekendzoo veel echter is zeker, dat hij ten jare 1300 eene zeer vraBjjJbe bruiloft hield met de eerzame jonkvrouwe Barbara BremrfniM Toen, bij de maaitijd, waar het vrolijk toeging wianitt dfe burgemeester van Gotha was troseh op zijnen scIioqidmmiu, wiens roem zulke heldere stralen door geheel Duifeeliilamdl schoot toen omvatte de jonge echtgenoot zijne vrouw, róto vol zaligheid en blikte zoo liefderijk in het van alle schocmilaeiiil beroofde gelaat, als of hij de schoonste maagd in zijime air- men hield. Menigeen schudde verbaasd het hoofd en beweende:, dtat Barbara den schooncn kundigen jongman met eene inimne- drank betooverd had. Ja, zij had hem ook betooverd,, imiaeir niet door gift. Echte scliildersoogen zien dieper dan die der meeste kinderen der aarde, want voor hunne blikksa Hitlnt de ziel blootLukas Cranach had de ziel van zijne gelMRe aicisffhouwd cn door de groote, wonderbare en onverganke lijke schoonheid, die zich daar voor hem onthulde, al ras de verwelkte bloemen van het aardsche schoone vergeten. Hij trok met zijne Barbara naar Wittemberg, waar hij zoo lliiinjg' geëerd werd, dat men hem ten laatste tot burgemees- itcirtoos. Zijne vrouw werd de roos zijns levens, maar eene mows zonder doornen; zij was eene trouwe moeder voor zijne Uiinaderen en eene engelachtige levensgezellin. ffle joozenboom, die haar den geliefden deed verwerven, ili,cd zij in hare nieuwe verblijfplaats mede genomen en hield (litem hoog in eer. Hij stond nu als een statige boom in het üniiittje te Wittemberg en gaf geerne zijne roode geurige: iklkaeuaèn voor zoo menigen vreugdendag aan zoo menige lie ve 'bruid, maar ook menig lijkkleed. Hij bloeide voor het llaaüstt, op den dag, toen de vromé Barbara overieed, in Juni vital hef jaar 1340. Men plantte hem toen op haar graf over, maar Hij bloeide niet weder. Tffikas Cranach heeft zijne vrouw slechts eene enkele maal igeijprtretleerd, op aanhoudend verzoek van den burgemees- tieirvan Gotha en van zijne vriendelijke schoonmoeder. Hij lilt Rrde haar in bruiloftsgewaad en plaatste 'zich naast haar. Staa gaf deze schilderij later den naam van het huwelijk imm een jongman met een leelijke vrouw. Onder dien maiaa versiert het schilderstuk nog heden de galerij St.-Pe- tteaslkurg.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2