Stads Nieuws. Briefwisseling der Toekomst. Politiek en Heli,«'ie. Verschillige lijdingen. zónder wederlegging niet kunnen laten voorbij gaan. Het vraagt of de catholijken niet altijd moeten getrouw zijn aan de wet van Christus, en diesvol gens of zij niet geheel hun leven moeien gehoorza men aan de wetten der II. Kerk door Christus ingesteld. De vraag is bedriegclijk, en de gevolgtrekkingen die het Nieuwsblad er uit maakt, zijn geschikt om de weinig onderwezene zijner aanhangers te mis leiden. Wij stemmen met hem toe dat, om catholijk te zijn, men de voorschriften van Christus moet vol gen en eerbiedigen; voor hetgene de II. Kerk betreft, deze is daargesteld uit mensehert die niet vrij van slechte driften en gebrekelij kliedert zijn, en die, door geld en heerschzucht verblind, de eerste zijn om de wetten van Christus te overtreden. Bij voorbeeld, Christus heeft gezegd: Mijn rijk is van deze wereld niet en de mannen die de II. Kerk willen uitmaken zijn bovenal heerschzuchtig en wenden alle middels aan, zelfs de oneerlijkste, om ook de tijdelijke overheersching te kunnen bekomen Christus heeft ook gezegd Bemint malkaar, en diezelfde mannen zaaien dagelijks haat en twee dracht! Hij heeft nog gezegd: Gaat en onderwijst de volkeren, en zij weigeren het godsdienstig on derwijs te geven, terwijl zij de philosophic, de rechten en de geneeskunde, die met hel zeggen van Christus niets gemeens hebben, doel onderwijzen; altijd in hoop van hunne overheersching op de lij delijke heheeren te kunnen vergemakkelijken Biecht- en preekstoel worden, eenieder moet het bekennen, dikmaalsin politieke werktuigen veran derd, en de II. Kerk, hetgene zij meermaals in de vorige eeuwen is geweest, een voorwendsel om slechte driften uittewerken Bij voorbeeld, was het volgens de voorschriften van Christus handelen toen de Pauzen, namens de II. Kerk, de inkwisilic instelden Was liet han delen volgens de woorden van den Zaligmaker, die de volmaaktheid zelf moest zijn, van honderden en honderden menschen levende te doen branden oui hunne fortuin te kunnen aanslaan Was het han delen naar den wil van Christus van in eenen nacht meer dan dertig duizend menschen, zoo gezegd tot het welzijn der 13. Kerk, te vermoorden Ten allen tijde hebben de Vorsten en de volkeren zich moeten verzetten tegen de overdrevenheden der mannen die beweerden dal de H. Kerk onfeil baar was, om in haren naam Imnne vorderingen ten nadeele der volkeren te kunnen uitwerken. Dell. Kerk is heden daargesteld, of beter in handen der jesuiterjj gevallen en degene, die met de roomsche zaak bekend zijn, weten dat de hoof den van dat gevaarlijk order Hoornen en den Paus zeiven overmeesteren en hunnen invloed op de geestelijkheid van alle landen uitoefenen. De ÜL Kerk is dus in de tijden die wij beleven niels anders dan het order der jësuiten, hetwelk nooit voor niets is achteruit gegaan om het doel dat het be werkt te hereiken, hel is te zeggen, om de alge- meene overheersching te verkrijgen; het is zoo waar dat zijne listige bewerkingen hetzelve beurte lings uit alle landen hebben doen bannen, en dat het, zoo als de geschiedenis ons leert, voor geene gru weldaden heeft achteruit gedeinsd om zijne over heersching op de volkeren, op de Vorsten en lot op de Pauzen toe te kunnen vestigen. liet Nieuwsblad en zijne partijgenoten hebben dus ongelijk als zij de goddelijke voorschriften met die der zoogezegde II. Kerk willen vermengelen; 0111 dat de eene een gevolg der andere zon kunnen wezen, zij zou altijd moeten handelen naar de voorschriften van het Evangelie, en alsdan zouden wij de eerste zijn om hare voorschriften te eerbie digen maar, telkens dat zij de godsdienstige be langen aan de politieke slachtoffert, wij zijn van gevoelen dat al de ware chrislene de voorschriften der Kerk mogen en moeten bevechten. Yperen, 21 Augusti 18G9. Zondag'middag hadden wij, in dc Blauwe Zaal, de prijs uitreiking aan de overwinnaars in de Cijbelschieting van Thuindag laatst. I)e heer Hvnderick, majoor-bevelhebber der ijpersche Burgerwacht en Schepene onzer stad, zat de plechtigheid voor. Na de uitreiking welke door een talrijk publiek en het muziek van 't Korps Pompiers opgehelderd was, hebben de onder-officieren van 't batailjon Burgerwacht, die zonder be vel of verzoek in uniform de plechtigheid bijgewoond hadden, zich bij hunnen makker* Sergent Breyne, begeven om hem geluk te wenschen over zijnen 1" prijs (schoonste kogel) de prijswinnaren van Brussel, Meessen, enz., door onze on der-officieren uitgenoodigd voegden zich bij de schaar en welhaast ontstond er eene broederlijkheid als van 20 jaren vriendschap, 's Namiddags vereenigde zich het geleide in het lokaal der Cijbelschutters-maatschappij (hotel Zilveren Hoofd GrootedMarkl) en bracht onze vreemde overwinnaars naar de statie van den ijzeren weg, alwaar zij, betooverd over het goed ijpersch onthaal, afscheid namen en zeer te vrede onder het geroep van: leve de ijpcrJingen, naar hunne haardsteden terugkeerden. Nog laat achterna bleven onze burgersoldaten bij hunnen makker sieur Breyne. ir Zondag laatst heeft het gewoonlijk bal plaats gehad, gege ven door de overwinnaars-leerlingen der Akademie van Schoone Kunsten onzer stad. Geheel de Theaterzaal was let terlijk voleen schoon burgergezelschap heeft zich tol des morgens, zonder de minste oneenigheid, verlustigd. i Woensdagavond, ten 8 ure, gaf het muziek van het KV' regement eene serenade aan zijnen Kolonel, M. Thonon, ter gelegenheid zijner benoeming tot officier van 'l Leopolds orde. Een batailjon en het muziek van 't -10" regement is Donder dag moi'gend, per trein ijzeren-weg, naar Oostende vertrok ken. De salons van M. Aug. Itynderick, die hij zijne benoeming van Schepene onzer stad, de verledene week open waren om de gelukwenschende menigte te ontvangen, zullen Dinsdag- aanstaande nogeens getuige zijn eener bijzondere plechtig heid. Mej. Louise Hynderick, dochter van den heer Schepen, treed in den echt met M. Eugeen Iweins, Burgmeester van Zonneheke. ■k Programma der stukken welke Zondag, 22 dezer, ten u. 's avonds, in den Hof der Concorde buiten, door het muziek der Pompiers zullen uitgevoerd worden 1. Ouverture dies Purilains (Donizetti). 2. Souvenir de Roméo et Juliette |(par Ch. Gounod), arr. par Weber. 3. Schex Walzer (Labitsky). 4. Potpourri, Ia Favorite (Donizetti), a. par Vancalck. *- De Moniteur kondigt eene lange lijst af van benoemingen in het Leopoldsorde bij het leger. Wij zullen hier de voor naamste mededeclen Zijn commandeurs benoemd: De generaal-majoor Simons; de opher-intendent Louis Thiebauld de iuspekteur-generaal van den gezondheidsdienst Z. Merehie; de generaais-majoor F. Dupont, E. Demande kolonel Merjay. Zijn tot officiers verheven: De generaal-majoor Deroy de intendenl van 1° klas Bonnberg de kolonels P. Thonon van 10° linie, N. Brialmont van het 5e, De Itoeck van het 4°, De Smet van het 2° jagers te peerd, I. Bayet, van het 4° artille rie, L. De Moor, van het 2° artillerie. De gepensionneerde luitenant-generaal graaf du Val de Beaulieu is tot groot-officier benoemd. Men schrijft uit Poperinghe, 18 Augusti 18G9 (I Hoew el de krabbelaar van liet Nieuwsblad ons vlaamsch niet verstaat, en nog veertig onverstaanbare reken gevonden heeft in onze voorlaatste correspondentie; hoewel hij bekent dat hij de maan niet ziet als wij hem zeggen: Voyez la linie, zonder hiertoe een lanteern te ontsteken hoewel hij, niette genstaande onze herhaalde antwoorden op zijne domme praats, altijd blijft voortpratelen, gelijk of wij nog niet zou den gesproken hebben, en nogeens uitkomt met de kwestien van de kruikoekmarchands, van de politieke kuip, van de mis sen voor S' Antonius, van de hypocrieten, vuildoppers en broekmarchands, enz., welke kwestien wij reeds tot moêwor- dens behandeld en uitgelegd hebben; hoewel hij, met een woord, zoo dom is als eene verjaagde hen die liever door eene ruit zou springen dan door een gapende deurgat haren weg te zoeken, wij zullen nogtans, op zijne ongeduldige vragen,nu een beetje klappen van ■politiek en religiein hoop dat hij, door de klaarheid welke hij zich belooft in deze kwes tie te vinden, ons beter zal verstaan en begrijpen. Verre van ons van deze kwestie te willen behandelen als ervarene staatkundigen of fijne godsgeleerden, of van ons denkvermogen te willen verheffen tot het verstand van hoog gestudeerde avokaten die van wit zwart en van zwart wit kunnen maken wij zullen ons onderzoek enkeiijk vestigen op den goeden zin die in de hedendaagsche maatschappij het verstand is van iedereen of van de grootste menigte cn dies volgens minst onderhevig is aan chicanen. Maar om dit met vrucht te doen wij moeten beginnen van het begin, en de maatschappij nemen gelijk zij is, dezelve onderzoekende in haren oorsprong en in de dcelen die haar samenstellen. De maatschappij is eene verzameling en een onderling ver keer van menschen vereenigd door de natuur of door de wetten. Veroordeeld om te werken tot het zweet zijns aan- zichts ten gevolge van de zonde van Adam, en overgelaten aan zijnen vrijen wil, de nrensch bevond zich zonder steun en alleenstaande op de wereldmaar, naar mate het woord Gods Crescite et midtiplicumini de vermenigvuldiging der menschen te weeg bracht, door hunne wederzijdsche nood wendigheden gepraamd zij hebben eikanderen gezocht, zich vereenigd en zich van grootere tot grooterte gemeenschap uit gebreid. AIzoo hebben zich opvolgendlijk de familien, de volkstammen, de gemeenten en éindelijk de staten of natiën gevormd. In dit verkeer der menschen met malkander, 't welk zich van eeuw tot eeuw uitbreidende, nu algemeen ge worden is, hun geest ontwikkkelt zich op eene aanhoudende wijze, de handel- en de nijverheidsbetrekkingen strekken tot het algemeen onderwijs, de beschaving gaat vooruit en goede wetten verzekerende rechten van iedereen. Aldus heeft zich de vorming der burgerlijke maatschappij verwezenlijkt onder het beleid van een opperbestuur of gouvernement voor iedere natie die van hare samenstelling deel maakt. Maar in die groote burgerlijke maatschappij, tot stand ge bracht om de rechten van iedereen te waarborgen, er bestaat nog eene godsdienstige maatschappij die zelve nog verdeeld is in kleinere maatschappijen, gelijk wij het verder zullen zien, en die, de Kerk uitmakende, haren oorsprong en haai' gezag ontleent van God en al wat de geestelijke belangen en de be stemming van het meuschdom betreft, regelt en beheerscht. Het is de maatschappij der geioovigen, die niet alleenlijk een uiterlijken eerdienst, tot noodzakelijke manifestatie van het algemeen geloof, bezit, maar onontbeerlijk fecn godsdienstig gouvernement heeft, belast met hetzelve te regelen en te handhaven. Even als de burgerlijke maatschappij verdeeld is in talrijke natiën, zoo ais de fransche, de engelsche, de ita- liaansche, de duitsche natie, enz.,zoo is ook de godsdienstige maatschappij,in haren uitgestrektsten zin genomen, verdeeld in talrijke religien, communiën en sekten, zoo als de katho- lijke, de protestantsche, de joodsche, de mahometaansche religie, enz. In ons België, waar de kathojijke religie de godsdienst is der groote meerderheid der bevolking, wij zul len de godsdienstige maatschappij in het algemeen beschou wen als kal li6lijk. Gelijk wij komen van het te zeggen, beide maatschappijen slaan elk onder een hoofd, en hebben elk een afzonderlijk be heer. Het burgerlijk bestuur in België is samengesteld uit een algemeen oppergebied uitgeoefend door den Koning, het Ministerie en de Kaniers, en een bijzonder gebied toever trouwd aan de Gouverneurs, de Dislrikl-Commissarissen, de Burgmeesters en Gemeenteraadsheeren, volgens de verdce- iing van het rijk in provinciën, arrondissementen en gemeen ten. Het godsdienstig beheer is samengesteld uit het hoofdelijk gezag van den Paus en de Cardinalen, en het bij zonder gfz.ig van de Bisschoppen, de Dekens, de Pastors, en Kapellaans, volgens de grondverdecling in diocesen, dekenijen en parochiën. Beide maatschappijen staan, onder een ge meen opperhoofd die God is. Het eene beheer maakt de wetten van het land en bewaakt derzelver uitvoering, bestuurt deszelfs betrekkingen met an dere landen, verzekert de inwendige orde, en werkt aan al wat strekken kan tot het algemeen burgerwelzijn en tot den voorspoed en den vooruitgang der bevolking. Het ander be heer onderzoekt de godsdienstige leerstelsels die het vraag stuk der menschelijke bestemming kunnen oplossen, of, indien er reeds een algemeen stelsel van geloofspunten bestaat waarin dit vraagstuk opgelost is, het moet in ieder bijzonder geval de gevolgtrekkingen van dit stelsel in het daglicht brengen. Het moet de zedelijke voorschriften, die met die ge loofspunten overeenkomen, aanprediken, aanleeren, en aan de maatschappij herinneren wanneer zij zich er van verwij dert, en den mensch richten op den weg van den zedelijken vooruitgang die naar den Hemel leidt. Vervolg en slot in liet aanstaande nummer Veeziekte. Op verschillige plaatsen in het distrikt Frankfort aan den Oder is de runderpest uilgebroken. De duitsche Bondswet van •1 April dezes jaars, betreffende maatregelen legen die ziekte, is aldaar in werking gebracht en de hierbij vastgestelde in- structiën van den 26 Mei zullen alzoo worden uitgevoerd. De besmette plaatsen zijn door militairen afgesloten. Het slacht vee mag er alleen onder toezicht der policie en van den veearts

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2