Stads Nieuws. Kermis op de Potijze. Briefwisseling 'dep Toekomst. partij beslaat en ons durft betijgen dat wij tegen de HEILIGE Kerk zijn, zult gij durven slaande houden dat de kinderen-bedervers, de erfenisroo- vers, de aftrochelaars van Ingelnmnster, de non- nenbeuls van Cracau, de Toorts van Sl Henijs, de makelaars van Langrand, dat deze geheele hutse pot deel der HEILIGE Kerk maakt? Zult gij durven slaande houden dat eene partij, welke ondersteund is door gazelten als de uwe die geschreven zijn door mannen wier heerschzucht en lage driften door stralen in dc artikels, waarin nie mand gespaard, iedereen gelasterd en gehoond wordt, eene partij is die de II. Kerk uitmaakt? Eb welindien het alzoo is, wij herhalen het nogeens dat zulke Kerk moet bestreden worden, wat die is de HEILIGE KERK nietHeb gij het weg, Godsbedriegers? Yperen, 4 September 1869. Donderdag laatst, ten 10 ure des voormiddags, had alhier in de Hoofdkerk van S' Maerten,. de plechtige lijkdienst plaats van wijlen de lieer Ernest Merghelynck en zijne vrouw. De ontelbare rouwstoet was samengesteld uit de leden der familie, de burgelijke en militaire overheden, al de notabelen Van de stad en de steden en gemeenten van het arrondisse ment, de burgers van stad, en andere uitstekendste notabili- teitender provincie. Al de aanwezigen waren in de indruk wekkendste ingetogenheid en diepen weemoed stond op allen aangezichten te lezen. Men zag dat allen bewust waren met de uitgestrektheid van het verlies. Onder dc vreemden aan de stad en aan het arrondissement bemerkten wij bijzonderlijk de heeren Vrambout, Gouverneur der provincie, generaal Ablay, gewezen militaire kommandant der provincie, Van Iseghem, volksvertegenwoordiger van Oostende, Goupv de Béauvilers, arrondissements-commissaris van Brugge, Van ïïieuwenhuyze, schepen van Brugge, Emiel Jooris, gemeente raadslid derzelfde stad, Vandromme, provinciaal-raadslid en gewezen lid der Bestendige Deputatie van Eessen, De Graeve, provinciaal-raadslid van Stuivekenskerke, Goethaels, gewezen lid der Bestendige Deputatie, Goucke, gewezen Voorzitter van den Provincialen Raad, De Coninck, lid van den provincie raad van Harelbeke, Behagel, burgemeester van Veurne, Valcke, provinciaal-raadslid van Oostende, Burggraaf De ïïieuport arrondissements-commissaris van Audenaarde Gheysens, gewezen lid van den provincieraad van Ilaalbeke, Herla, concessionaris van den ijzeren weg van Oostende naar Ermentiers, van Brussel, enz., enz. Na bet eindigen der plechtigheden in de kerk nam de in drukwekkende stoet zijne richting naar de openbare rust plaats der dooden en daar had, onder bet storten van menig vuldige tranen, de ter aarde bestelling der duurbare overle denen plaats. Twee redevoeringen werden op de grafstede uitgesproken, de eerste doorM. Beke, Volksvertegenwoordi ger en Burgemeester der stad, en de tweede door M. C. Becuwe, Gemeente-Raadslid en lid van het Bureel van Wel dadigheid. Dan nam de vriendschaar afscheid van de zoo diepbetreurde overledenen en keerde vol weemoedige gevoe lens en stilzwijgend terug naar de stad. Nimmer zagen wij zulk eene uitgestrekte deelneming en zulk eenen ontzag- en eerbiedwekkenden toeloop in eene lijkplechtjgh.eid. Zondag namiddag, ten 5 ure, in de groote Balie-Zaal, -werden de prijzen'uitgereikt aan de leerlingen der kostelooze Gemeen te-School, der Avond- en Muziekklassen. De plechtigheid was voorgezeten door den heer Burge meester, bijgestaan door eenige heeren burgerlijke en mili taire overheden en,M. Kokenpoo, kapellaan van St. Nicolaus. Eenige voorname ingezetenen onzer stad en de familjen der leerlingen vormden het talrijk publiek. De muziek- en koorafdeeling voerden de schoonste hunner stukken uit. M. De Devne, hoofdonderwijzer, sprak eene zeer welgepaste redevoering uit, meest tot de ouders en leerlingen gerichtdaarna ging men over tot de uitreiking der èerë-metalen, enz. Uuders en kinders schenen allen even te vrede en te hesef fen wat al weldaden er gelegen zijn in het ontvangen van het onderwijs: zij hegrijpen thans dat de geleerdheid de eenigste rijEaom der werkende klas is, want zij deze klas veredeld en gelijk stelt, voor wat den geest betreft, met de grootsten der aarde •k Men kondigt ons voor morgen aap dat ei- een groot' feest zal plaats hebben ter gehuchte de Potijze. Ten 1 ure Mast- klimming en ten 7 1/2 schoon Vuurwerk. De herbergiers van het gehucht hebben zich voorzien van wafels, hesp, voliaard en ander lekkerbeten. Het hier dat gemeenlijk op de kermissen of feesten soms véél Ie wenschen iaat, zal aldaar van eerste kwaliteit zijn,en beloofd den tenderen eene goede teug. Slunsen en bcên koper en tin I.... Iedereen hoort hem nog roepen als in gramschap, de vod denkoopman, die over eenige dagen onze straten nog door- kruistle met zijn voddenzak op de schouder. Eh wel die vent, in staat van dronkenschap zijnde, heeft zich opgehangen. - Eene les voor de dronkaars. Programma der stukken welke morgen Zondag ten 11 1/2 door liet muziek der Pompiers in den Hof der Concorde (bui ten) zullen uitgevoerd worden. 1. Ouverture, Ie Carillonneur de Bruges, (A. Grisar). 2. Potpourri de Giralda, (Adam), air. par Ch. Olto. 5. - Potpourri de Zampa, (liérold). 4. Souvenir du Hanovre, valse, (LabitsLy). De Maatschappij De Vranye, welke Zondag laatst een uit stapten naar de Panne heeft gedaan, heeft zich uitermate goed geamuzeerd. De strandbewoners stonden niet weinig te kijken torn zij deze geïmproviseerde Bohemers zagen afstappen met muziek, keukengerief, enz., en eene tent zagen opslagen 1 Zij meen den een gezelschap poetsenmakers dat voor de visschen eene vertooning kwam geven, want het is nog schrikkelijk lang van Panne-Kennis. Eensklaps veranderde hnnne verbaasdheid in bewondering toen zij de instrumenten zagen ten voorschijn komen voor de serenade van den Burgemeester. De artisten hebben zich- z lven overtroffende mirliton-solo alléén deed wonderen Vóór den diner nam de maatschappij een algemeen zeebad. Al de leden, gedeeltelijk in Adams-kosluum, vergezelden den Voorzitter, die, bekleed met de zinnebeelden des geuoot- schaps, statig den grooten Oceaan binnentrokken Eensklaps steeg een hartscheurend geschreeuw op de ceremonie meester was in het onderste gedeelte vanzijnen rug gehe ten. Aigeineene ontsteltenis en vlucht. De stranbewoners die benauwnheid ziende, vluchtten ook.Tableau Wanneer alles gestild was, zette men zich aan tafel (de ta fel was de zeeoever) én men at en dronk smartielijk, uitgeno men de ceremonie-meester die vreest dat de krab, die hem geheten heeft, wel zou kunnen verwoed zijn 1 Men zegt dat de vivandière ginter liefdebetrekkingen met eenen visscher heeft aangegaan en aldaar gebleven is, In liet kort zal de bruiloft plaats hebben. Na het vuurwerk en het goed emballeeren van het zilver werk dat gediend had voor den diner, vertrokken onze geesti ge knapen naar hunne goede stad IJperen, alwaar zij omtrent middernacht zijn aangekomen. Poperinghe, den 51 August! 1809. KA.TIÏOLUKE RECIiTZUmGIIEID Wanneer het Nieuwsblad ons zegde dat, tijdens eene kie zing, iedereen het recht had van de hoedanigheden der kan didaten te kennen, wij meenden dat het zoowel spreken wilde van de katholijke kandidaten als van de liberale maar wij zijn in onze meening bedrogen. Het schijnt dat de kiezers maar het recht hebben van met de hoedanigheden der libe rale kandidaten bekend te zijn, en dat zij de katholijke moeten aanveerden zonder onderzoek en zonder de minste legenpreuteliug van het oogenblik dat M. dc pastor dezelve goedkeurt. Dit hebben wij ondervonden ter gelegenheid van de onderzoekingen welke wij onlangs gedaan hebben wegens eenen kandidaat die hier door de klerikale kopstukken, in de dronkenschap van hunne laatste triomf, voor de kiezing van October bestemd was. Naar het voorheid van denNïeuwsblad- schrijver die van voormeld recht een groot gebruik maakt, wij hebben dien man doen kennen in geheel zijne naaktheid, wij hebben getoond wat hij voordezen was en wat hij nu is, en, om dat wij gezegd hebben dat hij een liberalen hijpocriet is die hier van den katholijken komt scheren uit zuivere witikel speculatie, de schrijvelaar valt ons op den nek, en stelt zicli met zijne heilige pen aan het schennen tegen de stoute waarheden die wij op de rekening van zijnen lieveling hebben durven uitspreken. Niet willende gedoogen dat wij de persoonen diskuteren welke de geestelijke vreemdelingen hier tot het bestuur van hun luiiekkerhand bestemmen, hij ont aardt het doel van onze navorsching en doel de kiezers geioo- ven dat onze aanhalingen niet anders dan lafhertige aanrandingen zijn tegen een deftigen en vreedzamen bur ger. Wij verstooten uil al onze kracht de liefelijke betichtingen waarmede onze tegenstrever ons begroet en kaatsen dezelve in zijn aanzicht terug. De ivaarheid kenbaar maken, als men aan het kiezerskorps spreekt, is eene plicht en eene vrijmoe dige daad; maar, hetgeen wij lafhertige aanrandingen noemen V zijn de leugens en de lasteringen welke het Nieuwsblad onophoudelijk uitbraakt tegen deftige en vreed zame liberalen die in treffelijkheid voor geene katholijken moeten wijken't geen wij lafhertig noemen,'t is de politieke verheffing van eenen mensch dien men niet kent, en aan wien men, zonder de minste onderzoeking, alle 'waarde toeschrijft, cm dat hij met de katholijken mededoctT geen wij l'afherlig noemen, 't is de partijdige bestrijding van onaangename ver openbaringen, zonder dat men dezelve kan logenstraffen. Neen, nergens heeft de Nieuwbladschrijver, in zijnen uit val tegen die veropenbaringen het woord leugen of lastering durven uitspreken. Onzeker van zijne antwoord, hij bepaalt zich in zijne verdediging met onze inlichtingen uit te geven voor aanrandingen en verwijtingen. welke woorden eerder eene waarheid dan eene onwaarheid doen veronderstellen. Niet eene onzer aanhalingen heeft hij verflauwd noch vernie tigd zijne schermende pen is zich tegen onze wetensvolle verklaring komen verbrijzelen, en al onze gezegden, die wij nogmaals bevestigen, zijn blijven recht staan. Gelijk wij het voorzeid hebben, de schrijvelaar heeft zich, zonder het minste tegenbewijs en zonder de minste ontkenning, geklampt aan het enkel winkeliersargument dat wij hem vooraf in den mond gegeven hebben, om zich uit het slag te trekken. Liegen en de waarheid vluchten, daar is de manier op welke hij de kiezers onderricht over de waarde der kandidaten. 't Geen nog meer de ijdelheid van zijne verdediging be wijst,'t is dat hij, om aan zijne woorden effekt te geven en het gemoed zijner lezers over de bolwasching van zijnen vriend te bewegen, zijnen toevlucht heeft moeten nemen tot een schrikbeeld ontleend aan eene fabelachtige historie van vóór Christus tijden en tot een tamelijk verwaand ver- tellingje betrekkelijk de fransche revolutie, welke aanhalingen hij niet heeft weten hoe draaien om die kous aan het heen van zijnen tegenstrever te passen. Ja, Nieuwsblad, wij herhalen 't geen wij in eene vorige correspondentie gezeid hebben domineren, 't is gelijk uiet welke mannen en door welke middels, daar zijn uwe princie pen, daar is uwe zedeieer, daar is uwe leus. De krabbelaar van liet Nieuwsblad, die, bij gebrek aan ge gronde redens, niet weet langs weiken kant den correspon dent der Toekomst aanranden, om z;ch te wreken over zijne schriften, neemt, naar het voorbeeld van 't Jaau 50, zijnen toevlucht tot leugenachtige uitvindingen, 't Is aizoo dal hij, sedert eenigen tijd, zijnen tegenstrever bijna niet anders meer betitelt dan onder den naam van betaalden schrijve laar. Hoewel al wie geen sukkelaar is, genoegzaam weet wat voor waarde men moet hechten aan de praats van het katho- Jijk gazetje van IJpereri, en sedert lang het karakter heeft kunnen waarderen van voormelden correspondent, deze kan nogtans niet nalaten aan zijnen aanrander te vragen waai» hij vernomen heeft dat die zoogezegde betaalde schrijvelaar zijne pen voor geld zoude verkocht hebben. Oordeelt hij mis schien een ander gelijk zich zeiven, en meent hij dat de'libe ralen zoo geldzuchtig zijn als zijne patroonen die, om huiine politiek te kunnen verdedigen en hunne gazetten te onder steunen, niet alleenlijk beschikken over den schooiblok tot de Voortplanting des Geloofs,maar nog veel andere kerkbussen uitputten Waar de geloovigen hunne offeranden storten ten behoeve van den Godsdienst of van de armen Welkdanig zijn oordeel hierover moge wezen, wij zijn verzekerd dat helNiEuwsisi.ADop onze vraag niet zal antwoor den en zal stom blijven staan gelijk 't Jaau 50, wanneer wij aan dit geestelijk vuiiblad eene premie van B.SOO fhavks te winnen gaven, indien het eenen zijner leugens kou in waarheid veranderen. Deze premie door zijnen confrater niet gewonnen geweest zijnde, wij stellen dezelve ter beschikking van het Nieuwsblad in geval het zijne beweringen door liet minste bewijs kan bevestigen. X. -cHKSxEsa- Men schrijft uit Passchendaele, 4 September 1869: Den 26 Augusti laatst was het feest op Passchendaele. Een echt familjefeest had aldaar plaats. Het nationale vaandel en andere vlaggen en wimpels versierden de gevels der huizen men zag de vreugde op ïedereens gelaat. Het muziek, Vlijt voor Kunst, trok al spelende noordwaarts op, vergezeld van een groot getal van de deftigste inwoners der gemeente; het slóeg 7 ure 's avonds. M. Jules Christiaen, die zijne studiën geëindigd had en zijne diploma van advokaat kwam te ont vangen, stapte, vergezeld van zijnen vader, uit zijn rijtuig en ontving de gelukwenschen zijner vrienden en kennissen. liet muziek hief de Brabaneonne aan en de dorpelingen mengden hunne vreugdekreten met de toonen van het vadcrlandsch lied. Toen trad M. de President van Vlijt voor Kunst vooruit en in naam der muziekmaatschappij verwelkomde de jonge advokaat,als medelid,met van die woorden welke rechtstreeks uit het hert komen. Hij eindigde zijne aanspraak met deze gevoelvolle woorden Wij scharen ons met vreugde rond u en uwe geëerde fa- milje om u allen geluk te wenschen over uwen zegenpraal. Waardige zoon van eenen vader die hier in de gemeente door al dat treffelijk is zóó bemind en geëerbiedigd wordt zult gijy verrijkt met de kennis der wetten, u ten dienste stellen van al wie uwe verlichtende raadgevingen afvraagt, De arme zullen u dankbaar blijven en een reeks gelukkige jaren wachten u in het midden uwer familje Waarover gij fier moogt zijn de naam te dragen. Leve, Jules Christiaen Een donderenn houra steeg uit de menigte en de stoet stelde zich in beweging, muziek vóórop. Men geleidde de held der feest naar zijne woon, alwaar zijne gélukkige moe der hem met vretigdetranen ontving. Het feest heeft nog tot zeer laat in den nacht geduurd. X.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2