Stads Nieuws. BERICHT. Briefwisseling dei1 Toekomst. VerscMltige tijdingen. die tot dus verre de aanhalingen der liberale druk pers niet hebben geloofd; ook allen die aan de Je- suiterij van bij of van verre houden zijn driftig, en in plaats van de gegronde aanhalingon te weder leggen, hetgene wijders niet mogelijk zou zijn, zij overladen den schrijver na gewoonte met alle slach van scheldwoorden. De nieuwsbladeren geven te kennen dat men aan Pater Hyacinthe tien dagen lijd heeft gelaten om zich te herroepen op straffe van in den ban der II. Kerk te worden gesteld, terwijl men in het Luxem- bourgsche eenen Pastor in bediening laat die door den rechtbank van Marche tot driejaren gevang is veroordeeld voor onkuische aantastingen, begaan in de kerke zelve, op een tiental meisjes onder de 44 jaren die hij voor de eerste communie voorbe reidde. Daar is het waar het Jesuilismus ons geleid be gaat de grootste heiligschenderijën, dat is niets, wanneer gij aan het order verkleefd zijt en tot het bereiken zijner vorderingen medehelpt; maar in dien gij van gevoelen zijt dat gij u in het belang van den Godsdienst daartegen moet verzetten of zijne handelwijze durft beknibbelen, gij wordt als den laatsten der wereld behandeld en de hel gaapt om u in te slokken IJperen, 9" October i809. Zondag laatst, ten middage, heeft in de Benedenzaal van het Stadhuis de trekking plaats gehad voor het vormen van den Tuchtraad der Burgerwacht, die geroepen is om te zete len gedurende het 4° kwartaal van dit jaar. De uitslag heeft de volgende heeren aangewezen Als leden, Ligy Maria, luitenant. Vonck, August, serjant-major. Breyne, Florimond, karporaal. Bossaert, Hector,wacht. Als plaatsvervangers Podevyn, Hendrik, luitenant. Allaer, Juvénal, serjant. Pinck, Jeroom, Karporaal. Lambin, Adolf, wacht. -¥■ Dinsdag middag kwam alhier met den trein van den ijzeren weg eene zieke vrouw aan, welke in de statie moest verblijven uit oorzaak harer groote ongesteldheid. Het eerste bezorgde men een geestelijke, dan een geneesheer die beiden de vrouw bezorgden. Eenige papieren op haar gevonden deden haar erkennen het was de moeder van den heer Ampe, kapellaan van Zillebeke, die zijne verplaatsing naar Brugge komt te ontvangen. Het lijk is overgevoerd geweest naar deze laatste strd. Deze vrouw is aan de gevolgen eener geraaktheid gestor ven. Dezer week heeft men de drijjaarlijksche lijst rondgedragen der heeren leden deelmakende van de Koninklijke Maatschap pij Sint Sebastiaan, ingericht in het jaar 1502. Het getal beloopt tot 89. Eene opsporing van eenige jaren doet ons kennen dat er in 18G6 nog 107 leden bestonden en in 18(i5 nog 117. van Italië zou kunnen toeëigenen en zelfs de band zou leggen op het Erfdeel van S'Pieter. De geschiedenis van Florentie levert cfns ook eene geheele reeks moorden en vergiftigingen op, en meestendeels wanneer de handeldrijvende familje der Medecis het roer dezer repu bliek in handen gekregen had. Deze hertogen hadden eene zeldzame manier om zich der doorluchtigste bewoners van Florentie die hun eenigzins in den weg stonden te ontmaken; zij gelasteden hen met eene voorname en in den schijn eervolle zending, "t zij bij den Heiligen stoel of het een of het ander vreemd Hof, alwaar zij betaalde giftmengers onderhielden, die niet lang wachtten die ongelukkige afgezanten te doen sterven. Eenige dier afschuwelijke daadzaken zijn ontdekt in de Staatsschrifien van Florentie, toen groot hertog Leopold, sedert keizer van Oostenrijk, toegelaten heeft dezelve te onder zoeken; maar zoohaasthij deze omstandigheid vernam, gebood hij de sluiting der oorkonden en wierp een floers over de eu veldaden, toteere der uitgestorvene familje der Medecis. Cosmas de Medecis, zoon van den beroemden Condotteri Jan, werd onder keizer Karei tot Hertog uitgeroepen. De his torieschrijver Guicciardini, die onder wijlen Alexander de Medecis als bestuurder des lands geheerscht had, en die de zelfde weerdigheid beoogde, hielp veel tot zijne verheffing. Maer Cosmas, beducht over den invloed van die grooten man, die in zijn vaderland een zekeren voorrang had, deed hem vergiftigen, en Guicciardini stetrf in de stad Aratri. Wordt voortgezet). liet onderzoek opzichtens het schielijk overlijden van M. en Mev. Merghelvnck, heeft bewezen, dat de knecht van M. L., apotheker van den keizer der Franschen, door eene noodlotti ge vergissing Strychnine in plaats van Quinina heeft gezon den. Men verzekert dat de familje van M. Merghelynck tegen den parijschen apotheker een proces voor schadevergoeding zal inspannen. Als die schadeloosstelling wordt toegestaan, zou ze tot inrichting van een godshuis, te IJperen worden ge bruikt. Ha, eindelijwij meenden dat de Maatschappij de Vlaam sche Ster geen teeken van leven zou gegeven hebben; maar vandaag kan men in onze aankondigingen lezen dat den 17" October aanstaande de openning plaats heeft van het Tooneel- jaar 1899-1870. Het Stadstooneel zal, zonder twijfel, dien dag van geen pu bliek beroofd zijn, want telkenmale de Vlacimsche Ster eene vertooning geeft ziet men al de plaatsen goed bezet. De sa menstelling van den tooneelavond laat niets te wenschen en de aantrekkelijkheid der stukken alléén is borg voor goeden uit slag. Inderdaad deze belangrijke Maatschappij verdient aanmoe diging voor den ijver die zij aan den dag legt tot het volvoeren van het plan Alle jaren, gedurend het doode wintersaizoen den IJperlingen en liefhebbers van het omliggende vier of vijf zeer aantrekkelijke avondstonden te laten doorbrengen, door hun te vergasten met g-oed geschrevene en wel vertoonde too- neelstukjes, waarin onze goede vlaamsche zeden de eerste plaats bekleeden. De ouders mogen er hunne kinderen naartoe leiden; vfant in zulke vérfooningen kan de ontwikkeling des geestes niet dan winnen. Onze dompers gazette zullen er tegen schrijven en leugen en laster uitkramen, maar luistert niet, lezers. Gaat zieö en spreekt nadien. Maakt een verschil tusschen het frarisch theater, waar men zedeloosheid en on tucht ten toon spreidt, en het vlaamsch spectakel dat voor moedertaal en volksverlichting door burgers van stad bewerkt is door kinderen van het volk die al hunne rust-uren besteden tot het vermaak hunner medeburgers; door vlaamsche lief hebbers die uit liefde voor hunne moedertaal soms wonderen verrichten. De personen die zich voorstellen deel te nemen aan de Landbouw-Tëntoonstelling, welke zal geopend worden te IJperen, den '1G October aanstaande, zijn verzocht, om vóór Woensdag 15 October hun voortbrengsels, niet onderhevig aan bederving, in het lokaal der Halle te willen toezenden. KUNST- EE LETTERKRING. In de zitting van Woensdag laatst hield de heer Rondelle eene onderhandeling waarin hij gansch de geschiedenis van den werkman ontrolde. De jeugdige onderwijzer deed zien hoe het volk in de vroegste eeuwen als slaven behandeld, vernederd en verdrukt vvierdhoe het met de opkomst van het kristendom een wei nig verzachting in zijn ondragelijk lot bekwam, en naderhand onder de leenheerschappij of feodaliteit als grondeigenen verkocht of verhuurd wierd met den grond dien het bewerkte, tot dat het volk ten langen leste de verdrukking moede wor dende het hoofd begon op te steken en de vorsten en leenhee- ren verplicht waren het nu en dan voorrechten of vrijheden te vergunnen. De spreker toonde hoe later met de kruisvaar ten de vrije gemeenten tot stand kwamen en de nijverheid en handel toenamen, hoe de gilden en neeringen, die onbillijke voorrechten bezaten,alsdan zelve menige hinderpalen aan het vrije werk stelden, en hoe eindelijk de omwenteling van 1789 het tijdvak van vrijheid en gelijkheid inhuldigde, de titels en voorrechten afschafte en al de beroepen vrij verklaarde. Hij deed de voordeelen die de werkman sedert deze merkwaardige gebeurtenis geniet, uitschijnen, en drukte het gevoelen uit dat er echter nog iets te doen valt om het stoffelijk en zede lijk welzijn van de arbeidende klassen te bewerken. Hij wees daartoe de twee voornaamste middels aanhet onderwijs en het recht van vereeniging. Niet, voegt hij er bij, om dezelve tot omwenteling te laten aanhitsen, maar om verstandig en vreedzaam, alles te bekomen waartoe elk vrije Belg redelijker wijze recht heeft en om maatschappijen te stichten van onder- l.ngen bijstand, van fabricatie en voor aankoop van levens middelen. Die onderhandeling dunkt ons we! geschikt te zijn voor eene volksvoordracht maar wij vinden dat de plichten van den werkman daarin duidelijker behoorden afgeteekend te wor den. V'! Poperinghe, 7 October 1869. WE KIEKENHOOFDEN. 't Geen op nieuw bewijst dat de mannen van het Nieuivs- blud de poperinghenaars willen doen aanzien voor domkop- pe?i, 'l is dat zij, na de katholijken als groote dwazeriks behandeld te hebben, nu de liberalen uitmaken voor kiekenhoofden. Dus, liberalen en katholijken, wij zijn al stommeriks, onnoozelaars en kiekenhoofden 1 Dit laatste scheldwoord is ons toegestuurd ter gelegenheid van de voorloopige zinspelingen die wij gemaakt hebben op de aanstaande kiezing in de welke eene zekere klas van vreemdelingen, die gewoon zijn van op Poperinghe te peerde te rijden,M.VanMerris zouden willen uit hunnenweg ruimen. Om dat deze heer zijn hoofd niet wil dragen volgens de bewe gingen van den toom waarbij die vreemdelingen het getrek onzer Administratie geleiden, zij zouden willen de poperin ghenaars opmaken om hunnen Representant,hunnen Schepen en hun volksminnenden medeburger, die onder de aanzien lijkste familie der stad gewonnen en geboren is, eenen voet onder zijne ruggraat te geven. Wij hebben schoon te zeggen dat de kiezers te veel erken tenis hebben voor een man die zooveel goeds aan de stad doet, om hem op zoo eene ezelachtige wijze te beloonen wij hebben schoon te beweren dat het voik alle banden van voog dijschap wil afschudden en zijne burgerlijke vrijheid wil ge nieten, dit zijn, volgens het Nieuwsblad, al klaps van kieken hoofden, en de pogingen die wij aanwenden om het voik tot het doel zijner edele voornemens te brengen,zijn spartelingen die te vergelijken zijn aan dc vlerkslagen van een kieken dat staat om den hals afgesneden te worden Men maakt geene omwegen om aan de poperinghenaars, die men blijft voor onnoozelaars aanzien, hun vonnis te strij ken, en men zegt hun plat uit dat de kiekenkop Van Merris en zijne partijgenooten in de aanstaande kiezing zullen ge slagen worden om in langen tijd het hoofd niet meer te durven opheffen. Gij zijt dan verwittigd, poperinghenaars ziet wat gij te doen staat. Maar als men zoo stout en met zulke kleine achting tot zijne medeburgers durft spreken, zonder zich te bekommeren met den wil der kiezers, men zou ten minste hun eenen kandidaat moeten aan te bieden'hebben die M. Van Merris kan vervan gen. Tot nu is er nog geen kandidaat bekend gemaakt, of heeft men misschien een strooien man ter hand die het licht niet mag zien of die niet mag gediscuteerd worden, en wiens naam men,om de kiezers des te beter te bedriegen,maarop het laatste oogenblik in hunne vuisten zal steken Dit zoude ons niet verwonderen, hoewel het Nieuwsblad, welks goede trouw wij kennen, tijdens de kiezing van 50 Juni zeide dat iedereen het recht had van de hoedanigheden der kandidaten te kennen. Inderdaad het is klaar te zien dat bij onze vreemde meester- makers de kiezing geene zaak is van administratief belang die tot het welzijn en den vooruitgang der stad moet strekken, maar eene zaak van politieke overheersching, van eigenbatig gezag en van wereldsche macht. Die mannen zouden liever Poperinghe laten vergaan en zien afbranden dan het meester schap van hun luilekkerland te zien overgaan in de banden van ware vertegenwoordigers van het burgerlijk gezag aan hetwelk zij te hooveerdig zijn om zich te onderwerpen, 't Is in dien geest van verwaandheid dat zij, zich betrouwende op de domheid die zij meenen te vinden bij de poperinghe naars, alle tegenweer van den kant der kiekenhoofden zoo stoutmoedjglijk durven trotseren. Ja maar, zult gij misschien zeggen, is het niet voor de glorie van God, het welvaren der religie en de zaligheid der zielen dal de priesters zich bemoeien met de politiek? Neen, het is voor hunne eigene glorie, eer en hebzucht dat zij zich de kiezingen zoo geweldiglijk aantrekken, 't geen opentlijk strijdt met de leering van hunnen goddelijken meester die zegt: mijn rijk is van deze wereld niet, en 't is juist om dat zij de politiek een godsdienstigen mantel aandoen, dat zij het volk alzoo verblinden. Christus heeft hun de ootmoedigheid geleerd, en zij willen pralen boven de koningen en de keizers als of zij God zelf waren. Zij roepen altijd Hosanna! en 't is hun eigen zeiven dat zij doen wierooken; moesten zij durven, zij zouden Onzen Lieven Heer uit het tabernakel halen om er zelve in te kruipen, en alzoo al den lof en de glorie voor hun eigen te hebben. Zij zeggen: Wij zijn het licht der wereld en al die mij volgt wandelt niet in de duisternissen; maar, poperiugheuaars, wacht u van zulke hedriegelijke leidsmannen, want zij beweren de blinden te leiden en zij dragen vellen op hunne oogen zoo dikke als slijpsteenen, en, als gij niet op let, zij zullen u nog vooren in de hel stooten en, tot uw groot bezwaar, met al het gewicht van hunne wereldsche grootheid voor eeuwig op uwe gloeiende ziel vallen. (Een laekenhoofd). DE MOORD VAM PANTIN. Over de moord van Pantin, bij Parijs, vindt men dagelijks in de dagbladen gansche kolommen vol gedrukt met alles wat met de zaak kan betrekking hebben. De justitie zet haren loop voort, doch niettegenstaande de onvermoeide naspeuringen, blijft altoos dezelfde geheimzinnigheid over deze ijselijke mis daad heerschen. Het zevende lijk dat men gevonden heeft is dat van Gustaaf Kinck. Vader Kinck wordt nergens ontdekt, zijn lijk wordt ook niet gevonden, niettegenstaande men alles doorzoekt waar men het minste vermoeden kan op hebben. De moordenaar Tropmann volhardt in zijn verdedigings stelsel. De lijken dezer zeven slachtoffers zijn uit Parijs naarTour- coing gevoerd geworden en zijn aldaar begraven. Deze treuri ge plechtigheid werd door een overgroote menigte der stad en omstreken bijgewoond; de ingetogenheid was zoo groot dat men hier en daar de verdoofde snikken hoorde der talrijke vrienden en kennissen. Men meldt op het oogenblik nog andere treurige tijdingen betrekkelijk deze zaak: De vrouw Loewbe, schoonzuster der ongelukkige vrouw Kinck is zinneloos gewordende moeder van Tropmann, die mem zegde naar Parijs te zullen komen, is ziek geworden en men zegt dat zij binnen acht dagen van

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2