Stads Nieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
Onze Ste Ceciliafeest.
deefe van anderen, vrij zijn van den soldaten
dienst.
Zoo willen het de bisschoppen, maar de Kamer
en geheel het land, die enkel recht en rede te rade
gaan, willen het anders en zij hebben gelijk.
Ten gevolge van de verklaring des heeren de
Theux heeft de heer De Brouckere gezegd, dat het
land nu duidelijk zal zien, dal er met de klerikalen
geene verzoening mogelijk is. Was het wel noodig,
dal de heer De Brouckere deze verklaring aflegde
Hoe zou hel mogelijk zijn het licht en de duister
nis overeen te brengen Dit kan immers te zamen
niet bestaan.
ïnlusschentijd is de budjet van oorlog gestemd
geworden met 55 stemmen tegen 25 en 12 onthou
dingen. Dit is, gelijk men ziet, een wel magere uit
slag van den veldtocht, welke de bisschoppen door
hunne Kamer-knechten hebben doen openen.
IJperen, 4" December 1869.
4Vij hebben goed nieuws aan onze vlaamsche bevolking
mede te deeicn.
M. Hendrik Conscience, de beroemde romanschrijver, door
iedereen zoo gretig gelezen, heeft op het aandringen van den
Kunst- en Letterkring onzer stad, beloofd, eene openbare
voordracht in onze Schouwburgzaal te komen geven. Wij
weten niet zeker welke dag hij vastgesteld heeft, maar naar
alle waarschijnlijkheid zal het den Woensdag 1 li dezer maand
zijn.
Iedereen van dezen die de heer Conscience kennen door
zijne werken gelezen te hebben, zullen hem willen zien, hem
willen hooren spreken. Wij veronderstellen dat die dag de
zaal, die bij iedere voordracht tamelijk goed bezet was, te
klein zal zijn. Het onderwerp is nog niet gekend.
Zondag 11, ten 12 ure had voor het Korps Pompiers eene
driedubbele plechtigheid plaats, namelijkde herkenning der
onlangs benoemde officieren, de uitreiking aan v.erschetde on
der-officieren, muzikanten, enz., der herinneringsmedailles
voor 20, 25 en 50 jaar dienst, en het overhandigen van het
werkmans-eereteeken aan een lid van hetzelfde korps. Nadien
nam in de vergaderzaal van het stadhuis een banket plaats
waaraan de heeren Burgemeester en Schepenen, de hh. offi
cieren, onder-officieren en de bekroonde mannen deel namen.
Aan het dessert, stelde de heer Burgemeester de gezondheid
voor van onzen welbeminden Koning en van de Koninklijke
familie die met de vurigste toejuichingen begroet werd. Dan
nam de heer Commandant van het Korps het woord en met
eene bewogene stem wenschte de nieuwe officieren en de be
kroonden veel geluk. Hij deed ten zelfden tijde al de hoeda
nigheden en de diensten kennen van den heer Yalcke, die
eerst te Kortrijk, zijne geboortestad, in 1850 vrijwillig dienst
nam bij de Burgerwacht, in 1848, hier ter stede bij dezelfde
instelling als luitenant gekozen werd, graad dien hij meteen
uitmuntenden ijver bekleedde tot in 1858, dat hij tot officier
van het korps Pompiers benoemd werd en zich in deze bedie
ning tot heden toe met eenen lofweerdigen ijver doet onder
scheiden.. Hij sprak alsdan met lof van den heer Brunfant,
waarop het korps al zijn betrouwen en hoop stelt, die sedert
ceriige jaren dat hij deel maakt der Pompiers, de achting van
zijne oversten heeft weten te verdienen, en begrijpt dat het
eerste middel om zich te doen gehoorzamen is van zich te
doen beminnen. Hij drukte de hoop uil dat JI. Brunfant de
waarde zoon van zijnen diep betreurden vader weze. De heer
Commandant wees alsdan den Pompier Pinte aan, op wiens
borst het werkmans-eereteeken blonk, zegde op welke edele
wijze hij deze onderscheiding verdiend en bekomen had, en
verhefte de instelling van dit eereteeken. Inderdaad, Mijnhee-
ren, voegde hij er bij, wat is er heden schooner en verdienst-
lijker voor eenen deugdzamen werkman die de plichten die
hij in de samenleving te vervullen heeft verslaat en zijnen ar
beid met trouw, vlijt en onderdanigheid volbrengt. En gij,
mannen die de herinneringsmedalie komt te ontvangen, zijt
er fier over want dit is de stempel van goeden dienst.
Deze woorden werden met luidruchtige toejuichingen be
groet. De stilte hersteld zijnde, sprak de heer Commandant
voort omtrent in dezer voegen terwijl, Mijnheeren, het mij
toegelaten is het woord te hebben, gedoogt dat ik u nog ee-
nige oogenblikken ophoud tot hel volbrengen eener heilige
plicht: Zekerlijk kunnen wij, leden van het korps Pompiers,
niet nalaten van in deze omstandigheid gelijk in alle andere,
de stads Overheid te bedanken voor de zorg waarmede zij ge
durig bekommerd is om den luister van ons nuttig korps te
vermeerderen. Ook ben ik gelukkig, MM. Burgemeester en
Schepenen, van op dit oogenblik Ui;d. namens het korps
Pompiers de verzekering te geven van de verkleefdheid en de
onderdanigheid der mannen, gelijk op welken tijd en in welke
omstandigheid. Eindigende, MM., is het mij ook eene plicht
de afwezigen niet te vergeten, en ik neem deze gelegenheid
waar om de gezondheid voor te stellen van den heerYanden-
peereboom, Minister van Slaat, gewezen Commandant der
Pompiers, die destijds zoovele noodige verbeteringen en ver
anderingen aan de inrichting van het köéps heeft toegebracht.
Zoodan, MM., gedoogt dat ik u voorhoud op de gezondheid
te drinken van onze nieuw benoemde officieren, van onzen
deugdzamen pompier Pinte,. van de gemedailleerden, van de
stads Overheid en van den heer Minister Yandenpeereboom.
Deze toast werd met de geestdriftigste toejuichingen ont
haald.
Na eenige oogeblikken stilte, heeft M. de ridder August
Hynderick Schepen der stad, het woord genomen en met eene
krachtige stem eenige vleiende en gevoelige woorden aan hel
korps Pompiers toegestuurd en geëindigd met ons oud en
waar spreekwoord eendracht maakt macht
De nieuw benoemde officieren op hunne hem t, hebben
het woord genomen en de heeren overheden bedankt die zoo
welwillend hun hebben voorgedragen en ondersteund.
Eindelijk lol. herinnering van dezen dag heeft. M. Brunfant
liet portret van wijlen zijnen geaehten vader den vriend van
allen aan de aanwezigen aangeboden die het in dank aanveerd
hebben.
Des avonds ten 7 1/2 had eene vriendelijke bijeenkomst van
al de mannen van het korps plaats die tot omtrent midder
nacht heeft geduurd en niet later, want de heeren officieren
van het korps volgen daarin het voorbeeld gegeven door M.
Yandenpeereboom toen hij aan het hoofd van hetzelve was en
in al zulke omstandigheden zijne mannen op eenen militairen
voet schikkende, de retraite voor middernacht deed slaan ten
einde zij, die bijna al tot de werkende klas behooren, des an-
derendags aan hunne werkzaamheden niet te onttrekken.Deze
dag zal lang in het geheugen der feestgenooten bewaard blij
ven.
Zondag 5 December, ter gelegenheid van het feest der II.
Barbara, zal het korps Pompiers onzer stad, zich ten I I 1/2
in stoet naar de mis begeven in de kerk van Sl Maartens, en
het muziek zal er twee ter dezer gelegenheid gepaste stukken
uitvoeren. Deze plechtigheid zal de feesten sluiten welke dit
jaar bij het korps Pompiers hebben plaats gehad.
Een artikel over den Kunst- en Letterkring ons te laat in
gezonden zijnde,genoodzaakt ons denzelven lot hel aanstaande
nummer uit te stellen.
Onze Koor maatschappij, zoo erg bedreigd in haar bestaan
door het afsterven van twee ijverige kommissarissen de heeren
De Posch en E.Vande Brouke, en dit van haren Voorzitter en
Onder-Voorzitter, de heeren Brunfant en Froidure, laat nog-
tans den moed niet vallen; de leden sluiten zich op nieuw aan
en spannen al hunne krachten in om deze zoo bloeiende
maatschappij niet te laten ten gronde gaan en hare duurbare
elementen niet laten de prooi worden van eene politieke
kring die lot heden alles tracht te ondermijnen en door zijne
tegenwerkingen alles in den weg gestaan en bedreigd heeft.
Om een nieuw leven aan hun bestaan te geven zijn de eere
leden op Donderdag, 9" dezer, uilgenoodigd op den Muzie-
kalen Avond gegeven door de uitvoerende leden dezer
schoone Maatschappij. Al de eere-leden, en er zijn er veel,
zullen nogeens een dier aangename avonden gaan bijwonen
waar, lusschen het rooken zijner pijp en het drinken van een
lekker glas bier, het oor gestreeld wordt door schoone uitge
voerde muziekstukken en kluchtige zangen.
Woensdag aanstaande hebben wij weeral Tooneelvertoo-
ning door het fransch gezelschap van Roubaix. Hei ijpersch
publiek die nu meermaals de artisten aan het werk gezien
heeft, is overtuigd dal het een aarige,namen avond zal door
brengen daarom mag de heer direkteur rekenen op een
schoon en uitgelezen gezelschap die mild in toejuiching het
waar talent zal gaan bejegenen.
Het programma dezer vertooning bestaat in
1Julie, stuk iu 5 bedrijven.
2. Mmc est couchée, in één bedrijf.
5. Les millions de ia Mansarde, in éen bedrijf.
-¥■
Een der heilige clericale nieuwsbladeren onzer stad, dooi
de gewoonte van schrijven over iets dat noch aangenaam voor
de oor of voor den neus is, heeft de verledene week een arti-
kél geschreven over het ruimen van het privaat. Van a! het
gerucht over de handwagens heeft er nooit geen schijn van
waarheid bestaan en wij begrijpen niet hoe eene gazet aan
zulke onderwerpen roert, want men herinnert zich steeds het
spreekwoord hoe meer men roert, enz.
Maar wat wil men, het vat kan maar uitgeven wat het in
heeft; ten anderen, de heeren opstellers vonden daarin een
middel om legen het Stadsbestuur eene zaag te zetten en voor
hun, alle middels zijn goed of dezelve niet al te aangenaam in
reuk waren.
Ik verbeeld mij een lezer in de eene hand zijne gazet en de
andere hand met vinger en duim zich de neus toehouden.
Tableau
Poperinghe, 2 December 1869.
Iu een oogenblik dat de gemoederen nog tegen elkander
opgehitst waren door politieke oneenigheden en door het
doorslaande vonnis dat de bisschop, door den mond der De
putatie, over onze gemeentekiezing gestreken heeft, onze mu
ziekmaatschappij, samengesteld uit liberalen en katholijken,
moest zich tot de viering van haar patroonfeest in eene onge
schikte gesteltenis bevinden. Men heeft schoon te zeggen dat
de kunst geene politiek is en dat eene kiezing op haar geen
nadeeligeu invloed moet hebben, deze waarheid is gegrond in
theorie, maar bevestigt zich niet in pratiek. Ilet is alsof men
zou willen bevestigen dat-de religie, die ook geene politiek is
en ge volgen lij k niet haar niet moet verward worden, door de
kiesworsleling niet benadeeligd kan wezen, 't geen dagelijks
de ondervinding a(loochent. Even als vele geloovigen hunnen
eerbied voor den Godsdienst verliezen om dat de priesters van
denzelven een politieken 'eii heërschzuchtigen invloedmiddel
maken, zoo ook hebben een zeker getal leden onzer muziek
maatschappij zich van den Muzendienst afgescheiden om dat
de kunst hun scheen een invloedmiddel te zijn in de handen
van hunne politieke tegenstrevers. Dezen invloed niet willende
begunstigen, zij hebben de hulde, aan de Muziek en hare Pa
trones toegedragen, niet willen bijwoonen en hebben den tem
pel der kunst verlaten.
Maar, tegenstnjdiglijk aan het geen gebeurt met de religie,
de muziek, in plaats van hierdoor te lijden en ten onder te
gaan, heeft, door de aanwinnfhgvan een grooter getal nieuwe
leden dan dat der afgevallene confraters, verdubbelde teekens
van leven gegeven, en nooit is hare patroonfeest met meer
luister gevierd geweest dan in de tegenwoordige omstandig
heid
Het banket van Zondag laatst telde onder oude en nieuwe
confraters 108 vrolijke tafelgenooten die, al bezield met den
zelfden geest van eendracht, vermaak en kunstliefde, zich
door hunne verceniging een wederzijdseben pand van broe
dermin en onderlinge vei hindtenis kwamen geven. Deze
vriendschappelijke toestand der gemoederen was de waarborg
van de vreugd en de gulhartigheid die in deze vergadering
heerschten.
Yerscheide tosten zijn, in hel midden der stilste aandach
tigheid met onderbreking van de luidruchtigste toejuichingen,
voorgedragen geweest: een door M. Van Mei-ris aan den
Koning en de Koninklijke Familie, een door M. Maerten, mu
ziekmeester, aan M. Van Mei-ris in zijne hoedanigheid van
overste der Muziek, een door M. Vanden Boogaerde aan den
zelfden heer Van Merris in zijne boedanigheid van Schepen en
Representant, en een door dezen laatste in antwoord aan dm
voorgaanden tost, in welke antwoord een bijzondere gezond
heidsdronk begrepen was ten voordeele van M. Lebbe, in zijne
hoedanigheid van Majoor der Burgerwacht.
M. Vanden Boogaerde, die bijzonderlijk hulde bood aan
den vurigen ijver met welken de eerleden, door hunne groote
deelneming aan dit feest, de kunst kwamen aanmoedigen,
weet dezen ijver toe aan de sijmpathie en de rechtzinnige toe
genegenheid waarmede zij bezield waren voor hunnen Sche
pen en Representant. Na in gevoelvolle en gedenkweerdige
woorden de voordeelen te hebban doen uitschijnen welke M.
Van Merris in zijne twee hooge bedieningen aan zijue geboor
testad reeds toegebracht heeft en nog kan toebrengen na de
politieke ontwaking, die men ten gevolge dier voordeelen on
der de burgerij bemerkt, afgeschetst te hebben, hij drukte de
hoop uit dat deze vooruitgangsgeest welhaast gansch het we
zen van Poperinghe zal veranderen, dat de heerschappij der
duisternis zal plaats maken voor een bestuur van ontslaving,
van vrijheid en van algemeen welzijn, en dat voor den goeden
zin en den verlichten geest der bevolking de heeren Ide, Mullie,
Jockein en consoorten, die nu Poperinghe heheerschen, gin
gen verdwijnen gelijk de uilen voor de stralen der zon.
M. Van Merris, hoewel hij de voordeelen niet konde ontken
nen welke zijne tegenwoordigheid in het Stadsbestuur en in
de Kamers aan Poperinghe kan verschaffen, heeft nogtans,
tot de verwezenlijking zijner goede inzichten, meenen eenen
oproep te moeten doen aan de medewerking van alle welden
kende burgers die met geene andere belangen bekommerd
zijn dan met het openbaar welzijn. Bij heeft in eene welspre
kende redevoering den moed opgewekt van zijne politieke
vrienden, hij heeft hun doen zien welke moeilijkheden wij
nog te overwinnen hebben, en welke tegenstandmiddels de
domperspartij gebruikt om den weg des vooruitgangs te be
lemmeren. Maar hij vond in de ontzaggelijke vergadering die
hem omringde en in de nauwe aansluiting van mannen die,
behalve misschien eene kleine uitzondering, met een waren li
beralen geest bezield waren, eene beteekenisvolle vertooning
en eene openbare protestatie tegen de middels van geestver
stomping en verblindheid waarmede de vijanden van het licht
het vooruitgaande menschdom nog willen heheerschen. Hij
heeft er bijgevoegd dat zijne tegenwoordigheid in het Schc-
pencoilegie, of zij maar van korten duur ware, dit onbetwist
baar voordeel fgehad heeft dat hij de fourberijenwelke
in dit kollegie omgingen, heeft kunnen ontdekken; dat hij
den middel gevonden heeft om tot de samenstelling van een
wettig kiezerskorps te geraken, en dat een wettig en onver-
valscht kiezerskorps al de wenschen cn de gunstige voorzeg
gingen van M. Yauden Boogaerde kan verwezenlijken.