Stads Nieuws. FV -ansche Schouwbiu BE VLAAMSCHE STEK. Briefwisseling dep Toekomst. De Koster. Het zijn toch geleerde mannen, die hef Con cilie uitmaken, en dus waarom zouden zij het niet doen De Meester. Napoleon, in zijne redevoering in de ope ning der Kamer, heeft deze hoop ook uitgedrukt; maar noch zijnen invloed, noch dien van een gedeelte der fransche Bis schoppen, die in de vergadering mogelijk de vrijheden der fransche kerk zullen verdedigen, en zullen den invloed van dekinders van Loyala niet kunnen opwegen. Wijders, hetgene mij over de uitkomst van het Concilie bevreesd maakt, het zijn de vervolgingen ingespannen tegen den vermaarden predikant Pater Hyacintusindien de beslis singen dezer kerkvergadering niet van te voren waren vastge steld geweest men hadden schranderen Recollet aldaar zijne grondstelsels laten ontwikkelen, en mogelijk had hij kunnen doen verstaan dat voor het welzijn van den Godsdienst zelve, het noodig was van palen te stellen aan den oorlog, dien men aan de inrichting der hedendaagsche maatschappij heeft ver klaard. Jan. Gij zijt er wel mede Meester, kent gij het werk niet door den Jesuit Schrander in i860 uitgegeven,ten einde de grondstelsels van den Syllabus te doen zegenpralen Hij zou willen dat de H. Kerk, anders gezegd de geestelijkheid, met de politieke en strafbare macht zou begunstigd zijn, en daarenboven gij moet u herinneren dat over vijf jaren de H. Vader, in een geschrift aan den heer Duval de Beaulieu toe gezonden, de bevoegdheid der kerk heeft beweerd van ai het gene het tijdelijk beheer betreft en hare bevoegdheid om zich met de staatszaken te bemoeien De Koster. Hel is mogelijk, maar van den anderen kant gij moet bekennen dat, niettegenstaande de voorschriften van den Syllabus, de geestelijkheid zich aan de grondwet sedert 1850 heeft onderworpen. De Meester. Ja, omdat zij het niet anders heeft kunnen doen de grondstelsels van vrijheid zijn heden zoo diep in de harten geprint, dat men dezelve opentlijk niet durft tegen werkenmaar gij moet bekennen, Koster, dat alle gelegen heden worden waargenomen om dezelve, ten behoeve der geestelijkheid, te kunnen aanslaan. Jan. En indien, zoo als men verzekert,de onfeilbaarheid van den Paus, die sedert eeuwen de droom der Jesuiten is 'geweest, het doel dezer kerkvergadering is en door dezelve als geloofspunt wordt voorgeschreven, ik weet waarachtig niet waar wij henen gaan en welke overdrevenheden wij nog ter uitvoer zullen zien brengen. De Meester. Deze beslissingen zullen het belang niet hebben dat gij u inbeeldt; indien zulks over eenige eeuwen had plaats gehad er zouden alsdan bij (luizende boekdeelen, voren en tegen, uitgegeven geweest zijn, en mogelijks had er eene scheuring uit gesproten heden is het anders, er zal geen een werk tegen de beslissingen van het Concilie, welke zij wezen mogen, geschreven worden in het algemeen zal men zich bepalen met de schouders opteheffen en de beheeren zoo wel als de volkeren zullen zich weinig bekommeren. Jan. Het is waar; er bestaan geen Josués meer, die de zon naar hun goedvinden kunnen doen stilstaan zij verlicht de draaiende wereld, en, ondanks wie het wezen moge, deze zal blijven draaien HET VLAAMSCH IN HET LEGER. Het is algemeen bekend hoe het vlaamsch in ons leger ten voordeele van het fransch miskend en onderdrukt wordt. Trou wens, diegenen onder onze militaire overheden welke die mis kende volkstaal nog achten en eerbiedigen, zijn zoo zeldzaam dat we ons schier niet onthouden kunnen lof toe te zwaaien aan hen, die te midden dier algemeene verfransching, nog hunne plicht van Vlaming gétrouw'blijven. De heeren luite nants Van de Weghe, Van Acker en Muny, zijn als het ware de eenige die, in ons belgisch officierencorps, nog de Vlaam- sche taal, het kenmerk onzer nationaliteit, vertegenwoordigen. Gelijk men weet, hebben de twee eerstgenoemde zich in de laatste tijden verdienstelijk gemaakt, door het uitgeven hunner keurige vlaamsche vertalingen der militaire reglementen en verorderingen. Hiervan zal nu binnen kort, onder den titel van u Bepalingen over het schietenhet derde boekdeel ver schijnen. Onnoodig te zeggen dat eene dergelijke uitgave voor de volkstaal bij het leger van het hoogste belang is, daar zij dient om het vlaamsch onderricht per krijgstheoriën te vergemak kelijken, en aldus veel bijdragen moet om het gebruik onzer taal in den dienst der kazerne, in de wapenleer, kortom in al de onderlinge betrekkingen lusschen officiers, onder-officiers cn soldaten aanzienlijk te doen toenemen. Naar wij vernemen, heeft de heer krijgsminister Benard, die, ofschoon ook een Waal, toch minder anti-vlaamsgezind dan zijn voorzaat schijnt te zijn, aan die heeren vertalers, no pens de uitgave van hun tweede boekdeel, een zeer aanmoedi genden brief toegestuurd, waarin hij onder ander zegt dat hij hel werk der luitenants Van de Weghe en Van Acker, den krijgsoversten dringend heeft aanbevolen, en deze heeft aan gespoord 0111, van nu af aan, de theorie in het vlaamsch uit te leggen aan die manschappen welke het fransch niet goed <1 machtig zijn. Nu, dit is stellig al iets wij duiden het den heer minister till goede, en wenschen hartelijk dat die twee vlaamschgezin- de officieren in hunne edelmoedige pogingen mogen gelukken. (De Zweep) lJperen, 8" Januari i8C9. Het fransch gezelschap van Roubaix. onder het bestier van M. Caliste-Pasquet, geeft Woensdag aanstaande zijne 6° en laatste vertooning van het abonnement. Het programma is samengesteld uiteen stuk in drij bedrij ven, La Belle A /faire en uit eene vaudeville Les Meta morphoses de Boiigiral De akteurs die in de verschillige stukken de rollen vervul len, zijn MM. Caliste, Mentor, V. Courtois, Ch. Tournier, J. Chatiilon, Mahny, Trico; en Mevr. Olivier-Gros, J. Lafosse, M. Houdières, B. Ronnefoi, la petite Deloutre en Mme Chatii lon. Deze namen alléén waarborgen ons eene uitgelezene ver tooning en wij zijn verzekerd dat de zaal'als naar gewoonte letterlijk vol zai zijn. Hel ware te wenschen datM. Caliste een nieuw abonnement opende want wij zijn nog maar ten haiven den winter en hij zou ons verlaten die fransche tooneeltroep, die het waar lijk WEL doet, en welke wij in lang het geluk niet gehad hebben zulk geenen in ons midden te bezitten. Er bestaan hier en daar maatschappijen in onze stad alwaar de deelnemers, voor ennen betrekkelijken kleinen in leg, soms deelgenoten zijn aan echt vrolijk tijdverdrijf, 't zij met bollen, 't zij met kaarten, enz.; er zijn er zelfs die eigen lijk bestaan uit de kunst van het liegen op eene groote schaal te bèstudeeren (wel te verstaan liegen om te lachen, zonder iemand te kwetsen of te benadeeligen). Van dit getal is de Maatschappij DE VRANGE. Deze kluchtenaars-kring door verschillige zoogezegde ern stige beknjbbelaars als iets nutteloos, iets belachelijks aan schouwd, heeft nogtans Vrijdag laats bewezen dat men ai lachen ook kan goed verrichten en dat zommige Philosophen die a! te ernstig zijn, veeltijds op verre na zulke loffelijke «milddadigheid niet bereiken wij willen 'spreken van de Brooduitdeeling welke de Heeren Leugenaars Vrijdag laatst den armen onzer stad gedaan hebben. 000 brooden alzoo met eens in eenen trek uitgedeeld, bewijst dat hunnen naam zelfs eene leugen is, dewijl men dacht dat er niets goeds of ernstigs kon voortspruiten uit eene vergadering farceurs, waarvan men zegde dat sipooren, drinken en schertsten, het eenige doel was. O die Leugenaars Maandag avond, tusschen 7 en 8 ure, liepen er eenige onzer inwoners, geheel onthutsd, naar den noordkant onzer stad zien. Eene groote roode vlek in de lucht wees aan dat er ergens een groote brand, plaats had. Men meende dat het eene hofstede op Brielen, Elverdinghe of Woestcn was die in vlam stond, 's Anderendaags vernam men niets. Ons is het te weten gekomenEen schip met steenkolen geladen en verlaten door zijn manschap stond in het gezicht van Oostende op zee in volle vuur en vlam. De gloed was zóó gi'oot en de wederkaatsing van de klaarte door de zee zóó schitterend dat men dezelve tot zeer verre op het vastland bemerkt heeft Het Mavei'fol.cid. Eene kaarters-maatschappij van dien naam, gevestigd in de afspanning Het Bronzen Hoofd n vierde Woensdag avond haar inrichtingsfeesl met een prachtig banket, voorgegaan door het Koning-trekken. Onder deze liefhebbers, met 12 in getal, werd er een Ko ning, een Gouverneur, enz., gekozen, tot zooverre dat aan iedereen eene taak te beurt viel, welke door allen voor dezen avond gewetensvol bekleed werd. De Koning en de Gouver neur blijven hunne tijtels bezitten tot dat het toekomende jaar het lot over hun beslisse. Zeggen hoe vrolijk en hoe hertelijk er men zich vermaakt heeft ware onmogelijk en eens te meer heeft het bewezen ge weest dat men met niet veel moet zijn om oprechte vreugde te smaken. Medegedeeld Donderdag 27 dezer zal er een groot Concert van zang-en muziekstukken bij onze Koormaatschappij plaats hebben.Eene befaamde zangeres zal de gewone aantrekkelijk heid van dit feest komen vergrooten. Deze eenvoudige maatschappij, alhoewel te kampen heb bende met eenen onverzoen- en onvermoeibaren vijand, met denzelfde dien men overal ontmoet waar er licht, beschaving, onderwijs en vooruitgang bewerkt wordt, en die hier ter stede onder den vorm van Sociëteiten,Kringen, Congregatiën, uitzendelingen ,en mouchards., zoo te duchten is, heeft nog tans tot nu toe verloren moeite gedaan, want de Vlaamsche Ster blijft ten spijte van alles op hare grondvesten onwrikbaar staan Heeds omtrent dertien jaar is zij op eiken winter het ver makelijk tijdverdrijf voor de liefhebbers van het Vlaamsch iooneel. Door onbegrijpelijke opofferingen en moed is zij er in geslagen het,Vlaamsch Iooneel te IJperen op pulken voet in te richten dat het alhier als eene noodzakelijkhe id geworden ishet ijpersch publiek moet des winters zijne sterrevertoo- ningen hebben, dit ligt thans in zijne gewoonten. Telkenmale dat de Vlaamsche Ster eene vertooning geeft, ziet men het puik onzer bevolking zich naar de zaal begeven ten einde gulhartige aanmoedigingen den Sterrelingen toe te zwaaien. En ook zij verdienen het, want wanneer men ingaat dat al de leden der Vlaamsche Ster burgerskinderen zijn, die hunne rollen 's avonds, na het dagelijks zwoegen, moeten aanleeren, het toch zóóver hebben gebracht stukken op te voeren die een kennerspubliek weerdig zijn. Deze moedige kampers voor vlaamsch tooneel en moeder taal, vergenoegen zich niet met hunne medeburgers eenige aangename avonden te verschaffen, nog helpen zij taaifeesten in andere steden gegeven, opluisteren. Wij hebben hen over eenige maanden op het Festival te Gent gezien, nu maandag gaan er eenige naar Meenen, hunne taalbroeders daar helpen eene vertooning geven, dan Zondag, 1(1 dezer, speelt de Ster op het Festival Ie Vcurne, dan nog op den Prijskamp te Kort- rijkt den eersten zondag der toekomende maand, en eindelijk op den prijskamp van Lokeren. DeIJperlingen hebben gelijk zulke pogingen toe te juichen. Programma der stukken welke Zondag middag, Januari, in de Groote Hallezaal zullen uitgevoerd worden door het mu ziek van het 10" linie-reg', onder het bestuur van M. Walhaio. '1° Quadrille (Bousquel). 2" Lestocq, (Ouverture) Auber. 5° La Favorite, Potpourri (Donizetti). 4° Hilda, valse de Godfi v (arr. par Walhain). SXQXIT**- KUNST- EN LETTERKRING. In de vergadering van 22 December hield de heer A. Van- daele eene voordracht in het fransch over den tooneeidichter Ponsard. In eene korte voorrede lit t de spiiker zin' genegenheid blijken voor het fransch iooneel dat, volgens hem, zoo slecht en verdervend niet is als sommigen het voorgeven hoewel hij niet beweren wil dat alles wat men er op vertoont voor goed te houden zij. Hij overliep alsdan Ponsard's verschillige wer ken uit welke hij de voornaamste brokstukken met veel gevoel voorlas, dezelve hier en daar met eenige aanmerkingen verge zellende en vooral drukkende op hel tooneel des doods van Lucrèce die hij in vergelijking stelt met het beste wal de Let terkunde der zeventiende eeuw heeft voortgetracht. Woensdag, 29 dito, hebben de heeren Thoris, beeldhou wer, en Ceriez, kunstschilder, ter volbrenging hunner beurt, eene gezamelijke tentoonstelling gedaan van eenige hunner nieuwe voortbrengselen, bestaande in verscheide figuurtjes geboetseerd in kleiaarde, een gesneden uurwerkslelse! in hout en twee lieve tafereeltjes zeer fijn geschilderd, alsook een schoon landschap, bijgevoegd door den heer Aug. Bohm. Passchendaele, 26 December 1869. Mijnheer den opsteller, De landbouwer van Rousselaere en de vuilbladjes van IJperen, zingen chorusmiserere over de benaming van den achtbaren burgmeester van Passchendaele. Volgens hun deze benaming is gedaan om aangenaam te zijn aan eenige el lendige liberalen dier gemeente, en om te voldoen aan den partijgeest van den achtbaren ambtenaar die aan het hoofd is van ons arrondissement. Ja maar, die bladjes rekenen, zoo men zegt, zonder den weerd. En aangezien dat zij niet verzaad zijn, met er de en kele overdenking van te maken, wil ik, op mijne beurt, eene korte schets over de oorzaken geven, die den val van Mijnheer Bayart, die, wel is waar, lang burgmeester geweest is, met het genoegen der Passchendaelnaren, te weeg gebracht beeft. Zeggen het wij, dat deze gemeente lang een voorbeeld van eendracht onder het bestuur van dien heer is geweest, en dat ter uitzondering van een klein getal gedraaide koppen die hem tegenspraken, er onder hare inwoners eene wederzijd- sche achting, ja ware liefde bestond toen eensklaps hij aan de geestelijkheid scheen te mishagen. In 1848, dreigde men zijne kiezing te bevechten; men taste zijn bestuur in den predikstoel aan, tot dat punt dal hij zich gedwongen vond zijne klachten, aan den Bisschop van Brugge voor te dragen. De vrienden van M. Bayart,waarmede de geestelijkeid hem ging ten grond helpen, keurden haar gedrag zelfs afzij hadden de eerbaarheid de gunsten te wei geren die zij veinsden hun toe te werpen, herslooten zich op nieuw in verband rond hunnen burgmeester, braken hare trouwlooze middels, die strekken moesten om de eendracht, die den bloei en het geluk der ingezetenen uitmaakten, zoo lang verzekerd had. De te spelen poets ontsnapte haar. Dit tijdvak begunstigde haar niet. Zij had haar bedrogen op den aard der personen, die zij in het spel te zetten had om tot haar doel van overheersching te komen. Men keerde de kaart, en men wist welhaast den hoogmoed van M. Bayart te vieien, aan wie men zonder twijfel groote beloften deed. Van dan af moest hij zich verwarren met zijne vrienden, die in 1848 a! zijnen steun geweest waren. Haar oogwit wierd be reikt.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 2