Stads Nieuws. Briefwisseling der Toekomst ten afwijkende, daarin toestemden, hunne tegen strevers zcuden zich de handen wrijven en de eerste zijn om hen uit te lachen Het Journal d'Ypres kan er niet over. het Hof van Beroep van Gent heeft den heer Van Eeeke, kapelaan te S* Genols, veroordeeld tot drie maan den gevangen honderd franken boete, uit hoofde van het vermaarde sermoen, waarin, na zijne pa rochianen ernstg beklaagd te hebben omdat zij als dieren in ongewijde aarde moesten begraven wor den, hij had gezegd dat Sl Genois had kunnen ge straft en door het vuur des Hemels, gelijk Sodoma en Gomorrha vernietigd worden, sermoen dat on- getwijffeld aanleiding gegeven heeft lot de elf brandstichtingen die deze gemeente hebben be proefd. Heigene deze veroordeeling heeft ie wege ge bracht, het is de getuigenis van den koster die voor den rechtbank van eersten aanleg te Kortrijk niet geroepen was geweest. Het spreekt van zelfs dat de ciericale schrijvers deze veroordeeling en de rechters, die de wet heb ben toegepast, beknibbelen en lasterenmaar het geen merkwaardigis, het is hun gezegde betrekke lijk de toepassing van het art. 268 van het Straf wetboek volgens hen de kapellaan Van Eeeke was niet strafbaar, en wij zeggen indien het zoo ware dat het voldoende ware van gekruind te zijn, om straffeloos door opwekking de eigendommen van zijne vijanden te doen in brande steken IJperen, 22" Januari 1870. Loting fooi" «Sc .VïUicie. De verschillige dagen voor de m'ilicieioüng in het bestrek IJperen, zijn vastgesteld als volgt: Poperinghe, den Dinsdag, 4 Februari '1870. Elverdinghe, Donderdag, 3 dito. Proven, Maandag, 7 d." Nieuke.ike, Woensdag, 9 dito. IJperen, Vrijdag, t l d° Langemarck, Maandag, '14 dito. Waasten en Wervik, Dinsdag 4ö dito. Qheluveif, Donderdag, 17 dito. De Hengstenkeuring, voor het rechterlijk arrondisse ment IJperen, za! plaats hebben op den aschen woensdag 2 maart, ten 10 ure 's morgens, op de Groote Markt, te IJperen. De ïraassche Tooiicelveï'ÉooïiSsigcï» gegeven door het gezelschap van Roubaix, onder het bestuur van M. Caiiste-Pasquet, geeft Woensdag aanstaande zijne eerste ver tooning vaii het tweede abonnement. Die kundige en belangrijke tooneeltroep had ons te zoete herinneringen gelaten, om alzoo plotseling IJperen te veria- Der eersten loop ik uit de kerk en wacht waar ze voorbijgaat O wist zij hoe dan blij slaat het hart mij in den boezem sterk. Ik volg ais zij naar huis toe gaat, wie kan mij dat verbieden, van ver baar af te spieden voor elk is vrij de wijde straat. VII. Nu dat ik haren naam ken, en wete waar zij woont sta ik soms voor heur raainken, waar achter 't meisje troont. Dan rolt zij de gordijne, jaioersch vóór heur gelaal wis lacht ze met de pijne, die óp mijn aanzicht staat. "k Moet in mijzelven denken of is zij soms bevreesd, of zijn mijn minnewenken, soms onbeschaamd geweest Wordt voortgezet,. \ictoriev VaMiE YVkohe. IJperea 1869. ten en een zeer toegenegen publiek in eens van een aange naam tijdverdrijf te berooven. De stukken dienende tot proefvoorstcl om den steen weg van IJperen naar Veurne te verbinden met het station te IJperen, zijn in het Gouvernementshotel te Brugge neêrge- legd tot 26 Februari aanstaande, waar men de opmerkingen over dezen voorstel zal aanvaarden. Een koninklijk besluit van 17 Januari t870, slaat eene huipsoin toe van i ,000 fr. aan de stad IJperen, om haar de kosten te helpen dekken voor de Nijver'heidschool. Programma der stukken welke het muziek van het 10" regement, onder het bestuur van M. Walhain, Zondag midd. in de Groote Hallezaal, zal uitvoeren. '1. Marche du Prophéte, (musique de Meyerbeer), arr. par Walhain.2. Air de Gemma di Vergy, pour Tuba,(Donizetti 3. Le beau Danube bleu, valse de Strauss,' (lrc execution}, arr. par Walhain. -- 4. Choeur et Cavatine de Beatrix di Ten- da, (solo pour hanlbois), Bellini. -.3. La Babiïlarde, polka, Journois. Een koninklijk besluit van 12 Jbnuari 1870, benoemt tol Mippiea'nte leden van den militieraad'van IJpéren, MM. Fissette, Luitenani-Kolonèl, en Cremer Groot-Majoor, bij het 10 Regement. V* LIJST DERJUREEN, uit ons arrondissement, die op de aanstaande zittingen van het Hof van Assisen, te Brugge, zuilen moeten zetelen: 1. Bonte ilenri, Gemeente Secretaris, te Poperinghe. 2. Lowyck Pieter, Gemeente Raadslid, te Siaden. 5. Terrier Louis, grondeigenaar, te IJperen. Den 9 dezer heeft men ten Stadhuize alhier in wette lijke commissie, voorgezeten door den heer Majoor-Komm* der burgerwacht, overgegaan tot de trekking der personen die voor het eerste kwartaal van 1870, deel maken van den Tuchtraad des korps. De volgende namen zijn aangeweze.n Leden. MM. Toussaeri, Ed., onder-luitenant; Vander- stichel, Bruno, serjant; Pinek, Jeronimus, karporaal; flocke, Eugeen, kanonnier. - Leden plaatsvervangers..MM. Dussillon, Emile, luite nant; Demazière, Joseph, serjant; Leenkneeht, Francois, karporaal;.Beke, Charles, wacht; Een kon. besl. van 28 Dcc. 1869, hernieuwt het man daat van Cantonale Schoolopziener van het Lager Onderwijs voor eeaen termijn van drij jaren, 1" Sr Van Biesbrouck Ed., en zal voor bestrek hebben de twee kantons IJperen, en deze van Passchendaele, Elverdinghe, Poperinghe en Rousbrugge 2° Sr Bevreese Desire, hij zal voor bestrek hebben de cantons van Meenen, Wervik, Moorseele, Meessen en Rousselare. Wij vernemen dat de aanbesteding van den weg van Ten Brieien (Cornen) naar Wervik, vastgesteld is op Zaterdag 19 Febrvari aanstaande. Kon. besl. van 17 Jnnuari 1870, staan toe aan de h'ier- negenoemde gemeenten, verschillige hulpsommen tot het uit voeren van gezondheidswerken Waasten, 763 fr. Reningh'elst, 1160 fr. Rousbrug ge 1000 fr. Boesinghe, 913 fr. -Voormezeele, 1416 fr. Kemmel. 492 fr. Becelare, 374 fr. Eiverdinge,1500 franken. Een kon. besl. van 17 Jan. 1870, bemachtigt de stad Wervik tot het doen eener leening te kapitale van 100,000 f. YLAAMSCME STER Zondag laatst, heeft deze Maatschappij te Yetirne eene ver tooning gegeven, en, zooa's wij het verwacht hebben, heeft zij zich, als naar gewoonte tamelijk goed uit den slag ge trokken. 99 beesten en een boer een man die de broek draagt; en, het badmeisje, waren de drij stukken die aldaar het programma uitmaakten. De geestdrift beschrijven die onder het Veurnsch publiek heerschte, ware moeieiijk, en het heeft aan toejuichingen niet ontbroken. De leden der ijpersche maatschappij werden door de hee- ren der Rheiorica van Veurne op eene echt broederlijke en schitterende wijze onthaald. Na de vertooning heeft men zich een weinig verlustigd met vlaamsche kooren en romancen te zingen, de twee maatschappijen vormden, als 't ware, maar ééne meer uit en alzoo heeft men eenige aangename uurtjes broederlijk samen gesleten. Ten 2 1/2 ure van den nacht vertrokken onze IJperlingen, als bedwelmd en betooverd over de blijken van vriendschap welke zij te Veurne op zoo eene breede schaal ontvangen hadden. - Be Vlaamsche STER geeft Zondag harè vierde en laat ste vertooning van haar Abonnement. Zij heeft niets gespaard om deze opvoering boven de voorgaande le doen uitschijnen. De kostumen, het orkest, onder het geleide van den kundi- gen muziekmeester M. Baimaekers, de keus der stukken en de voorname zorgen der akteurs tot het besludeeren hunner rollen, geven ons de verzekering dat men nogeens een verma kelijken avond te meer zal kunnen doorbrengen. (Zie de aan- - kondigingen). Het Nieuwsblad is kwaad omdat het concurrentie gedaan is door de Vlaamsche STER in net spelen van comedie, en 't zal moeten den duim leggen, want de IJperlingen hebben het reeds ondervonden, welke van de twee comedien de beste is: deze uit den waterhoek of deze op het Viaamsch tooneel I KUNST- EM LETTERKRING. Verleden Zondag, 16° dezer, opende de heer Ecrevisse, Vrederechter te Eecloode winterconferentiën, waarop de Kunst- en Letterkring onze IJpersche bevolking telken jare vergast met de bespreking van het volgende belangrijk voor werp Toestand der Belgische volksklasse en de gebreken waaraan zij lijdt. Des heeren Ecrevisse buitengewone welsprekendheid hier ter stede algemeen bekend zijnde, verwonderde het ons geenszins in de zaal een talrijk publiek aanwezig te zien. Zoo als gewoonlijk trof men er, boven de werkende klasse, eenige begoede burgers, echt ware volksvrienden, aan, die de volks beschaving ter harte nemen, en daarom ook door onze voor uitstrevende en weldenkende medeburgers te recht geëerd en bemind worden. Gebrek aan plaats laat ons niet toe deze overschoone voor dracht in haar geheel te ontleden. Wij zullen ons dan verge noegen ervan alleenlijk eene beknopte schets te leveren. De talentvolle redenaar kweet zich van de door hem aan- gegaane verplichting op meesterlijke wijze. Behendig en zeer gepast sprak hij over 's volks deerniswaardigen toestand ten tijde dat het heidendom, den gemeenen man als slaaf, d. i. als een redeloos dier behandelde, alom in zmang was. Niet min behendig en gepast redeneerde hij over de opkomst van het Christendom dat het volk een gansch nieuw leven aan kondigde, het welk steun vond in broederlijkheid en gelijk heid, dat ontegenzeggelijk verzachting in zijn beklagens waardig lot brengen moest. Maar eilaas riep de voikslievende spreker in rechtmatige verontwaardiging uit's Volks lot- verbetering was slechts een droom. Het bleef in het zweet zijns aanschijns te zwoegen, niet voor zich zelve, raaaar voor hunne meesters, den adeldom en de geestelijkheid, in plaats van slaaf was het laat geworden, dat zooveel als tolplichtig beteekent. Tol den huidigen dag overstappende, laakte hij het gedrag en de handelwijze sommiger personen, die de.kleine burgerij trachten dom en onwetend te houden, om het des te beter te kunnen misleiden en verdrukken. Eindelijk leverde hij het Waarsprekendste bewijs dat onze lagere volksklas thans meer dan ooit het voedsel des geestes noodig, heeft. In slede van kloosters te stichten, zegde hij, waar de luiaardij, bron van zooveel ondeugden, bevoordeeiigd wordt, richt lagere ge meentescholen op, dat is wijselijk te werk gaan, dat is heil zaam voor de gansche samenleving. Immers, zonder geleerd heid, zonder opvoeding, bijgevolg zonder beschaving lijdt een volk aan stoffelijk en zedelijk welzijn. Hij beweerde de innige overtuiging te hebben dat de menscheiijke beschaving Gode aangenaam is. Ten slotte maande hij onze werklieden ten sterkste aan orde en spaarzaamheid te handhaven. Zelfs somde hij eene gansche reeks volkskinderen op, die, met ordelijk en spaarzaam te zijn, van eenvoudige werkwan tot welstellende nijveraars en fabrikanten zijn opgeklommen. Zonder overdrijving mag men zeggen dat deze leerrijke re devoering, van 't begin tot 't einde, met evenveel gretigheid en belangstelling toegeluisterd werd. Het heeft den weispre kenden redenaar aan geen daverend handgeklap en levendige toejuichingen ontbroken. N. B. - Het verslag over de zitting van Woensdag laatst, kan maar in 't aanstaande numrtier overgenomen worden. Maandag toekomende, openbare en kostelooze voordracht door M. Julius Vuylsteke, van Gent. (Zie anuoncen). Poperinghe, 20 Januari 1870. Het Gemeentebestuur en de Karnaval. Wanneer de Weldadigheidsmaatschappij onzer stad in 4868 en 4869 eene Kavalkade ingericht had ten voordeele van den arme, zonder hiertoe de permissie en de tusschen- komst van het gemeentebestuur te vragen, er ontstond bij ze kere mannen een geklag over het ongelijk dat de maatschap pij had van in dusdanige omstandigheid de Stadsoverheid niet te kennen, en men gaf te verstaan dat dit liefdadig werk. alhoewel bekroond met een schitterenden uitslag, door de patronagie van het plaatselijk bestuur, nog een uitg'estrekte- ren bijval zou gehad hebben. Zonder te weten of dit geklag rechtzinnig was en om alle voorwendsels van ontevredenheid te vermijden, de Commissie van hef genootschap, willende dezenmaal de Regentie deelachtig maken van de nieuwont- worpene feest voor den aanstaanden Karnaval, besloot haar eene subsidie te vragen als bewijs harer belangstelling in deze menschlievende onderneming. Maar nauwelijks werd het ver zoekschrift voor den gemeenteraad gebracht of de Burge meester. kijkende met twee oogen gelijk fakkels, aanzag dit stuk als een duivelsgeschrift, en deed al de Raadsheeren beven van den schrik dien zijn gezicht hun inboezemde. Na korfaf gezegd te hebben dat de stad voor dusdanige feesten over geene geldmiddelen te beschikken had, M. Van Merris en M.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 2