Stads Nieuws. V OORDRACHT Briefwisseling der Toekomst. Verschillige tijdingen. le voorzien in het onderhoud der gebouwen, maar ook ter bestrijding der diensten. 12. lJperen, 29" Januari 1870. DE VLAAMSCHE STER heeft Zondag iaatsl haar too- neelsaizoen gesloten. De bijval die deze maatschappij genoten heeft is onzcggelijk, en iedereen beklaagt zich omdat hel de de laatste vertooning is en dat het jaargetijde op ver na niet. •lit is; er zijn er zelfs die beweeren dat de viaajnschc Ster een nieuw abonnement zal uitgeven. Wij zijn goed ingelicht, en wij mogen zeggen dat deze nietiwmare, téenemaal ongegrond is. De aktenrs der Sterre maken zich gereed om naar'Kórt- rijk te gaan spelen op den prijskani van opvoer voor dramas en blijspelen, uitgeschreven door de maatschappij de Kruis broeders. *1* Woensdag laatst hebben de fransehc tooheelartisten op stadsschouwburg, zich nogeens doen onderscheiden door eene zeer puike vertooning. ï)e massa publiek die zich aldaar bevondt, bewijst dat wij hunne talenten niet overdreven heb ben, toen wij over de artisten spraken en zegden dat Uperen in lang zulk geen gezelschap tooneelspelers in zijn midden gezien had, Vrijdag morgend heeft alhier de teraardbbstelling plaatsgehad van M. Theodoor Hennion, fabrikant, luitenant bij de burgerwacht. De doodkist, gedragen door onder-offi ciers van het korps, was voorgegaan van een nogal talrijk eer- peloton. Het korps officieren, benevens de vrienden en ken nissen, vergezelden den stoet, die geopend was door het al- lijd welbereid muziek van ons schoon korps Pompiers, die in alle omstandigheden, 't zij zulke of andere, altijd bewezen heeft dat het geern dienst bewijst en verbroedert. Kon. besl. van 20 Jan. 4870. Zijn benoemd ais Leden der Keopgandelskamer van Uperen, deheeren Van Alleynnes-Schockeei, huidenvetter; Valcke-Hage, nij- veraar; Durrant, kantenkoopman; Leleup-Giet, wijnkoopman, deze in vervanging van M. A. Brunfaut, overleden allen wo nende te Uperen. Kon. besl. van 21 Jan. 1870. Zijn leden en vervangen de leden benoemd bij de milicieraden voor 1870 in het arron dissement IJperen, de lieeren Voorzitle-, L. Vanheule, provinciaal raadslid, te Uperen suppleant, L. Rabau, id., id. Lid, F. Keingiaert de Gheluvelt, burgm. te Gheluvelt; sup pleant, Ch. Deneckere, burgm. te Meessen. Programma der stukken welke het muziek van het 10" regement, onder het bestuur van M. VVa.hain, Zondag midd, in de Groole Hallezaal, zat uitvoeren. 1. Le Petit Faust, pasredoublé (Walhain). 2. Quadrille (Bousquet). 3. Ouverture de la Dame Blanche (Boëldieu}. 4. La Zingarella (arr. parY. Bender). 5. Marien, valse (Lammer). Ik droomde'k had moeder en kind overwonnen, en sloot ze vol vvoune in mijne armen tegaür mij scheen, 'k had voor eerst nu het leven begonnen, 't gezellige leven der liefde met haar. De strijd was gedaan en gedaan het verdriet zoo droomend ik zong aan miin liefken dit lied Uwe liefde, lieve Lena, is mij 't zoetste heügéschenk, waar ik kome, waar ik heenga, 't is aan u dat 'k immer denk; o, 'k benij geen roem,geen waarde,waarop menig man is prat, uwe liefde alleen op aarde, Lena lief, is mij een schat. x* Dat gij schoon zijl,zegt de wereld,dat gij goed zijt,weet mijn [hart, 't woord dat uit uw lippen perelt is ais balsem veur mijnsmart; rijk zijn wij niet een van beide:werk en moed is als ons kracht( dat men nimmer ons thans scheide, dat is al wat ik betracht. 1; Laat de vrienden vreugde zoeken in den wijn, in t feestge schal, 'k laat den wijze in zijne boeken, 'k Iaat de jeugd op 't luch- [tig bal Liever lig ik in uwe armen, lieve Lena, waar ik droom van uw kuisen,die Verwarmen als een zaalge liefdestroom. VTcToaiejv Vande Wkude. KUBIST- EN LETTERKRING. Jongstleden maandag hield de heer Julius Vuylsteke, ad- vokaat en gemeenteraadslid,' le Gent, in Stadsschouwburg, de aangekondigde voordracht over de oude Vlamingen. Het onderwerp moest zeer in den smaak der IJperlingen vallen, dewijl zij m zoo groot getal waren toegesneld. lil geenen deele kan men ons van overdrijving beschuldigen met te zeggen, dat de ruime tooneeizaal tot troppeiis toe vol was. Onder de aanwezigen bemerkten wij voorname ingeze tenen, burgers en werklieden; zelfs mochten wij het genoe gen smaken er eenige vrouwen aan te treffen, de beste getui genis dal de volksbeschaving hier ter stede immer veld wint. liet spijt ons uitermate,.bij gebrek aan plaats, al het voor treffelijke dezer grondig bestudeerde redevoering, in een be knopt verslag als dit, onzen iezeren iu 't breed eii in 't lang niet te kunnen mededeeien. Het onderhavige strekke dan tot bewijs dal het ons geenszins aan goeden wil mangelt. De achtbare spreker drukte zich ten naaste bij aldus uit Wij, hun nakroost, kunnen nauwelijks geloof hechten aan de voortreffelijke eigenschappen en hoedanigheden, die onze voorouderen kenschetsten. Iu niet een vak der medschelijke bedrijvigheid streefde een ander voik hen voorbij. In land bouw, liandll en nijverheid verwierven zij van oudscher eene welverdiende vermaardheid. Zulks getuige hunne wereldbe roemde lakenweverij. Gok'waren zij knappe koopvaarders en zeevisschers. Die oude Vlamingen' beschikten over den we reldhandel. Men kan zich géén gedacht vormen van' de wel vaart des .Viaamschen volks. Is het dan te verwonderen dat de fransche koningen op dit, weelderig gewest bovenmate verlekkerd waren Op geestelijk gebied munteden onze koene voorzaten vooral uit. Onze Hallen en Stadhuizen bewijzen ons genoeg wat voor bouwmeesters die ouda Vlamingen waren zij getuigen van hunnen kloeken burgerlijken geest, waar het gezag der vorsten, noch de macht van Rome niets tegen vermochten. Het schilderen met olieverf werd door hen uit gevonden. In deze euele kunst, en zelfs in de toonkunst, le verden zij groote meesters. Vóór de beoefening van fraaie letteren en van het tooneel legden zij bijzonderen smaak aan den dag. In de 46®'eeuw' sprongen zij met kloeken viaam schen moed de eersten óp de bres om dé vrijheid van gewe ten te heipen doordrijven, in weèrwil der inkwisitie en der brandstapels. Hij eindigde met een warmen oproep te doen aan de verlichte Vlamingen van onzen tijd, waarin hij hun ten sterkste aanmaande hunne roemrijke voorvaderen in landbouw, handel-, nijverheid, letteren, kunsten en weten schappen, maar ook iu burgerdeugd, vrijheidsliefde en ver heerlijking der duurbare Moedertaal te evenaren. Onnooaig te zeggen dat de kundige spreker zijne toehoor ders als het ware Begeesterde. Op meer dan eene plaats zijner oversehoone rede vielen hem daverend handgeklap, en bij het verlaten van het spreekgestoelte, luidruchtige toejui chingen ten deele. Wij koesteren de hoop de heer Vuy.steke hier ter stede andermaal eene voordracht te zien geven. In de zitting van Woensdag 19 dezer volbrachten de hee- reu Merghelynck en Iiotiers eik hunne verplichtende spreek beurten: de eerste met eene korte levensschets van den fransehen dichter Henri-August Barbier gevolgd der lezing van dezes beste dichtstuk. De tweede met eene vrij uitgebreide onderhandeling over den oorsprong en de ontwikkeling der menschelijke beschaving waarin de spreker vooral de siaaf- sche onwetendheid duchtig bestreed en zonder omweg zijne gevoelens omtrent onderwijs, moedertaal en vaderland op eene eigenaardige wijze verklaarde. Dan droeg de heer Yande Weghe een lief en gevoelvol dichtstuk voor, getiteld,:';len winteravond op 't dorp. Voor slot van dezen avondstond vergaste de heer J. Cor- donnier de vergadering met de mededeeling van eenige aau- teekeningen over de hérbergen en de zeden der gasthouders in oude tijden. VAN ZATERDAG 29° JANUARI 1870. M. Rollin-Jaecquemyns, advokaat te Gent, heeft per tele gram den Kunst- en Lelterkrjng laten weten dat, door on- passiijkheid, hij in de onmogelijkheid is op gestelde datum zijne voordracht over het Tegenwoordige en de Toekomst van den Werkenden Stand, te Uperen te geven. Dus blijft deze voordracht onbepaald uilgesteld. —«we®®®©®»-®» Poperinghe, 20 Januari 1870. Het Gemeentebestuur en de Karnaval. (Vervolg en slot). De gevraagde toelage door de katholijke meerderheid ger weigerd zijnde, er bleef over aan de maatschappij van te be raadslagen ophetgene zij te doen stond. Sommige leden, on eer den eersten indruk van het schandelijk onthaal hunner aanvraag, waren van gevoelen dat men dit jaar geene kaval- kade behoorde te geven om aan de inwoners hei uitwerksel te doen beproeven van de laatdunkenheid der mannen waardoor zij op het stadhuis willen vertegenwoordigd,zijnzii meenden dat het tegen hunne weerdigheid was van te w illen weldaden opdringen aan eene bevolking die, door den mond van hare geliefkoosde vertegenwoordigers, dezelve miskende, ver achtte, en met ondankbaarheid beloonde. Doch na hierop geslapen te hebben, de nacht had raad gegeven. Met uitgeruste en klare oogen men zag waar onze vijanden hi-en wilden; men zag dat zij van eene kwestie van weldadigheid eene politieke kwestie wilden maken cm, door den val der jaariijksche kavalkade, die grootelijks het werk is der libera len, in deze omstandigheid gelijk in de kiezing van October over hen te kunnen zegepralen.Maar het zal niet geraden zijn het zijn hier geene stembriefjes die de zaak zuilen beslissen, het zijn hier geene abéfjes die den wil des volks zullen uit te drukken hebben maar het zijn onafhankelijke burgers van alle standen die, overgelaten aan hun vrij oordeel en aan hunne vrije overtuiging, reeds Zondag laatst, in eene verga dering van bijna 200 leden, met eenparigheid van stemmen en met algemeene toejuichingen de Vastenavondfeesten beslo ten hebben. De leden die eerst het voorste! der feestviering meenden te moeten afkeuren, werden deszelfs grootste ver dedigers; zij hadden begrepen dat zij met geen deugd te willen doen aan hunne vijanden, ook hunne vrienden zouden beieedigd hebben, en dat men den goede voor den kwade zou gestraft hebben. Neen, men heeft niet gewild dat de arme het slachtoffer zij van de katholijke politiek; men heeft niet gewild dat de neringdoeners zouden te lijden hebben door de armzalige beslissing van mannequins die maar aan het stads bestuur gebracht zijn door klerikaal geweid,door valsche kie zers en door den oogverblindenden invloed van den hemel en de hel. Het voik mag zich vermaken, hel voik mag voelen dat het leeft en het genot hebben van zijne vijf zinnen, en er is dan tijd genoeg om naar den hemel of de hel te gaan. Dank aan de edelmoedigheid der Weldadigheidsmaat schappij die meer het voik verbeeldt dan onze grijnzende Re- gentie, wij zuilen eene kavalkade hebben, ten spijte van de partij der duisternis die maar praalt daar waar het volk hare slaaf 'vviit zijn. Wij zullen eenen stoet hebben die, gelijk de verledene jaren, zal onafhankelijk zijn van allen dwang en van alle heerschzuchtig gezag. De leden van het genootschap zullen milde,'t is te zeggen,liberale inschrijvingen doen om te protesteeren tegen het schandelijk affront dat door de geeste lijkheid is voorgespeld en door hare wereldlijke bemachtig den is uitgevoerd geweest, en de Karnaval van Poperinghe zal dit jaar lui ster lij ker zijn dan de verledene jaren. Y. Doornijk, den 15 Januari 1870. Mijnheer de Direkteur, Ik acht het mij eenen plicht eene openbare hulde te bewij zen aan de maatschappij V. COUNHAYE e.n KOMP., van Brussel, over hare loijale handelwijs in het vrijmaken mijns zoons, ioteiing van 1867. Ten gevolge van wegloopingeti, had zij reeds twee plaats vervangers gesteld, en een derde moetende leveren, was zij genoodzaakt, door mangel aan tijd en om mijnen zoon de onaangenaamheid te sparen zich in persone onder het vaandel te begeven, eenen substituant te stellen; en die substituaut, mijnen tweeden zoon niet kunnende ontslagen gelijk het het geval is met eenen remplacant, en die van dit jaar moet loten, heeft niet geaarzeld, ten einde mijnen zoon voor goed vrij te maken, hem eenen derden plaatsvervanger te leveren, in ge val hij een slecht nummer trekt, zoo dat het getai geleverde mannen tot vier beloopt voor den prijs van eenen enkelen. Wanneer eene Verzekeringsmaatschappij zulke loijauteit aan den dag legt in het volbrengen barer verbintenissen, meen ik niet beter mijne voldoening teMninnen uitdrukken dan dusdanig feit mijnen medeburgeren bekend te maken. Het is daarom, M. de Direkteur, dat ik u verzoek deze daad van eerlijke handelwijs- bekend te maken, als een openbaar bewijs mijner dankbaarheid jegens de Maatschapbij V. Coun- HAYE ES KojiP. Ontvang, 31. de Direkteur, de verzekering mijner hoog achting. Al. MOGUEZ, Professor bij het Atheneum te Doornijk. Den 19 dezer, omstreeks 5 ure namiddag, is er te Rous- selare, in de fabriek van den heer Bitter, een schrikkelijk on geluk gebeurd. De genaamde Eulaiie De Brauwer, in gemelde fabriek werkende, ging iets verrichten aan den stoor van het venster waarbij zij stond; om daar aan te geraken moest zij zich zeer dicht buigen tegen den ijzeren as, die maar op eenen kleinen afstand draait van den muur en deri plafond, en op eene minuut omtrent de 120 toeren doet. Door 't een of't an der geval wilde het ongeluk dal de punt van haren neusdoek dien zij op de schouders had, rond den as vloog en vast greep, waardoor de ongelukkige werd medegerukt door dit vervaar lijk draaituig. Zij werd rond den as geslingerd dat hel ver schrikkelijk was: hare voelen rn beenen sloegen tegen plafond, rauur en in het venster, waardoor bijna al de ruiten zijn ver brijzeld geworden iiare beweging rond den as was zoo groot, dat het geweld der slagen harer voeten en beenen de ijzeren ramen der venster hebben doen krommen haar hoofd slóeg, op eiken draai, tegen den plafond, en zij is uit dezen netelach tigen toestand maar verlost geworden, dan wanneer al hare

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 2