VAN MPËfiENo WERKZAAMHEDEN 4 FRAJ\KEj\ \S JAARS 424. Aegenste Jaar. ZONDAG, 8» MEI 1870. •O w i Politiek. StadsKunst- en Letternieuws. Verscliiïligc Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. Eene nieuwe zaak Be buck. KüNST- EN LETTERKRÏNG ALGEMEEN VERSLAG VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 centimen den regel. Reklamen: 25 centimen. rgtaiBBasafc Bureel Dixmudestraat, 39.— Alle inzendingen vrachtvrij. Nogmaals is een aanslag tegen den persoon van den keizer der Franschen gepleegd. De policie is op het spoor geraakt van eene samenzweering welke ten doe! had op het leven des keizers aan te leggen. Verscheide personen zijn aangehouden en eene menigte moordende machienen zijn in beslag geno men. Er waren een 50lal gevaarlijke bommen en veel kardoezen. Dit komplot zou dus het derde zijn, sedert 4852, hetwelk tegen het leven des keizers gesmeed wordt. In gezegd jaar 1852, den 28 april, loste Pianori in de dreef der Champs-Elysées een dubbel pistool schot op den keizer een aanslag dien hij zestien dagen later met den dood op het schavot betaalde. Zes jaren later, den 14 Januari 1858, had de beruchte aanslag Örsini plaats, op den avond dat de keizer met de keizerin naar het opera reeden. Drij springboinmen werden onder het keizerlijk rijtuig geworpen, op het oogenblik dat de keizer en de keizerin zouden uitstappen. De paarden werden gedood, 156 personen ge kwetst. en 8. stierven korts daarna aan hunne won den. Gomez werd veroordeeld tot dwangarbeid, Pieri, Orsini en Rudio werden ter dood veroor deeld Rudio kreeg strafverandering, maar Orsini en Pieri stierven op het schavot. Wat de republikeinsche beweging vandaag te Parijs aangaat, zij doet niets anders dan het keizer rijk versterken. Zelden heeft men Frankrijk zoo woelig gezien als tegenwoordig. De strijd is vurig en met hevige woorden. De gisting is groot, maar ditmaal biedt zij niets theatraals aan. Langs alle kanten maakt men zich gereed om met hardnekkigheid den grond aan zijnen tegenstrever te betwisten. De kwestie is gesteld lusschen de eeuwigdurende dictatuur en de nationale souvereineteit. Uit Rome meldt men dat het Concilie de schema van den kleinen catechismus heeft aaaveerd. Een tiende gedeelte der aanwezige bisschoppen heeft door een non placet geantwoord De afkeurende stemmen komen van duitsch-hon- gaarsche bisschoppen die de catechismus van Ca- nisius wilden behouden. De Paus weigert bepaald de nota van Frankrijk aan hel Concilie mede te deelen. Men leest in den Lierenaar: Eene nieuwe erfdeelrooverij is het voorwerp aller gesprekken en brengt eene reehtveerdige ver ontwaardiging te weeg. Deze week overleed op het Beggijnhof eene juf vrouw, wier fortuin op ten minste twee maal hon derd duizend franken geschat wordt. Zij had voor erfgenamen werkzame en brave burgers onzer stad, en andere drij weezenwelken in geenen schitterenden toestand verkeeren, Wilde men een goed werk verrichtten, dan was er voorzeker geen heter dan ouderlooze kinde ren te laten erven, hetgeen hun, volgens de wetten van het bloed, rechtveerdig toekwam. Doch sedert eenigen lijd reeds liepen er zon derlinge geruchten over die zaak. Zonder eenige rede, zekerlijk zonder dat de jufvrouw het geld noo- dig had, werden al de vaste goederen verkocht en tot penningen gemaakt. Ja, geld is zoo ligt om weg te maken, en zoo moeilijk om op te sporen. 5» Die handelwijze zegt alleen wie dat er in 'i spel was. Geen dag meer ging er ook voorbij, of 's mor gens en 's avonds zag men de paters het huis in trekken en het om zoo te zeggen, bezet houden. Kwamen er erfgenamen op wien men zich niet betrouwde, om hunne naastbestaande te be zoeken, dan was nicht onpasselijk of uitgegaan, of op reis, altijd een uitvluchtsel. De naaslbestaan- den konden optrekken zonden in het huis hunner niehtle mogen binnendringen, waarvan de deur zich onder hunne oogen breedwijd opende, zoodra een pater zich aanbood. Die voorteekens zegden genoeg. Ook toen woensdag de jufvrouw overleed, stond het huis bezet met paters en liet men de erf- TE IJPEREN. GEDURENDE HET BESTUURJAAR 1869-1870. IC Ir-UU:JM ia anm IIIIIIIHIIIIIIIII ■LILHHIIMm SEEÜENSFKEUH. VOORUIT EJV VRIJ DER (2° Vervolg). Den 25 October deed de heer Boosten een voorstel om de punten, behandeld in de verplichtende redevoeringen, te be spreken, ten einde alzoo de vergaderingen nog levendiger en aantrekkelijker te maken. Dit voorstel werd in de volgende zitting aan^ de beraadslaging der leden onderworpen. Naai de moeilijkheden er van ingezien en de overtuiging erlangd te hebben dat deze besprekingen de geregelde voordrachten moesten hinderen, werd het voorstel niet uitdrukkelijk aan genomen, maar de vergadering stemde er in toe dat de leden die van een ander gedacht zijn dan de beurtspreker, eene te genstelling mogen voordragen en verdedigen. Hieruit ontsproot een ander voorstel namelijk om de leden, die het zonden willen beproeven hunne voordrachten,'! zij fransche of vlaamsche, tot op heden uitsluitelijk in de Maat schappij gehouden te bemachtigen vóór het publiek te spre ken. Dit voorstel werd gedaan en ontwikkeld door den heer Iweins die onder andere redenen bijbracht dat zulks veel nuttiger kon wezen dan de discussien van voordrachten in besloten vergadering, vermits het voor de leden eene oefen school ware en dat het algemeen er tevens bij zou winnen. In eene lange woordenwisseling die hierover, in zitting van 5 November plaats greep, werd het voor en tegen het ge ven van fransche voordrachten door de leden gewetensvol gewikt en gewogen. Eindelijk na rijp overleg, besloot men dat het de leden die de openbare tribune wenschten te be klimmen, volkomen vrij stond het woord in 't vlaamsch of in 't fransch te voeren. Terzelfder tijd werd er vastgesteld dat men nimmer vreem de redenaars fransche voordrachten zal laten geyen, mits zulks heel en gansch strijdig zon zijn met het hoofddoel on zer instelling. Een derde voorstel dat den 5 Maart door den heerVoorzitfer werd gedaan,strekte omeenen vlaamschen muzikaleu avond stond, naar het voorbeeld van andere steden, in te richten; dit behoort insgelijks tot de bemoeiingen van den Kring, de wijl het zedelijk gezang geschikt is om eenen heilzamen in vloed op de werkende klas uit te oefenen en als een niet geringen beschavingsmiddel moet aanzien worden. De nog te weinig voldoende toestand onzer kas heeft alleen de uitvoering van dit ontwerp tot een gunstiger oogenblik doen verschuiven. Van wege de Brugsche Commissie tot oprichting van een standbeeld aan Breydel en DeConinck, werd ons den veree renden last opgedragen, hier ter stede de inzameling der geldelijke bijdragen voor dit echt vaderlandsch werk te doen. Wij allen juichten de loffelijke onderneming ter verheerlijking dezer twee vrijheidslievende volkshelden ten vollen toe, en onmiddellijk openden wij in onze vergadering zelve eene in- schijving die 50 fr. opbracht. Dparna stuurden wij eenen omzendbrief vergezeld van eene inschrijvingslijst aan al de Maatschappijen onzer stad met verzoek ons die naderhand te rug' te beharidigen. Het spijt ons te moeten verklaren dat weinige genootschappen dien nationalen oproep beantwoord den en dat het meestendeel der lijsten, niettegenstaande onze voetstappen, achter wege bleven. De totale opbrengst, beloo- pende tot 84 fr. 90c., honden wij voorloopig ter beschikking- der Brugsche Commissie. Twee onzer stadsgenooten, de heeren Lefever en Comein, beeldhouwers te Brussel verblijvende, hadden den wensch uitgedrukt om in onze zaal eeue gezamentlijke tentoonstelling in te richten van eenige hunner laatste voortbrengsels. Wij stemden daar bereidwillig in toe. Dr produkten bestaande in verscheide borstbeelden, die wij korten tijd nadien de vol doening hadden hier te bezichtigen, bewezen den voortgang, dien deze jonge enveelbelovendekunstenaars in dit zoo moei lijk vak gemaakt hebben. Als een bewijs dat de leden belang stellen in atles wat ter verheerlijking der Schoone Kunsten strekt zullen wij enkel melden dat zij op 8 Augustus 11. uit eigen beweging da plechtige inhuldiging bijwoonden der herstelde en door de

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 1