VAN IJPEREN. Na lijden komt verblijden, 4 FRANKEN 'S JAARS Nr 438. Negenstc Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verscliiili^c Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen12 centimen den regel. Reklamen: 25 centimen. ZONDAG, 14" AUGUST! 1870. Bureel: Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. Wij hebben met pijnlijkheid, maar zonder ver wondering gezien, dat de vooruitgangers, die den 14 Juni en den 2 August,i hunne handen aan de klerikale geestelijkheid hebben geleend orn de kas- lanien uit het vuur te halen, te Brussel, Gent en Antwerpen wanorders hebben opgewekt. Zij meen den dat de doctrinairen, zooals zij ze noemen, hun de hand zouden toegesteken hebben om alles in verwarring te helpen brengen 5 maar zij bedriegen zich grootelijks, de doctrinairen die gedurend 23 jaren het land op eene eervolle wijze bestuurd hebben en tot eenen staat van bloei, tot nu onbe kend, hebben verheven, zijn vooral mannen van orde, het zijn zij niet die door geweld over hunne politieke vijanden zouden willen zegepralen, hunne partij, ofschoon zij in de kiezing van 2 Augusti de onderlage heeft gehad, is niet te min de ware natio nale partij, omdat zij samengesteld is uit de ge leerdste en vermogendste leden der samenleving, die nog liever voor eenigen tijd het vernederend jok der geestelijkheid zullen dragen dan de onaf hankelijkheid van het land in gevaar te stellen. De rol die de matige liberalen in de thans bestaan de omstandigheden te vervullen hebben, is van buiten de worstelingen der beide verachtelijke par tijen te blijven tot zoolang dat de oogen der menig te zullen opengaan. Hetgeen sedert eenc maand van hier heeft plaats gehad, bewijst de eerloosheid der partij die in de kiezing van den 2 dezer heeft gezegepraaldzijt al wat gij wilt, zijt beticht van valsche handteekens gemaakt te hebben, van onrechlveerdiglijk 100,000 fr. te hebben willen inpalmenzijt een werktuig van den schurk Langrand, om bij duizend onge- lukkigen te hebben helpen ten onderen brengen, niets kan er aan doen zoohaast gij den schijnheili gen maakt of u genoegzaam vernedert om het jok der Jesuïterie te dragen, de Bisschoppen leggen den vinger op u en begunstigen u met ambten en eeretcekens. Wal hier deze aanhaling onwederleg- gelijk maakt, het is van den eenen kant, de uit komst der kiezing van Antwerpen, alwaar een De- laet en een Cooremans, (dezen laatste zal waar- schijnelijk voor de assisen verzonden worden), 800 stemmen meer heeft bekomen dan den achtbaren heer Yervoort, en van den anderen kant, de keus in Langrand's bende van drie Ministers en het ver heffen der anderen in het Leopoldsorde. Zulke ongeschikte benamingen zijn gemaakt om aan al wie eerlijk is en die nog eenige gezonde rede bezit de oogen te openen en bewijst welke toekomst de klerikale partij het land voorbereidt. Wij beklagen ons geëerde en beminde Vorst van onder den invloed der Bisschoppen te moeten wij ken, en gevoelen welke pogingen H. I). Z. op zijn gemoed heeft moeten doen om tol Ministers te aan vaarden mannen die de gedachtenis zijns vaders hebben beledigd. De vermaarde Say zegt in zijn werk over de Staatshuishoudkunde dat er tijdstippen zijn op de welke er zedelijke ziekten heerschen die besmelle- lijker zijn dan de lichamelijke, en wat van 14 Juni lol 2 Augusti heeft plaats gehad is een voorbeeld der waarheid van dit gezegde. Inderdaad, wat hebben wij gezien? Kiezers die ten allen tijde voor de liberale partij gestemd had den, hebben de hand geleend aan deszelfs vijan den, en nauwelijks was de uilkomst der kiezing gekend of zij schaamden zich over hetgeen zij ge daan hadden anderen, die aan de liberalen al dat zij zijn, te danken hadden, hebben hunne weldoe ners lafhartig verraden, en gevoelen reeds dat de verachting van alle eerlijke lieden hun ten deelc valt; maar er was niets aan te doen, door bedrog en leugentaal misleid, zij hebben door den stroom medegesleept geweest en geven te kennen dal zij maar eene gelegenheid verwachten om zich te vre- ken over degenen die hun bedrogen hebben, en ge ven vrijmoedig te kennen, de eenc dat het op liet aandringen is hunner vrouwen; de andere op de bedreiging door hunnen pastoor gedaan dat het vuur der hel hun verwachtte indien zij voor de li beralen zouden stemmen. Den dag der kiezingen waren er eene menigte geestelijken in stad, hel was niet genoeg dat dege ne die kiezers waren hunnen invloed op hunne pa- üOEKO DOOR JOSEF VAN RAEDT. Na lijden komt verblijden. Kwam na lijden geen verblijden, Dan ware lijden groot verdriet, Maar na lijden komt verblijden, Acht daarom het lijden niet. KATS. (Vervolg). Twee maanden later liep de kiezing voor den Gemeente- Raad ten voordeele der liberalen af. De pastor had nogtans geene moeite gespaard om eenen anderen uitslag te bekomen. Rij was tweemaal bij Jan gekomen om hem zijne stem te vragen, en telkens had Jan met standvastigheid geweigerd. De laatste maal had de pastor dubbelzinnige woorden laten ontsnappen, die aan bedreigingen geleeken Jan had zich gram gemaakt, en had M. de Pastor, na hem zijn gedacht ge zegd te hebben, beleefd aan de deur gezet Dit was nu een jaar geleden, Frcderik moest om zijne eer ste Communie leeren, en ging zich opgeven, maar werd ge weigerd, onder voorwendsel dat hij naar de pastors-school niet ging. Jan was genoodzaakt, wilde hij een schandaal ver mijden, zijne twee zoontjes uit de gemeente-schooi te trekken (alwaar zij, volgens den pastor, met anders leerden dan god deloosheden en beeste-manieren), en ze bij den koster te la ten gaan Dit laatste voorval was nu teenemaal vergeten, toen op ze keren morgen eenen deurwaarder verscheen en Jan kwam verwittigen, dat hij binnen zes maanden zijn huis moest ver laten. De eigenaar gebruik makende van zijne opsie, deed aan Jan opzeg van zijnen pacht doen Jan, die altoos met nauwkeurigheid zijne huishuur betaald had, stond als aan den grond genageld; de vrouw weende en de kinderen, op het zien der verslagenheid van vader en moeder, barstten ook in tranen los. Jan nam zijnen jas en be gaf zich bij zijnen proprietaris, die hem vlakaf te kennen gaf, dat hij voor een goede ronde som zijn huis aan de zuster van M. den Pastor verkocht had. Des zondags in de hoogmis pre dikte de herder der gemeente over de vraak Gods, die vroeg of laat degenen straft die wedetspannig is aan goeden raad, en degenen vervolgt die stemmen voor de liberalen. Jan die, met zijne twee zonen, in het sermoen tegenwoor dig was, ontving den slag in volle aangezichten verliet de kerk met beklemde borstwant reeds eenigen tijd vermin derde merkelijk den verkoop in zijnen winkel. Nergens was er een huis le vinden, en zijne vrouw was ziekelijk geworden, enkel uit verlegenheid zonder huis te staan op het einde van den pacht. Wat het ongelukkig huisgezin voorzien had, viel uit, eene maand vóór het vallen van den pacht was Jan genoodzaakt in de naburige stad eene woonst te zoeken. Zij verlieten hun dorpje, de wee in het hart, en als gevallen engelen uit het Aards Paradijs gejaagdde weinige vrienden die hun ge trouw gebleven waren, deelden in hun verdriet en drukten hun de hand onder het geven van troost en aanmoediging. In de stad opende de vrouw een nieuw winkeltje gelijk op haar gemeentein het eerst kwamen de vrienden eenige waar koopen, doch bleven allicht achter. Onbekend in stad, hadden zij schier niets te verkoopen, Jan vond nergens eene plaats voor peerdenknecht en het verspaarde geld was, na twee jaar, tot den laatsten cent verteerd. Wat nu gedaan? het ge luk vyas verdwenen de twee zonen waren op een ambacht doch wonnen maar iets onbeduidend. De vrouw was niet ge zond en weende in stilte doch, alhoewel zij de oorzaak huns lijdens kende, had zij nog nooit den naam van 31. den Pastor uitgesproken. Het arm huisgezin kwijnde en verviel dagelijks meer en meer in armoê. Jan kon geen ambacht; mocht noch stelen, noch rooven; dorst niet bedelen, en toch zijne vrouw moest verzorgd worden, zijne kinderen moesten eten. Na hun win- kelgoed verkocht, hunne meubelen belast te hebben, en 't einden al hunne hulpmiddelen, besloot Jan naar Roufaaix te gaan werken. Hij vond daar eene fabriek, waar hij als pakkenmaker zijn bestaan won, en door zuinig te leven had hij wekelijks een sommetje over voor zijn huisgezin, dat hij wekelijks den Zon dag ging bezoeken, en alzoo zijne vrouw en zonen van de hongerdood redde. (Wordt voort gezet.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 1