VAN IJPEREN Na lijden komt verblijden, 4 FRANKEN \S JAARS Negens te Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen Pof itieke berichten VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centimcn den regel. Reklamen: 25 centimen. ZONDAG21" AUGUST! 1870. Bureet. Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. Hel is bijna onmogelijk te zeggen welke geest driftige ongewondenheid er in Frankrijk lieerscht, sedert de versehillige zegenpralen door de Pruisen behaald. Die opgewondenheid klimt bij wijlen tot woede en berst uit niet alleen in geschreeuw van weerwraak tegen de Pruisen, maar ook in kreten van misnoegdheid tegen hel staatsbestuur en de heerschende dijnastie. Hel fransch parlement, dat den 9 Augusli bij dringendheid is bijeengekomen, heeft eene woelige zitting gehad. Men vroeg dat de Keizer het bevel des legers zou verlaten, dewijl de neerlagen der fransche legers te wijten zijn aan de onbekwaam heid des opperbevelhebbers. Een lid vroeg zelfs de troonafstand des Keizers. De zitting was op dit oogenblik zoo onstuimig, dal men verplicht was dezelve op te schorsen.Daar na is men tot eene stemming overgegaan, die een wantrouwen tegen het Ministerie-Ollivier heelt uit gebracht, ten welken gevolge hetzelve zijn ontslag heeft gegeven. Een nieuw kabinet is reeds 's anderendaags dom graaf de Palikao samengesteld. De maatregels door het Wetgevend Korps geno men -. 1° een millard of duizend millioenen franks (1,000,000,000) voor oorlogs-krediet, 2° den wet tigen koers van het bankpapier, 5° de uitgaaf ervan tot 1800 millioen hebben in den handel van Parijs indruk gemaakt en de gev,olgen hiervan zijn zeker niet heel hoopvol; doch de oorlog eischt, de toestand is daar Men is eens om de moeilijkheid en het gevaar te erkennen, waarin Frankrijk verkeert, alhoewel men lot nu toe niet kan verzekeren aan welke dei- beide oorlogsvoerende partijen de eindelijke zegen- praal zal blijven, want de kansen van den oorlog zijn zoo spoedig gekeerd, en geheel Frankrijk door hoort men niet anders dan geestdriftige ophitsin gen om ten strijde te loopen. Eene poging tot oproer heeft den 14 dezer in de wijk Laviletle te Parijs plaats gehad. Eene republi- keinsche bende van een 80tal man vroeg wapens in het pompiers-kazerne. Op de weigering der pompiers losten verscheide oproermakers revolver schoten, waardoor een pompier werd gedood en verscheide andere gekwetst. Men heeft de bende kunnen uiteendrijven. 42 personon zijn gevat. Men verwacht zich te Rome op een aanstaanden inval van Italië. Er heerseht sedert het vertrek der Fransche troepen, eene ontzaggelijke revolulion- naire beweging, en men twijfelt of de Italiaansche regering die kan te keer gaan of wilde zij ook. De troonrede door den Koning bij de opening der Kamers uitgesproken, geeft aanleiding tot wei nig bedenkingen. M. heeft gewogen op de thans bestaande buitenlandsche betrekkingen en heeft wijzelijk vermeden van melding te maken der bin- nenlanlandsche zaken. De geestdrift die op al de banken der Kamer en tot in de tribune toe heeft uitgeborsten ter gelegenkeid van sommige verkla ringen, is een nieuw bewijs dat de partijbelangens uilhedoofd zijn telkens er kwestie is van onze na tionaliteit en van onze onafhankelijkheid. Wij moeten slechts doen bemerken dat deze re devoering, die ten gronde de uitdrukking der mi- nisterieele gevoelens is, strekt om hunne eerste handelwijze te verschoonen, met te zeggen dat van sedert ons bestaan er zich nimmer zulke gevaar lijke omstandigheden hebben opgedaan. Het is ge heel anders: wanneer in 1848 de republiek in Frankrijk plotseling uitgeroepen werd, dat fransche benden, in hoop van opstand optewekken, onze grenzen overkwamen en dat al de troonen van Eu ropa bedreigd waren van verpletterd te worden, de gesteltenis van België was zonder tegenzeg veel dringender dan tegenwoordig en het Ministerie van dien lijd heeft nogtans weten het land te redden zonder maatregels te nemen die het openbaar kre diet dood igden en zonder zooveel vaders van familje aan hunne bezigheden te onttrekken en hunnen ondergang te veroorzakennogtans, men kon in dien tijd geenen staat maken op den steun van an dere natiën. Thans is het anders, al de groole mo gendheden tot zelfs deze in oorlog, hadden de waarborg gegeven dat zij de onzijdigheid van Bel gië zouden eerbiedigen en desnoods zouden verde digen. Dus, indien de Ministers aan de hoogte hun ner zending hadden geweest, zij zouden alle kwellende maatregelen uitgesteld hebben tot het Ad EU I 1(1 ï»j>; DOOR J OS EF TAN RAEDT. Na lijden komt verblijden. Kwam na lijden geen verblijden, Dan ware lijden groot verdriet, Maar na lijden komt verblijden, Acht daarom liet lijden niet. KATS. {Vervolg en slot). Op zekeren Zaterdag avond, toen Jan als naar gewoonte zijne vrouw kwam omhelzen en zijne zonen zegenen, stormde hij het achterkeukentje, waar zij nu woonden, zegevierend binnen, vloog in de armen van zijne geliefde Lucie, roepende u Vrouw, ons lijden is ten einde, de heer waarhij ik werk, beeft mij, na dat ik hem geheel ons lijden verteld heb, voor gesteld of jk wilde den post van magaziniet- bekleeden, al waai er een man van vertrouwen noodig is, en heeft mij 5-bO per dag beloofd. M. de Burgemeester onzer gemeente, die den vriend is van mijnen meester, iieeft hem over mij zeer goede aanbevelingen gegeven, i) Acht dagen later was geheel het huisgezin te Pwubaix geïnstalleerd en de twee zonen werden insgelijks in het fabriek aanvaard, alwaar zij eene betrekkelijk groote daghuur wonnen. Nu leefden zij als vischjes in het water. Soms als de vader 's avonds te huis komende, met zijne vrouw en kinderen als eertijds gelukkig hun maal namen, spraken zij soms over de vraak van den Pastor van Q...., over het geleden leed en het tegenwoordig geluk. Er was maar een geheim verdriet dat er in den boezem der vrouw geworteld lag, en het was haar dorpje te moeten verlaten hebbèn, waar zij als kind gespeeld had. Jan,die zijne vrouw zoo innig lief had,beloofde van den Zondag daarna verlof te vragèn om voor een dag of drie het zoolang betreurde dorpje te gaan bezoeken,en terzelfder tijde hunnen dank te gaan betuigen aan den menschenvriend, den liberalen Burgemeester, die hun toch zooveel goed gedaan had. Moederen kinderen weenden van vreugde, en vlogen hem aan den hals uit dankbaarheid. Dit huiselijk tafereel werd eensklaps onderbroken door een geklop aan de voor deur. Het was de briefdrager, die eenen brief kwam ter hand stellen. Debrief kwam uit de gemeente Q.... Men haastte zich met trillend harte denzelven te openenwant zij vreesden nog altoos hun tegenwoordig geluk verhinderd te zien dit maal nogtans was het andersde zuster van M. den Pastor was gestorven cn de Burgemeester had het huis dat Jan des tijds had moeien verlaten, terug doen koopen en bood Jan de voorhand. Alhoewel al de personen die wij nu kennen zeer op hun gemak konnen bestaan, aarzelde Jan geen oogenblik den wensch zijner vrouw te voldoen, en naar zijn dorpje teruo' te keeren. Het gelukkig gezin leeft nu alsvooren in vrede en welstand; alleenlijk is f rederik, die nu een volkomen man ge worden is, te Roubaix gebleven, M. X...,de fabriekant, heeft aan Jan ais eene gunst gevraagd zijn zoon hem te laten ver vangen in de vertrouwde bediening. Jan die nu nogeens zijne oude vrienden teruggevonden heeft, en zijne beminde Lucie,die hare gezondheid herkreo-en heeft, zijn vroolijk en welgemoed. Zij hebben als voormaals een welgeklante winkel. Jan pakt dagelijks zijne pintjes in gezel schap van zijnen bescheemer en vriend den Burgemeester. Hij is alom geacht en bemind, want hij was immer eerlijk hij heeft nogeens zijn stemrecht bekomen, en is en blijft een echte liberaal. Wanneer men hem over zijn geleden leed spreekt, komt er nooit geen wraakwoord over zijne lippen. Men nioet zijne vijanden vergeven en beklagen, zegt hij, want vroeg of laat zij straffen hun eigen zelve. Deze geschiedenis, van het eerste woord tot het laatsie echt, toont ons aan hoe sommige vertegenwoordiger van den God van goedheid, alle menschengevoel onder de voeten trapt om zijne persoonlijke wraaklust te voldoen. En de priesters (die voor de politiek werken) zijn dan nog verwon derd dat het Geloof ten onderen gaat en dat zij van hunne achting verliezen

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 1