Stads Nieuws.
Oorlogsberichten
die gasten die in de Kamer zetelen en tot van hct
Ministerie toe deel maken; het is alsof het heden
verdienstelijk ware van door listen en bedrog het
geld van ongelukkigen te kunnen afhalan.
De tegenwoordigheid in de Kamer van M. Ma-
lou, in hoedanigheid van Minister, heeft in de zit
ting van 19 dezer aanleiding gegeven tot eene
hevige tegenkanting. De linkerzijde heeft beweerd,
en met reden, dat de Minister van Slaat geene
hoedanigheid had om in de Kamer, waarvan hij
geen deel maakt, het woord te voeren, om reden
dat hij wezenllijk geen Minister is daar hij geene
portefeuille bezit cn bijgevolg geene verantwoorde
lijkheid heeft men heeft hem gezegd er is een
Ministerie open, neem het, en gij zult alsdan in de
bepaling der grondwet zijn, terwijl uwe tegen
woordigheid in deze Kamer onwettig is. Maar M.
Malou is zoo onnoozel niet van aan deze uitdaging
te voldoen, hij zou in zoo een geval moeten afzien
van de negentien bijzondere ambtsbetrekkingen
die hem, zoo men zegt, veel meer dan honderd
duizend franken bij den jare opbrengen.
M. Malou heeft hem laten voogd van het Minis
terie noemen in het belang zijner partij en omdat
hij gevoelde dat de Ministers, die de voortbrengsels
zijn der kiezing van den 14 Juni, onmachtig waren
om in de netelachtige omstandigheden waarin het
land verkeert, hetzelve te beheeren, en mogelijk
ook wel als volmachtigde der Jcsuilen. 0111 zorg te
dragen dat het Ministerie hunne vorderingen zou
bewerken.
MET MOOÏ5E KRUIS.
(Wordt voortgezet). Viclorien Vande Weghe.
IJperen, 27" Oogst 1870.
Welke schoone instelling, niet waar? Over een groot ge
deelte van Europa is ze verspreid, in bijna al de beschaafde
landen heeft ze vertakkingen.
't Zijn kruisvaarders van eene nieuwe soort, die de geva
ren der gevechten trotseren om hunne medemenschen te
helpen; edelmoedige mannen, vrouwen welke den naam van
engelen verdienen, die zich op de slagvelden ophouden,
en trappen en plassen en plonsen in't bloed, en den sterven
den troost toespreken, en balsem gieten op de ijselijke won
den der arme gekwetsten.
Als erkenningsteeken dragen zij het roode kruis, en dat
teeken is schooner, schitterender, roemrijker dan uwe met
diamant bezette gouden kroonen, Willem, Napoleon
Zegt hun niet dat zij onbeschrijfelijke vermoeienissen zul
len moeten onderstaan; dat hun hart duizendmaal zal breken
bij het zicht der helsche pijnen die ze zich voorstellen te stil
len, bij het hooren van het akelig gekerm dier duizenden, dat
ais een wraakgebed tot den hemel stijgt; zegt hun niet dat
ziekten hen kunnen aantasten, dat hun eigen leven bedreigd
is,dit alles weten ze; doch hunne liefde tot het lijdende
menschdom is zonder palen, en zonder palen is ook hun
moed.
Brave lieden van allen rang, komt hun ter hulp. Brengt
geld, brengt lijnwaad, brengt pluksel aan, zooveel, zooveel
gij kunt, want het getal der gekwetsten is zoo groot, zoo
verschrikkelijk groot
Maar die stonden, vol begoochling,
Vloden als de schimmen snel...,
Later zaten zij te zamen
In den leergang van de hoogschool,
Waar zij zich met kennis tooiden.
Die hun als een wekstem toeklonk,
Als een aandrift naar het leven,
Naar dé groote wijde wereld,
Naar de vrijheid hoopvol doel,
Dat vóór 's menschen oogen flikkert
Langs betooverende wegen,
Met de zuchten, met 't gevoel.
Later hadden zij zich samen
In de Clarastraat gehuisd
Waar zij elk een kamer huurden
Waar de jeugd bij vlijt en studie,
Zacht als 't vlielje door de beemden,
Door den droom des levens suist.
Op een kamer dier verdieping
Woonde tevens 't liefste meisje
Dat God hier beneden zond
't Was een meisje, dat met naaiwerk
(Zalig zij, die 't zóó nog winnen)
't Karig brood voor 't leven vond.
O! er zijn er nu bij duizenden en duizenden, er komen
ziekendienaars en zusters van liefde te kort.
Wat blijft gij in uwe kloosters, paters en nonnen van alle
kleur en kleedsel
Waarom volgt gij ook de strijdende legers niet, versierd
inet het Roode Kruis Wat goeds verricht ge voor 't mensch
dom in uwe cel, achter de sombere muren van uw kasteel
Schaamt u! Ge zijt slechts een hoop schijnheiligen Ge be
delt ontzachlijke sommen gelds om kloosters als paleizen te
bouwenzegt, hebt gij er reeds eene enkele van gestort in
de hulpkas voor de gekwetsten
Ge doet boetveerdigheid en leeft in armoede en ontbeerin
gen (zoo zegt ge)hoevelen onder u zijn reeds naar de gren
zen vertrokken?
Er komen armen te kort om de lijdende tefverplegenge
zijt duizenden in getal, in Belgie, in Frankrijk, overal! naar
't slagveld, heeren en damen, naar 't slagveld, daar is uwe
plaats! Daar is thans de hemel te verdienen, want de zieken
te verzorgen en de dooden te,begraven is door Christus als
een werk van ware liefde aanbevolen.
En gij, priesters uwe geldomhalingen, voor den armen
paus met diamanten in zijne schoenen, uwe gods-wille-kari-
taten voor alle slach van bullen gaan immer voort, niet
waar? Antwoordt op uw beurt: hoeveel hebt ge reeds naar
't Comiteit van 't Roode Kruis gezonden?
Wat gij niet doet, paters, priesters, nonnen, dienaren des
Ifeeren, wat gij niet doet hebben vrijdenkers, protestanten,
vrijmetselaars, republikeinen gedaan.
De instelling van 't Roode Kruis is door wereldlijke per
soenen, waaronder vrijdenkers, tot stand gebracht.
De protestanten van Frankrijk storten in hare kas al 't geld
dat ze kunnen bijeenkrijgen, veranderen hunne tempels in
hospitalen en bezoeken de slagvelden.
De vrijmetselaars van Straatsburg (logie Les frères réunis),
die van Parijs (logie Le Travail) enz. enz., zamelen op hun
ne beurt geld in.
De fransche drukpers richt op hare kosten een groot laza-
reth (ambnlance) in, dat reeds, met den republikein Charles
Habeneck, een der opstellers der Marseillaisse, aan zijn
hoofd, vertrokken is.
Dezelfde beweging treft men in Duitschland aan. Zelfs uit
Holland is met eene stomboot hulp vertrokken.
Ook Antwerpen heeft moedige vrouwen, waaronder me-
juffer Teichmann, zich naar het bloedbad zien begeven.
Zegt, priesters, paters, nonnen, wat hebt GIJ gedaan?
O! 't kan welzijn dat er hier endaar onder u dappere
zielen gevonden worden; maar hoe weinig, in evenredigheid
van uw oneindig getal
Gij blijft liever in uw huis, kerk 'of cel, en bidt. Bidden
kost niets, zelfs niet veel moeite, en, doet het geen goed, het
doet ook geen kwaad.
Daarna buldert ge een sermoon uit tegen de liberalen, of
ge ruit in den biechtstoel de vrouw op tegen den man die
vrijzinnige bladen leest. Vooral vergeet ge niet met de beurs
of de schotel rond te gaan.
Dat is veel kristelijker, niet waar, dan stervenden te troos
ten en gekwetsten te verplegen En uwe plaats in den hemel
zal veel schooner zijn dan die der ziekendienaars en der zus
ters van liefde
Schaamt u, schijnheiligen!Recht door zee).
Wij hebben Donderdag avond getuige geweest van een
echt familiefeest.
De heer Baratto Ludovicus, de bestuurder der Koormaat
schappij, werd, als alle jaren, vereerd met een schoon ge
schenk (vier zilveren lepels en vorken in eene prachtige doos)
door de werkende leden der Maatschappij.
Om ure vergaderde men zich in het schoon lokaal van
den Gouden Arendvan waar er eenige heeren afgevaardig
den zich naar de woonst van den heer Baratto begaven om
hem te verzoeken zich naar de vergadering te willen begeven.
Bij zijne intrede in de zaal werd hij met toegenegene hou-
ra's begroet, waarna de heeren A. Vanden Bogaerde, voor
zitter, en Baron Durutte, in name der heeren leden hem geluk
wenschten en hem het geschenk aanbooden. Dan werd een
eere-dronk op zijne gezondheid voorgesteld en geheel den
avond werd voortgezet en gesloten door het zingen van Ro
mancen en Kooren, alsook eenige kluchtliederen.
Wat wij met geluk bestatigd hebben, is dat onze vlaamsche
taal daar niet vergeten werd want in eene zeer keurige taal
en eene schoone stem werd de Boord der Vliet overheerlijk
gezongen, en hetgeen wij zonder aarzelen mogen zeggen het
is dat gezang die het meest de bravos van het gezelschap
wegdroeg.
En daar wij nu bezig zijn over de Koormaatschappij te
spreken, zullen wij nog een feest aanstippen welk de heeren
leden met veel geluk gevierd hebben, het is de serenade ge
geven te Elverdinghe op Dinsdag laatst ter gelegenheid dei-
trouw van hunnen onder-vöorzitter, M. Hilair De Coene met
Mej. Celestine Vermeulen.
Na, als hulde en toegenegenheidsbewijs, eene serenade, ge
geven te hebben, werd er hun verversciiingen toegediend en
onder hel ledigen van eenen vriendschaps-beker, kwamen de
jonggetrouwden luin hartelijk bedanken over zulke eerbewij-
zing. De geestdrift was ten hoogste en de jonge M. en Mevr.
De Coene werden met de luidruchtigste toejuichingen be
groet, waarna de leutige jongelingenschaar zich iu de ge
meente eenigen tijd vermaak ging aanschaffen. Bij het vertrek
van het jonge paar vergezelde de maatschappij het rijtuig tot
aan de laatste huizen van het dorp alwaar men zich in twee
reijen verdeelde en onder blijde kreten den onder-voor
zitter en zijne gade nog een laatste groet aanboden.
Heden (Zaterdag avond) geven dezelfde heeren leden
der Koormaatschappij eene serenade aan hunnen geachten
voorzitter, M. A. Vanden Bogaerde, ter gelegepheid van zijn
patroonfeest, S' August, vallende op Zondag 28 dezer.
De prijsuitreiking aan de leerlingen der gemeente
school voor meisjes heeft Donderdag laatst met veel plechtig
heid in de nieuwe lokalen van het gesticht plaats gehad. De
bestatigde voortgangen in alle vakken des onderwijzes, doen
eere aan de Jufvrouwen bestuurster en onderwijzeressen.
Verledene week heeft men in het kamp van Brasschaet
proefnemingen gedaan met eene belgische mitrailleuse. Die
proefnemingen wierden bestierd door kolonel Terssen, de uit
vinder van het geweer dat zijnen naam draagt en waarmede
de karabiniers en de troepen van de genie gewapend zijn.
Men zegt dat het uitwerksel van dit oorlogstuig verschrik
kelijk is. De belgische mitrailleuse gaat alles te boven wat tot
nog toe van dien aard is gekend.
A Te rekenen van I september aanstaande zijn de volgen
de treinen afgeschaft
1.° de trein vertrekkende 's morgens uit Lichtervelde naar
Duinkerke om Tl ure 55 en uit Veurne om 12 ure 45.
2.° de trein vertrekkende 's namiddags uit Duinkerke naar
Lichtervelde om 2 ure en naar Veurne om 3 ure 20.
3.° uit Dixmude naar Nieuport ten 12-20.
4.° uit Nieuport naar Dixmtide. ten 12-50.
Er is thans gewichtig nieuws groote valslagen zijn dezer
dagen geleverd tusschen Metz en Verdun, rond de dorpen
Gravelotte, Tionviile, Bezonville, Mars-la-Tour en Duncourt.
De gevechten hadden plaats den 14, 16 en 18 augusti.
'T is te Borny, op 4 kilometers van Metz, dat den 14 dezer
slag geleverd werd. Volgens tijdingen uit Frankrijk zouden
de Pruisen in dit gevecht 8000 dooden hebben, hetgeen
50,000 man buiteu gevecht doet veronderstellen. De verliezen
der Franschen waren veel minder.
Op aandrang der Pruisen werd een wapenstilstand van 12
uren gesloten om de dooden te begraven.
Naar meldt een partikulier briefschrijver zou dit gevecht
zoo moordadig en zoo ras hebben toegegaan, dat de dooden
niet meer plat vielen, maar dikwijls tegen hoopen lijken bleven
recht staan.
De troepen die den 18 aan het gevecht deel namen worden
op 200,000 mannen berekend. De strijd die hardnekkig en
bloedig is geweest, duurde 12 uren. De verliezen zijn van
weerskanten verschrikkelijk; doch het zou moeilijk zijn te be-
statigen wie van beide de zegenpraal heeft behaald, want
zoowel de Pruisen als de Franschen eigenen zich de viktorie
toe. Men schat de verljezen van 15 tot 20,000 dooden van
ieder leger, doch de opgaven verschillen oneindig veel inge
volge zij uit fransche of pruisische bron voortkomen. Volgens
tijdingen uit Berlijn zijn nogmaals door de pruisische armee
verschijde duizende krijsgevangenen gemaakt.
Den 18 augusti hebben dc Pruisen, naar melden hunne de-
pechen, eene schitterende viktorie behaald bij Gravelotte. De
Franschen hebben aldaar hunne sterkte positien moeten ver
laten. Zij zijn nu in eenen engen kring, bij Metz, ingesloten
en teenenmaal afgesneden van Parijs. De spoorweg tusschen
Metz en Thionville is door de Pruisen bezet,
Weêral moeten bij duizende strijders gesneuveld zijn, want
de pruisische depeche luidt aldus Onze troepen hebben met
heldenmoed die positien ingenomen, maar, ongelukkiglijk, is
ons verlies aan dooden en gekwetsten in evenredigheid van de
betoonde dapperheid.
Men berekent dat er in 't geheel, van de beide legers,
40,000 dooden op het slagveld lagen.
De forteres van Phlasburg, die de verledene week zegepra
lend weêrstaan had aan eenen eersten aanval der duitsche
troepen die haar omringen, komt te kapituleren. Deze over
gaaf is van eenig belang voor de Pruisen, ten gevolge der lig
ging van Phalsburg.
Straatsburg en Toul worden door de Pruisen gebombar
deerd.
Het bloed van zoovele duizende strijders is eventwel vruch
teloos vergoten die veldslagen hebben geen beslissenden uit
slag gegeven morgen zal men misschien weêr herbeginnen
en oorlogen tot de beide legers elkander geheel zullen hebben
uitgeput.
Een enkel punt kan men echter bestatigen dat is dat de
Pruisen gedurig voorwaarts rukken, terwijl de Franschen
achteruil trekken en hunne machten in en rond het kamp van
Chalons vereenigen.
Op deze wijze hebben de franscbe troepen verscheidene
plaatsen ontruimd, en het heeft dus den Pruisen niet veel
moeite gekost zich van deze plaatsen meester te maken of ze
ooveroverd te laten, en ze door eenige troepen te laten om
zetten of bewaken.