VAN MPEREN.
4 FRANKEN 'S JAARS
Nr 450. Neicenstc Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
DE NIEUWJAARSBRIEF*
VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centimen den regel.
Reklamen: 25 centimen.
iuiixamu
ZONDAG, 6° NOVEMBER 1870.
Büreel Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij.
©ïscaaitog «tea* Kamer*.
Binnen een aantal dagen zegt de Stad Gentzal
de gewone zittijd der wetgevende Kamers worden
geopend.
Iedereen vraagt zich natuurlijk af, of er eenc
troonrede zal worden uitgesproken?
Op deze vraag valt, tot heden toe, moeilijk te
antwoorden, dewijl wij uit goede bron vernemen,
dat er dicsaangaande nog hoegenaamd niets stelligs
besloten is.
Echter schijnen de katholijke ministers voorne
mens te zijn de Kamers zonder weinig beslag, en
dus zonder Troonrede te openen.
In de ministeries werkt men meer dan ooit aan
het gereed maken van wetsontwerpen, en men
mag het als stellig beschouwen dat men, eerst en
vooral zal optreden met een projekt van kieshervor-
ming welk, ad majorem Dei qloriam, onder den
vleugel van M. Malou gekneed, gedeegd en gebak
ken is.
Van den anderen kant, zal men het ministerie
nogmaals zien optreden meteene honigzoete tronie.
Nogmaals zal het van de netelachtige buitenland-
sche omstandigheden ecne borstweer maken om,
zoo veel mogelijk, eene ernstige discussie over de
budjelten te vermijden.
Wij denken echter dat het nieuwe ministerie
deze maal in deze taktiek niet zal gelukken.
't Is waar, men is wel bekommerd om dc bui-
tenlandsche gebeurtenissen, docht men kan de aan
dacht niet meer geheel en al geboeid houden op
het buitenland, ten einde er onze binnenlandsche
belangen onder te begraven.
Ecnige maanden heeft men zich kunnen laten
in slaap wiegen, doch thans begint men de oogen
te openen voor de strekkingen van het gouverne
ment, die zich, van dag tot dag, al klaarder ont
maskeren.
Groolendeels bestaat de nieuwe politiek in het
verleenen van vette ambten aan de creaturen der
geestelijkheid, en voornamen llijk aan personen die
eenc uitplunderende rol hebben gespeeld in de za
ken Langrand-Dumonceau.
Overheerlijk zou de naamlijst zijn van de Lan-
grandisten, die sedert drij maanden door het zwarte
ministerie tol kruis en ambt zijn benoemd gewor
den.
Eene belangrijke uitgave, welke eerstdaags het
licht zal zien, zal ons op eene ontegensprekelijke
wijze kunnen aantoonen, welken invloed deze be
treurenswaardige ondernemingen hebben uitgeoe
fend op dc nationale politiek en voornamentlijk op
de laatste kiezingen.
Ziehier waarin, volgens eene briefwisseling uit
Brussel aan de Meuse gericht, deze uitgave bestaal:
De curators des bankroets van den Interna
tional, zegt het luikschc blad, hebben in een groot
boekdeel in 4° den uitslag hunner opzoekingen
verzameld.
Dit boekdeel bevat stukken van hel grootste
gewicht; een der merkwaardigste is de volledige
lijst der aandeelhouders van den International
Deze inschrijvers, ten getalle van zes duizend
in Belgic, bijeengeraapt door de pastoors, zoo als
bewezen is door onwedcrlegbare documenten,
vormden voor de kiezingen een ontzaggelijk état-
major, en het moest ons dan ook niet verwonde
ren dat dergelijke elementen, op eene behendige
wijze in werking gebracht, de nederlaag van het
liberalism na zich hebben gesleept.
Echter is deze zaak Langrand nog niet geëin
digd zij is enkel nog maar begonnen.
De curators hebben de hand gelegd op eene
consultatie, opgsleld door een gentsch advokaat,
Al. de Paepe, met het inzicht van aan de pastoors
van al de parochiën van het gansche koninkrijk te
Wordt voortgezet). Yictorien Vande Weghe.
J 3
«y
Inn Meden af Ran men de Tnbelle
der vertrehnren van «Mem MJSseren- Weg
bekomen Sett fmreeMe van ons blad aam
den prijs ran 5 Centiemen
(3° Vervolg).
(i Gij verstaat mij niet voer Mina
In verknopte snikken voort,
Is de erinnering aan.... (niet verder
dorst zij heur geheim belijden,)
en zijn lang afwezig blijven,
Dat mij door het harte boort.
Frans verliet des meisjes kamer,
Want ook hij, ging zich verraden,
Want ook hij, hij kon niet langer
Veinzen en de smart verbergen,
Waar zijn ziel was meê belaan.
Toch, maar laat reeds in den avond,
Klopte Frans bij haar weer aan.
Wellicht dat zij hem nog wachtte,
Want zij zat nog stil te weenen
In dit nachtlijk uur
Vóór haar doovend vuur.
't Klein geschenk lag op den schoorsteen
Open en toen Frans hij toeval
Er den blik op sloeg,
Zag hij dat het gouden lijstje
Niet meer 't beeld van Frits bevatte,
Maar zijn eigen beeldtnis droeg
Hemel gilde Frans verwonderd,
<t Mina, zeg mij, wat beteekent
Zulke gril, zoo 'n dwaze daad
Wat heeft toch u Frits misdreven,
Voor dien hoon en voor dien smaad
Laat me, sprak ze, en zij stopte
"t Doosje vluchtig in heur keurslijf,
Laat me, vraag mij niet waarom ik
Uw portret voor 't zijn verkoos
Vraag niet verder, want mij dunkt mij
Ik verdwaal, 'k word zinneloos.
<i Zinneloos! riep Frans verlegen,
Zinloos, gijo neen, dat niet
Mina, maar gij hebt verdriet.
Frans, o ziet, begrijpt gij nimmer
Sprak ze vol van geestvervoering,
it Voelt ge niet dat zulk een leven
Onverdraaglijk wordt
Dat het ons als in een' afgrond
Der verlwijfling nederslort
Voelt ge niet dat ik u liefheb,
Dat mijn leven slechts een logen,
Slechts bedwang is die mij martelt,
En van minnegloed
Mij verkwijnen doet
En zij sloot haar mollige armen
Om zijn hals en liet haar hoofdjen
Op des jonglings schouder zakken
Die, verrukt,.verdwaald, ontsteld,
Bibberde ais een zwakke kranke
Die het vuur der koortse kwelt.
TI.
Nadat beider zielsaandoening
Die hen schokte, wat bedaard was,
Rukte hij zich uit de omarming-
Van het weenend meisje Tos
Dan, zichzelven weer vermannend,
Schoon hij op 't gelaat de blos
Van het schaamrood voelde klimmen
Deed hij Mina op een sofa
Plaatse nemen en hij knielde
Voor haar neèr
En met schier onhoorbre stemme
Blies hij 't leevend woord zoo teêr
Zoetjes thans het oor haar in
Mina, Mina, 'k min u, 'kmin...
0 mijn God! riep't maagdelijn,
Weer hem naar het harte springend,
a Zou het waar zijn, is het mooglijk,
Dat ik na zoo bittre smarten
Nog gelukkig kunne zijn