Briefwisseling der Toekomst. Kathol ij ke hardnekkigheid. Oorlogsberichten. BURGERSTAND Huwelijken Sterfgevallen. lerd en met veel geestdrift bejegend. Wat a! schoone stem- men, wat a! kunde, wat ai schoone muziek en alles met eigene elementen die nog het schoonste van al is. Zulk eene maatschappij bezitten is een rijkdom voor eene stad, voor al het aangename en het goede dat er van te ver wachten is. Het bestaan er van tegenwerken zou eene heilig- schending zijn Laten wij onze pogingen samenspannen om door alle middels de KoormaStschappij te ontersteunen en aan te moedigen, wij zullen eene krachtdadige hulp vinden in den man die met zoovee! moed en gepastheid aan haar hoofd staat. Ten slotte mogen wij met de hand op het hert herhalen dat wij sedert lang geen geestigeren nog aangenameren avond doorgebracht hebben. Wij vernieuwen nogeens onze bedan kingen aan aide heeren liefhebbers en bijzonderlijk dezen die ons le chant de Charlemagne en de Kattenvrijdgie (surprise) voorgedragen hebben, benevens nog de quatuor [de Vopéra sans paroles). De andere stukken verdienen even veel lof; maar de plaats ontbreekt ons letterlijk. Serenade. Vrijdag avond heeft het muziek van 't 4e regement eene serenade gegeven aan de heeren Burg meester, Senateur Mazeman en den Plaatsbevelhebber. Vcrtattniiig «les» TIaasnsche Stei*. Wij ne men met voldoening een artikel over dat wij aantreffen in het Advertentie-Blad van Veurne over de veetooning der Viaamsche Ster aldaar gegeven De goede faam die de leden der Viaamsche Ster was voorgegaan, moest ongetwijfeld zondag lest een talrijk pu bliek tot de loooeelvertooning uitlokken, en deze hoop heeft zich ten vollen verwezentlijktde schouwburgzaal was letter lijk vol. In het eerste stukje Raad en Daadtroffen wij, behou dens de reeds gunstig gekende tooneelliefhebster, Mevrouw. Apers-Ghysbrecht, een jongeling aan Mr. E. Devveerdt die, in zijne rol van Vincent, blijken heeft gegeven van eenen goeden aanleg en vvien wij den besten voortgang wenschen. Fretje- rik heeft zijne rol wel volgehouden. De. notaris zag er een sta tig man uit op de hoogte zijns ambts. Kevelaars toonde zich te bedaard. De samenkomst der twee boeren: Peeter Lange- nakker met Dries Gaüebaert, in het kantoor van den notaris, was den liefhebber van lachen niet onwelkom. Hun natuurlijk, ongedwongen spel, maar vooral hun boerenlied op de wijze van Nelson gezongen, heeft het publiek in zulk eenen luim gebracht, dat dezen met moeite kon bedwongen worden. Andere belangen ons voor het opvoeren van het stukje Zonneschijn nu Regen elders geroepen hebbende, zijn wij verhinderd geweest hetzelve bijlewonen. Naar de denkwijze van deskundigen, die daar bij tegenwoordig waren, is dit tooneelstuk met de gewone treffende hoedanigheden der Ster relingen niet uitgevoerd geweest, en den uitslag schijnt van benedon alle verwachting. Liet de keuze van het vorig stukje te wenschen over, zoo beviel de Belgische Vrijschutter of de verbroedering onein dig meer, dit werd mei het grootste genoegen wedergezien, en mag als het beste van den avond doorgaan. Een buitenge woner. drift en samenhang heerschte gedurende geheel den gang van het stuk, en wij hebben hier geen zweem van ver flauwende aandacht op het gelaat der toeschouwers bemerkt. De Partisan of de Belgische Vrijschutter en de tooneeliiefheb- ster even als de Belg en den Hollander, hebben hun zeer lof felijk van hunne moeijelijke taak gekweten. Men moet oogge tuige geweest zijn om te gelooven, dat het bloed dat zoo hevig bij deze twee leste, naar zoo eene bitsige redetwisting, in hunne aderen stroomde, zoodanig kond verkoelen, dat zij door eene wederzijdsche omhelzing verbroederden. De gram schap van den Hollander was ten hoogsten, als wanneer de Belg hem het woord van Jantje Kaas toewierp. M.r Bruyneel in de rol van Hendrick heeft het zijne goed bijgebracht om den gewenschten samenhang te behouden. Op het einde van dit stuk zijn alle de uiloeffenaren op het tooneel terug geroe pen geweest. Na de vertooning de verbroedering tusschen de maatschap pij van Veurne en de IJp'erlingen was zoo zij altijd bij de re derijkers is: Viaamsch en vaderlansch,'t Was een weinig meer ais 4 ure als men scheide en elkander de aangename spreuk toezeide: Tot op een ander maal. Een liefhebber. Van stén ft November tot sïcaa 18 November. Brunfaut, Augustus, zonder beroep, en Liebaert, Emma, zonder beroep. Bourdeand'buy, Petrus, daglooner, en Vermeersch, Emerantia, kantwerkster. De Zwarte, Petrus, dienstknegt, en Swekels, Leenia, winkelierster. De Sau- wage, Carolus, marktkramer, en Devvilte, Bibiana, herber gierster. Demoor, Emiiius, 13 jaren, Serjant-majoor bij liet 9C Reg' linie, Recollettestraat. Wijekhuyse, Petrus, 72 j., fabri kant, echtgenoot van Theresia Noliet, Goude-poortestraat. VandenWynckel, Coiomba, 68 j., zonder beroep, echtgenoole van Gonstantinus Gruuièr, Boilings taat. David, Barbara, 6p j., dienstmeid, ongehuwd, Grootemarkt. Bulke, Joan na, 78 j., landbouwster, weduwe van Petrus Sleinbrouck, Sl Jacobs-nevens-Vp re. Poperinghe, 25 November 1870. Wanneer wij getoond hebben op welke wijze de swatelaar van het Nieuwsblad in al zijne aanhalingen nopens het Staatsonderwijs zich zalven logenstraft, en met welke kwaad- trouwige lasteringen hij zijne tegensprekers vervolgt, wij meenden dat hij op onze latijnsche teksten ten minste een vvoordetje van verschooning zon gevonden hebben,of in zijne lasterzucht een weinig, bedaarder zou geworden zijn maar wij zijn in onze verwachting bedrogen geweest. Wel wetende dat zijne dupen, aan wie het verboden is de Toekomst te le zen,geen de minste kennis hebben van onze wederleggingen, bij laat dezelve met de voorzichtigste stilzwijgenheid vallen, en gaat met meer en meer hardnekkigheid voort in zijn syste- ma van Basile,e\en alsof wij op zijne voorgaande lasteringen niet het minst hadden weten te zeggen. O 't is alzoo dat hij, enkelijk voor het plezier van te mogen herhalen hoe veel, volgens zijne eigen kunstige berekening, het stedelijk Kollegie van IJperen aan de lastgeldcrs kost, ons verantwoordelijk maakt van eene polemiek die wij nopens dit Kollegie zouden aangegaan hebben. En ziet eens, wel ke stoute logentaal wij hebben noch van dit gesticht, noch van deszelfs onkosten niet een enkel woord vermond,en de onbeschaamde sukkelaar, om dat hij alleen gelaten is in zijn gejammer over die kosten, zou willen door middel van eenen leugen aan zijne arme praats het belang geven van eene polemiek Maar ziet gij niet, onnoozele prulleman, dat alle redelijke mensch, bij het aanhooren van uwe redeneringen, de schou ders optrekt en genoeg verstaat dat al uwé vertelling no pens vermeld Kollegie niet anders zijn dan predikatiën voor uwe kapel? Iedereen weet toch dat de geestelijke Ko 1 gien niet meer kunnen tooveren dan de wereldlijke, en dat de kost gelden van de Bisschoppelijke Scholen, ofschoonop eene ver wijderde of zijdeüngsche wijze bijeen vergaderd, zoowel door de schatplichtigen afgedragen zijn als die der wereldlijke. Iets dat zeker is, 't is dat noch de Paus, noch de Bisshoppen niet een duit van die onkosten uit hunne eigene beurs beta len, En indien uwe hardnekkige strijd tegen het Staats- of Ge meenteonderwijs geene winkelspekuiatie ware, waarom hadt gij moeten, na deszelfs onkosten beknibbeld te hebben, hier bij voegen datEskulap, de verdediger van dit onderwijs,even als Alberto Murio, den priester, den Godsdienst en den cate chismus uit de scholen wil bannen Is het niet om nogeens door die lastering aan de eenvoudige ouders wijs te maken dat de christelijke leering in de wereldsche scholen verzuimd is, en om alzoo hunne kinders naar de geestelijke Kollegien te trekken Al wat wij hierop bij eigene ondervinding kun nen zeggen, 't is dat het Godsdienstig en zedelijk onderwijs, welke de priesters in de wereldsche scholen weigeren te ge ven, in deze laatste beter en zorgvuldiger opgepast is dan iu de Bisschoppelijke gestichten, en dat een wereldlijke leeraar ten minste zoo veel bekwaamheid heeft om den cathechismus te onderwijzen als eeu niewbakken abbétje om grieksch en latijn te onderwijzen. Escidap de ter Sluis. •k EENE ZITTING VAM ONZEN GEMEENTERAAD. Maandag laatst hebben wij eene belangrijke vergadering gehad van onzen Gemeenteraad. Zij had voor dagorde de goedkeuring van de rekeningen der stad, der Hospicen en des Bureels van Weldadigheid. De rekening der stad werd met eenparige stemmen goedgekeurd, die der Hospicen werd insgelijks, na eenige opmerkingen, eenparigiijk aanveerd maar die van het Bestuur van Weldadigheid werd het voor werp van zoo eene hevige woordenwisseling tusschen M. Van Merris, M. Devos en andere leden, dat men genoodzaakt is ge weest de zitting op te schorsen en de beraadslaging over deze laatste rekening lot eene andere vergadering te verschuiven. De rekenschap van het Armbestuur was nogeens dezeifde rimram van de voorgaande jaren eene massa leveringen zonder aanhestediging, eene geiduitgaaf van 6 of 8,000 fr. waarvan men door geen de minste nota het gebruik kon be wijzen, eene rekening, voor'levering van medicamenten aan debehoeftige .-zieken die men eene ware apotheker srekming mag noemen, en de handlegging'op eene stadssubsidie tot het aanvullen van den gewoonlijken déficit. Reeds sedert verschelde jaren had M. Van Merris dé aan dacht van den Gemeenteraad ingeroepen op deze onregelma tige bestaanwijze en de leden van het Armbestuur aangewak kerd tot eene rechtzinnige spaarzaamheid, namentiijk door de aanbesteding der noodige leveringen en door hel onderzoek der jaarlijksche apothekei'srekeoingenmaar hij is in zijne goede voorstellen niet aanhoord geweest. Nochtans men voorziet zich uit spaarzaamheid van een grooten voorraad van koekenpoeder en men doet geheele tonnen traan op in plaats van kabeljauwleverclie huite de foie de morue), waarom tracht men geene' spaarzaamheid te doen op andere geneesmiddels, zonder daaroor tot de geringe hoedenigheden zijnen toevlucht te moeten nemen 't Geen men nu langs den eenen kant wint is langs den anderen kant verturluit. 'tls' 'om.dat M. Van Merris zelf in al die aardige rekeningen te veel geroerd heeft dat hij de zenuwen ontsteld heeft van sommige katholijke leden die niemand willen veroordeeien zonder een wedersprakig onderzoek. De discussie werd ge sloten op een voorstel van M. Berten strekkende om deze kwestie aan het onderzoek van eene bijzondere commissie te onderwerpen. Wij zullen later den uitslag van dit onderzoek laten ken nen. X. De gebeurtenissen in en rond Parijs leveren niets belang rijks op; alles is er rustig. De Pruisen verwachten binnen kort üe overgaaf van Parijs men aanziet dezelve als zeker. Hoe het zij, de voorraad moet er snel verminderen: volgens eene korrespondentie is het ratioen vleesch op 50 gram ver- mindird; het zal duren tot 1 December; paarden en gezouten vleesch kan gerekt worden tot het einde van het jaar. Brood kan er zijn tot het einde van Januari. De meerderheid wil den tegenstand volhoudende minderheid, de kalme menschen, zouden zich willen overgeven. Wordt echter het zuidelijk leger geslagen, dan zou er een overgrooten uitval plaats heb ben, na welken men zou kapituleeren. Er Lo nen uit verschillige punten tijdingen toe over kleine gevechten, waar alsnu de Franschen, alstoen de Pruisen vik- torieus blijven, maar die geene beslissende gevolgen opleveren. Dreux is door de Pruisen bezet. Een uitval uit Beifort op Bessoncourt werd door de Pruisen a geslagen; te Mezières werden de Franschen ingsgelijks bij enen uitval teruggeslagen, zij richtten eventvvel groote ver liezen in de vijandelijke gelederen. La Fère is geblokkeerd en de Pruisen zijn begonnen er houwitsers in te werpen. Hut garnizoen levert aan de belege raars veel werk op. Te Bitsche zwijgen de kanons van weerszijden en men ver mijdt een nutteloos bloedvergieten. Thiotiville wordt gebombardeerd. Uit Rijsel, 21 November, meldt men dat er voor 't oogen- biik geen nieuws is op de grenzen van het iioorder-departe- merit, maar dat er te St- Quentm priiisische verkenners zijn verschenen. Een trein is dien dag nog uit die plaats aangeko men. Hij zal waarschijnlijk de laatste zijn die uit St-Qeuntin arriveert. De Voorraad te Rijsel. In de laatste zitting van den stede lijken raad van Rijsel, heeft M. Verly, een der leden, in naam zijner kollegas het woord gevoerd en in het vooruitzicht dat de stad door de pruisische troepen zou belegerd worden, aan den mair gevraagd, of hij eenige inlichtingen kon geven, op welke door de bevolking aangedrongen wordt, en die zich vruchteloos tot de municipale raadsheeren wendt. De mair heeft niet geaarzeld het volgende bekend te maken Het municipaal bestuur heeft de bevoorrading der stad, niet alleen van kooni en meel, maar ook van rijst,, gedroogde groenten, koffie, zout, steenkolen, enz. voor langen tijd ver zekerd. Het zout, onder ander, is door schuiten aangevoerd. Een koopman heeft den aanvoer van twee groote schuiten mais in magazijn gelegd, in lokalen welke door de stad gele verd zijn. Eeu groot getal landbouwers hebben zich verbon den kudden ossen en schapen aan te voeren. Een enkel van hen heeft 700 ossen en 20,000 schapen ter beschikking van de stad gesteld. ii Van zijnen kant heeft het bestuur van oorlog zich in staat gesteld, om ruimschoots in de noodwendigheden van het garnizoen te voorzien. In t oogpunt der verdediging blijft er niets te wenschen over. Er zijn aanzienlijke werken aangelegd op de punten welke de slad bestrijken. De wapening is ontzaggelijk; dezelve is onlangs volledigd, door een groot getal, stukken zee-ar- tiii- rie, welke tot op eenen afstand van 9ooo meters schieten. De arsenal ïi zijn met krijgsvoorraad opgevuld, In een woord, Rijsel is voor een langdurigen èn-krachtdadi- gen tegenstand gereed en zal dezen ook bieden. TclegpaËeke 2§si»Icïs1esa. Luxembourg, 24 November. Men verzekerd dat. fhiohville dezen niorgend gekapituleerd heeft, na een gevecht, dat 11 uren geduurd heeft. Tours, 24 November. Het léger van den hertog van Mecklemburg zet zijnen tocht op Mans voort; het is 5o kilom. der stad verwijderd. Rijsel, 24 November. De vijand is uit Rocroy, Rumigoy en van voor Mezières verdwenen. Een pruisisch korps van 30,000 man is Zaterdag, Zondag en Maandag door Soissons getrokken zich naar Amiens be gevende. Generaal Maateuffel rukt op Rouaan, Amiens rechts laten de liggen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 2