Stads Nieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
Vcrschillige tijdingen.
En schreeuwen de klerikale bladeren van eer zij
geslagen worden, onze liberale vrienden moeten
hun redenen geven om te schreeuwen.
Het land rekent op de krachtdadigheid hunner
houding: vond het Land zich in zijne verwachting
bedrogen.... allo! dan maar wierook branden voor
Langrand en zijn bende. (Stad Gent).
BURGERSTAND
Sterfgevallen.
L-jS^JÜ-
IJperen, 4 November 1871.
Eene der achtbaarste familjen onzer stad komt een
i harde schok te ondergaan.
Mevrouw Leopold Merghelynck, 's winters te Brussel haar
verblijf houdende, is aldaar den al October overleden.
Het is te hopen dat dit afsterven de lange lijst zal sluiten die
sedert eenigejaren als 't ware met eene onverbiddelijke vol-
herding als een noodgeheimop deze zoo in stad geëerbiedigde
familje schijnt te drukken
De afgestorvene overleefde maar een vijftal jaren haren ge
maal M. Leopold Merghelynck, die een zoo gezegende nage
dachtenis in onze stad gelaten heeft als goede burger en
volmaakte bestuurder. Zijne weduwe was van een engelach-
tigen inborst en de arme ongelukkigen zullen in haar een
groote troost ontbeeren.
De achtbare afgestorvene werd in 1820 te IJperen geboren,
zij is dochter van M, Carton, oud-burgemeester der stad, en
zuster van den vorigen commissaris van 't arrondissement M.
Henri Carton; zij laat twee zonen achter, MM. Ferdinand en
Arthur Merghelynck. M. Ferdinand Merghelijnck is advokaat
bij het Hof van Beroep te Brussel.
Hare begraafnis had plaats Zaterdag 4 November. En de
lijkstoet, was samengesteld uit al de klassen onzer inwoners
en nog een oneindig groot getal vreemdelingen. Die over-
groote menigte getuigt genoeg hoe veel smert in iedereens
boezem woelde en wat deel zij nam in den rouw die over de
achtbare familje der afgestorvene hangt.
Leger. - Door ministerieel besluit zijn 11 luitenanten
•aangenomen om bij de oorlog-school te gaan, onder welke
namen wij een onzer stadsgenoten aantreffen deze van
M. Hanssens, luitenant bij het 11" linie.
Schoonc Kunsten. - Reeds hebben wij ver
schelde malen gelegenheid gevonden te spreken over onze
ijpersche artiesten die gewrochten hebben in de Tentoonstel
ling van Gent. Hieronder laten wij volgen een uittreksel uit
den Journal des Beaux-Ar Is
M. Böhm. Classiek en zuiver.
M. Ceriez heeft groote voortgang verwezentlijkt. Het
scheelde maar weinig of zijn Duo onder Lodewijlc XIII was
volmaakt, hetgeen zou zijn ware het geheele meer vlokachtig.
Dit ter zijde men kan niet dan goed zeggen over de schoone
en levendige figuurtjes van deze schilderij, eene der schoonste
van dezen schilder. liet Kegelspel schemert een weinig van
kleur en het is jammer, want men vindt er eene levendigheid
en zuiverheid der lucht geheel gelukkig bekomen. De Oud
heids-liefhebbers, alhoewel in het zicht zeer aangenaam, zijn
te gemallig. In den Wildkoopman, vindt men M. Ceriez
onder een heel anderen dag beschouwd. Hij schept moeilijk
heden en weet er van een tesamengezet lichteffekt te zoeken,
zonder zijne tijpen te verwaarloozen die naar de natuur ge
nomen in gemak en aangenaamheid overtreffen wat men tot
heden zag. Het onderwerp, zeer prosaïsch, is door den
schilder verre gebracht, en het toont ons aan wat men van
M. Ceriez te wachten heeft in eenen trant waar, de snoerkoor-
dekéns der kunst versmadende, men moet voorzien zijn van
eene dosis kennissen en moed bij alle genre-schilderingen niet
altijd noodig.
M. Coppieters. Een schoon motief met smaak samengesteld
en gezocht in eenen hof te Rome. Dit is geschilderd met veel
licht en met een echt kunstenaarsgevoel.
van den 27 October tot den 3 November,
ri'DnnnTra Mannelijk geslacht 8)
GEBOORTEN Vrouwejijku - .-j te zamen, 13.
Kyndt, Octavia, 8 jaren S' Nicolaus-nevens-Ypre,
Bosch, Regina, 74 jaren, kantwerkster, weduwe van Francis-
cus Tourlouse, S' Nicolausstraat. Dejonghe, Isabella, 79
jaren, kantwerkster, ongehuwd, Bollingstraat. Broers,
Maria, 32 jaren, zonder beroep, echtgenote van Aloïsius
Struye, Rijselstraat. Fagel, Petrus, 18 jaren, zonder be
roep, ongehuwd, Hondstraat.Petillion, Josephus, GO ja
ren, kleermaker, weduwaar van Virginia Vanneste, S' Nico
lausstraat.
Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht, 1.
Vrouwelijk idem, 2. te zamen 3.
Wervick, den 28 October 1871.
Mijnheer Hoofdopsteller der Toekomst,
Een plaatseken in my .geëerd blad, als 't u belieft.
Het schijnt dat ons artikel van Zóndag laatst meer dan door
het vel gedrongen is vau den fameuzen korrespondent van het
vlaamsch katholijk blad van IJperén, want hij zich zoo bloe
dig kwaad maakt De vlaamsche taai is niet krachtig genoeg
om zijne woede uit te drukken hij gebruikt caserne fransch
<i Ldclie! Idche calomniateur
«i Lache calomniateur hoe vindt gij het, lezers
Met zijne misplaatste Woede, verraadt hij één dingen, het
is dat ons artikel van top tot einde waarheid was, zonder dat
hij zou zich zoo kwaad niqt gemaakt hebben. Kan men
zich stooren aan yalsché woorden"? en het is juist daarom wij
den beminnelijkeri köiTespónderit van 't Nieuwsblad verwitti
gen dat zijne lasteringen ons nooit gestoord hebben noch
kunnen stooren.
LAche culomniateutzegt hij, en zijn artikel 182 re
gels beslaande bevat 18%lasteringen tegen iemand die hij in
zijn bestaan poogt te krenken. Zijne lasteringen zijn zooveel
té kwaadtrouwiger tiaar zij, met den onderdaan aan te vallen
den meester tracht'ën té behadeetigen in de algemeene ach
ting; zijne zinspelingen jzijn te plat om ons niejfdnidelijk aan
te wijzen waar zijn doel ligt. Omdat wij C. L. teekenen,
neemt hij het recht iériiatvd te belasteren wiens naamletters
misschien C. L. zijn. Dit zijn wederom van zijne jesuite-stre-
ken 1
En nu, daarmede genoeg, de admirabele korrespondent
van 't Nieuwsblad ziét Wel dat hij ruiten uit zijne eigene
vensters verbrijzeld heeft.
Ter zaak dan Wie bedoelt bij toen hij de verdediging nam
van een zoogezegden onlschuldige, en hinstdien de Langran-
disten zoo duchtige kaakslagen toebracht
Wat moet er geantwoord worden? moeten wij sommen en
eigennamen noemen slim De tijd en de rechtbanken
zullen de Langrand is tenon (maskeren.
Het moeten daadzaken zijn, zegt hij waarom verduiveld
zou hij zich zoo gram gemaakt hebben, waren er geene daad
zaken vermeld geweest? Wij vergeven hem zijne lache en
lache calomniateur, het zal ons misschien later gegeven zijn
den politieken man te noemen. Laten de Kamers zich openen
en de daadszaken alsdan vastgesteld, de Lahgrand's mannen
moeten maar zien dat zij zich er uit trekken.
Intusschen hetgeen \yij geschreven hebben staat daar voor
de oogen der huigelaars als een merkteeken dat in de ziele
print. C. L.
Poperinghe, 31 October 1871.
Het verslag dat wij-Zondag laatst gegeven hebben van de
vertooning der Roeijscfa' Barbaristen, onvolledig geweest
zijnde om dat de namén of voornamen van sommige tooneel-
spelers ons niet wel bekend waren wij bevinden ons
verplicht, op dat onze palaténheid niet als eenen misslag of
als eene partijdigheid door het publiek zoude aanzien wor
den, van aan die verdienstelijke kunstoefenaars het recht
te doen wedervaren dat hun toekomt in de lofspraak die wij
van Mevrouw Versluysseen M. Reniere gemaakt hebben. Het
is dan met voldoening dat wij denzelfden lof toezwaaien aan
deheeren Alphons Schemer, Jules Devos, Jules Verbouwen
en Victor Baulden wier melding ons Iaatstmaal onvrijwillig-
lijk ontsnapt is. Dat die-jongelingen onze gelukwenschingen
ontvangen als eene welverdiende hulde hun toegekend door
alle tegenwoordige kunstminnaars, die niet min hunne vol
doening uitdrukken aan den soufleur over de zorg die hij
gehad heeft van zich min te laten hooren dan in de voorgaande
vertooningen op de banken van het publiek.
f
Wij vernemen met voldoening dat de aloude maatschappij
van Rhetorica gezegd de Langhoirs Victorinnen, die in de
16° eeuw, gezamenllijk met Heer Gibben, hier kampte voor
wetenschap en beschaving onder de zinspreuk: Victores
reddet spiritus (de geestkrach zal hen doen zegepralen),
voornemens is hare toonéeloefeningen binnen kort te herne
men. Wij twijfelen niet dat dit kunstgenootschap, na, door
eene inwendige schetiring hare vertooningen gedurende
verscheide jaren opgeschorst te hebben, al de sijtnpathie wel
ke zij voorheen bij lift; liberaal publiek genoten heeft, wel
haast zal herwinnen..™..,
r.L -
Wanneer w ij over veertien dagen de schreeuwende partij
digheid schandvlekten'waarmede de kalholijke meerderheid
van onzen Gemeenteraad den voorkeur gaf aan eenen vreem
deling tot het vervullen der plaats van hulponderwijzer in
onze Gemeenteschool, welke plaats door een verdienstelijken
kandidaat van Poperinghe gevraagd werd, w ij meenden dat
er, om zoo te handelèn, groote redens moesten bestaan die
ons misschien onbekend waren, en wij hoopten dat onze stad-
huisheeren, of de schuifelaars die hen doen dansen, over die
onverstaanbare daad ons eenigen uitleg of eenige stof tot
discussie zouden geven.
Inderdaad, wij zijn in onze verwachting niet bedrogen ge
weest. Eene antwoord is ons toegekomen door middel van het
Nieuwsblad. Maar, even alsof onze tegenspreker over zijne
onbeschoftheid beschaamd ware, hij verduikt zich, gelijk een
kwaaddoener, in de onzienbaarste plaats van dit modderblad,
waarin wij dien naainloozen lafaard slechts bij geval ontdekt
hebben.
Ziehier die schoone antwoord
Eskulap isdul omdat Van Merris' kandidaat naar
de mane gestemd is. Maar hij zal hierin, gelijk in veel
andere dingen, zich zeiven moeten paaien.
Daar is de uitlegging van de schanddaad die wij Iaatstmaal
aan het oordeel van het publiek overgeleverd hebben
Zoo men ziet, de noodzakelijkheid van zich zeiven te
paaien is een argument boven alle argumenten, weerdig van
mannen die, omdat zij door den invloed van onfaatbare kie
zersdrijvers op het stadhuis zetelen, meenen aan niemand re
kening van hunne akten te moéten geven.
Nogtans dit argument bevat veel meer dan men zou denken.
Zijne duisternis verdwijnt zoo haast men acht slaat op den
naam van M. Van Merris. De korrespondent, zonder te willen
voldoening geven aan onze nieuwsgierigheid, verraadt zich
zeiven, en laat zeer duidelijk verstaan dat de kandidaat van
Pogeringhe niet ganveerd is geweest ©m dat hij aanzjen
was als de kandidaat te zijn van M. Van Merris.
M. Devwas niemands kandidaat,en werd door niemand
anders voorgedragen dan door zich zeiven en door de wel
sprekende getuigschriften van zijne bekwaamheid. Maar zoo
verre gaal de baatzucht der katholijken dat men zelfs niet
mag verdacht zijn in de gunsten te staan van een liberalen
weldoener indien men eene openbare 'bediening wil
bekomen. Zij zouden de belangen van eene gansche stad en
van het land zelfs slachtofferen aan de voldoening van hunne
iieerschzucht in alle vakken van openbaar bestuur.
Daar is de rechtveerdigheid en de onpartijdigheid,geschre
ven in het katholijk programma onmiddelijk na den val van
het. liberaal ministerie. Daar zijn de princiepen van billijkheid
welke onze katholijke kopstukken zoo vuriglijk toejuichten.
Maar het is niet al. Het schijnt dat de -vreemde kandidaat,
dien men zegde voorgesteld te zijn geweest door M. Gapelle,
geen de minste intentie had van Walou te verlaten. Men heeft
hem gaan opzoeken in zijn dorp, en hem opgemaakt om zijnen
post aldaar te ontzeggen, ten einde eenen neus te kunnen ge
ven aan de voorslaanders van het officieel onderwijs. Indien
dit waar is, men moet canaille zijn om zoo te handelen.
O kiezers, hoe lang zult giju nog laten foppen X.
Spotnaam gegeven door een onfaalbaren pape...gaai
aan den korrespondent der Toekomst.
Wervick, den 2 November 1871.
Mijnheer,
De heeren die schrijven in het ijpersch schandaalblad kijken
waarlijk in hunne hand niet om alzoo een heele politieke par
tij in eens uit te schelden voor communemannen en petro-
leurs
Te Wervick is er op eenen Zondag morgend bestatigd ge
weest dat eenige straatschenders de voormuren van het huis
van den policie-commissaris met onnoemelijke vuiligneid be
klad hadden.
De schrijvers van de schoone artikels in het Nieuwsblad
aarzelen niet de liberalen te beschuldigen Zulke walgelijke da
den gepleegd te hebben door mannen uit te zenden (Liberale
uitzendelingen) om het feit te plegen 1
In hunne vorige nummers schreven zij eenen heer uit Wer
vick C. L. toe, dat hij een Idche calomniateur was omdat er
een artikel met C. L. onderteekent op den politieken grond
eenen man ontmaskerd had om halt te stellen aan kieswerkin-
gen die voor de aanstaande worsteling door de catholijken in
het werk gesteld zijn. Wij antwoordden en beweezen dat zij
de ruiten uit hunne eigene vensters verbrijzelden. Ons ge
zegde komt zich verwezenlijken. Wie geeft hun het recht,
zulke schanddaden, zonder bewijzen op de liberalen van Wer
vick te leggen Wij hebben zooveel recht te zeggen dat het
de catholijken geweest zijn, om schandaal te maken én redens
te zoeken waar er geen bestaan
Wie waren het die, over eenige jaren, den gevel van het
huis van den vorigen liberalen burgemeester besmeurden?
Over eenige dagen nog, wie besmeurden de voorgevels der
woonsten van 5 eerlijke liberale burgers - Zijn het libera
len of catholijken geweest Wij belichten niemand, alleenlijk
zeggen wij dat zulke vuiligheden geene partij aangaan en dat
hij alleen een lache calomniateur is, die zulke daadzaken,
om gelijk te halen, op de schouders van zijne tegenpartij wilt
leggen 1
Waren het liberalen die kalsijsteenen uitdeden om naar den
kop te gooien van den beschermeling van het Nieuwsblad
vóór hij kazak gekeerd had Allo toe, schandschrijvers
van t ijpersch vuilblad, bekent dat gij nog eene beestigheid
gevoegd hebt bij de talrijke lijst uwer beest-artikels.
Wervicksche kiezers, doet uwe oogen open, al hun lawijt
is komedie tégen de aanstaande kiezing. C. L.
en.
--- Pater Smaelen, voortijds advokaat te IJperen, gaat ge
durende de octave der Geloovige zielen te Dixmude prediken.
Wij lezen in een dagblad van Verviers, van 26 October-
it Wij hebben gisteren in onze statie een stoomtuig gezien
bestemd om op de gewone wegen andere rijtuigen voort te