VAN IJPEHEN. 4 FRANKEN JAARS V «>§5. Tioiule Jaar. Politiek. Stadsy- Kunst-en Letternieuws. A erscliillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. WANDEL-INDRUKKEN. VOOR IJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 eentimen den regel. Reklamen: 25 centimen. saaszz ZONDAG, 26" NOVEMBER 1871. MBSatSSm Bureel: Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. Met 59 tegen 35 stemmen heeft de Tweede Ka mer der Slaten-generaal de afschaffing van het ge zantschap bij den Paus gestemd. De Fortschritts partij te Elbing heeft bij den Rijksdag een adres ingediend ten verzoeke om op heffing der Jesuieten orde in Duischland. Berlijn. 19 November. Hetduitsch Parlement heeft in zijne zitting van heden, het voorstel van Beieren aangenomen, strekkende om de geestelij ken, schuldig de openbare rust te stooren, met de gevangenis te straffen. Madrid, 18 November. Ten gevolge van het in aanmerking nernen door het Congres des voor stels van M. Óchoa, betrekkelijk de herstelling der klooster-orders, heeft het ministerie zijn ontslag ge geven. De koning heeft de voorzitters der Kamers ge roepen. Men gelooft dat het ministerie het gezag zal behouden, zijne samenstelling wijzigende. Wij vinden in den Journal des Dêbats, dat M. Valentin, generaal der republiekeinsche garde zou benoemd zijn; hij zal twee legioenen onder zijne bevelen hebben, elk door eenen kolonel aangevoerd. In Oostenrijk wordt de toestand meer en meer verward en het is moeilijk te voorzeggen hoe de krisis zal eindigen. De koning van Italië wordt overal in Piome geest driftig toegejuicht. Het schijnt stellig dat het minis terie eene wet zal aanbieden al de kloosters in Rome afschaffende. De Paus zou alsdan Rome verlaten. De Echo du Parlement komt de briefwisseling van den heer Brasseur melde roomschen Graaf Lan grand aan zijne lezers mede te doelen. Het is niet gelooflijk tot welke kuiperijen deze mannen hunnen toevlucht genomen hebben om hetgeen zij noemden de inademing der kapitalen, te kunnen verrichten; in al hunne brieven is er weinig of geen melding gemaakt van de middels om der geleende sommen een nuttig gebruik te kunnen maken; maar wel welke traktementen,vergoedingen, reiskosten, enz., de gekochten leeraar er uit zou recht hebben te trekken. Deze briefwisseling bewijst verders hoe M. Brasseur de raadsman, de vertrouwde en het werktuig van den schork Langrand is geweest om de spaarpenningen van zoo menige ongelukkigen te kunnen inpalmen. En het is dien zelfden Brasseur waarvan de kie- ricaieo een volksvertegenwordiger, en de kamer zelfs, een lid der kommissie van finantien heeft ge maakt Arm België! tot zijl gij gedaald welken trap van vernedering SCHREEUWEN MAAR! De klerikale bladen schreeuwen al langs om harder, nu dat ze gevoelen dat heel België, dat heel ons dierbaar vaderland getuige zal gemaakt worden van de schandalige'dieverijen der Langrandisten. 't Is hun een knagenden worm, aan de mannen die 't geld van den kleinen burger zoo onbeschaamd inslokken, een knagende worm die hun altijd is bijgebleven, die ze wel getracht hebben te ver moorden maar dat en kan niet vermoord wor den, de wroeging van eene misdaad te hebben be gaan. Dat en kan niet tot zwijgen gebracht worden, dat geweten dat luider spreekt, veel luider en veel inniger, dan de klank der oneerlijk gewonnen goudstukken. Ja, men beplaastert dat we! en roeptik ben een eerlijk man, ik ben arm, ik heb niets gewonnen met de zaken Langrand, ik ben appauvri. IWAT OMGAAT. 2. O STRAAL DER HOOP. BIJ DE PÜINEN. ÜH&W«HSSi Wat de bloem aan aridre bloemen zegt is wis een groet of lach hoe 't geheim dier sprake noemen, wie toch, die :t op aard vermag Wat zegt boomken in de weide, wat denkt 't viscken in den vliet, 't purper bloemken in de heide, 't windje dat door 't loover schiet Wat denkt 't groenend lisch in 't water, in der middagzonne zoen wat beduidt het zacht getater van de krekels in het groen En wat gansch natuur mag denken, wijd en breed ons voorgezet, is wellicht voor die geschenken tot den Schepper haar gebed O, wat omgaat hier beneden, of het klacht is, droom of wensch; dat bestond nooit in uwe redeq, tjdel, dom, verwaande mensch Weer gaan de roosjes open, met dropjès dauw hepereld het zonneken der lente, roept ze allen uit denstaap zij groeten 't licht der hope, zij wieglen op hun stengels, zij baden zich in zongloed, ais in een zee van goud Zoo wijkt in 't droevig leven de kommer en de weemoed door tranen en door zuchten breekt soms een glimlac dooh; naar 't stervende vioolken wordt de eèdle roos geboren, op 't graf ontluikt een bloemken de onsterflijkheid der ziel Wel mocht de lente vluchten, de zomerlust verzwinden wel mocht de Schepping weenen, die 't groene kleed verloor de straal der hoop doordringt weer 't gebroken hart der aarde met zongestraal, wiens glansen het levenslot verguit Zoolang die straal der Godheid op aarde neer zal dalen, en liefde en hoop zal strooien door zielpoëzij zoolang die straal zal glanzen, zal 't menschenhart gelooven, verlangen en genieten en minnen eeuwig jong O. Van l oude klooster blijft er niets meer over dan hier en daar een stuk graniet de zonne laaft en kust het klimop loover, dat tusschen 't steengruis opwaart schiet. Waar vroeger angelus, gebed en psalmen, wis ook de klacht van kloosterdwang, ten hemel stegen met de wierookwalmen thans klinkt er 's vogels mingezang Waar 't harte, dat het vlijmend hart doorgriefde, in eenzaamheid den vrede zocht, den jonglingsdroom vergat met lust en liefde en met erinringsspoken vocht Thans komt de jeugd er hand in hand gewandeld, van smart en lijden onbewust daar wordt van toekomst, samenzijn gehandeld, op 't heimlijk neen wordt ja gekust Waar meenge ziel, die bittre wanhoop wroegde, door hoeteplegen rust genoot waar twijflend hart om licht, om hope zwoegde, zich tusschen deze muren sloot i En over 't kerkhof, waar zoo meenge broeder zijn eigen groeve heeft geboord.,., drijft onverschillig thans een hoeder zijn kudde schapen traagzaam voort. Vervallen puin, abtdij,gij doet mij droomen aan de eeuw die u heeft voortgebracht, aan 't streng geloof, aan 't oud hoovaardig Rome, als gij gezonken in den nacht Luik, 1871. Victorien Vandc Weqhe.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1871 | | pagina 1