Stads Nieuws. Verschitlige lijdingen. VOORGEVOEL. Men weet hoe deklerikalen geschreeuwd hebben legen de wet op de studiebeurzen. Ze zijn nu aan het roer. Waarom en schalïen ze die wet niet af Dat heeft M. Rara Zaterdag in de Kamer ge vraagd. Hij zeide: Als de wel op de studiebeurzen eene dievenwet is, waarom behoudt gij die waarom stelt gij aan de Kamer niet voor, die te wijzigen Gij zijt zeker van de meerderheid te hebben. En M. de Theux Wij schaffen die niet af omdat gij die toch weêr in voege zoudt brengen, als ge weêr aan 't bestuur komt. Het zou de moeite niet weerd zijn. Wal een aardig antwoord. Echter we nemen het aan en geven aan M. De Theux gelijk, 't En zou inderdaad de moeite niet weerd zijn, want de dagen van het ministerie der zevcn-Malous zijn geteld. Als de wet op hel pensiocneercn der magistraten aangenomen werd, was het fanatiek lawaai nog er ger. Welnu, vraagt M. Bara, gij zijt nu de bazen, schaft dewetaf. 't Is heel gemakkelijk. Die gepen- sioeneerd is zal gepensioeneerd blijven en Iaat de magistraten, op wie nu de wet toepasselijk is of zou kunnen worden, voorlaan van de wet verschoond blijven. Niet te doen! De klerikale schreeuwers behou den de wet En die twee zaken bewijzen eens te meer wat aandacht men dient te schenken aan de klerikale declamaliën. BURGERSTAND Sterfgevallen. IJperen, 2 Maart 1872. Herberg den Zalm. Het Concert in den Zalm is maandag laatst allerlutslerlijk geweest. He voornaamste klucht- en romancen zangers hadden er zich rendez-vous ge geven. Het publiek was zienlijk te vrede over de heeren lief hebbers en het heeft zijne jonst ten profijte van den arme mildelijk gestort. Wat wij bemerkt hebben is dat hel vlaamsch element eene prachtige plaats ingenomen heeft op het programma. Dank aan die moedige vlaamsche jongens die het gewaagd hebben onze moedertaal op hare echte plaats te stellen. Wij zeggen op hare echte plaats, want waar wil men onze taal doen waar- deeren dan in openbare volksfeesten. Daar wordt ze volgens deining pakte de lichteen slingerde haar weder in de zee terug. Onverdroten hervatte hij zijne pooging naderde weder tot op vijftig vaam maar moest dan weer terug. En zoo ten derden, ten vierden, ten vijfden male! 't Helpt niet; hij komt er niet'l is uit met den armen Dries! liet zich eene grove stem hooren. Een lijn! een lijn! smijt hem een lijn toe! riep een ander. 't Helpt ook al niet; ze zal hem niet halen, zei de eerste slem. Ja, als een den moed had, om door de branding te zwemmen. Een lijn heb ik hier. Wie durf het? Ze stonden en keken uilkeken op den hopeloos wors tellende boot, op de woedende golven, niemand trad voor. 't. Gevaar van verpletterd, meegesleept, verzwolgen te worden was te klaarblijkelijk. Allen zwegen stilen op nieuw kwam de boot opwerken, stadig, stadig aan, maar geen van al de mannen, die een enkele stap vooruit deed. Verloren! sprak de grove stem van daereven. In Gods naam, dan ben ik met hem verloren! verhief zich de zachte stem eener vrouw, en Elsje trad voor, bleek en met bevende lippen, maar met vonkelend oog en met onver zettelijke vastberadenheid io de schoone trekken. Hier met de lijn! Gij, buurvrouw? Gij zijt razendDenk aan uwe kinde ren zei de oude visscher die haar dien avond naar huis had geleid, en hield haar hij den arm vast. Elsje maakte zich meteen forschen ruk van hem los. Hier de lijn! herhaalde zij. Maar uwe kinderenuwe schapen van kinderen! Zie daar is hun vader en moet gered worden! antw oord de Elsje koel en vast. Hier de lijn Gij moogt niet, zult niet, zult in alle eeuwigheid niet, 'l zou uw dood wezen. -Och, wat vraagt een trouw, minnend, hooghartige vrouw naar den dood, waar het leven van den man geldt die haar ziele lief heeft. Elsje's oogen rolden wild in 't rond; als eene leeuwin sprong zij op de lijn toe, sloeg die om haar ranke middel, wierp haar bovenjakje uit, en met een sprong verdween zij in de schuimende branding. waarde geschat en de schoonheid en edelheid er van begrepen. En indien er ergens hier of daar nog een baslaard-vlammg dorst zeggen ik hoor liever fransch eh wel, wij zeggen stout weg dat die naaper misschien noch fransch noch vlaamsch verslaat. Manègen. De Milaneesche renbaan der heeren Priami en Pierantoni hebben dezen avond hunne voorstellin gen begonnen. Volgens het getal peerdenen artisten, vrijdag alhier aangekomen, belooft ze ons veel goeds. De rondge dragen programmen maken ons veel verschillige nieuwigheden bekend, die te IJperen nooit gezien zijn geweest. De Egijptische renbaan van M. Sidi-Hassen, heeft geheel deze week vertooningen gegeven en betrekkelijk het weder nog al publiek gehad. De artisten werken er goed. Men spreekt voornamelijk van eene Dame Corby, die met een ge leerd peerd wonderen verricht. Veel menschen spraken over de lochte oplimmering van de barak; maar de onmacht der windbui van donderdag laatst kan de menschen overtuigen dat er geen het minste gevaar ooit bestaan heeft en dat de tent zoo kloeklopgetimmerd is als alle andere tenten. Congregatie. - Wanneer koster en pastor kijven, de geheimen der kerk worden uitgebracht, zegt onze ijper- sche spreuk. liet schijnt dat er onlangs een geheel ongeweerte heeft plaats gehad in de vrouwen Congregatie volgens men zegt zouden er kletsen gedeeld geweest zijn, enfin, het zou er zoo erg gegaan zijn dai de Principaalste reeds buiten de deur ge zet is en er kwestie zou zijn van Tribunalen. Indien hei waar is, het proces zal de moeile weerd zijn om hooren; doch om moeder Justicie niet te belemmeren zullen wij ons alle bedenkingen ontzeggen. Ten anderen wij geven het hierbovenstaande maar uit hooren zeggenen nemen er geene verantwoording van aan. Vlatttassclte §tfes*. - Zondag aanstaande 10s" Maart (zijnde half-vasten) geeft de Vlaamsche Ster haare 4' en laatste Vertooning van het Tooneelsaizoen 1871-1872. Dezelve zal bestaan uit drie schoone stukken: 1" VEEL GESCHREEUW EN WEINIG WOL, blijspel met zang, door F. Vandesande. 2" HET HUISMOEDERTJE, tooneelspel met zang. en 5° EEN LIEDJE. VAN MOEDER, groot tooneelspel meizang, door Jan Roeland. (Zie onze 3S bladzijde). Kooi'inaafscSiitppij. - Deze maatschappij geeft insgelijks op 10s" Maart een Concert opgedragen aan hare leden en eereleden en deszelfs familjen. Van den 23 Fcbriuiri tot des» B IBBaaa-t 1872. ^i'T,rw-,T>Tiw Mannelijk geslacht 8) GEBOORTEN v 0 te zamen, VrouwehjK 8) Bossacrt, Josephina, 7<i j., herbergierster, weduwe van Joannes Verghote, Paddepoelstraat.De Jaegher, Victonina, 27 jkantwerkster, ongehuwd, Klaverstraat. Verfaille, Ludovicus, 69 jz. b. echtgenoot van Carolina Duquesnoy, S' Jacobstraat. Maerten, Ludovicus, 48 j., z. b. ongehuwd, Aardestraat. Mvngheer, Emelia, 54 j., naaister, eebtge- noole van Edouardus Duyck, Meenenstraat. -Annebicque, Julia, 77 j., z. b. weduwe van Josephus Sanctorum, Recol- leltestraat. Cremmery, Carolus, 25 j., hovenier, onge huwd, Brielen-nevens-Yprc. Vandenbriele, Virginia, 12 jaren, Thouroutslraat. .Kinderen heneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht, 5. Vrouwelijk geslacht, 2. tezamen 7. Volgens het schijnt zou M. Donker, postoritvanger te Poperinghe, eensklaps het bericht hebben ontvangen dat hij toegelaten is zijne rechten op pensioen te doen gelden. De eenigsle misdaad waarvan M. Doncker wordt beschuldigd, is dat hij aangehlaclil wordt als verdacht van liberalism. Er wordt tegenwoordig een echt inkvvisitie-onderzoek in gericht ten opzichte der landelijke postmeesters. Men wil al de postbureelen in handen doen overgaan waarvan men zeker is, waarschijnlijk om er bureelen van te maken lol het inzamelen van abonnementen voor de goede drukpers. Antwerpen, 27 Februari, 2 ure. Het meestendeel der legitimisten hebben de stad verlaten. De kalmte is hersteld. De graaf de Chambord is gisteren morgend om 7 ure met eene vigilant naar de Noorder-Statie gereden. Hij was maar door een enkel persoon vergezeld. Hij heeft twee briefjes van eerste klas voor Dordrecht genomen. Hel is in die kleine stad dat hij zich voorloopig zal vestigen. Dordrecht, 27 Februari. Graaf de Chambord is heden morgend met een belgisch stoomschip in onze stad aangeko men. Hij is in het Hotel de Helle- Vue afgestapt. Dordrecht, 's middags. Graaf de Chambord is bij zijne aankomst in onze stad door het publiek uitgejouwd geworden. Woensdag heeft de politie te Veurne eene weerdiu van eene kleine herberg dier stad aangehouden, beschuldigd van eenen boer van Alverighem uitgestroopt te hebben. De land man was, na het ledigen van menig glasje, in gemelde her berg in slaap gevallen. Terwijl hij zijn bulletjen afzaagde, ledigde de weerdin zijne zakken cn ontfutselde hem eene som van rond de 200 franks. Men leest in den Moniteur De sneppenjacht met vuurwapens, in de bosschen, is in al de provinciën toegelaten, te beginnen van I Maart aanstaande tol 15 April daaropvolgende inbegrepen. De' bedienden van den arrondissernenls-commissaris van Bergen die grève hebben gemaakt, verklaren dat zij den ar beid hebben gestaakt enkel voor de wijze waarop zij door den arrondissi nicuts-commissaris behandeld werden. In Spanje heeft zich eene vereeniging van dames ge vormd, welke zich ten doel stelt, om de behoeftige volwassen personen, die niet lezen noch schrijven kunnen, daarin on derricht te geven. Er zijn reeds 1020 vrouwen tot deze ver- Een kreet, een kreet van schrik, angst, en ontzetting'steeg uit aller mond. De baren sloegen over Elsje's hoofd zamen aan zwemmen was niette denken de moedige vrouw scheen verloren, even als haren man en zijnen boot. Grijpt de lijn Trekt haar terug riepen sommigen. Ze grijpen de lijn; maar voor dat zij aantrokken kwam Elsje weer boven hield zich boven water, overstelpt, kampte op nieuw tegen de branding schudde de druipende lekken Hier, Dries! Hier! De stroom dreef haai- op den worstelende boot aan. Nog een armslag, nog een enkele; maar de boot deinsde terug, deinsde, deinsde onophoudelijk Verloren! het aan het strand. Neen toch niet! Dries greep weer naar de riemen. Met bovenrnenschelijke inspanning stuwt hij de boot weer vooruit; 't vel ging hem van de hand; 't bloed spatte hem van onder de nagels uit; maar hij zag niets, voelde niets, dan slechts den doodstrijd van zijn heldhaftige vrouw. De boot vloog, doorkliefde de golven. Eene greep, een juichende kreet; Elsje was gepakt door den forschen arm haars mans de riemen dansten op de deining, maar zij, zij het wakkere Elsje, zij was gered, in de boot, over boord gelicht meteen enkelen ruk. Schier onmachtig lag zij daar. Dries greep de lijn. Luid ge- juichd aan 't strand. Met man en macht haalden ze daar aan. Dries stond als eene rots het touw 0111 den rechter arm gewonden. De linker ontkiemde krampachtig den mast. lloi-ho! lioi-ho! Door! Door! En de goede boot schoot door de branding, daar was zij aan den oever. Dries nam zijne vrouw in zijne armen; met een sprong bracht hij haar in veiligheid; zijn begeleider volgde hem op den voet, de boot, niet langer gehouden, dreef in dc brandende deining terug en verdween, verdween, even als de brik was verdwenen terwijl aller oogen op Dries en Elsje gericht waren. De drij geredden vielen op de kniën. Elsje borst aan borst met haren man. Zoo lagen zij eenige oogenblikken, en om hen heen stonden de mannen, vrouwen en kinderen met ontbloote hoofden, biddend met de biddenden, die God wonderbaarlijk gered had door het moedige hart eener minnende vrouw. Mijne kinderen! mijne kinderen! God zegen u! sprak de sidderende stem van den mede geredden grijsaard, Elsje zrg met verbaasde oogen op. Mijn vader! Goeden lie ren Hemel, mijn vader! kreet zij luid. Ja, wel was het haar vader, de oude scheepstimmerbaas. Hij omarmde zijne dochter en Dries, met de woorden Mijne kinderen! Mijne kinderen! Dus Dries is ook uw kind vader riep Elsje in hoogc verrukking. Mijn kind, als gij sprak de oude op plechligen toon en klampte l eider nog vaster aan zich. Zoo stonden zij lang. Eindelijk gingen zij. De storm bul derde nog voort; doch in hunne harten was het stil en rustig. Geluk en vrede traden met hen in de nederige visschershut. Woliers was op reis naar Londen geweesttoen de storm de brik deed stranden. Dries uit de hooge zee terug keerende, had den nood der geteisterde brik ontdekt en hulp zoeken aan te brengen. Alleen de man was het gelukt aan boord van den boot te komen. Zoo werd hij gered door den zoon, van vvien hij tot hiertoe niets had willen weten. De heldhaftige zelfsopoiTering van den jongen man schokte zijn hart; meer nog deed dat de doodverachtende liefde dei- trouwe Elsje. Liefde dwong tot liefde. Daar gij hem zoo lief hebt, verdient hij zeker wel mijn zoon te zijn sprak de ouden man, den volgenden morgend tot Elsje. Elsje glimlachte en haar oog tintelde. - Hoort gij, Dries zegde zij. Liefde en altijd liefde! Liefde is geluk en brengt geluk. Zij was geluk en bracht geluk. Zocht gelukkiger menschen, (.an vader V, oilers, Elsje Dries en hunne kinderen zoe ken kunt gij lang, lieve lezers, doch vinden zult ge er geene. Er zijn geen met grooter liefde, -en dus ook niet met ge lukkiger harten. Hebt dan ook lief, en zijt gelukkig als zij Liefde is geluk, al 't overige schijn, dwaasheid, is Poëtenpraatwaarop niet eens te letten staat. H. F.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 2