Briefwisseling der Toekomst. Verschillige tijdingen. BURGERSTAND Sterfgevallen. Dacffo. - "Wij meldden onze lezers twee diefstallen van poerden. Een ten nadeele van M. Struye en 't ander ten nadeele van een heer der gemeente Moorslede. De daders zijn beiden gevat en bevinden zich te Kortrijk in het gevang. De eigenaar van het peerd te Moorslede ontvreemd is de ge naamde Louis Dewilde. Dit peerd is terug gevonden. Benoeming. - K. "VVillaert, professor in 't bis schoppelijk kollegie van Veurne, is bestuurder van de Zusters der 11. familie onzer stad benoemd. Feest te (ilielnvclt. - Wij hebben Dinsdag laatst een feest bijgewoond dat onder alle oogpunten beschouwd een echt familje feest was. Wij willen spreken der inhuldiging van den heer Burgmeester en de Gemeente-Raadsleden van Ghe- Juvelt. Om een uur, legde de raad den eed af in de handen van den heer Burgmeester F. Keingiaert de Gheluvelt. Daarna deed de heer schepene Jules De Laveleye eene aanspraak waarin hij de taak van een gemeente-bestuur breedvoerig afmaalde en waarin voornamelijk uitblonk de totale scheiding van de wereldlijke en geestelijke macht, daar de burgerlijke beambten rechtveerdig en onafhankelijk zijn moeten. Dan boodlde heer Burgmeester den Raadsleden een Banket dat tot 's avonds geduurd heeft. Binst dien tijd werden de inwoners der gemeente ook niet vergeten daar er maaltij den waren voor de ouderlingen van beide geslachten, alsook voor de schoolkinderen. Gedurend deze feesten heeft liet muziekkorps van Becelaere niet opgehouden schoone stukken uit te voeren. De Plaats der gemeente was zindelijk versierd en 's avonds had er een algemeene en schoone verlichting plaats. Het Gemeente-Huis voornamelijk was prachtig. De tocht welk het muziek 's avonds bij het fakkellicht gedaan heeft, heeft veel bijval verworven en lokte veel nieuwsgierigen uit. Gheluvelt heeft een schoone dag beleefd, die in ieders geheugen nog lang zal blijven geprint staan. Van den 27" September tot «ten >fi" October. GEBOORTEN Vr"uweïijkSeslf,ch 1 te zamen, 11. Huwelijken. üehollander, Emilius, timmerman, en Harteel, Fehronia, zonder beroep. Casier, Ludovicus, slachter, en Brutin, Svivia, hovenierster. Carlier, Gesar, wever, en Seminet, Zuimé kantwerkster. Degrendel, Petrus, werkman, en Devos, Melania, herbergierster. Joos, Josephina, 73 jaren, zonder beroep, weduwe van Petrus, Vandromme, Rijselstraat. Roosebeke, Camillus, 8 jaren, Meenenstraat. Cardinael, Lucia, 43 jaren, zonder b., R jke-Clarestraat. Dumortier, Maria, 83 jaren, zonder b., weduwe van Constantinus Coutrez, Thouroutstraat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk geslacht, 1. tezamen 3. Men schrijft ons uit Passchendaele De partijdige benoemingen van Burgmeesters en Schepenen in verschillige gemeenten, geven somtijds aanleiding tot ge heel aardige voorvallen.Alhier ter onzer gemeente komen wij getuige te zijn van een feit dat melding verdient in uw geëerd bladje, daar ik weet dat hetzelve maar ingericht is om de mis bruiken en de belachelijkheden die in onze omstreken voorvallen door den hekel te halen, verzoek ik een plaatseken in uwe kolommen. Onze Eerw. heer Pastor beklom den predikstoel on kon digde aan dat er voortaan strenge policie ging gehouden worden aangaande de herbergen en dat iedereen die na het uur nog ter herberg zou bevonden worden, en voornamelijk in die slechte huizen, waar die slechte gazetten te lezen lig gen, zij met al de strengheid der wetten zullen gestraft worden. Inderdaad, van den zelfden avond zag men den koster in alle herbergen dringen en met gefronsde wenkbrauwen aide namen opnemen van de rustige landslieden,die, in de warmte des gespreks, vergeten hadden dat het uur van Policie reeds eene minuut of twee verschenen was De koster, ter zelfder tijde Schepene der gemeente, heeft zoo ievervol zijne laak vervuld dat hij reeds i44 overtredin gen beslatigd heeft. Ware die koster van over eenige jaren hoofd der Policie te Passchendaele geweest, wij zijn zeker dat menig der feiten die nu te boeke staan, niet zouden bedreven geweest zijn. X Woesten, 2G September 1872. ~S O G E E 1G E V II A A G J E S man 't AIELWSBLAO. Dank aan het Nieuwsblad over zijne uitzinnige antwoord van 21 September 11. waarin het zegt dat de Sekretaris van Woesten niet kleinhroederachtig, maar wel Père liyacinl- achtig, Opsomerachtig en daarbij nog teveel anderachtig is. Is hij misschien nog geldachtig gelijk den Pastor?Ant woord Nieuwsblad. Dit blad is grootelijks gemist als het zegt dat de Burgmees ter en de raad niet durfden spreken uit benauwdheid 't is niet durven teekenen uit vrees van door den Pastor in den zak gesteken te worden. Ziehier waarvoor 't Was op 2 September laatstleden om 11 uren voormid dag, na de zitting der eedpreslatie en instellatie van den Gemeenteraad, dat den Pastor aldaar komende aan den Burg meester behandigde, buiten de zaal der zitting, twee ge schriften op vorm van beraadslaging, opgemaakt in de pastorij, om hem uit nesten te trekken nopens de nietloege- stane kosten aan kerk en kerkfabriek door hem gedaan. Maai de Sekretaris er van lezing en breeden uitleg gevende over de gevaren waaraan zij zich blootstelden met zulks goed te ken nen, deleden hebben eenpariglijk geweigerd te handteekenen en de Pastor heeft moeten zijne schilderijen oprollen en ver trekken. 't Is 't geval hier te zeggen dat, zonder legeustand, de Pastor zoude de rol spelen van Burgmeester, de Onder pastor de rol van Schepene, de flambeeuwdragers de rol van Raedsleden en de pulmaker de rol van Sekretaris. Alzoo het spil ware voimaakt, niet waar Nieuwsblad Yat je 't Antwoord. Er is eene wet van eere die zegt dat den Sekretaris moet zijnen dienst uitoefenen gelijk het behoort, en goeden uitleg- geven van alles ten einde den Raad niet te laten misleiden door de geestelijke overheden, welke maar al te veel trachten hunne parochianen in de allergrootste onwetendheid te hou den om zoo veel te gemakkelijker tot hun oogwit te geraken. Vat je 't, Nieuwsblad Antwoord. Zoude den Sekretaris van Woesten niet heter zijne jaar wedden en pensioenen verdienen voor het kwaad te beletten, dan den romeinschen Pastor voor kwaad te doen? Antwoord, Nieuwsblad. Neen, vriendje, de Sekretaris gelooft nooit zijne ziel, in dien zij in gevaar ware, te kunnen redden met grafsteenen in gouden letters, gemaakt met hel geld van een ander, en zelfs niet met aflaten dte ook maar dienen om de sukkelaars te misleiden en den Pastor's zak te vullen. En, a propos van aflaten, ziet eens wat er over tijd gebeurd is met den ongeloovigen Sekretaris In het jaar 1842 eene van zijne oude moeien, van 75 a 80 jaar oud, kwam testerven in eene naburige gemeente, nala tende een fortuintje van circa de 200,000 franks, toekomende aan hem en zijne familie; maar een zekeren Neuve, alsdan Pastor te Poperinghe, had door middel van een klein testa mentje, en met belofte van eenen grooten en vollen aflaat aan die goede, oude en versletene ziel te schenken, dit geheel for tuintje laten afloopen in zijnen zak. Als de Sekretaris van Woesten aldaar toekwam, den zak van den Pastor van Pope ringhe was zeer wel toegebonden en is nooit meer openge daan geweest, 't Is niet te verwonderen dat de Sekretaris niet aflaatachtig isen nog veel min pastorachtig. Wat dunkt u er af, Nieuwsbladvat je 't Antwoord. Poperinghe, 2 October 1872. K ATM OLIJKE WRAAK, Ten gevolge van eene heilige ontstelling in de lever en in het galblaasje van een onzer geestelijke stadsoverheden, het huis van Riokje is eensklaps het tooneel geworden van eene zeldzame gebeurtenis. Alle nachten het spookt er van engels en duivels die door malkanderen vliegen met een gedruisch die schrikkelijk is om hooren. Zie eens waarvan er kwestie is Iedereen herinnert zich de zaak voorgevallen aan Blokje, in het uitoefenen zijner bediening op de statie van den ijze ren weg, met Basilius Kschijtdrop, en de gevolgen welke daaruit gesproten zijn bij de rechtbank van enkele politie. He wel, Basilius, uil wraak tegen dien ongelukkigen werkman, heeft zijnen toevlucht genomen bij den scherpen kerkmeester van S1 Jan cri zijne fanatieke zusters, eigenaren van het huis dat Blokje bewoont, ten einde hem te doen verhuizen. Inder daad den grooten invloed dat Basilius Kschijtdrop heeft op deze zeer katholijke voorstaanders en voorstaanderessen der H. Kerk, heeft een goed uitwerksel gehad, want korten tijd daarna Blokje kreeg een bevel van het huis te ontruimen, ijdel en ledig te maken. Ja maar, er schoot een stok in het wiel van Basilius die niet draaien wilde. Dit huis is maar op ceins, en de grond, die toebehoort aan eenen liberalen heer, zit vol liberale dui vels en afgestorvene francmaQons van IJperen en Poperinghe. Men zegt zelfs den ouden directeur William Chantrel onder hen herkend te hebben, alsook vier of vijf katholijke duivels van Poperinghe, veroordeeld waarschijneiijk voor vreemde zouden of voor (e laat in den avond venijn gezocht te hebben. In tegendeel op het dak van heihuis zitten menigvuldige en gels, onder welke men meent ook herkend te hebben drie kerkmeesters en Raadsheeren, onlangs overleden, en van wel ke eenen dikken nog geheel warm was. Als Blokje weigert te verhuizen, hij is hij zijne hairen van de engels opgetrokken tot het dak waar men hem opgehangen houdt tot dat hij belooft te vertrekken, en als men hem alsdan laat zinken, is hij bij zijne voeten van de duivels vijftien me ters diep in den liberalen grond getrokken tot dat hij belooft hel huis te blijven bewoonen. Boven komende slaat Blokje- verbaasd van al de engels en duivels onder malkaar te zien vechten en alles om ver werpen voor het meesterschap.Hij is in een gevecht van de engels zijne twee ooi-en afgetrokkken geweestmaar seffens waren zij aangelascht door de liberale duivels. Men was versteld en verlegen met deze tooverij en men wenschte een einde er aan te brengen toen een katholijken gast van het gebeurte, lid van den Katholijken Kring, het goed gedacht had de geestelijke macht in te roepen om al die duivels te verwijderen van het, het buis van Blokje en aldus maar met de engels alleen te doen te hebben. Op dit voorstel bood Kschijtdrop zelf zijnen dienst aan, en ter plaats geko men zijnde heeft dit ondoorgrondbaar versland, gewonden in eene zilveren koorkap, de gewijde boeken opengeslagen, al de texten der H. Schriften doorsnuffeld, en, gedurende de knabbeling van groote mondsvollen latijn, bij honderden kruissen- gemaakt en den huisvloer van Blokje besproeid met drij hemers wijwater door middel van eenen grooten kopper gebonden aan zijnen evangelieslok. Maar dit alles vruchteloos blijvende, hij heeft geen ander middel gevonden dan eene be devaart te bevelen met fakkels en flambeeuwen, en zich met de Bijlende Grenadiers naar het huis van Blokje te begeven om aan al de duivels hun hoofd te doen afbijten. Duivels, wacht u van de voorenste snakkers van den katho lijken Vos, want hij zou kunnen meer dan uw hoofd afbijten. O. Q. Men schrijft ons uit Poperinghe, 4 October: Maandag laatst hebben wij met voldoening de vertooning bijgewoond waarmede de maatschappij van Rhetorika gezegd de Roeijsche Barbaristen haar tooneeljaar koomt te openen. De goede herinnering der aangename avondstonden welke deze maatschappij ons het verleden jaar verschaft heeft, na ons aangelokt te hebben tot het vermaak dat wij nogeens hoopten daar te vinden, is niet bedrogen geweest en de ver tooning heeft op eene volkomene wijze aan onze verwachting beantwoord. Niet alleen hebben deze moedige tooneelliefheb- bers onbetwistbare bewijzen gegeven van een aanhoudenden vooruitgang in de kunstmaar de medewerking van de ver dienstelijke tooneelspeelster Mev. Apers-Ghysbreeht van Brus sel, en van M. Simar, zoon, pianist lot IJper, die het gezang begeleidde, heeft nog veel bijgebracht om dit avondfeest te verluistei-lijken. Inderdaad iedereen herkende in de bevallige speelwijze en het lieflijk gezang der aktrice een echt en ongewoon talent waarmede de toonkundige bekwaamheid van M. Simar zich op eene gelukkige wijze te samen paarde. Het programma samengesteld uit I" het Badmeisje, too- neelspel met zang door Demeyer-Roelandls, 2° De dochter van den kleermaker, blijspel met zang door S. Willcms, en 5° Karline, operette door II. Van Peine, was bijzonderlijk wel geschikt om aan deze tooiieeluitvoering den schitterenden bijval te verzekeren welken zij bekomen heeft. Ook was de zaal opgepropt van aanschouwers, onder welk treffelijk ge zelschap men bijzonderlijk bemerkte al de ware liefhebbers der kunst. De goede faam welke de Roeijsclic Barbaristen altijd genoten hebben heeft hun zelfs de eer gegolden van een bezoek van M. den Gouverneer Vrambout die, zich van pas te Poperinghe bevindende, met het aanvangen van den laatsten akt de zaal binnenlradt vergezeld van eenige andere heeren, en die, daar onthaald zijnde door hel geroep van leve de Gouverneur', door zijne tegenwoordigheid en zijne toejui chingen de loffelijke pogingen van zijne leerzuchtige stads- genooten heeft willen aanmoedigen. I)e vleiende gunst met welke deze voortreffelijke vertooning is bejegend geweest doet ons verhopen dal wij bij de Barba risten,door de zorg van hunnen ijverigen Voorzitter, Mr B. Maesen, nog menigmalen de gelegenheid zullen hebben van hunne prijsbare kunstoefeningen te waardeeren en toe te juichen. X. -Bij koninklijk besluit is M. Ei. Roels, voor den termijn van zes jaren, in zijne bediening van greffier der provinlic West-Vlaanderen gehandhaafd. Een koninklijk besluit van 23 September meldt dat er te Kortrijk, ten koste van den Staat en met de medehulp dier stad en der provincie YVest-Ylaanderen, eenen weg met brug over de Leie zal gemaakt worden om de wegen van Kortrijk naar Meenen en van Kortrijk naar Rijsel te verbinden. Priesterlijke benoemingen. Onderpastor van Onze- V rouwkerk te Kortrijk, M. Gezelle, onderpastoor van Sinte Walburgakerk te Brugge Onderpastor van Sinte Walburgakerk te Brugge, M. De Soutier, onderpastor te Houthulst; Onderpastor Ie Houthulst, M. Deconinck, professor in het kollegie te Kortrijk. Onderpastor van Onze-Vrouwkerk te Brugge, in vervanging van M. Mortier, M. De Blauwe, bestuurder van St-Nikolaas te Kortrijk Bestuurder van St-Nilolaas te Kortrijk, M. Frevost, onder pastor van Onze-Vrouwkerk in die stad M. Ghyselen, oud-professor der normaalschool te Thourout, wordt coadjutor te Passchendale, en M. Van der Ilevde, ge wezen coadjutor te Rolleghetncapelle, gaat in dezelfde hoeda nigheid naar Elverdinghe.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 2