VAN IJPEREN. Schoolpenning. DE NEDERIGE DORPSPASTOOR. 4 Fit ANKEN "S JAARS Kr 551. Elfde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen12 centimen den regel. Reklamen25 centimen. ZONDAG, 45" OCTOBER 1872.j Bureel Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. VERTREKUREN VAN IJPEREN Inschrijving geopend in liet bareel der Toekomst. STORTINGEN Bedrag der vorige lijst. fr. 65-00 JAARLIJKSCHE INSCHRIJVINGEN Hei Journal tVYpres, gelijk al de andere van die partij, wijt al het kwaad dat er voortijds en heden wordt gepleegd aan de liberalen ioehet is aldus dat het verwij (se! cn toestuurt aan zijne politieke vijanden omdat de eerlooze schelmen, dat het eom- munaars noemt, zeer veel gruweldaden hebben begaan maar wie heeft de bevolking van Parijs gevormd zijn het niet de Broeders in hunne 155 scholen? Indien zij met gevoelens van eer hadden opgevoed geweest zij zouden zoo licht de tegen- maatschappelijke grondslelsels welke zij in de omwentelaarsklubs hebben opgezogen, niet in uitwerking gebracht hebben. Heden is het nogmaals het zelfde. De naam van Geus, welke eene liberale kiesmaatschappij van Antwerpen heeft aangenomen, in gedachtenis van het Verbond der Edelen, die, op het verwijt van Margareta van Parma, zworen van onder die ken spreuk de spaansche. en geestelijke dwinglandij te bevechten, levert hem stof lot aanval: het wijt nogmaals de beeldstormerij loc aan het eerbaarste gedeelte der natie; maar lietgene het verzwijgt, is dat gedurende die vijf jaren meer dan 15,000 Belgen door de hand der beulen of door de geeste lijke instelling, welk men de 11.Inkwisilie noemde, onthoofd werden of levende verbrandHet was dus niet te verwonderen dat de bevolking vraak nam tegen de overdrevenheden die het te betreuren had; maar het waren degene aan wien de vertrouw den der Gouvernante, de Graaf de Berlemont aldus had gedoopt, die een einde aan die heklage- lijke wanorders stelden. Dus, de liberale partij daarvan willen verantwoordelijk maken is nogmaals eene kwaadtrouwige aanhaling die ongegrond is de abljes die hel Journal d'Ypres schrijven, hebben zich nogeens misgrepen, zij weten zoo wel als wij, dat dc maatschappij der Geuzen geen ander doel heeft dan van alles wat niet eerlijk is tc bevechten, cn dat zij daargesteld is uit de treffelijk- ste en schranderste burgers van Antwerpen, die, verre van de hand te leenen aan plunderaars, alle wanorders zouden beletten. Het ISieuxcsblad daagt ons uit de daden der jesuilen die wij in onzer vorige nummers aange haald hebben, te bewijzen, het is zeer eenvoedig dat wij geen andere getuigen hebben dan de schrij vers die de verscheide geschiedenissen hebben opgesteld, en die de voorvallen derzclve eenparig- lijk met gegronde kennis aan het nakroost hebben overgesleid; maar of hadden wij dc stoffelijke be wijzen van hetgeen wij gezegd hebben cn nog zul len zeggen, het ware overtollig van dezelve aan te halen, de uitvlucht van het ISieuwsblad is altijd van ons leugenachtig te maken, de geschiedenis is niet voor hem, het schrijft voor sukkelaars, die dezelve nooit gelezen hebben of, indien men hun de lezing van eene geschiedenis toelaat, het is eene welke geschreven is om de waarheid te verduiken en de gruweldaden, die men aan het orde der jesuiten kan verwijten, te verschoonen. IJZEREN—WEG. Naar KORTRIJK. 5-40. - 9-39. - 11-41. - 2-53. - 5-33. Naar POPERINGHE. 9-05. - 8-45. - 9-58. Naar PQPERINGHE-HAZEBROUCK. 6-30. - 11-45. - 3-40. - 6-32. Naar ROÜSSELAERE. 7-35. - 32-50. - 6-40 i. Ik brn de herder van mijn dorpken En mijn kudde mint mij veel, Ik word om mijn gedrag geprezen, Van hoeve en hut tot op 't kasteel. Als d'andre pastoors oorlog blazen. Toon ik mij vriend van rust en vree. Tk wijd mij aan mijn heiige zending, En daar alleen moei ik mij meê. Laat nu de bisschop 't mij vergeven, Als ik daermede heli misdaan, God zelf heeft dit bevel gegeven Aan zijn' getrouwen onderdaan. II. Als ik sermoenen doe, men luistert, Want politiek is nooit mijn werk, 't Gewoel der strijdende partijen Sterft aan den drempel van mijn kerk. Ik volg de wetten van mijn Meester, En 'k zeg tot al de brave liên, Mijn kindren, wij zijn allen broeders, i> Ge moet uw naasten geerne zien. Laat nu de bisschop 't mij vergeven, Als ik daarmede heb misdaan, God zelf heeft dit bevel gegeven Aan zijn' getrouwen onderdaan. III. Al die naar mijnen biechtstoel komen, Hebben zij maar het hert op 't hand, "Wat geeft het mij wat of ze peizen Over de zaken van het land. Ik geef hun zachtjes een vermaning, En daarmeê is hun biecht gedaan, 'k En kwetse niemand en 'k Iaat ze alien, Getroosten braver henen gaan. Laat nu de bisschop 't mij vergeven, Als ik daarmede heb misdaan, God zelf heeft dit hevel gegeven Aan zijn' getrouwen onderdaan. IV. Zeer liberaal is mijn notaris, En toch drukt hij mij gul de hand. En zie! den oom van mijnen koster Stel ik een beetjen van den kant. Want de notaris peist op d'armen, En komt hij naar de kerk wat min, Hij is toch braaf, hij is liefdadig', Hij is een christen naar mijn zin. Laat nu de bisschop 't mij vergeven, Als ik daarmede heb misdaan, God zelf heeft dit bevel gegeven Aan zijn' getrouwen onderdaan. V. Wanneer er kiezing is, dan vraagt men Wien of men 't beste kiezen kan. Ze komen naar mijn huis geloopen, En spreken mij daar vriendlijk van. Ik geef hun raad en, als opinies, He! dat en rankt mij niemendal. En k kies met mijn parochianen. Ik kies den besten van ons ai. Laai rui de bisschop 't mij vergeven, Als ik daarmede heb misdaan. God zelf heeft dit bevel gegeven Aan zijn' getrouwen onderdaan. VI. Ook als ik in mijn dorpken wandel, Och wat een zoet geluk ik smaak, Als ik op ieders trekken leze l)e vreugd, de liefde, 't blij vermaak. Toch in dit heil gevoel ik smerte, Men zegt, en dat doet mij verdriet. Ziedaar ten minste een gorden pastoor, n Waarom zijn z' allemaal zoo niet Laat nu de bisschop 't mij vergeven, Als ik daarmede heb misdaan, God zelf heeft dit bevel gegeven Aan zijn' getrouwen onderdaan. N. üzsta.nbf.rg.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 1