Stads Nieuws.
Briefwisseling der Tockomsl.
BLINDEN HUTSEPOT
yoor 7 Nieuwsblad.
BURGERSTAND
Slerfgevallcn.
i
IJperen, 9" November 1872.
Frausclie ScüiouwSiiia'g. - Het fransch gezel
schap, onder het bestuur van M. Ch. Andraud, zal ons
Woensdag aanstaande komen vergasten met twee aangename
stukken.
De goede faam dat dit gezelschap van de eerste maal zich
aangeschaft heeft is eene waarborg voor den goeden uitslag
der onderneming aangegaan door M. Andraud, en wij zijn
zeker dal de zaal ditmaal meer puliek zal inhouden dan over
veertien dagen. (Zie onze annoncen).
koormaatseSïiisssjêj. - De goede indruk van het
schoon concert ons laatst bij deze Maatschappij gegeven is bij
ons nog levendig in den geest en wij vernemen reeds dat een
tweede feest ons wacht. Ditmaal zal het iets voor dedainen zijn.
Een uitgelezen Muziek- en Zangavond gevolgd van een Bal zal
het feest uitmaken.
Burgerwacht. - M. Stragier is officier-rapporteur
benoemd bij den Tuchtraad, in vervanging van M. L. Spil-
liaert, ontslaggever.
Zondag, 17 dezer, ten 10 1/2 lire's voormiddags, zal er
voor het batailjon Burgerwachten en de Halve-Batlerij Artil
lerie eene revue plaats hebben,ter gelelenheid van 'sKonings
naamdag.
Heden Zondag, ten middage, in het Stadhuis, heeft de
trekking plaats der leden rechters van denTuchtraad die moe
ten zetelen in den 4" trimester.
ItSerkwnarfïigheid. - Een artiest Biljard-speler
heeft dezer dagen in onze stad eenigc zittingen gegeven. De
kunsttoeren welk hij uitoefent zijn waarlijk merkwaardig.
Wij vernemen dat hij voornemens is'binnen eenige weken
alhier terug te komen met nog eene menigte nieuwe toeren
verrijkt.
Te Benin. - Vrijdag aanstaande zal er, ter gele
genheid van den patroondag van onzen welbeminden Koning,
een Te Deum gezongen worden inS' Maartenskerk, ten 11 u.
voormiddag, alwaar al de burger- en militaire-overheden
alsook de onderwijzers-korpsen zullen uitgenoodigd worden
om aanwezig te zijn.
Vlaamsdic Ster. - Dit gezelschap is ieverig be
zig aan het repeteeren, ten einde den 24 dezer eene luister-
lijke vertooning te geven als opeeing van het tooneelsaizoen.
Van deu ln tot den 8" November 187$.
rrmnnTra Mannelijk geslacht 5)
GEBOORTEN VrouJlijkü 2j te zamen, 7.
Verbouwe, Melania, 56 j., kantwerkster, ongehuwd, Mce-
nenstraat. Titeca, Petrus, 07 j., zonder beroep, weduwaar
van Anna Lamaire, Meenenstraat. Debruyne, Constalia, 09
jkantw., echtgenote van Fransicus Bonte, Gevangenisstraat.
-Mahieu, Maria, 72 j., z. b. weduwe van Ludovicus Ger-
monprez, Koeienmarkt. Coene, Ludovicus, 53 j., beambten
der accijnsen, ongehuwd, Aalstraat. - Vienne, Rosalia, 51
j., herbergierster, echtgenote van CarolusSpinnewyn, Groote-
Markt. Couillet, Josephus, 60 j., werkman, ongehuwd,
Meenenstraat. Vergracht, Theresia, 04 j., zonder beroep,
ongehuwd, Rijsselstraat.
Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht, 1.
Vrouwelijk geslacht, 0. tezamen 1.
Passchendaele, den November 1872.
Wc Iici'Sjcrn; politic ten platten lande.
Wij behoeven uit onze gemeenten niet te gaan om den
slechten indruk vast te stellen welke deze soort van policie er
teweeg heeft gebracht, en zonder in personaliteiten te treden
wij mogen verzekeren dat de gemeenten waar dezelve is toe
gepast geworden diep geschokt werden. Te voren vrij en ge
lukkig, zijn de rustige bewoners in hunne eenvoudige avond-
gewoonten gestoord .en daardoor aangehitst, zij worden woe
lig en miskontent omdat, zonder de minste reden, men hun
het eenige tijdverdrijf ontneemt dat men op de zoo doodsche
landgemeenten aantreft.
Om eene goede policie samen te stellen behoeft men kun
dige en eerlijke mannen te vinden, die men ongelukkig maar
zelden ontmoet. De policie, op de wijze zooals men heden de
zelve toepast, leidt rechtstreeks naar den opstand en zijne
beweenlijke gevolgen, omdat het zeer onvoorzichtig is den
redelijken mensch te tergen.
Willen wij daarom zeggen dat men die policie te lande
moet afschaffen Geenszins. Wij zijn de eerste het beslaan
derzelve te herkennen en ons voor haai' te buigendoch men
moet welen dat de wetten niet gemaakt zijn om de goede
lieden te tergen en te verontrusten.
Een policie-kommissaris kan zeer gemakkelijk, voor wat de
herbergen aangaat, zijn ambt bekleeden, maar hij moetin de
moeielijke gevallen die zich voordoen, zich altijd herinneren
dat hij met menschen handelt, en dat een mensch in staat van
dronkenschap, eens tot zijn gewonen staat terug, zich altijd
berouwt over het voorgevallene en altijd erkentelijk zal blij
ven jegens den man die hem in zulke omstandigheden rede
lijk behandeld heeft, hetgeen altijd een eerste stap is tot be
tere gevoelens.
Welnu, het dunkt ons dat nu reeds lang genoeg de dwang
op onze gemeenten gedrukt heeft. Waarom een eerlijke en
stille bewoner beletten zijn dagelijksch tijdverdrijf te zoeken
door ongestoord in eene treffelijke herberg, onder het drin
ken van een glas hier met zijne vrienden en kennissen den
dag te eindigen in aangename redekavelingen.
Het beste middel om de rust in eene gemeente te houden is
van de rust te laten waar ze ishet goede voorbeeld te loo-
nen door gematigheid en verdraagzaamheid, en de weinige
uit"" leringen die zich zouden hier of daar voordoen zullen
eindigen met geheel te verdwijnen onder de heilzame aanra
king van het onderwijs dat den mensch van alle ruwe neigin
gen zuivert.
Indien gij zoo niet handelt zal het u misschien wel lukken
eene tijdelijke onderwerping te verkrijen, maar gij zult er
u nooit mogen op betrouwen. (Wordt voortgezet).
Rousbrugge, den
In politieke zaken zoowel als in andere, wie iemand be
driegt is geen eerlijk man. Waarom wordt deze of gene door
eenieder verstooten en veracht Meestal omdat hij valsch is,
velen bedrogen en kwaad veroorzaakt heeft. Wangeer men
rechtveerdig handelt, kan men door het publiek niet bele
digd worden en ik versta hier met publiek, deze klas van
menschen die reden en oordeel bezitten om met onpartijdig
heid het kwaad aan het goed tegenover te stellen. Zoo dus
moet men bekennen dat alswnnneer iemand door dit publiek
eenpaarlijk wordt beschuldigd het voorzeker om gegronde
redens zijn moet. In een woord, hij is plichlig,
Indien ik den naarstgezelen van den pastoor noemde,
waarvan ik wil spreken zoudet gij, die hem door politieken
dwang uwe aangekleefdheid verschuldigd zijt, mij waarschij-
nelijk doen opmerken, dat ik hem sedert vele jaren en nog
weinig voordezen onder mijne beste vrienden telde; maar lol
verontschuldiging zeg ik u alleenlijk dat de boosaardigste
volschaerds en bedriegers het best hunne rol spelen. Hunne
vleierij is 'een aanlokkend masker achter welk de snoodheid
van hun karakter zich verschuilt. Wil ik zeggen dat hij valsch
is O neen, dit ware te stoutmoedig. Vraagt dit liever aan de
verstandigste en de achtbaarste burgers van Rousbrugge, ja
zelfs aan zijne oude vrienden die hem nu haten en verfoeien.
Wat heeft hij dan misdreven? Jongelingen die door het ge
drag en het werk de toekomst behartigden en die hem zagen
alle pogingen aanwenden om het nut hunner strevingen in
duigen te slagen, betrouwvolle vrienden in het geheim op de
eerlooste manier bedrogen, treffelijke medeburgers die open
baarlijk al wat kaal en ieelijk verweten waren, ja politieke
mannen zonder wie hij misschien hedendaags tot eenen slave-
lijken arbeid gedwongen ware en wie hij nu miskent zullen
u beter dan ik aan deze vraag kunnen antwoorden. Volgens
hem zijn hel logenaars, de laches menteurs. Maar ongeluk
kig voor hem, zijn de omstandigheden duidelijk en diensvol
gens onbetwistbaar. Reeds heeft hij eene verschooning
gewaagd maar,daar het hem onmogelijk was de getuigenissen
zijner handelwijze te loochenen is hij met de eerste poging
voldaan geweest. Zijnen opgeblazen hoogmoed belet hem zich
als plichlig te vernederen. «91.
Ooslvleteren, 4 November. 1872.
M. de uitgever der Toekomst,
Indien het waar is 't geen een uwer korrespondenlen zegt
nopens de geboorte van een onwettig kind in de gemeente
Woestcn, zou ik moeten gelooven dat M. de pastor aan die
geboorte tegenwoordig was, dewijl hij het kind, zoohaast
het ter wereld gekomen is, verzekerd heeft. Nogtans, mij
over eenige dagen in die gemeente bevindende, heb ik verno
men dat de geboorte-verklaring aan den Burgerstand is ge-'
daan en geteekeud geweest door eenen kerkmeester die ver te
lande woont en die niets van de kramerij gezien heeft. Haai
de wet vereischt dat dusdanige verklaring, in de afwezigheid
van den vader, gedaan worde door den vroedmeester, en, bij
gebrek aan vroedmeester, door den eenen of den anderen
persoon die van de geboorte des kinds getuige is geweest, mij
dunkt dat deze commissie ten laste viel van M. den pastor of
eene andere ooggetuige op straf hij art.540 van het strafwet
boek bepaald. M.
Poperinghe, 0 November 1872.
Be kapellaan Havermuis heeft op Allerheiligendag in zijn
sermoen zoo hevig afgeloopen tegen de Toekomst dat hij
bijna eene lamheid gekregen heeft op al zijne leden, zeggende
dat eiken christen mensch diedil blad ontvangt het aanstonds
aan het vuur moet werpen: dus de hel. Hij zeif, zegt hij, is
maar bemachtigd dit blad te lezen door eene afgevraagde
toestemming van zijnen geestelijken oversten (waarschijnlijk
den abt van Westvleleren).
Wat verschil bij het sermoen van den abbé Opsomer tot
Bi'ussel die over eenige dagen aldaar gepredikt heeft dat eiken
christen mensch die het Nieuwsblad, het Jaar 70, de Patrie
en den Rien Public ontvangt, het aanstonds in het vertrek
moet werpen en zijn huis moet doen verwitten met levende
kalk tegen de vangelijke ziekten van vulpotlerijen waarmede
deze bladen besmet zijn. O. Q.
Het schijnt dat de priesters van Poperinghe die hier, gelijk
elders, haat, nijd en tweedracht zaaien, beginnen gevoelig te
worden aan de waarheden welke dé Toekomst hun diesaan-
gaande wekelijks toestuurt. M. de deken bijzonderlijk, om
zich te rechten tegen die waarheden, heeft op zijnen predik
stoel zoodanig uitgevallen tegen dit blad dat hij, zonder iets
er van te wederleggen, het geslagen heeft in den Index en
deszelfs schrijvers op nieuw uitgescholden heeft als vervol
gers van God en zijne dienaren, als mannen die God uit de
maatschappij willen bannen en die de menschen zouden wil
len berooven van den troost welken zij maar in God alleen
kunnen vinden.
Wij vragen u wel excusie, M. de deken, gij zijt grootelijks
mis om dat gij, verblind door de onchristelijke princiepen
der hedendaagsche religie, ons niet wilt verstaan, 't Geen wij
uit de maatschappij willen bannen 't is de verwaande hooveer-
dij der priesters die, even als de eerste engelen, zich niet al
leen in de plaats van God maar zich boven God willen stellen;
't geen wij uit de maatschappij willen jagen 't zijn de Phari-
zëen en valsche profeten die de wet en de leering van onzen
ootmoedigen Zaligmaker in hare toepassing zoodanig ver-
valscht hebben dat het II. Evangelie een doocle letter gewor
den is en dat men zich geen denkbeeld van den waren God
meer kan maken 't geen wij uit de maatschappij willen ver
wijderen 't zijn die. kooplieden welke Christus uit den Tempel
jaagde om dat zij door hunnen handelen trafiek het huis Gods
onteerden't zijn die fortuinzoekers die van den Godsdienst
eenen winkel maken en op de hel, het vagevuur en den hemel
spekuleeren om rijkdommen te vergaderen en zich boven het
burgerlijk gezag te verheffen, welkdanig de onlusten mogen
zijn welke deze heerschzuchlige driften onder het volk teweeg
brengen.
Ja, 't is dezen dorst naar wereldsch vermogen en naar po
litieke overheersching, maar niet het gezag.van God, dat wij
bestrijden. En het is niet zonder reden, want overal waar het
burgerlijk beheer onder het gebied der geestelijkheid staat,
zijn vrijheid, vrede en vooruitgang onmogelijk. De ondervin
ding is daar om het te bewijzen, 't Is dit gebied die zoo veel
landen ten onder gebracht heeft en zoo veel troonen heeft
doen instorten't is dit gebied die, door zijne waanwijze
en uitsluilclijke princiepen,onder de menschen haat en vijand
schap verwekt; die alle vredegenot alle vermaak, alle
menschlievend verkeer in stoornis brengt; die menige broeder
lijke genootschappen en nuttige instellingen doet scheuren of
vallen met een woord, die onheil en verdriet, in plaats van
voorspoed en vreugd onder het menschdom verspreidt, en
die den godsdienst, in plaats van als eenen troost, als eene
ramp doet aanzien.
En die heilige omwentelaars die overal het schoonste huis
bewoonen en overal het beste vleesch en liet beste brood toe
gedragen zijn durven spreken van vervolgingen en durven
zich beklagen over de ontevredenheid en de vijandelijke be
loogingen welke hunne ondankbare handelwijze onder de re-
derieerende bevolking verwekt
Niettemin, M. de deken troost zich 0111 dat deze ontevre
denheid niet bestaat onder de meerderheid der inwooners en
dat die vijandelijke belooningen maar het werk zijn van eeni
ge vreemdelingen die hier gekomen zijn om hunne fortuin te
maken.
Dat hij eens in eene toekomende kiezing zich afhotide van
God te gebruiken als kiesmakelaar, en hij zal zien hoe het ge
tal van zijne verslaafde schapen zal verminderd zijn en hoeveel
er te vooren ontevreden waren.
En wat aangaat de vreemdelingen die hier gekomen zijn om
hunne fortuin te maken, dat hij zijn eigSiTzelven en zijns ge
lijke aanschouwe en ons zegge waarom al die geestelijke
douaniers die ons hier bloot en bluts van eene boereparochie
toekomen, na eenige jaren hier meester gemaakt te hebben,
voorzien en geslofeerd zijn van den kelder tot den zolder,
en waarom zij, den dag van hun vertrek, vijf of zes groole
wagens noodig hebben tot hunne verhuizing? Indien hij doet
zeggen aan de arme menschen die zich aan zijne deur aanbie
den, dat hij hier niet gekomen is voor de lichamen maar voor
de zielen, wij mogen zeggen dal de verblijvende vreemdelin
gen die voor de lichamelijke belangen gekomen zijn, hun be
staan zijn komen verdienen door hunne niensch'lievende
werkzaamheid, door hunne behulpzame en onmisbare diens
ten en dat zij niet in gemak en ledigheid geleefd hebben op
de kosten van het land en van de goede zielen.
Men is verwonderd dat mannen die alzoo de priesters ver
volgen, nogtans ten hunnen opzichte vriendelijk en beleefd
zijn.Dit iseen bewijs dat onze oppositie niet voortkomt uit haat
en maar op de rede gegrondvest is. Wij hebben meermalen
gezegd dat wij de priesters eerbiedigen in de uitoefening van
hunne bediening, in de kerk, op den dorpel van noodlijdende
huisgezinnen, bij den haard van bedrukte weduwen en wee-