Briefwisseling dee Toekomst. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. De gekende liefhebbers, die men overal aantreft wanneer er een goed werk te verrichten is waren aldaar nogeens de eersten die zich laten hooren hebben. Allen hebben bij het publiek warme toejuichingen bekomen maar wie meest doen lachen heeft was 5Ir G. M. die met zijne goed gezochte en ge- gevene kluchtliederen zeer wel bevallen heeft. Een bijzonder dank moeten wij sturen aan den heer C. F. over zijnen moed en het talent waarmede hij twee vlaamschc stukje gegeven heeft. Bravo! Alzoo ten minste wordt de weldaad verdobbeld niet alleen hel stoffelijke, maar ook het zedelijke is aan een volk noodig Maandag aanstaande, luisterlijk concert, waar twee instru- mentislen zich zullen laten hooren. koning! - Dinsdag laatst heeft de kaarters Maat schappij gevestigd in de Armes de Franceeen banket gegeven ter gelegenheid der aankomst van den nieuwen koning Mijnheer Emile Coffyn vergezeld van den prins M. Francis Leciuyse, die door hun vernuft in het kaarten die waardig heden voor een jaar in de maatschappij bekleeden. Te I>eMiï». - Vrijdag laatst ten M ure 's voormid dags was er Te Deum in Sl Maarteus kerk met het gewone ceremoniaal, ter gelegenheid van Z. M. naamdag. Al de burger en militaire overheden, de onderwijzerskorp sen, de professors van de Akademie van schoone kuuslen en der professionneele school waren er; wat wij bovenal bemerkt hebben is hel groot getal officieren der Burgerwacht. Door het slecht weder, was er bijna geen publiek in de kerk. Van den 8° lot desa 3 5" Kovcnaber 18 2 GEBOORTEN l) te zanten, 6. Souxdorf, Leopoldus, timmerman, en Christiaen, Adoiphina, kleermaakster. Lannoy, Maria, GS jaren, zonder beroep, weduwe van Joannes Delhaye, Rijselstraat. Struve, Felix, 8ö jaren, zonder beroep, weduwaar van Amelia Boudryghem, Dixmu- destraat. Polderman, Emf-rentia, 46 jaren, kantwerkster, echtgenote van Carolus Cardoen, Meenenstraat. Fieters, Maria, 65 jaren, zonder beroep, Dixinudestraat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht, 5. Vrouwelijk geslacht, 0. -te zamen 5. kebrood. Wij welen nog niet wie de onderluitenant zal zijn, maar het schijnt dal de man van het verbitterd Cathriuije vaandeldrager zal benoemd worden. T. In ons laatste nummer hebben wij een artikel uit P.ousbrugge geschreven overgenomen, hetwelk ze kere aanhalingen behelsde, waarvan wij noch den zin noch de aangelegenheid begreepen, zonder dat zou hetzelve geene plaats in onze kolommen gevonden hebben Want dit artikel had betrek, zoo als men ons verzekert, op een man die wij zeer achten en wien wij zeer toegedaan zijn. Om ons in het vervolg niet meer bloot te stellen om het blinde werktuig te zijn van persoonlijken haat of wrok, heb ben wij de eer onze correspondenten bekend te maken dat voortaan geene briefwisselingen zullen overgenomen worden die zinspelingen, of aanhalingen zouden bevatten, ten zij men de personen zal doen kennen tegen wie zij gericht zijn. De Redaklie. Poperinghe, 6 November 1872. Er bestaat in onze stad eene succursale van de Bijlende Grenadierswaar zij ankervast zijn en waar men dikwijls af loopt tegen de liberalen in hunneafwezigheid. Ér zijn daar sommige mannetjes die veel moed hebben lus- schen kannen en glazen en alswanneer zij zich tien legen één bevinden. Men ontmoet er onder anderen een fraaschcn franc-fileur diezijnehielen aan de pruiserischen getoond beeft en die hier, als hij beschonken is, op zijnen poot speelt en jongelingen in tweegevecht vraagt. Dat mannetje moei fraai zijn, want wij zullen de prüisen- sehfi Croquemitaine doen komen om hem wat op zijn broekje te geven. Men zegt dat er daar ook zekeren jager van alle soort van wild somtijds dc liberalen lastert. Nöglans voor hem zwijgen ware onverbeterlijk, want wij zouden zekere bladzijden kun nen keeren en lezen die niet aangenaam Zouden zijn te hoo ren Hij heeft zijnen zoon tegen zijn gemoed in het nieuw slads- muziek doen treden en men verzekert dat hij zelf er lid van zal wezen en dal hij in dit genootschap de contrebasse zal spelen. Men is weinig daarin verwonderd, mits men weet dat er vele herbergjes zijn waar hij alreeds den coulrebaas speelt. Wat aangaat de nieuwe pompiers, de kapellaans werven langs alle kanten maar dal gaat zoo gemakkelijk niet als men gemeend heeft, want men heeft vrtiehleloos gepoogd sommige te winnen door presenten van disschebrood of ker- Poperinghe, den 15 November 1872 Mijnbeer de Hoofdopsteller der Toekomst, De abbétjes, opstellers van bet gezegend Nieuwsblad, heb ben een nieuwen correspondent der goddelooze Toekomst gevonden i; Dat jonghedetje, zeggen ze, is zeer wel bekend in 't ar rondissement voor zijne luiheid en zijne anderachtigheden Indien gij meent, sukkelaartjes, dat mannetje kwaad te maken, gij zult nog veel artikeltjes mogen schrijven. Hij zal zich niet verweeren over hetgeen gij z gt nopens zijne lui heid, dit is genoeg gekend, en als men bij luiaards woont, is het natuurlijk dat men luiaard worde. Voor hetgeen de an deraclUigheden betreft, lijk de kapellaan van Woesten, zoo als gij zegt, er is hier eene kleine bemerking te maken, het is dat men lol nu toe geen accoucheurs noodig gehad heeft om de uitwerksels zijner anderachtigheden te bewijzen Wel is waar, hij bemint het vrouwelijk geslacht, maar hij heeft geene belofte van zuiverheid gedaan, zoo, ais gij, en het is te bemerken dal er sedert eenigen lijd veel gekr.uiude'lief hebbers zijn die deze belofte te buiten gaan Door dat dit mannetje veel ledigen tijd heeft, het doet nu en dan een uilstapje, en te Woesten, Houthem, Yeurne, enz., heeft het daar zekere dingen vernomen welke bewijzen dat de kapellaantjes en de professoortjes het precept van tien Schepper: «Gaat en vermenigvuldigt,» wat al te vele volgen. 't Correspondenlje van de Toekomst leest ook hier en daar eene gazet en hel vindt daarin zeer veel walgelijke daden en veroordeelingen van alle soorten van broedertjes; en het Wroet wat in al die vuilpotterijen om dezelve te doen kennen., en peis nekeer....' de abétjes zijn daar kwaad om! Neen, die mannen wiilen hun heiligen keuken alléén doen en als er iemand het huiletje opheft om luinne manier van koken te doen kennen,'zij zijn verbitterd!.. Als men hunnen dekmantel wat oplicht en toont aan het publiek wat sommige van die apostelen in wezenlijkheid zijn; als men bewijst dat er zich onder die mannen meer dan een kwakzalver, om niet meer te zeggen, bevindt, ze zijn verontwaardigd Maar om te bewijzen dat de abétjes ai het ongelijk niet hebben toen zij schrijven dal hel mannetje geern wroet, het zal wal in hunnen messing w roeten Een broeder Francois d'Assise is laatst te Bourg, in Frank rijk, veroordeeld tot 12 jaren dwangarbeid om zijne wroe tingen op kleine knechtjes, aan hem toevertrouwd om hun eene christelijke opvoeding te géven Hij was voorafgaan delijk zouave van den Paus geweest.... Wilt gij weten, zuivere abétjes, wat het onderzoek van dit proces beeft doen kennen, luistert: In het klooster, staande in de voorstad van Alengon, waar van père Frangois d'Assise overste was. waren er nog vijf of zes inwonende broederkens. Broeder Joseph had alreeds drie maal veroordeeld geweest voor den correctionnelen Rechtbank. Broeder Ililanon had twaalf veroordeelingen onderstaan voor laudlooperij, gauwdieverij en diefle. En een derde kwam uit een tuchthuis waar hij opgesloten geweest was voor diefle D.t heilig huis w as onder de bescherming van den bisschop van Séez, onder naam Weeshuis van L. V. der Engelen. (Dal waren mij de engeltjes Er heeft nog bewezen geweest door de instructie dat die broederkens te Parijs hadden gaan bedelen en dat zij aldaar de naclitenhadden overgebracht met slechte vrouwspersonen. 't Geen bewijst dat die mannen liefhebbers waren van ver- schillige soorten van anderachtigheden. Wilt ge nog iets voor 't nagerecht, abbétjes, luistert Een broeder Mariste, Jan Augé, van Cérons, die vhvehte- iing was, werd gevangen op de grenzen aan Spanjen, ook voor vmlpotlerij met kinders van beide geslachten aan zijne zorge vertrouwd Het zij nog niet genoeg, daar is nog een ander Een zekeren Deluvallée, slokke-broeder hij de Jesuiteu te Mons, is, over beschuldiging van gelijke feiten,tegenwoordig in hel gevang. De plaats ontbreekt ons om nog voordere bewijzen te ge ven aan de correspondenten van het vuilblad; nog lans, indien liet hun aangenaam kan wezen,wij zullen nog van tijd tot tijd wat iu hunnen mesthoop wroeten. M. i'. S.De hond van de brouwerij is gejongd, vier honden meer l'etén te dragen Welnu, T is lijdpusseering voor ons luiaardje Poperinghe, 14 November 1872. 't Nieuwsblad, die nog de zedelooze heldendaden doet her inneren van den onderpastor van Woesten, zegt als een priester koomt le vallenen vuil te worden, hij wordt of was al liberaal. Het is gemakkelijk van de liberalen te beschuldigen van ze deloosheid, als men al de geestelijke stinkers en vuilaards in het liberaal kamp overwerpt. Maar de Nieuwsbladschrijver is hier mis, den onderpastor waarvan hij spreekt is niet afgevallen, en de uitwerksels van zijnen Evangcliestok bewijzen genoeg dal hij in zijne vaste houding geene hulp of bijstand heeft moeten vragen aan de liberalen. Men zegt dat die eerweerdige man, terwijl hij na zijn misdrijf nog misse deed, zeer wel ontvangen was tot lJperen bij den katholijken kanonik.Morel, en dat hij nu le Brussel woont bij den liberalen père Dufour die, volgens den katholijken schrijvelaar, voor het tribunaal van Brest zpo wit gewasschen is als sneeuw, en om welke reden deze zijne ver dediging neemt tegen de cerlooze Toekomst die >t nog. van hem spreekt als van eenen piichtige. Moest ik pater Dufour zijn, zegt de schrijvelaar, ik zou het een keer doen dansen dat schandblad. Maar arm en bedroefd Nieuwsblad, weet gij niet dat père Dufour liever danst en speelt met eene jonge en liefelijke comtesse als met een schandblad Hij heeft het immers bewezen op den ijzeren- weg, en zijnen keus was zoo slecht niet toen hij, al rijdende met zijne lieve gezellin, door een garde-convoi gestoord werd in de kruisgebeden welke zij beide op hunne bloole kniè'n naar den Ilemel stuurden. Het Nieuwsblad zegt nog dat het liever de 200,000 fr. in de zee zoude werpen dan dezelve weder te geven waar zij afgeperst zijn geweest.'t Nieuwsblad is waarlijk bevallig! liet weet wel dat, zoo lang er Jesuieten beslaan, geen geld zal verdrinken, om reden dat zij kunnen zwemmen gelijk de visscben en de haanden zonder nat te worden, en het geld zouden bovenbrengen dat het Nieuwsblad zoo onnoozellijk in de zee zou werpen, O. Q. "VYestoutre, 11 9ber 1872 Mijnheer de Opsteller, Heden heeft de overgroote meerderheid der parochianen, behalve een klein getal dwepers en kwijlders, met vee! ge noegen vernomen dat de koster door den goedertierenden pastor (en waarschijnlijk op bevel van den bisschop), in al zijne kerkelijke bedieningen hersteld is. Drze herder, waar schijnlijk overlast door al de nieuwe politieke en geldelijke ge boden^ scheen het aloude gebod vergeten le hebben dat zegt: niet le doen aan een ander wat men niet en zou wen- schen aangedaan te zijnwant indien ieder keer dat de pastor voor omtrent eene geheele week op wandelen gaat en bijgevolg geheel dien tijd van de parochie afwezig is, dusda- danige afstelling zou hem meermaals op ecnen zomer moeten toegepast worden maar de groeie overheid is misschien ver draagzamer dan de mindere, of zulks gebeurt misschien bui ten bare wete Z. Passclicndaele, den 15 November 1872. Mijnbeer de Opsteller, Wij schorsen voor een oogenblik de historie der herberg- policie ten platten lande om een eerste opmerking te maken over het artikel van den vergramden korrespondent van I'as- schendalen, in den jongsten nummer van het Nieuwsblad geschreven tegen de Estaminet den Leeuw, op welks hoven- verdiep er een in regel vrij genootschap zetelt. Het bestaan dezer herberg, wiens oorsprong dagteekent van een sehandig en trouwloos kiesfeit, werkt zoodanig op het zenuwstel van onze tegenstrevers dat zij den ondergang gezworen hebben, niet alleen van deze estaminet, maar nog van den eigenaar, van den baas en van allen die dezelve fre- kanteeren, en hun getal is groot. Geheel de lijst kerkuils en hunne handlangers sturtten hun verstand bijeen ten einde middels le beramen om lot bun doei le geraken. Gij weet, heer opsteller, welke moorddadige mid dels deze klas kan in bet werk stellen, waarmede zij in veel gemeenten gelukt is om gansche huisgezinnen op zand te helpen...., maar hier te Passchendalc is het berniek ten kan niet pakken Zie hier wat gebeurde. Hel enseigne houdt een moedig ge zicht tegenover de Maanalwaar men overlijd onder eenige dronke katholieken zijne vernieling aanlegde. Diep in den nacht was er een onder hun die op stellige verbindtenis en voor betalen aannam het dier te verbrijzelen. Een andere van den hoop, die nog wat overgehouden had van zijne schoonva ders beurs, was onnoozel genoeg om aan dien uitvoer te gé- looven enaR'd, op den goeden uitval dezer edele onderneming, den Champagne vloeien. Men dronk lustig, men sprak elkaar af en men ging er eens doorkappen De ondernemer legde zich lustig te bed,.... en de nieuwe rijke was het kieken dei- poets I).-ze mislukte samenzweering baarde veel onrust aan de groole koppen. Men bevool gebeden lot het vinden van andere andere middels om lot hel oogwit te komen. Men badt. men beraamde,toen eensklaps baas Vercaemer opdaagde, hij had het gevonden in plaats van den Leeuw zal men ze den Aap noemen, en dies ondergang is verzekerd! Tol vergelding dezer daad verzocht, baas Vercaemer dat men zijnen zoon een naam zou geven. De heer Pastoor, die van zijne aankomst in het dorp een voorbeeld van zachtmoe digheid geweest is, en volgens het Nieuwsblad, zoo hevig werkt lol het geluk zijner schapen, stelde zich als peter voor en gaf hem den naam van Ourson! Deze plechtigheid had plaats in treffelijke vergadering. Baas Vercaemer bekrach tigde dit geluk door dronkinakenden wierook, warvan Stijn de vaten in zijne moortelvelle handjes droeg; baas Krawaat scheen niet te'twijfelen aan de ernstigheid van het feest, en trok zijne tippen op baas Muphti, plat ter aarde, bad God opdat den nieuwen nameling den Leeuw zou mogen overle-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 2