VAN IJPEREN. Aanbelangend Bericht. 4 FIlANKEN ?S JAARS Nl' 500. Elfde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen, SPROKKELINGEN. VOOR IJ PEREN. Fk. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 een timen den regel. Reklamen: 25 een timen. ZONDAG, 15" DECEMBER 1S72 ;l'-toov- 9nj,ix m becfl oh iub nsqmlwv .iMfwHcr Bukeei.: Dixmudcslraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij. IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN Het Nieuwsblad beklaagt zich ten ongelijke over de Toekomst, omdat zij nooit en redeneert, zegt het, en wij doen niet anders; terwijl onze tegenstrevers.' toen zij met de hand in den zak betrapt zijn, zij zich bepalen met de klaarblijkend- ste daden leugenachtig te verklaren. Ilet is voor hem het eenigste middel, wanneer het gecne gepaste antwoord kan geven, van zich uit den vuilen te helpen. Het Nieuwsblad daagt ons uit om in zijne aanhalingen één leugentje te vindenéén neen,.... maar bij duizenden wel Dat de Toekomst een punt zoeke uit de jesui- terij, zegt het, om het le bespreken en te berede neeren. Wat zouden er wij aan winnen Indien wij bewijzen moesten dat zij. om hun meesterschap te willen vestigen, beurtelings alle landen in verwarring hebben gebracht tot dal zij uit dezelve zijn moeten gebannen worden dat zij de oorsprong van de S' Barlhelemie zijn geweest, toen men in éénen nacht meer dan dertig duizend mensehen lafhartig heeft vermoord; dat zij de voorstanders der inkwisilie zijn geweest, enz enz al zaken die door de geschiedenisschrijvers bestatigd zijn, het Nieuwsblad zal zeggen dat er niets van is, dat het uitvindingen zijn van de liberalen. Een voorbeeld van de handelwijze van onzen tegenspreker, het is de wijze hoe hij redeneert over het mirakel van Salelte, de verklaringen der getuigen voor het hof van Grenoble en het arrest door hetzelfve uilgesproken zijn allen niets en zij moeten wijken voor de verklaring van cenen Bis schop na slag gedaan en toen men overeengekomen was van het zoogezegd mirakel, in het belang van den winkel, als echt te verklaren en alzoo een nieuyve bron aan de dweperij te verschaffen. Maar de aardigste pannekoeke dat het Nieuws blad ons opdient, is de vraag dat wij eens zonden klaarmaken wat dat stélen is, de zaak is eenvoudig: wij houden voor stelen de erfnissen der stervende afpersen om den hemel te koopen wij houden nog voor stelen van, onder voorwendsel de kapitalen te verkristelijken, de spaaroordjes van duizend en duizend ongclukkigen af te droogen en hun in de armoede te dompelen!En de veertig duizend franken van de Lumottesehool is dal geen stelen wat zegt er in het Nieuws blad van De Minister Sella heeft nog eens de zes mil- lioenen, (op den groot hoek van 1 talie ten behoeve van den H. Vader ingeschreven), hem aangeboden, maar te vergeefs. De Paus, of beter deszelfs aanhang, verkiest van de dertig millioenen te kunnen beschikken waarop de opbrengst van den S' Pieterspenning wordt geschat. De klerikale Carrnarilla kan haar spijl niet BE TOEKOMST •Ks>W<£>^ Naar KORTRIJK. 5-40. - 9-39. - 11-41. - 2-35. - 5-53. Naar P0PER1NGHE. 9-05. - 8-45. - 9-58. Naar POPERINGHE-HAZEBROUCK. 6-50. - 11-45.- 3-40. - 6-52. Naar ROUSSELAERE. 7-55. - 12-55. - 6-40 De personen die zich laten ahonuccren aan de Toekomst, voor 1373, zullen van heden tot Nieuwjaar het blad GRATIS ont vangen met de nhonncnicnts-prijs ten onzen bnrecle in postzegels of auderzinds te doen geworden. I. Decs looverkens heb ik al vergaard, Onder Vlaanderens liefdezonne Gelezen de bloemekens éene voor eeu' In de weide der befdebronne. Jk heb er mede mijn hoofd omkranst, Ten tijde van hopen en droomen Toen de tranen even als morgenddauw, Veranderden in perelenstroomen. Ik drukte dit loover op 's meisjens borst, En wij gingen zoo verre wandelen Dan geloofde ik, helaas, aan heur streelend w oord, Aan baardoen en leven en handelen. Thans zijn die looverkens droog en dor, De tijd heeft er velen verslonden Ontrouw en laster is bitter gewas, Dat beeft mijn hart ondervonden. SB. Mijn rustige jonkheid werd door den gloed Van een heldere licht beschenen Thans is het donker in mijn gemoed, Voor mijn oog is dat lichtje verdwenen. Wanneer men een kind in den donker laat. Hem doet alles schrikken en beven Dan zingt het, al was zijne stem in staal Gerustheid en moed hem te geven. Zoo zing ik ook in de duisternis, Om te vergeten mijne smarte Al is mijne stemme noch zoet noch frisch, Toch jaagt zij den angst uit mijn harte III. Des harten ontwaken, Der droomen de bron, Een leedere blaken, Ais dageraadszon Iets willen verlangen, Der ziele onbekend liegoochlende zangen, Der liefde de Lent' Het droomengetijde Wordt verwezenlijkheid, Terwijl m' aan de zijde Een' engel geleid Een iiekéil, een roomer, Hetoovrende gloed Der liefde de zomer Des levens de vloed Dan vreezen, vermoeden In strijd cn in smart Wen slorreinen woeden, Benauwen het hart Bij bloemen en vruchten Een doren, die bijt, Bij vreugden zijn zuchten Hel herfstegetijd'. 't Herdenken blijft over Aan 'l vroegere lot, Aan 't jeugdige loover, Aan leed en genot De sneeuwvlokken hangen Om hair en om baard, Men zoekt 't hart bevangen, Een graf onder de aard' IV. errukken kan der broeikast bloeme, A an vreemden bodem hier gebracht Toch schijnt het heimwel haar le mijnen, '/.ij schijnt le weenen in haar pracht. Vernemen mag zij nooit der winden Gesuizel en geheimenis De broeikast is beur wieg «n kerkhof, Heur wereld een gevangenis.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 1